Het ei Een ei is een door een vrouwelijk dier gemaakt product, dat na bevruchting door een zaadcel kan uitgroeien tot een nakomeling. Het ei bestaat uit een dooier (de eicel) dat de zygote/embryo en veel vetachtige voedingsstoffen bevat, met daaromheen een beschermend omhulsel dat aan het eind van de ontwikkeling ook wordt opgesoupeerd: het wit van het ei (dat veel water bevat). 1.Kalkschaal 2. Schaalvlies 3. Binnenste schaalvlies 4. Hagelsnoer 5. Buitenste eiwit 6. Middelste eiwit 7. Dooiervlies 8. Dooier 9. Kiemvlek (of vormingsdooier) 10. Donkere eigeel 11. Klare eigeel 12. Binnenste eiwit 13. Hagelsnoer 14. Luchtkamer Dieren die eieren leggen zijn vissen, amfibieën, insecten, reptielen, vogels en montreme zoogdieren. Zo vormt bijvoorbeeld kikkerdril de eieren van kikkers. Eieren van vogels worden beschermd door een harde, kalkachtige schaal. Reptieleneieren hebben een zachtere, maar ook stevige schaal. De eieren van kippen en ander pluimvee, en van sommige vissen, worden door de mens gegeten.