Leergebied Mens en natuur Karakteristiek Het leergebied ‘mens en natuur’ omvat elementen uit de vakken biologie, natuur- en scheikunde, techniek en verzorging. Het sluit aan bij de kerndoelen 'Mens en samenleving' en 'Natuur en techniek' van het basisonderwijs. Het leergebied biedt leerlingen op hun eigen niveau een oriëntatie op de levende en niet-levende natuur, techniek en zorg. Sleutelbegrippen uit de verschillende vakken dienen ter ondersteuning daarvan. Daarvoor is nodig deze op het niveau van de leerling in praktische situaties toe te passen. Voor de betrokkenheid van leerlingen is het bovendien belangrijk uit te gaan van voor hen relevante maatschappelijke situaties. De kern van dit brede leergebied is te typeren in twee verschillende perspectieven. Van kinds af aan wil de mens zijn omgeving begrijpen en zoekt hij naar verklaringen. Daarnaast wil de mens de omgeving duurzaam beheersen om nu en in de toekomst in de eigen behoeften te voorzien. Deze twee drijfveren spelen in alle onderliggende disciplines een rol. Het leergebied is daarom enerzijds gericht op het verwerven van een kritische en onderzoekende houding, anderzijds op het leren ontwerpen en het maken van bewuste keuzen. In het leergebied 'mens en natuur' ontwikkelen leerlingen vaardigheden om verschijnselen in de levende en niet-levende natuur op een planmatige manier te onderzoeken en te verklaren. Zoveel mogelijk uitgaande van eigen waarnemingen en verwondering doen leerlingen daarbij natuurwetenschappelijke basiskennis op. Ze leren relaties te leggen tussen concrete feiten en abstractere theorieën en modellen. De computer is hulpmiddel, middel tot communicatie, belangrijke bron van informatie en onderwerp van onderzoek en studie. Het perspectief van het duurzaam beheersen van de omgeving om in behoeften te voorzien, wordt benaderd vanuit techniek en zorg. In beide sferen gaat het om praktische toepassing van natuurwetenschappelijke basiskennis. Daarbij worden specifieke vaardigheden ontwikkeld. In een oriëntatie op techniek maken leerlingen op een praktische manier kennis met de methodiek van ontwerpen. Leerlingen passen ontwerpvaardigheden toe door het ontwerpen en maken van een eenvoudig technisch product. Bij de oriëntatie op zorg leren leerlingen bewuste keuzes maken met het oog op zorg voor zichzelf, elkaar en de omgeving. Leerlingen leren daarbij inzicht te krijgen in de consequenties van keuzes in de eigen levenswijze. In het concrete onderwijsaanbod aan leerlingen kunnen de leerinhouden van het leergebied op verschillende manieren worden geordend: in één leergebied, in twee leergebieden ‘natuur en techniek’ en ‘natuur en zorg’, in afzonderlijke vakken, in projecten of in mengvormen. In alle gevallen is het nodig inhouden uit het leergebied in samenhang en in relatie tot elkaar aan te bieden. Daardoor krijgen leerlingen inzicht in de samenhang in hun groter wordende leefwereld. Ze leren daarbij de eenheid en verscheidenheid in de natuur te waarderen en te respecteren en dat te uiten in zorg voor zichzelf, elkaar en de omgeving. Kerndoelen 1. De leerling leert een eenvoudig onderzoek uit te voeren over een natuurwetenschappelijk onderwerp en de uitkomsten daarvan te presenteren. 2. De leerling leert kennis verwerven over en inzicht verkrijgen in sleutelbegrippen uit het gebied van de levende en niet-levende natuur. 3. De leerling leert natuurwetenschappelijke sleutelbegrippen te verbinden met situaties in het dagelijks leven. 4. De leerling leert dat mensen, dieren en planten in wisselwerking staan met elkaar en hun milieu en dat natuurwetenschappelijke toepassingen de duurzame kwaliteit daarvan zowel positief als negatief kunnen beïnvloeden. 5. De leerling leert o.a. door praktisch werk kennis verwerven over en inzicht verkrijgen in energie, materie en informatie. 6. De leerling leert onderzoek doen aan natuurkundige verschijnselen als elektriciteit, geluid, licht, beweging en krachten. 7. De leerling leert door onderzoek kennis te verwerven over voor hem relevante technische producten en systemen en deze naar waarde te schatten. 8. De leerling leert op planmatige wijze een technisch product ontwerpen en maken, waarbij materiaal wordt bewerkt en vormen van energie of automatisering worden toegepast. 9. De leerling leert aan de hand van praktisch werk kennis verwerven over groei en ontwikkeling van organismen in relatie tot hun omgeving. 10. De leerling leert hoofdzaken te begrijpen van bouw en functie van het menselijk lichaam, verbanden te leggen met het bevorderen van lichamelijke en psychische gezondheid en daarin een eigen verantwoordelijkheid te nemen. 11. De leerling leert over zorg en leert zorgen voor zichzelf, anderen en zijn omgeving. 12. De leerling leert hoe hij de veiligheid van verschillende leefsituaties (wonen, leren en werken, uitgaan, deelname aan het verkeer) voor zichzelf en anderen positief kan beïnvloeden.