Leerlijn van de competentie ‘Binnen een welomschreven opdracht sociaalwetenschappelijke en natuurwetenschappelijke onderwerpen onderzoeken (competentie 1 + leerplandoelstellingen) Tweede graad Context: De leerlingen bereiken de competentie bij doelgroepen die aansluiten bij de mogelijkheden van de schoolcontext: medeleerlingen en andere leeftijdgenoten én een kleine groep van gezonde individuen (verschillend van medeleerlingen en leeftijdgenoten) Derde graad Context: De leerlingen bereiken de competentie die aansluiten bij de mogelijkheden van de schoolcontext: medeleerlingen en andere leeftijdgenoten én een kleine groep van gezonde individuen (verschillend van medeleerlingen en leeftijdgenoten) Om de competentie te bereiken voeren leerlingen integrale opdrachten uit: passend binnen het studierichtingsprofiel beogen een integratie tussen natuurwetenschappen en/of sociale wetenschappen en/of voeding en/of expressie met een lagere complexiteit: - aan de hand van duidelijke instructie (gegeven werkmodellen, duidelijke criteria) - duur: kortlopend - C1: werken met afgebakende onderzoeksvragen, een werkplan opstellen, informatie zoeken uit één bron, een onderzoek uitvoeren en de resultaten beoordelen, rapporteren, resultaten voorstellen, uitvoering van een onderzoek evalueren. leerlingen werken onder directe begeleiding van het lerarenteam leerlingen maken onder begeleiding keuzes Om de competentie te bereiken voeren leerlingen integrale opdrachten uit: passend binnen het studierichtingsprofiel beogen een integratie tussen natuurwetenschappen en/of sociale wetenschappen en/of voeding en/of expressie met een hogere complexiteit: - aan de hand van duidelijke instructies (gegeven werkmodellen, duidelijke criteria) - C1: leerling bakent zelf onderzoeksvragen af, een werkplan opstellen, informatie zoeken uit meerdere bronnen, een onderzoek uitvoeren en de resultaten beoordelen, rapporteren, resultaten voorstellen en een eigen mening formuleren, uitvoering van een onderzoek evalueren. leerlingen werken onder begeleiding van het lerarenteam (meer zelfstandigheid en autonomie van de leerling) leerlingen maken keuzes op zelfstandige wijze Begeleiders personenzorg DPB Brugge mei 2013 1 Toelichting: - Het is aangewezen van al vrij vroeg opdrachten te voorzien waarin alle fasen van een onderzoek, van de keuze van het onderwerp en de formulering van de onderzoeksvraag tot en met het evalueren van de uitvoering van een onderzoek, doorlopen worden. Het gaat dan wel om een goed afgebakend onderzoek dat binnen een beperkte tijd afgerond kan worden. Het team maakt voor elke fase (zie hieronder in de eerste (tweede graad) of tweede kolom (derde graad) keuzes, aangepast aan waar de leerling(en groep) op het ogenblik van de opdracht in zijn competentieontwikkeling staat. Alle elementen van een onderzoek kunnen ook afzonderlijk of in een beperktere combinatie in een opdracht aan bod komen. Voor voorbeelden van werkmodellen: zie : Zie verder doelenboek VVKSO juni 2011 (http://personenzorg.vvkso.be) Stapstenen, Bart Laureys, de Boeck Competent, José Vandekerckhove ea, Van In Materiaal VVKSO onderzoekscompetenties M-VVKSO-2008-043-B02 Onderzoek voorbereiden, uitvoeren, rapporteren en presenteren, vierluik voor studenten en onderzoek begeleiden voor docenten, Heinze Oost ea., HB uitgevers Zo kan het ook, Rita Vanheste, Wolters Plantyn Fase 1 Een onderwerp kiezen en afbakenen 1.1 De leerling werkt binnen een vooraf bepaald onderwerp en binnen een afgebakende onderzoeksvraag. Rekening houden met studierichtingsprofiel, componenten en leerplandoelstellingen Beginsituatie (kunnen, kennen en zijn) van leerlingen en hun leefwereld,voorkennis … opsporen! Rekening houden met deskundigheid leraren Onderwerp wordt bepaald op basis van bv. voorkennis, actualiteit, een Begeleiders personenzorg DPB Brugge mei 2013 2 1.1 De leerling werkt binnen een vooraf bepaald onderwerp en bakent zelf een onderzoeksvraag af. probleem, een idee, een krantenartikel , een vraagstuk … 1.2 De leerling kiest zelf uit een aanbod een onderwerp/hypothese en werkt binnen een afgebakende onderzoeksvraag. Invalshoeken van het onderwerp kunnen verkend worden door brainstorming èn het inzetten van de achtergrondkennis van de leerlingen. Het gaat om een algemene verkenning van het kader om de vraag zo duidelijk mogelijk te kunnen formuleren. Rekening houden met beschikbare tijd / middelen, onderzoekbaarheid / haalbaarheid, ethisch verantwoord zijn/ eenheid en aantal/ historisch perspectief/ ruimte en geografisch perspectief/… Heldere omschrijving van het onderwerp maken waardoor het onderwerp voor ieder een éénduidige betekenis heeft. Begrenzen van het onderwerp, probleem… Een goede onderzoeksvraag is gesteld in vraagvorm. Bevat één zuivere hoofdvraag; geen stapelvragen. Wat wil je precies weten? Valt uit in deelvragen (W vragen) die bijdragen tot een antwoord op de hoofdvraag. Is SMARTI geformuleerd (specifiek, meetbaar, aanvaardbaar, realistisch, tijdsgebonden en inspirerend) Een onderzoeksvraag is gerelateerd aan wat men wil bereiken met de leerlingen of dus afhankelijk van waar leerlingen staan in hun leerlijn. (doelstellingen). Wat wil ik te weten komen? Begeleiders personenzorg DPB Brugge mei 2013 3 1.2De leerling kiest zelf uit een aanbod een onderwerp/hypothese en bakent zelf een onderzoeksvraag af. Beschrijvend, explorerend of beeldvormend (in kaart brengen of ordenen / structureren vanuit verschillende invalshoeken zoals het sociaal – culturele, leerprocessen, cognitieve processen, psychodynamische processen, het biologische, cfr schema SW) Deze vraag komt steeds aan bod Vergelijkend …(overeenkomsten en verschillen tussen 1 of meer dingen op een rij zetten) Verklarend (in een groter verband plaatsen, oorzaken, gevolgen) Beoordelend (waarde bepalen in het licht van een norm) Meningsvraag Probleemoplossend (ontwerpen van een voorstel om probleem op te lossen of bestaande situatie te verbeteren) 1.3 De leerling geeft m.b.t. een vooraf bepaald onderwerp relevante gegevens of parameters aan Opzoeken in cursusmateriaal … activeren voorkennis …brainstormen ivm mogelijke parameters 1.4 De leerling formuleert zelf een eigen hypothese m.b.t. een vooraf afgebakende onderzoeksvraag. Hypothesen (vooronderstellingen) bepalen op basis van de gegevens of parameters Verfijnen van de hoofdvraag en de deelvragen op basis van hypothesen en parameters Begeleiders personenzorg DPB Brugge mei 2013 4 De leerling formuleert zelf een hypothese en bakent zelf een onderzoeksvraag af Fase 2 Een werkplan van een onderzoek opstellen 2 De leerling maakt een werkplan voor een onderzoek. Het team bepaalt met welke werkmodellen tijdens IO zal worden gewerkt en kan gebruik maken van de werkmodellen die worden gebruikt tijdens de lessen SW, NW, Nederlands. Werkplan houdt zowel een inhoudelijk plan als organisatorisch plan in, soort scenario uitschrijven Bepalen van de onderzoeksmethode: literatuurstudie, observatie, veldonderzoek, experiment, simulatie of rollenspel, enquête, interview, case study, participatief onderzoek … Onderzoeksmethode hangt af van soort onderzoeksvraag! Voor elke onderzoeksmethode bestaan er verschillende mogelijkheden qua aanpak. Belangrijk om leerlingen verschillende methodieken te leren gebruiken. Belangrijk ook om leerlingen de voor- en nadelen, voorwaarden van verschillende onderzoeksmethodieken te leren kennen Combinaties van methodieken zijn ook mogelijk alsook het splitsen van opdrachten per individuele leerling of groepjes! Begeleiders personenzorg DPB Brugge mei 2013 5 Fase 3 Informatie zoeken Informatie zoeken 3.1 De leerling zoekt informatie en krijgt bron/parameters 3.2 De leerling zoekt informatie en krijgt bronvermelding 3.3 De leerling zoekt informatie en kiest zelf een bron uit een aanbod 3.4 De leerling zoekt informatie en kiest zelf een bronvermelding uit een aanbod 3.5 De leerling zoekt informatie uit één bron 3.6 .1 De leerling zoekt informatie in meerdere bronnen en krijgt 3.6.2 De leerling zoekt informatie uit een aanbod van meerdere bronvermeldingen bronnen 3.6.3 De leerling zoekt informatie en zoekt zelf meerdere bronnen 3.6.4 De leerling neemt doelgericht waar, vanuit een hypothese 3.7 De leerling houdt een bronvermelding bij 3.8 De leerling beoordeelt bronnen op bruikbaarheid en betrouwbaarheid Het team bepaalt welke bronnen en het aantal opdrachten waarmee de leerling succesvol gewerkt moet hebben om deze doelstelling (in een bepaalde periode/jaar) bereikt te hebben. Het team bepaalt de bron(nen) waarvan de leerling gebruik maakt en bepaalt met welke soort bronnen men leerlingen in een bepaald jaar in contact brengt: o literaire bronnen (boeken, tijdschriften, folders) o digitale bronnen (websites, internetpagina’s, zoekmachines,..) o media: film, TV,… o bibliotheek o experiment o onderzoek Begeleiders personenzorg DPB Brugge mei 2013 6 Fase 4 Een onderzoek uitvoeren en resultaten beoordelen Een onderzoek uitvoeren en resultaten beoordelen 4.1De leerling voert een onderzoek/experiment uit. 4.2 De leerling structureert/ordent informatie/resultaten 4.3 De leerling beoordeelt de verkregen informatie/resultaten. Fase 5 Rapporteren Rapporteren 5.1De leerling formuleert een antwoord op een onderzoeksvraag of hypothese volgens een gegeven voorstellingsvorm. 5.2De leerling verwoordt waarnemings- en andere gegevens mondeling of schriftelijk. 5.3De leerling formuleert conclusies. 5.4De leerling motiveert voor zichzelf een eigen mening t.a.v. een onderzoeksvraag of hypothese. Het team kiest de voorstellingsvormen voor de rapportering die in een bepaalde periode/een jaar aan bod komen. Het team spreekt ook af hoeveel keer een leerling een opdracht waarin die bepaalde voorstellingsvorm voorkomt met succes moet afronden vooraleer er beslist wordt dat de doelstelling bereikt is. Fase 6 Resultaten voorstellen Resultaten voorstellen 6.1De leerling stelt een fysisch, chemisch, biologisch of sociaal/maatschappelijk verschijnsel voor met behulp van een model en legt het verschijnsel uit 6.2 De leerling deelt het antwoord op een onderzoeksvraag of hypothese aan anderen 6.3 De leerling motiveert een eigen mening t.a.v. een onderzoeksvraag of hypothese aan anderen Het team bepaalt de vorm waarin het antwoord wordt gegeven: in een o informatieve zin/samenhangende paragraaf/ Begeleiders personenzorg DPB Brugge mei 2013 7 o samenvattende tekst/tabel/grafiek/tekening/ o mondelinge toelichting (C 3)/presentatie (C 3)/ o uitgebreid samenhangend document/dialoog/ o opstelling/… Dit lijstje kan uitgebreid worden maar is wel beperkt tot die manieren van voorstellen die het team essentieel acht, de andere manieren kan men overlaten aan de keuze van de leerling Fase 7 Uitvoering van een onderzoek evalueren Uitvoering van een onderzoek evalueren 7.1 De leerling evalueert het verloop en het resultaat van een uitgevoerde opdracht Begeleiders personenzorg DPB Brugge mei 2013 8