Europees Recht WG 04-02

advertisement
Europees Recht
WG
04-02-03
Imma Zandbergen
Blz. 301 boek.
2 belemmeringen:
- financiële/tarifaire (douane,tollen, belastingen).
- Niet financiële / non tarifaire; art. 28-30 (aantallen).
Tarifaire / financiële belemmeringen:
- Art. 25/26 verbieden in- en uitvoerrechten en heffingen van gelijke werking.
- Art. 90 verbiedt discriminerende binnenlandse belastingen (accijns).
Deze artikelen kunnen niet zonder elkaar bestaan. Hoge accijns om het verbod op
invoerrechten te omzeilen mag bijvoorbeeld niet.
Wanneer is iets discriminerend?  als op zelfde soort artikelen (vb drank) op de 1 wel en op
de ander niet belasting wordt geheven.
Art. 25 (vroeger art. 12);
Commissie / Italië zaak statistiekrecht; heffing in- en uitvoerrecht. Zij noemden het bijdrage
om informatie te verzamelen. Door HvJ toch gezien als in/uitvoerrechten en dus verboden.
Par. 9 (blz 27 dictaat) definitie heffingen van gelijke werking:
- naam en structuur niet belangrijk.
- Grootte niet belangrijk.
- Wie heeft voordeel niet belangrijk.
- Of het niet discriminerend is.
- Of het niet beschermend is.
 een heffing op in- en uitvoer die wegens grensoverschrijding geheven wordt is niet
toegestaan.
Uitzonderingen:
1) Retributies; Lidstaat vraagt vergoeding voor dienstverlening aan importeur of
exporteur.
2) Communautaire rechtsgrondslag; inspectie of goedkeuring is verplicht onder EGrichtlijn.
Art. 90 (lid 1)  gelijksoortige producten moeten gelijk belast worden.
Art. 90 (lid 2)  als producten concurrerend zijn, alhoewel ze niet identiek zijn, is een
verschil in belasting niet toegestaan tenzij het objectief gerechtvaardigd is. Vb cola en sap
(sap kan men gezonder achten).
Arrest commissie/vk (wijn/bier). 1978; verschil in belasting mocht niet meer zo groot zijn
(beoordeelt dat het gaat om concurrerende waren).
Tarifaire belemmeringen
Een lidstaat kan geen douane rechten op in- en uitvoer vragen bij grensoverschrijding. Ook
mag een lidstaat niet zijn interne belasting stelsel gebruiken om hogere belastingen voor
ingevoerde goederen te vragen, dan vergelijkbare eigenproductie, of zelfs, voor concurrerende
eigenproductie als de belasting en beschermende werking heeft en er geen objectieve
rechtvaardiging voor het verschil is.
1
Europees Recht
WG
11-02-03
Imma Zandbergen
Art. 226  op grond van dit artikel brengt de Commissie de zaak naar het Hof.
Art. 228  als lidstaat vonnis niet uitvoert.
Vrij Verkeer van Goederen
Financiële belemmeringen
- Art. 25; retributies
- Art. 90; discr. Belastingen
Niet-financiële Belemmeringen
- Art. 28 Invoer
- Art. 29 Uitvoer
- Art. 30; uitzondering >*1< - Art. 30; Uitzondering
- Cassis, rule of reason >*2
*1
- Geen harmonisatie.
- Streng begrensd.
- Geen puur economische belangen.
- Geen willekeurige discriminatie.
- Maatschappelijk proportioneel.
*2
- Geen communautaire regeling terzake.
- Nationale regel zonder onderscheid.
- Nationale maatregel om dwingend belang te beschermen.
- Nationale maatregel moet noodzakelijk en proportioneel zijn.
Zie ook pagina 318 BB.
Non-tarifaire belemmeringen:
- Art. 28  verbiedt kwantitatieve beperkingen van invoer en maatregelen van gelijke
werking als deze beperkingen.
- Art. 29  verbiedt kwantitatieve beperkingen van uitvoer en maatregelen van gelijke
werking als deze beperkingen.
- Art. 30  heel gelimiteerd uitzonderingen voor te beschermen belangen.
Art. 28  Dassonville zaak; paragraaf 5 ‘maatregelen van gelijke werking’. Zie bundel.
“Iedere handelsregeling der Lidstaten die de intracommunautaire handel al dan niet
rechtstreeks, daadwerkelijk of potentieel kan belemmeren.”
1) Maatregelen met onderscheid; Dassonville ; Belgische handelaar had Schotse
Whiskey gekocht in Frankrijk die hij in België wilde invoeren. Maar België wil
certificaat van oorsprong. Deze is alleen geldig voor buitenlandse producten. Dit is
een voorbeeld van een maatregel van onderscheid.
2) Maatregelen zonder onderscheid; Cassis de Dijon ; Het beginsel van wederzijdse
erkenning. Er is geen geldige reden waarom producten die in een Lidstaat regulier
geproduceerd zijn, in een andere Lidstaat niet verkoopbaar zou zijn. Zie blz. 35 in de
bundel.
Art. 29 Maatregelen met onderscheid (dus niet zonder)
Uitzondering op artikel 28/29 is art. 30 mits:
2
-
Geen harmonisatie op gemeenschapsniveau.
Streng begrensd.
Noodzakelijk en proportioneel.
Geen middel tot willekeurige discriminatie noch verkapte beperking van de handel
tussen de lidstaten.
- Niet als het gaat om puur economische belangen.
Congate zaak.
 Cassis de Dijon zaak
- Geen communautaire regeling terzake.
- Nationale regel zonder onderscheid.
- Nationale maatregel om dwingend belang te beschermen.
- Nationale maatregel moet noodzakelijk en proportioneel zijn.
 Commissie / Duitsland (Duitse Reinheitsgebot).
 Commissie / Denemarken (verpakking bier en frisdrank; milieubescherming).
Grens onder Cassis
Keck zaken (C-267, C-268/291) blz. 48 van de bundel.  ‘Wanneer vallen
verkoopmodaliteiten buiten art. 28.’ Zie punt 16 op pagina 48 van de bundel voor het
antwoord. Die was vorig jaar een tentamenvraag!
Europees Recht
WG
18-02-03
Imma Zandbergen
Blz. 327 BB; samenvatting vorige week.
Cassis de Dijon  maatregelen zonder onderscheid.
Art. 39 EG
Art. 43 EG
Art. 49 EG
Art. 18 EG
-
Art. 61 EG
-
Vrij verkeer van werknemers
(vroeger art. 48).
Vrijheid van vestiging
(vroeger art. 52).
Vrij verkeer van diensten
(vroeger art. 59).
Burgerschap; recht van verplaatsing en verblijf van Europese
burgers (samenvattend artikel, voegt niets toe).
Extra aspecten; de geleidelijk totstandbrenging van vrijheid, veiligheid
en rechtvaardigheid (vb asiel). Hier ontstond Schengen, de enige landen
die niet mee doen zijn; Denemarken, UK en Ierland.
1990 Richtlijnen voor niet economische actieven. Er ontstonden 3 richtlijnen:
* 1 voor studenten.
* 1 voor gepensioneerden.
* 1 voor play-boys (mensen met een eigen vermogen).
Mits, deze mensen een eigen vermogen hebben en hun eigen ziektekosten betalen.
Art. 39; vrij verkeer van werknemers (uitwerking van art. 12).
Wat is een ‘werknemer’?
3
 Lawrie Blum; hij/zij die gedurende een bepaalde tijd ten gunste en olv een ander tegen
beloning prestaties verricht. (pagina 92 van het kleine boekje).
Levin zaak; betrok ook parttimers hierbij. (kleine boekje pagina 92).
Volgens art. 39 krijgen deze mensen ook recht op:
Lid 2: gelijke behandeling (verordening 1612/68).
Lid 3: migratierechten (richtlijn 68/360).
Zie ook de Bosman Zaak. (kleine boekje pagina 95).
Art. 39 verbiedt zowel direct als indirecte discriminatie.
M.M.O.  art. 39 lid 3 en lid 4.
M.Z.O.  art. 39 lid 3 en lid 4 en Rule of Reason (ook gebruikt in de bosman zaak).
Uitzonderingen op het vrij verkeer van werknemers: (zie ook blz. 95 kleine boekje)
- Art. 39 lid 3; openbare orde, veiligheid en volksgezondheid. Richtlijn 64 / 221.
- Art. 39 lid 4; overheidsdienst.
- Rule of Reason (Bosman Zaak). Rule of Reason bestaat uit:
* Geen harmonisatie.
* Dwingend belang.
* Geen economisch belang.
* Noodzakelijk en proportioneel.
Art. 234 behoudt de uniformiteit van het EG recht. Art. 234 geeft de mogelijkheid aan een
rechterlijk instantie het Hof te vragen een uitspraak te doen over de uitlegging of de
geldigheid van het EG-recht. Zie ook blz. 162 kleine boekje.
 Lagere rechters zijn niet verplicht.
 Rechters waarvan de beslissingen volgens het nationale recht niet vatbaar zijn voor
hoger beroep (dus ook de hoogste rechters) dan is de rechter verplicht na te vragen.
Uitzonderingen:
- Acte eclaire; zelfde soort zaak is al behandeld.
- Acte clair; cilfit zaak.
Europees Recht
WG
25-02-03
Imma Zandbergen
Rule of Reason voor werknemers  Bosman.
Vrijheid van werknemers  art. 39.
Uitzonderingen  art. 39 lid 3 en 4.
Werknemer definitief --< Lawrie Blum arrest.
Art. 43: vrijheid van vestiging.
Reyners 2/74 (1974) ECR 631 ; directe discriminatie. België wel een Nederlandse belg niet
inschrijven voor vestiging omdat hij Nederlander is ze zeggen dat art. 43 geen directe werking
heeft. Het Hof vond dat het directe discriminatie was en dat is verboden.Art. 43 werkt dus wel
rechtstreeks.
Een maatregel die over kwalificaties gaat = een maatregel zonder onderscheid die toch de
vrijheid van vestiging zou belemmeren = indirecte discriminatie.
4
Erkenning van kwalificaties van beroepen door: art. 47 – richtlijn 89/48 – opleidingen in
hogere onderwijs van tenminste 3 jaar mag er geëist worden:
- Vaardigheidstest.
- Stage.
Pagina 94 van de bundel: Gebhard zaak C-55/94 Jur. 1995 I-4165 # 37. Rule of Reason:
- Er bestaat geen communautaire regeling ter zake.
- Nationale maatregel zonder onderscheid.
- Nodig om een ‘dwingend belang’ te beschermen.
- Noodzakelijk en proportioneel.
Uitzonderingen hierop:
- Art. 45; openbare gezagsfunctie.
- Art. 46; openbare orde, veiligheid en volksgezondheid.
!!!! Rule of Reason !!!!
Wat?
Waar?
Goederen
Art. 28
Werknemers
Art. 39
Vestiging
Art. 43
Diensten
Art. 49
Waar R of R?
Cassis de Dijon
Bosman
Gebhard
Sager
Uitzondering?
Art. 30
Art. 39 lid 3 en 4
Art. 45 en 46
Art. 45 en 46
Art. 49: vrij verkeer van diensten
Directe discriminatie
Indirecte discriminatie; Sager 76/90 Jur 1991 I-2357. (pagina 60 in de bundel paragraaf 12 en
15).Maatregelen zonder onderscheid vallen onder art. 49, als ze de werkzaamheden van de
dienstverrichter verbiedt of anderszins belemmert.
Uitzonderingen op het vrij verkeer van diensten
Art. 45; werkzaamheden ter uitvoering van openbaar gezag.
Art. 46; openbare orde, veiligheid en volksgezondheid. Richtlijn 64/221. Spuc v. Grogan
zaak.
Schadevergoeding
Frankovitch; in bepaalde omstandigheden kan een lidstaat aansprakelijk zijn als die een
richtlijn niet heeft geïmplementeerd (dit was pas het begin).
Brasserie de Pecheur; men kan schadevergoeding krijgen voor schending van het
gemeenschapsrecht door nationale autoriteiten op 3 voorwaarden:
- Het moet over een wet gaan die rechten aan persoon toekent.
- De schending moet ‘ernstig genoeg’ zijn. (Hier blijven veel zaken steken).
- Er moet een direct causaal verband zijn tussen de schending door de staat en de schade
die door het individu geleden wordt.
5
Download