klik hier

advertisement
FACULTEIT DER RECHTSGELEERDHEID
VAKGROEP FISCAAL RECHT
GRONDIGE STUDIE VENNOOTSCHAPSZBELASTING EN BTW – VOORBEELD EXAMENVRAGEN
- Wat wordt bedoeld met de opmerking ‘het winstbegrip is geobjectiveerd ’?
- Wat is de betekenis en de bedoeling van art 281 WIB ?
- Vennootschap ABCD met een kapitaal van 650.000 € en een belaste reserve van 400.000 € heeft een lening
bekomen van meneer X, echtgenoot van mevrouw Y, die vennoot is in vennootschap ABCD. De lening van
1.250.000 € werd toegestaan tegen een rente van 8 pct ., hetgeen 2 pct meer is dan de marktrente. Hoe worden
de betaalde kosten fiscaal behandeld? Zou de situatie anders zijn indien het bedrag onder de vorm van een
kredietopening was toegekend?
- Zijn grondmeerwaarden ingevolge een bestemmingswijziging belastbaar in de vennootschapsbelasting ?
Bespreek de verschillende hypotheses
- De Belgische vennootschap A bekomt de licentie voor de bouw van hightech plasmaschermen van NV Barco
tegen een prijs van 15 miljoen euro. De fiscus, die de prijs van de licentie raamt op 12 miljoen euro, wil het
verschil verwerpen als beroepskost. Wat adviseert u aan de vennootschap A om te antwoorden.
- Volgende kosten/ verrichtingen moeten nog in de boekhouding worden verwerkt
- aankoop vrachtwagen (kostprijs 150.000 €) bestemd om verhuurd te worden aan zustervennootschap.
- Voor een 2 jaar geleden gedane investering in een nieuw fabrieksgebouw (waarde 12.000.000 €
waaronder 3.000.000 voor grond) verkrijgt de vennootschap een kapitaalsubsidie van 1.600.000 €
vanwege de Europese commissie
- aanwerving 2 bijkomende personeelsleden, hetgeen het totaal aantal personeelsleden op 9 brengt,
waarvan één ter vervanging van een voltijds diensthoofd dat zopas bevorderd werd tot diensthoofd voor
de uitvoer. De nieuwe personeelsleden hebben een bruto uurloon van 10 €
‘A’ is een in België gevestigde groothandelaar in meubels en kantoormaterieel die een jaarlijkse omzet heeft van
€ 1.200.000 en heeft 100 % recht op aftrek.
1° ‘A’ koopt 1 computers, als investeringsgoed, aan bij een fabrikant ’B’ in Frankrijk op 1 december 2004 voor
een totale prijs van € 10.000. De leverancier ’B’ vervoert de computers vanuit zijn opslagplaats in Parijs
naar ‘A’ in België op 5 december 2004. ‘B’ (met FR-nummer) reikt een factuur uit aan ‘A’ (met BEnummer) op 11 december 2004.
1. Wat is de belastbare handeling in hoofde van ‘A’ + art. wetboek?
2. Waar vindt deze handeling plaats + art. wetboek?
3. Wie moet de BTW voldoen + art. wetboek?
4. Wat is de maatstaf van heffing + art. wetboek?
5. In welk register moet deze factuur ingeschreven worden + art. KB?
6. Welke bedragen moeten in welke roosters van de BTW aangifte worden opgenomen?
Invullen in rooster op bijgevoegd blad.
2° ‘A’ verkoopt een computer aan een in België gevestigde koper ’B’ (belastingplichtige met recht op aftrek)
voor een bedrag van € 1.000 op 3 december 2004.
’B’ komt met eigen vervoer de computer ophalen bij ‘A’ op 8 december 2004 en vervoerd deze naar Polen.
‘B’ koopt de goederen aan onder zijn Pools BTW-nummer.
1. Wat is de belastbare handeling in hoofde van ‘A’ + art. wetboek?
2. Waar vindt deze handeling plaats + art. wetboek?
3. Is er een vrijstelling + art. wetboek?
4. Wie moet de BTW voldoen + art. wetboek?
5. Wat is de maatstaf van heffing + art. wetboek?
6. Welke bedragen moeten in welke roosters van de BTW aangifte worden opgenomen?
Invullen in rooster op bijgevoegd blad.
4° ‘A’ laat herstellingen uitvoeren aan het dak van een kantoorgebouw in België, dat wordt verhuurd. ‘A’
ontvangt op 4 december 2004 een factuur van de aannemer ‘B’ voor € 1.000.
B is niet geregistreerd als
aannemer. Het gebouw is 25 jaar oud.
1. Wie moet de BTW voldoen + art. wetboek?
2. Wat is de maatstaf van heffing + art. wetboek?
3. Wat is het toepasselijk BTW-tarief + art. wetboek?
4. Welke bedragen moeten in welke roosters van de BTW aangifte worden opgenomen?
Invullen in rooster op bijgevoegd blad.
5° ‘A’ bestelt op 3 december 2004 voor € 5.000 software bij een Amerikaanse vennootschap. De software
wordt per e-mail opgestuurd op 5 december 2004. Op 10 december 2004 ontvangt ‘A’ de factuur per e-mail
in een tekst-document.
1. Waar vindt deze handeling plaats + art. wetboek?
2. Is er een vrijstelling + art. wetboek?
3. Wie moet de BTW voldoen + art. wetboek?
4. Wat is de maatstaf van heffing + art. wetboek?
5. Welke bedragen moeten in welke roosters van de BTW aangifte worden opgenomen? Invullen in rooster op
bijgevoegd blad.
2. Welke is de wettelijke bepaling krachtens dewelke de handeling van de belasting is vrijgesteld of krachtens
dewelke de belasting niet in rekening wordt gebracht en die op de factuur moet vermeld worden in de volgende
gevallen (KB nr. 1, art 5, § 1, 10°)? Indien er wel BTW verschuldigd is vermeld dan het BTW tarief.
Alle handelingen worden gefactureerd door een in België gevestigde belastingplichtige met recht op aftrek van
BTW.
1° Computers verkocht aan een in België gevestigde klant. De klant vervoert de goederen van België naar
Zwitserland.
2° Verkoop van software via internet aan een geneesheer in Frankrijk.
3° Een goederenvervoer van Gent naar Parijs wordt gefactureerd aan een Duitse klant
die zijn Italiaans BTW-nummer heeft opgegeven.
4° Maakloonwerk wordt in België verricht voor een Poolse opdrachtgever. De goederen worden na bewerking
op 20 december naar Rusland vervoerd. De opdrachtgever heeft zijn Pools BTW-nummer medegedeeld.
5° Een congres dat plaatsvindt in Frankrijk wordt gefactureerd aan een Belgische advocaat.
3 Een BTW-plichtige met volledig recht op aftrek ‘A’ heeft een kantoorgebouw opgericht in 1995, 1996 en 1997.
Het gebouw werd in gebruik genomen in februari 1998 voor de BTW-activiteit.
Daar hij het gebouw niet meer nodig heeft besluit hij op 20 december 2004 het gebouw te verhuren. De totale
BTW op de oprichtingskost bedraagt € 400.000 (waarvan € 100.000 m.b.t. 1995). De verkoopwaarde van het
gebouw wordt geschat op € 5.000.000. De huurder is een BTW-plichtige met volledig recht op aftrek Het
gebouw wordt verhuurd voor een periode van 10 jaar en de maandelijkse huur bedraagt € 10.000 per maand. Het
jaar van ingebruikname wordt als basis genomen voor eventuele herzieningen.
Bespreek de B.T.W.-gevolgen in hoofde van ‘A’ als gevolg van het verhuren van dit gebouw.
Motiveer uw antwoord met een verwijzing naar de wettelijke bepalingen.
Download