Geen vergroening door stortbelasting

advertisement
Afvalbranche ageert tegen herinvoering stortbelasting
Geen vergroening
door stortbelasting
De aangekondigde stortbelasting vindt geen steun in de afvalbranche.
Voor een vergroening, zoals een kabinet voorstaat, zorgt de maatregel
niet. Integendeel zelfs. Ambities als de circulaire economie raken met
de maatregel verder uit zicht.
Door Addo van der Eijk
De stortbelasting keert terug, zo maakte
het kabinet recent bekend. De ommezwaai
verrast. Begin vorig jaar trok hetzelfde
kabinet nog de stekker uit de fiscale maatregel. Te kostbaar, werd destijds gevonden.
Toch staat de maatregel weer op de rol. En
wel met een sterk verhoogd tarief. Kende
de oude stortbelasting twee tarieven - een
regulier en een verlaagd tarief - in de
nieuwe versie geldt nog maar één hoog
tarief: 51 euro per ton. “Een absurde verhoging voor afval dat beleidsmatig juist
gestort moet worden. Vroeger gold voor
die stroom het verlaagde tarief van 17
euro per ton”, zegt Bert Krom, directeur
van Afvalzorg en voorzitter van de Afdeling
Storten van de Vereniging Afvalbedrijven.
Op de stortplaatsen komt volgens Krom
alleen afval terecht dat niet-herbruikbaar
en niet-brandbaar is. “Storten van dit afval
is de enige optie. Een stortbelasting werkt
dus niet als sturingsinstrument.” De herinvoering verrast hem. “Na enige overgangs-
Bert Krom
(Afvalzorg):
‘Een stortbelasting
werkt niet als
sturingsinstrument.’
perikelen in 2011 en 2012 wordt in 2013
niet meer afval gestort dan in 2010.”
Anti-vergroening
Toch gebeurt de herinvoering onder het
mom van vergroening. Hogere stortkosten
bevorderen recycling, zo luidt de redenering. Het tegendeel blijkt waar. “Een stortbelasting draagt absoluut niet bij aan een
circulaire economie”, vertelt Jan Verheij,
directeur recycling bij Van Gansewinkel.
Storten en recyclen gaan volgens hem hand
in hand. “De ideale circulaire economie kent
geen stortplaatsen, maar de transitie daarnaar toe en de huidige praktijk is dat bij het
opwerken van afvalstoffen niet-herbruikbare en niet-brandbare reststromen overblijven. Stortplaatsen zijn een onlosmakelijk
onderdeel van de Nederlandse afvalbeheerstructuur.” Kringlopen volledig sluiten,
dus honderd procent recyclen, is volgens
Verheij nu nog niet realistisch. “Is de residustroom niet brandbaar, dan is storten de
enige en gewenste verwerkingsvorm. Maakt
het kabinet storten duurder, dan stijgen
daarmee ook de kosten van recycling. Een
stortbelasting stimuleert recycling dus niet.
Integendeel. Het belemmert het scheiden
van materialen uit gemengde afvalstromen.” De stortbelasting kan scheidings- en
recyclingtechnieken onrendabel maken,
aldus Verheij. Met alle mogelijke negatieve
gevolgen voor werkgelegenheid en het verdwijnen van kennis.
De grens over
Wat anders te doen met de reststroom?
Er bestaat immers geen alternatief. “Niet
1
afvalforum oktober 2013 • © Vereniging Afvalbedrijven
Jaap van der Bom
(NVPG):
‘Het voorgestelde tarief
van de stortbelasting
bedreigt de asbest- en
bodemsanering.’
in Nederland”, reageert Verheij, “maar
wel in het buitenland, waar het storten
van residuen door het ontbreken van een
stortbelasting, of een lagere stortbelasting,
goedkoper wordt. Om de stortkosten te
drukken, zullen bedrijven gaan zoeken naar
alternatieve routes in het buitenland. Die
zijn er volop. Stromen kunnen bijvoorbeeld
onder de noemer van ‘nuttige toepassing’
naar Duitsland, waar ze dienen voor het
opvullen van zoutmijnen en kleiputten. Ook
België biedt kansen. Een stortbelasting
creëert daarmee geen vergroening, maar
een verplaatsing.” Dat betekent dus een
uitholling van de hoogwaardige afvalbeheerstructuur die Nederland momenteel
heeft. Met de stortbelasting wil het kabinet
100 miljoen euro aan extra opbrengsten
binnenhalen. “Onhaalbaar”, zegt Verheij,
verwijzend naar de buitenlandse afvalvlucht. “De opbrengsten voor de staatskas
zullen substantieel lager uitpakken.”
De geschiedenis leert, dat exporteren
om elders te verwerken en daarna de reststroom te laten storten een reële optie is.
Krom krijgt een déjà vu, wanneer hij terugdenkt aan de periode 2002 tot 2005. “In die
jaren verdween drie miljoen ton afval per
jaar onder de vlag van ‘nuttige toepassing’
naar Duitsland, om daar grotendeels op
stortplaatsen te belanden. De aanleiding:
een fikse verhoging van de Nederlandse
stortbelasting, maar uiteindelijk geen
belastingopbrengst. Nu dreigt hetzelfde
te gebeuren.” Krom vreest de gevolgen.
Een doodsteek voor de stortmarkt, noemt
hij de maatregel. “De stortbranche is al
jaren een krimpende markt: van bijna 15
Wil Sierhuis (HVC):
‘Met de nieuwe
technieken krijgt
bodemas een positieve
waarde.’
Jan Verheij
(Van Gansewinkel):
‘Een stortbelasting
draagt absoluut niet
bij aan
een circulaire
economie.’
miljoen ton begin jaren negentig naar een
kleine 2 miljoen ton nu. Door de dalende
prijzen en de afnemende hoeveelheden
leiden stortbedrijven structureel verlies.”
Een financiële quick scan, recentelijk uitgevoerd in opdracht van het ministerie van
Infrastructuur en Milieu, bevestigt Kroms
beeld. “Een circulaire economie vereist een
gezonde en duurzame stortsector. Valt de
stortsector om, dan ontstaat een nijpend
probleem. De rekening komt dan bij de
maatschappij te liggen. Dus geen belastingopbrengst van 100 miljoen, maar een
forse kostenpost.”
Bodemsanering
De grootste te storten stroom komt uit
de grondreiniging. In ons land draait
een uitgebreide batterij aan biologische, extractieve en thermische installaties, die vervuilde grond uit vooral
bouwprojecten reinigen. Driekwart gaat
gewassen als grondstof de markt op,
het restant gaat noodgedwongen naar
de stort. Jaap van der Bom, directeur
van de Nederlandse Vereniging van
Procesmatige Grondbewerkingsbedrijven
(NVPG), ziet het voorgestelde tarief van
de stortbelasting met lede ogen aan. Het
hoge tarief zet de poort wagenwijd open
naar het buitenland, zegt hij. “De kosten
in Nederland zullen aanzienlijk omhoog
gaan. Reinigingstarieven, met name voor
extractieve reiniging, stijgen met zo’n
vijftig procent. De hoge kosten zullen een
negatief effect hebben op bouwprojecten, waar verontreinigde grond vrijkomt.
Met de huidige economische crisis zitten
gemeenten en projectontwikkelaars niet te
wachten op meerkosten. Logisch gevolg:
minder bouwprojecten, minder bodemsanering, terwijl er een forse opgave ligt.
Hetzelfde geldt voor de asbestsanering.
Ook daar stijgen de kosten. Het voorgestelde tarief van de stortbelasting bedreigt
de asbest- en bodemsanering. Ik noem dat
geen vergroening.”
Een hoge stortbelasting nodigt volgens
Van der Bom uit tot ‘creatieve oplossingen’. Hij waarschuwt dat het kabinet met
deze tariefstelling het voortbestaan van de
asbest- en bodemsanering op het spel
zet. “Al in 1986 zijn we in Nederland
begonnen met het reinigen van verontreinigde grond, destijds als eerste ter
wereld. Met de huidige kennis en technieken lopen we internationaal voorop. Het
voorgestelde hoge tarief van de stortbelasting dreigt een hoogwaardige recyclingmarkt om zeep te helpen.”
Innovaties in de knel
Kansrijke innovaties komen met de stortbelasting in de problemen. Dat stelt Jaap van der
Bom, directeur van de Nederlandse Vereniging van Procesmatige Grondbewerkingsbedrijven
(NVPG). Als voorbeeld noemt hij AEC-bodemas, afkomstig van afvalenergiecentrales. “In het
verleden werden AEC-bodemassen toegepast als funderingsmateriaal onder wegen en viaducten. Met innovatieve technieken werken bedrijven momenteel aan het verbeteren van de
kwaliteit. Ze werken AEC-bodemas zodanig op, dat een schone bouwstof overblijft. De afvalsector heeft hierover een Green Deal ondertekend met de rijksoverheid. Afgesproken is dat
begin 2017 minstens de helft van de AEC-bodemassen hoogwaardig wordt opgewerkt. Bij het
procedé houden we een residu over, dat straks tegen hoge kosten naar de stort moet. Deze
toepassing druist in tegen het beleidsvoornemen van het ministerie van Infrastructuur en
Milieu om toepassing van bouwstoffen onder IBC-condities af te schaffen.”
Ook het duurzaam stortbeheer komt met de stortbelasting wellicht niet van de grond, vult
Bert Krom, directeur van Afvalzorg, aan. Duurzaam stortbeheer is een innovatieve methode
om het emissieprobleem van stortplaatsen binnen één generatie op te lossen. “De dure pilots
die de komende negen jaar door de stortexploitanten moeten worden uitgevoerd om deze
innovatie te bewijzen, kunnen financieel niet meer worden opgebracht.”
afvalforum oktober 2013 • © Vereniging Afvalbedrijven
2
Download