Procedure MTD: Jodium-131 therapie Taxonomie: Nucleaire Geneeskunde Versie: 2.0 Gepubliceerd op: 1/04/2015 Geldig tot: 31/03/2017 Aantal pagina’s: 5 Naam + Functie Keurder (Procesverantwoordelijke) Bekrachtiger (Hiërarchisch verantwoordelijke) Isabelle D'Hoore; Jean-Paul Thys Jean-Pierre Van Boxelaer; Marc Gevels 1. Inhoudstafel 1. Inhoudstafel ........................................................................................................................................................... 1 2. Doel ....................................................................................................................................................................... 2 3. Werkingsprincipe ................................................................................................................................................... 2 4. Indicaties ............................................................................................................................................................... 2 5. Contra-indicaties.................................................................................................................................................... 2 6. Voorbereiding ........................................................................................................................................................ 2 7. Verloop therapie .................................................................................................................................................... 3 8. Toediening radiofarmacon ..................................................................................................................................... 3 8.1. Product ..................................................................................................................................................... 3 8.2. Referentiedosis ......................................................................................................................................... 3 8.3. Toedieningswijze ...................................................................................................................................... 3 9. Algemene maatregelen in verband met stralingspreventie ................................................................................... 3 10. Specifieke maatregelen bij hospitalisatie............................................................................................................. 4 10.1. Bij gehospitaliseerde patiënten ............................................................................................................. 4 10.2. Indien een patiënt behandeld met radio-actief iodium, toch moet gehospitaliseerd worden: ............... 4 10.2.1. Hospitalisatie .................................................................................................................................... 4 10.2.2. Algemene zorgen ............................................................................................................................. 4 10.2.3. Hygiëne ............................................................................................................................................ 4 10.2.4. Verzorging ........................................................................................................................................ 4 10.2.5. Staalafname ..................................................................................................................................... 4 10.3. Indien een patiënt behandeld met radio-actief iodium, toch moet gehospitaliseerd worden en incontinent is .......................................................................................................................................................... 5 11. Protocol ............................................................................................................................................................... 5 12. Referenties .......................................................................................................................................................... 5 1/5 De inhoud van dit afgedrukte document is enkel geldig indien het overeenstemt met de meest recente elektronische versie. nadruk verboden 2. Doel Een behandeling met radioactief jood bij goedaardige schildklieraandoeningen heeft als doel de hyperthyroïdie te elimineren en/of het schildkliervolume te verkleinen. 3. Werkingsprincipe ¹³¹I- natriumjodide wordt snel opgenomen door de schildklier, het niet-gebonden deel verlaat het lichaam via de urine. ¹³¹I is een beta-straler welke zeer lokaal straalt. Hierdoor bekomt men de uitschakeling van zones die te hard werken (toxische nodules) en /of een verkleining van het totaal schildkliervolume. 4. Indicaties Graves. Toxisch adenoom. Multifocale autonomie. Multinodulaire goiter. 5. Contra-indicaties Zwangerschap. Lactatie. Te jonge patiënten (in geval van goedaardige schildklierpathologie, patiënt liefst > 30jaar). Een zwangerschap wordt tot 6 maanden na toediening therapie ten zeerste afgeraden. Tot 4 maand na toediening is het bij de man ten zeerste afgeraden kinderen te verwekken. Insufficiënte jodium-opname. Jood-contrast radiografisch onderzoek minder dan 4 weken geleden. Graves met orbitopathie is een absolute contra-indicatie Urine-incontinentie (relatieve contra-indicatie). 6. Voorbereiding 2/5 Nuchter. Medicatiestop: stoppen van antithyroidea 7 dagen voor radioactief jood toediening. 7 dagen na toediening kunnen deze eventueel herstart worden. De inhoud van dit afgedrukte document is enkel geldig indien het overeenstemt met de meest recente elektronische versie. nadruk verboden 7. Verloop therapie Behandelende arts (meestal endocrinoloog) verwijst patiënt en geeft informatie over therapie (informatiebrochure). Bij aanmelding loket nucleaire geneeskunde wordt de informatie-brochure (in tweevoud) aan patiënt overhandigd, zodat deze tijdens het wachten al gelezen kan worden en één exemplaar gehandtekend. Patiënt overhandigt het gehandtekend exemplaar, dit als ‘informed consent’. Wanneer patiënt bij arts komt, wordt hij (opnieuw) volledig geïnformeerd over de werking en de te nemen preventieve maatregelen. De radio-actieve jodium-pil wordt met een beetje water ingeslikt door de patient. Direct nadien verlaat patiënt het ziekenhuis. Patiënt moet nog 1 uur na het innemen van de jodium-pil nuchter blijven. Nadien mag patient gewoon eten en drinken. Er worden geen bijwerkingen verwacht. 8. Toediening radiofarmacon 8.1. Product ¹³¹I- natriumjodide. Dit is een beta-straler met een halfleven van 8 dagen. 8.2. Referentiedosis Meestal tussen 6 mCi en 15 mCi. Maximum dosis is 15 mCi (het betreft hier een therapie voor goedaardige schildklieraandoeningen). 8.3. Toedieningswijze Capsule. Dit wordt via een houder (potje, staaf of beker) toegediend. 9. Algemene maatregelen in verband met stralingspreventie 3/5 Zie informatie-brochure. De inhoud van dit afgedrukte document is enkel geldig indien het overeenstemt met de meest recente elektronische versie. nadruk verboden 10. Specifieke maatregelen bij hospitalisatie 10.1. Bij gehospitaliseerde patiënten Steeds therapie te voorzien op dag van ontslag. 10.2. Indien een patiënt behandeld met radio-actief iodium, toch moet gehospitaliseerd worden: 10.2.1. Hospitalisatie Steeds op een 1-persoonskamer, best gelegen op een hoek van het gebouw. In de aanpalende kamer mag geen kind of zwangere gehospitaliseerd zijn. De patiënt mag de kamer niet verlaten. 10.2.2. Algemene zorgen Lees de patiënt-brochure “Jodium-131 therapie” (expresspack, MOSS) en pas zoveel mogelijk dezelfde principes toe. 10.2.3. Hygiëne Patiënt moet eigen washandjes en handdoeken gebruiken. Hou bestek en glas op de kamer. 10.2.4. Verzorging De verzorging dient tot een minimum beperkt te worden. Door efficiënt te werken, kan de patiënt dagelijks de nodige zorgen krijgen. Laat de patiënt steeds door een andere verpleegkundige verzorgd worden (spreiding van de dosis). Draag bij de verzorging een ondoordringbare schort (vb. plastic) en vervang deze telkens (kans op besmetting beperken). Verzamel deze schorten / handschoenen en breng ze naar de dienst nucleaire geneeskunde. 10.2.5. Staalafname 4/5 In de mate van het mogelijke dienen patiëntstalen genomen te worden VÓÓR de toediening van een radiofarmaceutisch product. Indien toch een dringend staal dient genomen te worden binnen 1 week na toediening van het radiofarmacon: neem steeds contact op met de dienst nucleaire geneeskunde, die zal eventuele verdere richtlijnen met u bespreken. Gebruik steeds handschoenen voor al de manipulaties Al het wegwerpmateriaal dat in contact is geweest met het staal tijdens analyse, dient verzameld te worden in zak voor niet risicohoudend medisch afval en naar de dienst nucleaire geneeskunde gebracht. De inhoud van dit afgedrukte document is enkel geldig indien het overeenstemt met de meest recente elektronische versie. nadruk verboden Bij ontslag de kamer laten controleren door een arts of verpleegkundige van nucleaire geneeskunde om eventuele contaminatie op te sporen. 10.3. Indien een patiënt behandeld met radio-actief iodium, toch moet gehospitaliseerd worden en incontinent is Bij patiënten met continentie-problemen voor urine of stoelgang, moet alle materiaal dat in contact gekomen is met urine en /of stoelgang bewaard worden en binnen gebracht worden op de dienst nucleaire geneeskunde. Verzamel zowel linnen als afval in een blauwe zak in de toiletruimte van de patiënt. 11. Protocol Aanmaak verslag in Impax door arts met vermelding dosis en indicatie. Steeds kopie van verslag naar huisarts. 12. Referenties 5/5 EANM Procedure Guideline For Therapy with Iodine-131. Radioiodine in the treatment of hyperthyroidism, UpTo Date. De inhoud van dit afgedrukte document is enkel geldig indien het overeenstemt met de meest recente elektronische versie. nadruk verboden