Groei -Dankzij cel-cel communicatie: bevruchte eicel groeit uit tot individu: juiste vormen en alles op juiste plaats. -Gezonde voeding is nodig, veel slaap. -Groei= toename aantal cellen. Andere manier: cel groter. !Probleem!: oppervlakte van celmembraan neemt relatief af bij toename celvolume. Celdeling is de beste oplossing! Cellen in je lichaam verschillen van vorm en taak: Deze taken moet nauwkeurig geregeld worden! Celdeling • Belangrijkste functies: – Groei bevruchte eicel tot individu – Op peil houden van aantal cellen in organisme – Voortplanting bij eencellige organismen – Ongeslachtelijke voortplanting bij planten Mitose • Celkern splitst zich in tweeën • Cytoplasma neemt toe in de 2 nieuwe cellen: plasmagroei • Door plasmagroei worden beide dochtercellen even groot als de moedercel Interfase = Periode tussen 2 mitosen DNA-replicatie • Voordat mitose begint: DNA verdubbeld • Verbindingen tussen basenparen worden verbroken DNA-replicatie • Na de DNA-replicatie bestaat een chromosoom uit twee chromatiden • Hierna: chromatiden gaan spiraliseren. Ze worden korter en dikker. Zichtbaar met de microscoop! DNA-replicatie • De twee chromatiden van een chromosoom bevatten dezelfde genen • Tijdens mitose gaan twee chromatiden van chromosoom uit elkaar • Elke dochtercel ontvangt een van beide chromatiden • Dus bevatten ze dezelfde genen als de moedercel! Even opfrissen • N = haploïd (enkelvoudig) • 2N = diploïd (in paren) • Mitose kan ook geschreven worden als: – 2n 2n + 2n In woorden: Uit 1 diploïde cel ontstaan 2 diploïde cellen. Mitose Profase • De chromosomen zijn zichtbaar omdat ze zijn gespiraliseerd • Kern bevat dochterchromosomen (chromatiden) • Kernmembraan valt uiteen. In cytoplasma ontstaan “spoeldraden” (microtubuli) Metafase • De chromosomen (bestaan uit chromatiden) bewegen zich naar het equatoriale vlak • Micotubuli (trekdraden) hechten zich aan speciale eiwitten die in het gebied van het centromeer liggen Anafase • De trekdraden verkorten zich • Van elk paar chromatiden paar gaat er één naar het ene uiteinde van de cel en één naar het andere uiteinde van de cel (dit zijn de “polen” van de cel) Telofase • De chromosomen ontrollen zich (despiraliseren) en worden zo weer lange dunne draden • Het kernmembraan ontstaat om de chromosomen. Hiermee is de kerndeling beëindigd en kan de cel zich gaan delen. • Cytokinese is het proces waarbij het cytoplasma van de cel deelt en er twee nieuwe cellen ontstaan