Griffie Commissie voor ruimte en milieu Datum commissievergadering : -- DIS-stuknummer : Behandelend ambtenaar : Directie/afdeling : Nummer commissiestuk : Datum : 1033110 R.L. Beijnen Directie Ecologie RM-0342 28 september 2004 Bijlagen : 1 Onderwerp: Europese samenwerking met betrekking tot hergebruik en nazorg van stortplaatsen Voorstel van GS aan PS: ter bespreking in het kader van uw: ter kennisneming Opmerkingen van het Presidium/Griffie: Griffier der Staten, namens deze, drs. W. van Deursen Bijlage: 1. Applicationform INTERREG 3C, SUFAL . vertegenwoordigende rol>onderdeel A kaderstellende rol>onderdeel B controlerende rol>onderdeel D uitvoerende rol>onderdeel C Notitie ten behoeve van de commissie voor ruimte en milieu Samenvatting van onderliggende beleidsnota o.b.v. de volgende vragen C. Beleidsuitvoering is in handen van Gedeputeerde Staten 1. Inleiding In uw vergadering op 14 mei 2004 heeft uw commissie ons positief geadviseerd over de nota Hergebruik van stortplaatsen. Op grond van de Provinciale Milieuverordening zijn initiatiefnemers, die op een oude stortplaats willen bouwen of anderszins willen inrichten, verplicht ons een hergebruikplan voor ontheffing voor te leggen. Voor het stimuleren van hergebruikprojecten wordt uw commissie een subsidieverordening voor advies voorgelegd. Doel is om de ruimtelijke en economische potentie van de 600 voormalige en gesloten stortplaatsen beter te benutten en het milieu tegen de nadelige gevolgen van stortplaatsen te beschermen. Ook zijn afvalstoffen die daar in het verleden zijn gestort als bouwstof te hergebruiken (afvalmining). In IPO-verband is inmiddels ook het landelijke beleid voor de nazorg van voormalige stortplaaten (Strategisch eindrapport NAVOS) voor bestuurlijke besluitvorming op landelijk niveau gereed. Hierin wordt voorgesteld om naar ons voorbeeld de aanpak van het hergebruiken en de nazorg van de voormalige stortplaatsen wettelijk danwel in de provinciale milieuverordeningen te regelen. Door actief en intensief expertise, instrumenten en ervaringen met projecten uit andere lidstaten uit te wisselen kan de uitvoering van onze provinciale aanpak voor stortplaatsen effectiever en doelmatiger worden gemaakt. Door te leren van de ‘best practices’ in de andere Europese landen wordt bijgedragen aan het benutten van de ruimtelijke en economische potenties van de 600 voormalige en gesloten stortplaatsen in onze provincie. Daarbij wordt ook het milieu dan beter beschermd tegen de nadelige gevolgen die van stortplaatsen zouden kunnen uitgaan. 2. Interregionale samenwerking in de Europese Unie (INTERREG-3C) Voor de versterking van de onderlinge economische en sociale samenhang heeft de Europese Unie een fonds beschikbaar. Het INTERREG-3C programma is specifiek bedoeld voor het stimuleren van interregionale samenwerking tussen regionale- en lokale overheden en daarmee gelijkgestelde of overheidsgedomineerde organisaties. Dit programma beoogt door middel van het op een gestructureerde wijze uitwisselen van kennis en ervaringen danwel gezamenlijke beleidsvorming de effectiviteit van beleidsprogramma’s en instrumenten voor regionale en lokale ontwikkeling te verbeteren. Om de interesse voor mogelijke samenwerking voor het aanpakken van voormalige en gesloten stortplaatsen te peilen hebben wij dit voorjaar een projectidee verspreid. Daarop zijn meer dan 25 reacties binnengekomen. Daaruit blijkt dat niet alleeen in ons land de regionale en lokale overheden met voormalige stortplaatsen worden geconfronteerd maar dat ook deze stortplaatsen in de andere lidstaten worden aangepakt. Daaropvolgend is het projectidee verder uitgewerkt. Het projectvoorstel zal in een aanvraag op 8 oktober 2004 (sluitingsdatum van de 4e indieningsronde) voor subsidie worden ingediend. 2 3. Het projectvoorstel ‘Sustainable Use of Former and Abandoned Landfills’ (SUFALNET) Het projectvoorstel is in bijgevoegde aanvraag ‘application form INTERREG-3C’ nader in activiteiten, planning en budgetten uitgewerkt. Zo’n 21 organisaties willen als partner aan het netwerk deelnemen. Als ‘lead partner’ zorgt Noord-Brabant voor de coördinatie en het financiële management van het netwerk. Doel van het netwerk Doel van het te vormen netwerk is om actief en intensief ervaringen, kennis, instrumenten en projecten met betrekking tot de nazorg en het hergebruik van voormalige stortplaatsen uit wisselen en hierover te communiceren. De activiteiten worden onderverdeeld in 4 componenten: - management en coördinatie; - het onderzoeken van voormalige stortplaatsen; - de nazorg van gesloten stortplaatsen - en het herontwikkelen van stortplaatsen. Activiteiten die in het netwerk verricht gaan worden Het netwerk zal 6 notities of papers over specifieke onderwerpen en voorbeeldprojecten opstellen en presentaties voorbereiden die de inhoudelijke input vormen voor 6 te organiseren seminars en/of studietrips. De weerslag van deze seminars, aangevuld met nadere beschrijvingen van ervaringen, instrumenten, databases en pilotprojecten, wordt in 3 uitgebreide rapportages over het onderzoeken, de nazorg en het herontwikkelen van stortplaatsen uitgewerkt. Voor het verspreiden van ervaringen, projecten en instrumenten wordt een website met een forum opgezet. Ook zullen er nieuwsbrieven worden uitgebracht. Het netwerk wordt aangestuurd door een stuurgroep. De stuurgroep wordt gevormd door partners uit de verschillende lidstaten. Financiële organisatie De deelnemende partners financieren de kosten vóór en dienen de facturen in bij de ‘lead partner’. Het is de taak van de ‘lead partner’ om op basis van het af te sluiten subsidiecontract met het INTERREG-secretariaat in Lille iedere 6 maanden een voortgangs- en een financieel rapport op te stellen. Aan de hand van de financiële rapportage, dit moet worden voorzien van een accountantsverklaring, wordt het subsidiebedrag aan de ‘lead partner’ uitbetaald. De ‘lead partner’ betaalt vervolgens de desbetreffende partners uit. Resultaat Resultaat van het netwerk is dat de effectiviteit van regionaal ruimtelijk en milieubeleid in de verschillende Europese lidstaten met betrekking tot het stimuleren van hergebruik en nazorg van stortplaatsen wordt verbeterd. Het effect daarvan is dat economische- en ruimtelijke potenties van voormalige en gesloten stortplaatsen beter worden benut en dat het milieu beter wordt beschermd tegen de nadelige gevolgen die van stortplaatsen zouden kunnen uitgaan. Als neveneffecten van deze interregionale samenwerking kunnen nog worden genoemd: - het bereiken van meer doelmatigheid in beleidsontwikkeling door het besparen op kosten voor bijvoorbeeld adviesbureau’s en personeel; - het stimuleren van creativiteit en innovatie van milieu- en civieltechnische kennis met betrekking tot nazorg en bouwen op stortplaatsen; - het bevorderen van het exporteren van milieu- en civieltechnische kennis die in eigen land al is toegepast; 2 - - het in de Europese Unie op de politieke agenda krijgen van de noodzaak van specifiek beleid voor voormalige stortplaatsen, het verwerven van financiële middelen uit Europese fondsen voor de aanpak van voormalige stortplaatsen en het harmoniseren van wettelijke uitgangspunten voor de nazorg van gesloten stortplaatsen; en het als provinciale organisatie leren om Europese samenwerkingsprojecten zelf te coördineren en financieel te managen zodat ervaringen in de eigen organisatie worden vastgehouden. Het network zal vernieuwende voorbeelden en inzichten opleveren die in hergebruikprojecten met stortplaatsen in de provincie Noord-Brabant toegepast kunnen worden. Zo is in Nedersaksen uitgebreide ervaring met het onderzoeken van voormalige stortplaatsen en het stimuleren van hergebruik. In Emden wordt een stortplaats van18 hectare, die midden in de stad is gelegen, ingericht als stadspark en als expositieruimte voor tuinen. In Leipzig is de meest moderne stortplaats (Croburn) in Europa. Deze stortplaats heeft een stortcapiciteit van 12 miljoen m3. De stortplaats Seehausen van 3,5 miljoen m3 is in juli 2004 gesloten en gaat de nazorgfase in. Het voornemen is om deze lokatie, midden in een industriegebied, te herontwikkelen voor bedrijventerrein. In Cork County (Ierland) worden als actiepunt in het regionaal milieubeleidsplan ook alle voormalige stortplaatsen onderzocht. Daarnaast beziet Cork de mogelijkheden om de stortplaats Youghal een nieuwe functie te geven. In Venetië (Italië) is een specifieke wet van kracht voor het herinrichten van een verouderd industriegebied van 2000 hectare. Hierin liggen vele voormalige stortplaatsen waarin sinds het begin van de 20e eeuw bedrijfsafval is gestort. Voor de herinrichting van de ‘Venice Lagoon’ is een consortium met de universiteiten Venetië en Padua en overheden opgericht. In de omgeving van Salerno in centraal Italie is een gebied met stortplaatsen met hulp van het WereldNatuurFonds als natuurgebied ingericht. De steden Asti en Cava diTirene ontwikkelen plannen voor herontwikkeling van hun stedelijke stortplaatsen. In Lithouwen is ook gestart met het onderzoeken van voormalige stortplaatsen. In Polen worden stortplaatsen door de milieu-inspectie geïnventariseerd. In Slowakije is ervaring met het planten van bossen op met zware metalen verontreinigde gronden en voormalige stortplaatsen. Het Forest Research Instute doet onderzoek naar het toepassen als meststof van afval uit voormalige stortplaatsen. Zowel in Portugal als in Spanje in ervaring met het monitoren van voormalige stortplaatsen. Verder zijn er ervaringen met stortplaatsen te verwachten uit Zweden (Goteburg) en het Verenigd Koninkrijk (Manchester en Wesssussex). In Belfast zijn plannen om een stortplaats van 120 hectare, die naar verwachting in 2006 gaat sluiten, als industriepark in te richten. Voorbereiding van de aanvraag Om te komen tot een gezamenlijk gedragen projectvoorstel heeft er op 1 en 2 september 2004 een voorbereidingsbijeenkomst in ’s-Hertogenbosch plaats gehad. Tijdens deze bijeenkomst is het projectvoorstel doorgesproken, zijn de taken en budgetten verdeeld en is de stuurgroep samengesteld. De termijn voor het indienen van subsidie-aanvragen is op 8 oktober 2004. Wat kost het ? De kosten van zowel de activiteiten van het netwerk als de kosten voor coördinatie en financiële administratie worden geraamd op € 1.276.700,- waarvan € 742.900,- door de Europese Unie en € 533.800,- door de deelnemende partners wordt gefinancierd. De kosten die door de deelnemende partners ten behoeve van het netwerk voor personeel, accommodatie, externe deskundigheid, reizen, overnachten en promotie worden gemaakt, zijn hierin opgeteld. Indien het samenwerkingsproject door INTERREG-3C wordt gehonoreerd krijgen de achtergebleven regio’s (objective 1) 75% en de overige ontwikkelde regio’s (waaronder NoordBrabant) 50% vergoed. Het overige wordt door de partners als co-financiering zelf ingebracht. 3 Omdat de coordinatie en het financieel management door de Provincie zelf wordt uitgevoerd is het Noordbrabantse aandeel begroot op € 228.000,- waarvan 50% ofwel € 114.000,- door INTERREG wordt gesubsidieerd. Verder is nog bij het Ministerie vanVROM in beginsel subsidie beschikbaar voor het stimuleren van Europese Interreg-samenwerking en het co-financieren daarvan. Bij de aanvraag om subsidie dienen de co-financieringsverklaringen van de deelnemende partners te worden gevoegd. Financiën Na toekenning door INTERREG van de subsidie zullen wij u voorleggen de begroting voor 2005 2006 en 2007 voor het SUFALNET te wijzigen. Voor het financieren van reis- en verblijfkosten en in te schakelen externe expertise zal over 3 jaren verspreid maximaal € 60.000,- primair ten laste komen van de post Projecten hergebruik stortplaatsen. 's-Hertogenbosch, 28 september 2004 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant 4