Over bouwen, schieten en andere jongenstaal Martijn Smoors Onderwijs Maak Je Samen Verschillen in de taalontwikkeling… • De taalontwikkeling bij jongens verloopt wat langzamer dan die van meisjes • Jongens verbinden minder snel taal aan hun gedachten en activiteiten • Jongens hebben een kleinere woordenschat • Jongens verbinden zich niet altijd zomaar aan de thema’s en activiteiten die wij voor ze kiezen. Ze hebben sterker de behoefte aan de verbinding met de ‘echte’ wereld Wat waren succesvolle thema’s? • Waar zag je veel betrokkenheid bij de jongens? • Waar gebruikten de jongens veel taal? Wat te doen? • Hoeken/Omgeving voor de jongens: – Themahoek (juiste thema’s kiezen) – Ontdekhoek – Bouwhoek – Buitenspel • Inzoomen op de ervaringsgerichte dialoog • Complexe taalfuncties stimuleren/uitlokken Ervaringsgerichte dialoog Schaalwaarden (1- 4) 1. Afwijzen, berispen en bestraffen 2. Geen oog hebben voor, of voorbij gaan aan meest opvallende uitingen/gevoelens 3. Gaat er op in, mist de kern, eigen interpretatie 4. Echt begrip en is duidelijke betrokken op het kind • Een jongen komt tijdens het buiten spelen naar jou toe met een schep en zegt: “handen omhoog of ik schiet”. Hoe reageer je? Complexe taalfunctie stimuleren: • Rapporteren – Benoemen/etiketteren – Beschrijven – Vergelijken • Redeneren (stimuleer het nadenken) – Chronologisch ordenen – Conclusie trekken – Middel-doel, oorzaak-gevolg – Oplossen van een probleem (kun je bovenstaand visueel maken?) Vragen..? Wat neem je mee?