1 Hoe de stichting Sjofar begon. Sjofar is het Hebreeuwse woord

advertisement
Hoe de stichting Sjofar begon.
Sjofar is het Hebreeuwse woord voor: bazuin.
1 Cor. 14:8 Immers, indien de bazuin [sjofar] een onduidelijk geluid geeft,
wie zal zich gereed maken tot de (geestelijke) strijd?
Veertig jaar geleden, in november 1974, kwam mevrouw Stranders in Noord Friesland spreken over
de Bijbelse betekenis van de terugkeer van het Joodse volk naar hun eigen vaderland, met daaraan
verbonden de oproep aan Nederland om solidair te zijn met Israël.
De onderwerpen, die deze en daarop volgende Israël-avonden werden behandeld, wekten veel
belangstelling:
- het Heilsplan van God; het duidelijk accent op het Profetisch Woord;
- de betekenis van de terugkeer van het Joodse volk naar hun eigen land, na het onmeetbare lijden
in de 2e W.O, als ‘wijzer op de klok van God’ voor de nu spoedig te verwachten Wederkomst
van de Heer Jezus,
- de noodzaak voor een ieder zich te bekeren tot de God van de Bijbel,
- want… “het Koninkrijk Gods is nabij”.
Het bracht aanwezigen er toe de Bijbel ter hand te nemen en Schrift met Schrift te gaan vergelijken,
om te onderzoeken of deze dingen zo zijn, zoals de Joden in Berea dit ook deden. Hand. 17:10-12
Velen kwamen tot de ontdekking, dat de Bijbel niet slechts een geschiedenisboek is, met een
beschrijving van gebeurtenissen uit het verleden, maar dat de Bijbel eveneens duidelijk en klaar
spreekt over het heden en de nabije toekomst, “het laatst der dagen”, de eindtijd, waarin we nu leven.
De Bijbel is bijzonder actueel!
We staan op de drempel van een nieuwe tijd, met niet te keren, ingrijpende veranderingen in deze
wereld en in onze maatschappij. Willen we deze tijd verstaan, dan moeten we de Bijbel kennen!
Hosea 4:6
Mijn volk gaat te gronde door gebrek aan kennis.
Spr. 29:18
Indien openbaring ontbreekt, verwildert het volk, …
De Bijbel ‘voorspelt’ niet, de Bijbel voorzegt wat vroeger of later voorzeker zal gebeuren.
Er komen dagen dat God Zijn Heilsplan met haast zal volvoeren.
Jes. 60:22
Openb. 22:6
Mevrouw Stranders heeft zich van meet aan ernstig voorgenomen bij haar lezingen de Bijbel te laten
spreken, van Genesis 1:1 t/m Openbaring 22:21, als het Unieke Gezaghebbend Woord van God.
2 Tim. 3:16
Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering,
Staten vert.
tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, ….
2 Petrus 1:21
Want de profetie is voortijds niet voortgebracht door de wil eens mensen,
Staten vert.
maar de heilige mensen Gods, van den Heiligen Geest gedreven zijnde,
hebben ze gesproken.
Dus geen menselijke uitleg, geen dogma’s van kerk of groep; maar Gods Woord laten spreken,
met onderscheiding tot wie of tot welk volk God Zich allereerst in de Bijbel richt: is het tot Israël,
tot de Gemeente, de volken, de heidenen, in het verleden, in het heden en ook in de (nabije) toekomst!
Al de jaren, waarin mevrouw Stranders heeft gesproken op de Israël-avonden en tijdens de vele
Bijbelstudies, heeft zij getracht het Woord van God recht te snijden.
2 Tim. 2:15
1
Decennia lang wordt, m.n. in Europa, God en Zijn Woord terzijde geschoven en uit de publieke
samenleving gebannen. Deze grenzeloze hoogmoed vormt de grootste bedreiging voor onze wereld.
De grondslagen zijn vernield, door in de politiek, het onderwijs, de economie, de techniek en de
gezondheidszorg etc. de wetten van God met voeten te treden. Daarom is de mensheid aan zichzelf
overgeleverd. En hoe leidslieden ook hun beleid bepalen, wijzigen, wenden of keren - Want het is
wet op wet, wet op wet, eis op eis, eis op eis, hier wat, daar wat - bij voortduring worden verkeerde
beslissingen genomen, die leiden tot toenemende ontevredenheid, angst, wanorde, oproer en chaos.
Wie het waagt het Woord van God te laten spreken aangaande wetteloosheid, bandeloosheid, abortus
en euthanasie, wordt de mond gesnoerd. Op de avonden werd dit geïllustreerd met flanelfiguren:
de Boom des levens en de Boom van Kennis van goed en kwaad. De Bijbel zegt: Wee hun die het
kwade goed noemen en het goede kwaad; …
resp. Ps. 11:3
Jes. 28:10,13
Jes. 5:20
Het zal uitmonden in het totale kwaad, wanneer de mens der wetteloosheid zich zal openbaren,
de zoon des verderfs, die zal plaats nemen in de herbouwde “tempel Gods” om zich als god te laten
aanbidden, de antichrist.
2 Thess. 2:3-4 Openb. 13.
De wereld in beroering.
Er zijn zoveel situaties, die juist in onze dagen de aandacht trekken:
De wereldwijde financiële crises - die maar niet voorbij gaat en, in tegendeel, verder lijkt te escaleren;
Pestilentiën - meestal gezien als een verschijnsel uit het verleden, breken plotseling uit. Jer. 21:9
Natuurrampen - steeds meer, steeds extremer, in steeds meer gebieden;
Matth. 24:7
Het openstellen van grenzen, de multiculturele samenleving.
Deut. 32:8
Toen de Allerhoogste aan de volken hun erfenis toedeelde,
toen Hij de mensenkinderen [St. vert: Adamskinderen] van elkander scheidde,
heeft Hij de grenzen der volken vastgesteld naar het aantal der zonen van Israël.
Tegen deze ordening in worden in onze tijd alle grenzen opengesteld, niet alleen om echte vluchtelingen onderdak te bieden (een Bijbels gebod!), maar vooral om volken en culturen te mengen.
Door de toestroom van gelukzoekers én mensen met politieke doeleinden, ontstaat niet alleen
maatschappelijke onrust, maar er dreigen ook ongekend grote gevaren.
In het verschijnsel van de plotseling opdoemende, overal om zich heen grijpende geweldenaars in
het Midden Oosten, ligt een duidelijke aanwijzing dat we dicht genaderd zijn bij de gebeurtenissen,
die worden beschreven in Ezech. 38,39., Openb. 6., 8. en 9. en in Zach. 14., waar de volken
gezamenlijk optrekken naar Jeruzalem, maar waar God die volken dáár en dán zal oordelen.
Tijdens een bijeenkomst van de Verenigde Naties op 23 Sept. jl. sprak o.m. de koning van Jordanië.
In een toespraak beklemtoonde hij de noodzaak van een gezamenlijk optreden van de volken tégen de
excessen van Isis-strijders. Jordanië herbergt momenteel 1.4 miljoen vluchtelingen en Abdoellah riep
de andere landen op dit voorbeeld te volgen. In de laatste (!) minuut van zijn betoog memoreerde hij
plotseling aan de recente oorlog in de Gaza-strook. Hij liet weten: “de Palestijnen hebben recht op een
eigen staat; Israël moet zich terugtrekken tot de grenzen, die zij hadden vóór 1967”. Groot applaus
van de afgevaardigden; zo niet van de twee vertegenwoordigers uit Israël. Op voorhand is duidelijk:
Israël moet het gelag betalen; daaraan liet de koning uit het land van de Moabieten en de Ammonieten
geen twijfel bestaan! (Ps. 83.!). En toch staat ongeschokt het hechte fundament Gods met dit merk:
De Here kent de Zijnen… (2 Tim. 2:19); de God van Israël heeft het laatste Woord!
Vgl. de verschrikkingen van “die EndlÅ‘sung” door Hitler en het ontstaan van Israël, de Joodse Staat!,
in 1948,
Jer. 30:7!
Habakuk - betekenis: “omhelzen”
vgl. de gelovigen, die de beloften van God “omhelzen”!
Hebr.11:13 (Staten vert.)
Toen ik het hoorde beefde mijn binnenste…. toch zal ik rustig afwachten de dag der benauwdheid,
wanneer die aanbreken zal voor het volk dat met benden ons aanvalt….
nochtans zal ik juichen in de HERE, jubelen in de God van mijn heil.
Hab. 3:16,18
De profeet Habakuk, vervuld met Gods Geest, hoort van geruchten over een op handen zijnde aanval
van een uiterst wreed volk, de Chaldeeën, afkomstig uit het gebied van de Babyloniërs.
Hij belijdt de HERE God, dat het volk Israël straf heeft verdiend vanwege hun zondig leven,
maar hij kan zich niet voorstellen dat God daarvoor een volk zendt dat nog veel slechter is.
2
Habakuk besluit naar zijn uitkijkpost te gaan en te wachten op het antwoord van God!
God grijpt ten tijde van Habakuk niet in, maar geeft twee essentiële beloften:
... de rechtvaardige zal door zijn geloof leven … Want
de aarde zal vol worden van de kennis van des HEREN heerlijkheid.
Hab. 2:4,14
Die heerlijkheid is niets en niemand anders dan de Heer Jezus, bij Zijn zichtbare Wederkomst
op de Olijfberg. Een ieder, die dan op aarde is, zal Hem zien
vgl. Hand. 1:11 Openb. 1:7 Zach. 12. en 14.
Matth. 17:1-8 → …zij zagen niemand anders dan Jezus alleen!
De vreze des HEREN is het begin der wijsheid
en het kennen van de Hoogheilige is verstand.
In vrijwel alle bijeenkomsten van de stichting Sjofar heeft bij herhaling de uitnodiging geklonken
‘het zondaarsgebed’ te bidden met hen, in wier hart deze oproep weerklank vond. De kern van het
gebed is het moment waarop iemand de Heer Jezus uitnodigt in zijn/haar hart te komen wonen.
In ‘het zondaarsgebed’ bidt deze persoon bewust en eerbiedig, zo mogelijk hardop:
“Heer Jezus ik open de deur van mijn hart,
en ik vraag U heel eerbiedig: Kom in mijn hart wonen met Uw Heilige Geest” Voorwaarde is dat hij/zij oprecht berouw heeft van zonden, en dan vervolgens vraagt:
“Heer Jezus wilt U mijn hart en mijn hele wezen reinigen
met Uw op Golgotha vergoten, kostbaar bloed”
Op dát moment wordt zo iemand opnieuw geboren: een kind van God, vrijgekocht, verzoend met God.
Ps. 51:17
… een verbroken en verbrijzeld hart veracht Gij niet, o God.
De Heer Jezus maakt inwoning door Zijn Heilige Geest. 2 Tim. 2:11
Ef. 1:13 en 2. Joh. 14:17
Spr. 9:10
Wat is de betekenis van het bloed? Leest u het volgende getuigenis:
WANNEER IK HET BLOED ZIE, ZAL IK AAN U VOORBIJGAAN.
Enige tijd geleden stond er in het blad van de stichting Israël en Bijbel een getuigenis van een Joodse
man, die jaren werd gekweld door de gedachte, dat onder Joodse mensen niet meer wordt gesproken
over het offer met bloed, als vergeving voor zonden.
Exodus 12. - uittocht uit Egypte; Lev. 16. - Jom Kippur, Grote Verzoendag etc.
Immers: wanneer Ik het bloed zie, zal Ik aan u voorbijgaan.
Exo. 12:13
Het enige wat rabbijnen, die hij hierover raadpleegde, konden antwoorden, was, dat er geen offers
meer worden gebracht, omdat er sinds het jaar 70 geen tempel in Jeruzalem staat.
In zijn wanhoop vroeg deze Joodse man zich af of er dan reeds gedurende 2000 jaar voor het Joodse
volk ook geen vergeving van zonden mogelijk zou zijn.
Hebr. 9:22 … zonder bloedstorting geschiedt geen vergeving.
Exo 12:7
En zij zullen van het bloed [van een éénjarig lam] nemen,
en het strijken aan de beide zijposten, en aan den bovendorpel, aan de huizen, …
Exo 12:13
En dat bloed zal ulieden tot een teken zijn aan de huizen, waarin gij zijt;
wanneer Ik het bloed zie, zal Ik ulieden voorbijgaan; …dus geen plaag, geen verderf
Lev. 17:11 Want de ziel van het vlees is in het bloed;
Staten vert.
daarom heb Ik het u op het altaar gegeven, om over uw zielen Verzoening te doen;
want het is het bloed, dat voor de ziel verzoening zal doen.
Deze Joodse meneer werd door God geleid naar een gemeente, waar hij dit hoorde:
“…. Jezus …. zie, het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt”!
Joh. 1:29,36
Het kostbare bloed van Christus Jezus
Christus Jezus, door Wie de wereld geschapen is, heeft Zich vrijwillig van Zijn God-zijn ontledigd
en is de diepe en vernederende weg gegaan, door de gestalte van een dienstknecht (Grieks: “doulos”,
“slaaf”) aan te nemen, de Zoon des mensen, onze Redder, Heiland.
Phil 2:6 Joh. 3:13 Staten vert.!
Als het Lam Gods heeft Hij Zijn leven en Zijn bloed gegeven om de wereld - in wezen ieder mens te verlossen van zonde en dood. Immers wij allen zijn zondaren, sterfelijk, als gevolg van de zondeval,
en kunnen als zodanig nimmer God, onze Schepper, naderen, Die is hét LEVEN.
3
Ná Zijn lijden, sterven, Zijn Opstanding en hemelvaart, staat er vervolgens in Hebr. 9:11-12 de meest
wonderbaarlijke en verblijdende uitspraak:
Maar Christus, opgetreden als Hogepriester… is door de grotere en meer volmaakte
tabernakel, niet met handen gemaakt, dat is, niet van deze schepping,
en dat niet met het bloed van bokken en kalveren,
maar met Zijn eigen bloed eens voor altijd ! binnengegaan in het Heiligdom,
waardoor Hij een eeuwige verlossing verwierf.
“…teweeggebracht” Staten vert.
Deze eeuwige kracht blijft ten volle werkzaam, ook vandaag, ook nu.
Op het flanelbord illustreerde mevrouw Stranders dit met een kleine zwarte driehoek [‘mijn persoon’],
die zij áchter de rode driehoek [Jezus, mijn Verlosser] schoof: “God ziet mij niet, Hij ziet de Heer
Jezus!” Belijden wij oprecht onze schuld, Zijn bloed reinigt van alle zonde!
1 Joh. 1:7,9
Het is een Bijbelse ordening het oude leven - ná bekering en wedergeboorte - te ‘begraven’ in de
waterdoop; om dan op te staan “in nieuwheid des levens”, als teken dat de dopeling zich één plant
weet met de Heer Jezus in Zijn dood en in Zijn opstanding.
Rom. 6.
Levens veranderen. De natuurlijke mens is een nieuwe schepping geworden, geborgen in God.
De apostel Paulus wist: Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, dat is, niet meer mijn ik,
maar Christus leeft in mij. Gal. 2:20
God vraagt van ons volledige overgave. Geloof is: ons toevertrouwen aan Hem, trouw blijven.
Alleen dán leren wij Gods leiding verstaan in ons leven, van dag tot dag (!). Met de Bijbel lezend,
als richtsnoer voor ons leven, leert de wedergeboren mens, geleid door Gods inwonende Heilige
Geest, deze tijd te onderscheiden. In heel ons menselijk gebeuren, in voor- en tegenspoed, is daar
de Heer Jezus. Hij kent ons, is onze toevlucht, draagt ons, wil ons leiden, elk moment in ons leven;
en Hij doet ons uitzien naar Zijn Wederkomst en de Openbaarwording van Gods Koninkrijk.
Oktober 2014
4
Download