patiënteninformatie dieetadvies bij diabetes Inleiding Deze folder gaat over voedingsadviezen bij diabetes. De officiële naam voor diabetes is diabetes mellitus. In deze folder spreken we echter over diabetes. Vroeger werd diabetes suikerziekte genoemd. Bij mensen met diabetes is het bloedglucosegehalte te hoog. Dit wordt veroorzaakt door een tekort aan insuline. Juiste voeding helpt om de bloedglucose zo constant mogelijk te houden. 1 Wat is diabetes De alvleesklier (pancreas) is een orgaan dat achter de maag ligt. De alvleesklier maakt het hormoon insuline en geeft dit af aan het bloed zodra dit nodig is. De hoeveelheid insuline die de alvleesklier maakt, wordt bepaald door de hoeveelheid glucose in het bloed, ook wel ‘bloedglucose’ genoemd. Het lichaam zet koolhydraten uit de voeding in de darm om in glucose, waarna het in het bloed terechtkomt. Na gebruik van voedsel stijgt de hoeveelheid glucose in het bloed. Via de bloedbaan wordt glucose naar de lichaamcellen vervoerd. Bloedglucose heeft de hulp van insuline nodig om in de lichaamscellen te komen. De werking van insuline is te vergelijken met die van een sleutel. Insuline opent de deur van de lichaamscel waardoor glucose uit het bloed naar binnen kan. In de lichaamscellen wordt de glucose verbrand en levert het energie. Energie om te lopen, te werken, te leven. Wanneer bij gezonde mensen het glucosegehalte in het bloed stijgt, gaat de alvleesklier meer insuline maken. Er is steeds een evenwicht tussen het glucosegehalte in het bloed en de hoeveelheid insuline die afgegeven wordt. Bij mensen met diabetes maakt de alvleesklier geen of onvoldoende insuline waardoor er geen evenwicht is tussen het glucosegehalte in het bloed en de hoeveelheid insuline. De glucose kan door het tekort aan insuline niet goed in de cellen terechtkomen, waardoor de bloedglucose te hoog kan worden. Er wordt hierdoor te weinig energie geleverd. De bekendste verschijnselen van een te hoog bloedglucosegehalte zijn: moeheid, dorst, jeuk, veel plassen en afvallen. 2 Doel van het dieet Koolhydraten Het dieet heeft als doel de bloedglucose zo constant mogelijk te houden. Om dit te bereiken moet u de koolhydraten in de voeding goed over de dag verdelen. Er zijn verschillende soorten koolhydraten: • suiker: frisdrank, koek, snoep, honing, vla • meelstoffen/zetmeel: brood, aardappelen, pasta, rijst • vruchtensuiker: fruit, vruchtensap • melksuiker: melk, karnemelk, yoghurt. In deze folder spreken we soms over ‘gram Kh’. Met Kh bedoelen we koolhydraten. Vet Behalve een goede verdeling van de koolhydraten is het ook belangrijk om op de hoeveelheid vet in de voeding te letten. Het gaat dan vooral om het beperken van verzadigd vet. Verzadigd vet in voeding heeft een ongunstige invloed op het cholesterolgehalte in het bloed; het werkt namelijk cholesterolverhogend. Een verhoogd cholesterolgehalte vergroot het risico op hart- en vaatziekten. Iemand met diabetes heeft een grotere kans op deze ziekten. 2 Verzadigd vet komt vooral voor in volle melkproducten, vet vlees en vette vleeswaren, volvette kaassoorten, gewone margarinesoorten en roomboter, snacks, gebak, koek en chocolade. Naast verzadigd vet zit er ook onverzadigd vet in onze voeding. Onverzadigd vet zorgt voor een verlaging van het cholesterolgehalte in het bloed en dat is gunstig. Onverzadigd vet zit onder andere in olie, light smeersel (halvarine), dieetmargarine, (vette) vis, noten en pinda’s. U kunt hierbij het volgende ezelsbruggetje gebruiken: VERZADIGD VET = VERKEERD ONVERZADIGD VET = OKÉ In oké-vet zit echter net als in verkeerd vet veel energie (calorieën). Wees dus altijd matig met het gebruik van vet. 3 Algemene informatie • Eet uw maaltijden iedere dag zoveel mogelijk op dezelfde tijden en sla nooit een maaltijd over. • Een goede en evenwichtige koolhydraatverdeling over de dag is gewenst. De diëtist bespreekt dit met u. • Lees wat op de verpakking van producten staat. U kunt hierop de hoeveelheid koolhydraten, energie (calorieën) en vetten zien. • Producten met suiker zijn toegestaan, de diëtist bespreekt dit met u. • Zorg dagelijks, indien mogelijk, voor voldoende lichaamsbeweging. Het advies is minimaal 30-60 minuten per dag. • Let op uw gewicht. Een te hoog gewicht heeft een ongunstige invloed op diabetes en andere gezondheidsklachten. • Bij ongewenste gewichtsverandering of bij andere vragen, kunt u contact opnemen met de diëtist. • Het is raadzaam uw arts te vragen u eenmaal per jaar te verwijzen naar de diëtist om voeding en leefstijl te bespreken. 3 4 Vrij toegestaan Onderstaande voedingsmiddelen bevatten geen koolhydraten en niet of nauwelijks calorieën en zijn daarom vrij toegestaan. 4.1 Dranken • koffie en thee zonder suiker, eventueel met zoetstof. Gebruik niet meer dan één zoetje per kopje. • water, mineraalwater • maximaal drie glazen light frisdrank • bouillon (van bouillonblokje of instantbouillon) 4.2 Diversen • rauwkost zoals komkommer, augurken, radijs, sla, tomaat • citroen, citroensap zonder suiker • azijn, kruiden en specerijen. 5 Broodmaaltijd 5.1 Brood Eén sneetje brood (bruin, volkoren en wit) bevat 16 gram Kh en kan vervangen worden door: • 1 dun sneetje krenten-, of rozijnenbrood (met of zonder spijs) of mueslibrood • 2 beschuiten, 2 crackers of 3 cracottes • 2 sneetjes knäckebröd • 1 sneetje roggebrood • 1 plakje ontbijtkoek • 3 sneetjes stokbrood • 1 croissant • 2 kleine flensjes (totaal ± 60 gram) • 1 schaaltje pap • 1 schaaltje magere yoghurt, magere kwark met 2 eetlepels muesli • 1 schaaltje halfvolle melk, magere yoghurt of kwark met 3 eetlepels cornflakes • 1 portie fruit (zie hoofdstuk 7) • 1 kom peulvruchtensoep (200 ml) bijv. bonen-, erwten- of linzensoep. 4 N.B. Gebruik bij voorkeur bruine of volkoren broodsoorten. De bloedglucose stijgt minder snel bij deze soorten. Twee sneetjes brood, totaal 32 gram Kh, kunnen vervangen worden door: • 1/8 stukje van klein Marokkaans/Turks brood • 1 Italiaanse bol, waldkornbol, pistolet • 1 krentenbol • 1 pizzapunt (± 120 gram) • 1 pannenkoek (± 100 gram) 5.2 Boter Roomboter, diverse ‘harde’ (pakjes) margarines bevatten veel verzadigd vet en kunt u dus beter niet gebruiken. Kies bij voorkeur light smeersel voor op brood. ‘Light’ bevat minder vet dan boter en dieetmargarine. De diëtist zal aangeven wat voor u een goede keus is. 5.3 Beleg Hartig beleg Kaas en vleeswaren bevatten geen koolhydraten, maar leveren wel verzadigd vet. Een broodbelegging weegt ongeveer 20 gram. Jonge-, belegen, oude kaas is volvette kaas en wordt aangeduid met 48+ kaas. Buitenlandse kaassoorten zijn vaak nog vetter, wel tot 60+. Kies daarom bij voorkeur magere (light) soorten. Dit zijn bijvoorbeeld: Kaas • 30+ kaas, zoals Maaslander halfvol, Linera, Milner, 30+ Boerenkaas • 20+ kaas, zoals Slankie, Leidse 20+, Uniekaas light, 20+ Boerenkaas, smeerkaas 20+, cottage cheese, Zwitserse strooikaas, light broodsmeersels • Buitenlandse soorten, zoals Camembert 30+, Boursin light, Paturain light, Saint Moret light, Philadelphia light. Vleeswaren Van de vleeswaren zijn met name de worstsoorten en paté erg vet, kies liever: • casselerrib • filet américain 5 • • • • • • • fricandeau kip- en kalkoenrollade kalkoenham magere rollade rookvlees rosbief ham. Overig • ei: bij voorkeur gekookt, niet meer dan 2 á 3 eieren per week • vis: makreel, tonijn, sardines, haring, zalm • groente: komkommer, tomaat, reepjes paprika, ster- of tuinkers, radijs, rammenas, rettich, geraspte wortel, groentespread • fruit: aardbeien, appel, banaan, avocado (bevat wel veel verzadigd vet) • notenpasta, pindakaas en sesampasta zijn wel vet, maar bevatten onverzadigd vet, dus oké-vet. Verder bevatten ze maar heel weinig koolhydraten. Zoet beleg Zoet beleg kan ook, maar denk aan de koolhydraten die erin zitten. Het is ongeveer 10 gram Kh per broodbelegging. Onder zoet beleg verstaan we: • (appel)stroop • honing • chocoladehagelslag of –vlokken • chocolade- of hazelnootpasta • marmelade • jam. Van jam kennen we ‘light’ jam of ‘jam zonder toegevoegde suikers’, deze bevat ongeveer de helft aan koolhydraten. 6 Warme maaltijd 6.1 Voorgerecht Enkele voorbeelden van voorgerechten zijn: • soep van bouillonblokjes of ontvette bouillon. Laat bij dit laatste de bouillon afkoelen en schep het gestolde vet eraf. Gebruik bij de bereiding weinig bindmiddel (rijst, vermicelli, bloem). Om een gevulde soep te maken kunt u mager 6 vlees of kip en groente toevoegen. • rauwkostsalade • asperges met ham • dunne schijf meloen met magere rauwe ham. 6.2 Hoofdgerecht Gebruik bij voorkeur mager vlees of gevogelte of snijd het vet eraf. We raden aan om twee keer per week vis te eten, vanwege de gunstige visvetzuren die erin zitten. Per dag is 100 gram vlees, vis of gevogelte voldoende. Vlees Magere vleessoorten zijn onder andere: • Rund: magere runderlappen, rundergehakt, tartaar, biefstuk, bieflappen, rosbief, mager kalfsvlees • Varken: hamlappen, varkenshaas, varkensfricandeau, haaskarbonade • Schaap: mager lamsvlees, mager schapenvlees • Mager geitenvlees • Mager paardenvlees • Tong en orgaanvlees (lever, niertjes, maag). Deze bevatten veel cholesterol, eet dit maximaal 1 keer per maand. Vis • Magere soorten zijn kabeljauw, tilapia, roodbaars, forel, tonijn, schar, schelvis, schol, stokvis, tarbot, wijting en mosselen. • Vette soorten zijn zalm, makreel, sardientjes. • Schaal- en schelpdieren (garnalen, gamba’s), paling en inktvis bevatten veel cholesterol, eet deze niet vaker dan één keer per maand. Wild en gevogelte • kipfilet • kippenlevertjes (maximaal 1 x per maand) • kalkoenfilet • eend • konijn • alle soorten wild. 7 Vegetarisch Vegetarische kant- en klaarproducten zie je steeds meer in de supermarkten verschijnen. Vaak bevatten ze wel koolhydraten, lees daarom de verpakking goed. • tahoe bevat geen koolhydraten • tempé bevat 6 gram koolhydraten per 100 gram. Bereidingswijzen Bereid vlees, gevogelte, vis of vegetarische vervanging in weinig olie of in een vloeibaar bak- en braadproduct. Eén eetlepel per persoon is voldoende. Palmolie en kokosolie bevatten veel verzadigd vet en kunnen beter niet gebruikt worden. Bereidingswijzen die weinig vet vragen zijn: • bakken in een pan met antiaanbaklaag • bakken of grillen in de oven • bereiden in een römertopf • bereiden in een tajine • verpakken in aluminiumfolie en dan in de oven bereiden • verpakken in een braadzak en dan in de over bereiden • bereiden in een magnetron. Paneren (en door de bloem halen) is ongunstig omdat vlees, vis of gevogelte extra vet opnemen tijdens het bakken. Jus Vetarme jus kunt u maken door veel water aan de jus toe te voegen en/of juspoeder te gebruiken. De jus kan ook ontvet worden. Dit kan door de jus af te laten koelen en het vet eraf te scheppen. U kunt de ontvette jus binden met wat bindmiddel. 6.3 Groenten Alle soorten verse groenten, diepvries- of glas/blikgroenten zonder saus zijn toegestaan. Aanbevolen wordt om dagelijks 200 gram groenten te eten. Dit kan zijn bij de warme maaltijd, maar u kunt ook denken aan een salade bij de lunch. 8 Rauwkost of groentesalade Bij de maaltijd kunt u een schaaltje rauwkost nemen. Dit kunt u aanmaken met azijn, citroensap, een klein beetje olie, magere yoghurt, magere kwark. Kruiden en specerijen kunt u naar smaak toevoegen. Ook zijn er kant en klare heldere sauzen zonder olie te koop. Deze bevatten geen vet. Dit kunt u nakijken op de verpakking. 6.4 Vervanging voor aardappelen en rijst Aardappelen en rijst kunnen vervangen worden door andere producten. In het schema op de volgende pagina kunt u zien welke producten u ter vervanging kunt nemen voor aardappelen en rijst. Voorbeeld: als u normaal gesproken 2 aardappelen eet, kunt u 2 opscheplepels kapucijners nemen. Eet u normaal gesproken 6 aardappelen, dan kunt u 6 opscheplepels kapucijners nemen. Belangrijk om hierbij te vermelden is dat één kleine aardappel ongeveer 50 gram weegt (8 gram Kh) en dat de inhoud van een opscheplepel ook overeen komt met ongeveer 50 gram. Er is uitgegaan van het gare product. De opscheplepels zijn normaal gevuld. 6.5 Nagerecht Het gebruik van een nagerecht is toegestaan, indien het goed is ingepast binnen uw dieet. Bespreek dit met de diëtist. Een schaaltje (150 gram of milliliter) vla of vruchtenyoghurt gezoet met suiker bevat al gauw 25 gram koolhydraten en ook calorieën. Alternatieven met minder koolhydraten zijn: • 1 schaaltje magere yoghurt of kwark met vers fruit • 1 schaaltje magere yoghurt met ½ vanillevla • 1 schaaltje magere yoghurt of kwark met 2 eetlepels muesli • 1 schaaltje magere yoghurt of kwark met 3 eetlepels cornflakes • 1 schaaltje vruchtenyoghurt of vruchtenkwark 0% vet, zonder toegevoegde suikers • 1 schaaltje vla 0% vet, zonder toegevoegde suikers • 1 bolletje ‘light’ ijs met minder vet en suiker • 1 portie fruit. 9 Voedingsmiddel Hoeveelheid Aardappel (kleine) 2 4 6 Rijst (opscheplepel) 1 2 3 Zilvervliesrijst (opscheplepel) 1 2 3 Macaroni/spaghetti/mie (opscheplepel) 2 4 6 Kapucijners/linzen/ bruine of witte bonen (opscheplepel) 2 4 6 Aardappelpuree (opscheplepel) 2 4 6 Patates frites (opscheplepel) 2 4 6 Bulgur (opscheplepel) 1 2 3 Couscous (opscheplepel) 1 2 3 Banaan (gram) 50 100 150 Zoete pataat (gram) 50 100 150 Cassave (gram) 50 100 150 Nappi (gram) 100 150 200 Chinese tayer (gram) 100 150 200 Broodvrucht (gram) 100 150 250 Black eye oesie/gele pesie/ 100 dhal/oerdie (gram) 150 250 Roti, 7 à 8 roti’s uit 1 pond ¼ bloem (per stuk) ½ 1 Fou fou (gram) 200 300 10 100 Afwijkende hoeveelheid (Door de diëtist in te vullen) 7 Fruit Een portie schoongemaakt fruit bevat ongeveer 16 gram Kh. Onder 1 portie fruit verstaan we: • • • • • • • • • • • • • • • • • Abrikozen, 6 stuks Ananas, 1 schijf Appel, 1 stuk Banaan/bacove (kleine), 1 stuk Birambi (fransman), 150 gram Dadels, 5 stuks Druiven, 15 stuks Granaatappel, ¼ stuk Grapefruit/pompelmoes, 1 stuk Guave, 1 stuk Kaki, ½ stuk Kaneelappel, 50 gram Kersen, 125 gram Kiwi, 2 stuks Krenten, 2 eetlepels Kumquat, 8 stuks Lychee, 8 stuks • • • • • • • • • • • • • • • • • Mandarijnen (kleine), 3 stuks Mango, ½ stuk Markoes (zoet), 100 gram Nectarine, 2 stuks Papaja, 200 gram Passievrucht, 15 stuks Peer, 1 stuk Perzik, 2 stuks Pomme de cythere, 150 gram Pommerak, 150 gram Pruimen, 4 stuks Rozijnen, 2 eetlepels (doosjes) Sinaasappel, 1 stuk Suikermeloen, 250 gram Vijgen, 2 stuks Watermeloen, 200 gram Zuurzak, 100 gram. Zomerfruit zoals aalbessen, aardbeien, bosbessen, bramen, frambozen en kruisbessen bevatten weinig koolhydraten, namelijk 5 gram Kh per 100 gram. Dit kunt u gerust als extraatje nemen. Bij uitzondering kunt u in plaats van fruit kiezen voor één glas ongezoet appelsap of sinaasappelsap. 8 Extra variatiemogelijkheden Deze variatiemogelijkheden zijn bedoeld als tussendoortje. Wanneer u overgewicht heeft, overleg dan met de diëtist over het gebruik van tussendoortjes. De hoeveelheden koolhydraten is te vergelijken met die van één sneetje brood of één portie fruit (16 gram Kh). 11 N.B. We zijn uitgegaan van ‘normale’ producten gezoet met suiker en niet van speciale producten voor diabetici. De extra variatiemogelijkheden waar een * bij staat bevatten veel verzadigd vet, gebruik deze bij uitzondering. 8.1 Zoete variaties • 4 mariabiscuitjes of knappertjes • 2 volkorenbiscuitjes • 2 speculaasjes • 1 evergreen of switch (± 20 gram) • 1,5 sultana • 2 rijstwafels • 1 plak ontbijtkoek • 1 bolletje roomijs* • 1 klein softijsje* • 1 klein yoghurtijsje* • 1 waterijsje (festini, raket, speedy) 8.2 Hartige variaties • 1 klein zakje chips* • 2 handjes studentenhaver • 1 handje borrelnoten* (± 30-35 gram) • 15 zoute stokjes • 2 handjes Japanse mix • 4 toastjes met mager beleg Kijk voor meer variatie op de verpakkingen van producten en op koolhydraatlijsten. Zie hiervoor het kopje ‘Handige websites’ achterin deze folder. 9 Dranken • Vruchtensappen, zoals appelsap en sinaasappelsap, bevatten vruchtensuiker. Vruchtensuikers zijn ook koolhydraten. Als er op de verpakking staat dat het sap ongezoet is, bevat het sap nog steeds koolhydraten. Deze sappen zijn dus niet onbeperkt toegestaan. • Light- vruchtensappen bevatten minder koolhydraten dan de gewone variant. Het betekent echter niet dat het product geen koolhydraten bevat. 12 Light- frisdranken bevatten geen koolhydraten, maar kunstmatige zoetstoffen. Gebruik niet meer dan drie glazen per dag. • Melk- en yoghurtdranken met vruchtensmaak zijn er in gewone versies met veel koolhydraten en in light-versies met minder koolhydraten. Lees daarom altijd wat er op de verpakking staat. 9.1 Alcohol Wat het diabetes dieet betreft is er geen bezwaar tegen beperkt gebruik van alcoholische dranken. Onder een beperkt alcoholgebruik verstaan we 1 - 2 alcoholconsumpties per dag, maar niet dagelijks. Hou minimaal twee alcoholvrije dagen per week aan. Overleg het alcoholgebruik in ieder geval met uw behandelend arts. Alcohol kan een bloedsuikerverlagende werking hebben, die zeer lang kan aanhouden. Wanneer u alcohol voor de maaltijd drinkt op een lege maag, dan is het goed om te zorgen dat u er iets bij eet, waar koolhydraten inzitten. Drinkt u een glas wijn bij de maaltijd, dan zal de bloedsuiker niet zo snel dalen door de alcohol. Na het drinken van alcoholische dranken die wel koolhydraten bevatten (bijvoorbeeld bier, port, likeur, zoete wijn) kan de bloedsuiker pas veel later laag worden. Controleer, als u ’s avonds alcohol gedronken heeft, de bloedglucosewaarde voor het slapen gaan. Als deze onder de acht millimol per liter (mmol/l) is, eet dan nog iets met ongeveer 20 gram koolhydraten. 10Zoetstoffen Zoetstoffen zijn bedoeld als vervanging van suiker. Er zijn twee soorten zoetstoffen: zoetstoffen die energie (calorieën) leveren en zoetstoffen die geen energie leveren. Voorbeelden van zoetstoffen die energie leveren zijn: • sorbitol • fructose • isomalt • maltitol • mannitol • xylitol. 13 Deze zoetstoffen leveren evenveel energie als suiker en zijn daarom niet geschikt als u wilt afvallen. Sorbitol wordt vaak verwerkt in producten voor diabetici. Ook in snoepjes en dropjes worden ze veel verwerkt. Bij ruim gebruik van deze zoetstoffen, meer dan 10 tot 50 gram per dag, kunnen darmklachten en diarree ontstaan. Fructose behoort tot de koolhydraten en heeft daar¬door een bloedsuikerverhogend effect. Het gebruik van fructose als zoetstof raden we daarom af. De andere zoetstoffen hebben geen invloed op het bloedsuiker¬gehalte. Voorbeelden van zoetstoffen die geen energie leveren zijn: • acesulfaam-K • aspartaam • cycla¬maat • saccharine. Deze zoetstoffen worden verwerkt in ‘zoetjes’, suikervrije frisdranken, in andere light dranken en sommige soorten snoep. Gebruik van zoetstoffen mag geen gevaar opleveren voor de gezondheid, per zoetstof is daarom een Aanvaardbare Dagelijkse Inname vastgesteld (ADI). Voor meer informatie over ADI kunt u kijken op www.voedingscentrum.nl. Hoe zoetstof te gebruiken Zoetstoffen zijn te verkrijgen als tablet, in poedervorm en in vloeibare vorm. U kunt ze gebruiken in koffie en thee, in de pap en in de yoghurt. Niet alle zoetstoffen zijn geschikt om mee te bakken. Bepaalde zoetstoffen verliezen bij een hoge temperatuur hun zoetkracht (bijvoorbeeld aspartaam) of krijgen een onaangename smaak (bijvoorbeeld fructose). Hoeveel kunt u ervan gebruiken De toegestane hoeveelheden zijn voor de diverse soorten zoetstoffen verschillend. Beperk de hoeveelheid zoetstoffen die u gebruikt door er bijvoorbeeld langzaam aan te wennen geen zoetjes meer in thee of koffie te gebruiken. Drink niet meer dan drie glazen light frisdrank, light melkproducten per dag. 14 Hoe weet u welke zoetstof gebruikt is Indien de fabrikant gebruik maakt van een zoetstof, is hij verplicht te vermelden welke soort toegevoegd is. Op het etiket vindt u de soort zoetstof vermeld bij de ‘ingrediëntendeclaratie’. 11Hypo en hyper Het streven is om de bloedglucosewaarden in het lichaam tussen de vier en acht mmol/l te handhaven. De bloedglucose wordt onder andere bepaald door de hoeveelheid koolhydraten uit de voeding en door de insuline. Bij een goede regulatie is er een evenwicht tussen de hoeveelheid bloedglucose en de hoeveelheid insuline. Dit evenwicht kan verstoord worden door ziekte, verkeerde voeding, meer of minder lichaamsbeweging, verkeerd spuiten van insuline of stress. De bloedglucose kan dan te laag of te hoog worden. Dit noemen we ontregeling. 11.1 Hypoglykemie (= hypo, lager dan vier mmol/l) Bij een hypo daalt het bloedglucosegehalte te veel. Het lichaam gaat waarschuwingssignalen geven. Deze signalen kunnen zijn: overmatig transpireren, beven, duizeligheid, slecht zien, hoofdpijn, hongergevoel en prikkelbaarheid. De signalen kunnen per persoon verschillen. Wat te doen bij een hypo Probeer altijd na te gaan wat de oorzaak geweest kan zijn. Als u de oorzaak weet kunt u het de volgende keer misschien voorkomen. Bij een hypo-gevoel moet u iets eten of drinken dat koolhydraten bevat. Zo komt er extra glucose in uw bloed. Geadviseerd wordt 20 gram koolhydraten te gebruiken, liefst in vloeibare vorm. Dus bijvoorbeeld: • 1 glas gewone limonade of vruchtensap (geen light) • 4 suikerklontjes opgelost in water of thee • 5-6 druivensuiker tabletten (dextroenergie), drink hierbij veel water. Als de maaltijd nog niet direct volgt neem dan een stuk fruit of een snee brood. 11.2 Hyperglykemie (=hyper, hoger dan tien mmol/l) Bij een hyper is het bloedglucosegehalte te hoog. De meest opvallende verschijnselen zijn: vermoeidheid, veel plassen, dorst en dus veel drinken. 15 In tegenstelling tot een hypo treedt een hyper bijna nooit plotseling op. Het teveel aan bloedglucose wordt door de nieren afgevoerd en komt in de urine terecht. Wat te doen bij een hyper Wanneer u een hoge bloedglucosewaarde meet, kunt u deze laten dalen door extra lichaamsbeweging, bijvoorbeeld door een flinke wandeling te maken. Zorg er ook voor dat u extra water drinkt. Wellicht heeft u een bijspuitschema voor insuline gekregen. Volg dit schema op. Wanneer u regelmatig hoge waardes meet, is het verstandig om contact op te nemen met uw behandeld diabetesverpleegkundige, arts of specialist. 12Ziekte Ziekte is een situatie waarbij de diabetes ontregeld kan raken. Het bloedglucosegehalte stijgt namelijk door ziekte, koorts of infectie. Er is dan meer insuline nodig. Of er wel of niet gegeten wordt, er moet altijd insuline worden gespoten. Als gewoon eten niet lukt, gebruik dan koolhydraten in de vorm van vloeibare voedingsmiddelen zoals vruchtensap, limonade, pap, vla, vruchtenyoghurt of gebonden soep. Het blijft belangrijk om voldoende te drinken omdat er bij ziekte sneller sprake kan zijn van uitdroging. Neem contact op met uw behandelend arts of specialist bij ziekte en ontregeling. 13Sport en beweging Regelmatig sporten (twee tot drie keer per week) en meer beweging in het algemeen, bijvoorbeeld lopen en fietsen zorgt ervoor dat uw conditie toeneemt en u zich beter en fitter voelt. Probeer in uw dagelijks leven een half uur tot een uur extra beweging in te passen. Door lichamelijke inspanning neemt de insulinebehoefte af. De lichaamscellen worden gevoeliger voor insuline. Gevolg is dat de glucose sneller en beter vanuit het bloed de cellen in kan gaan. Dit betekent dat het bloedglucosegehalte tijdens intensieve inspanning flink kan dalen. Het is belangrijk om bloedglucosewaardes te meten en zonodig insuline en/of voeding aan te passen. Bespreek dit met uw diabetesverpleegkundige en diëtist. Opmerkingen of klachten Wij doen er alles aan uw bezoek aan ons ziekenhuis zo goed mogelijk te laten verlopen. Het kan echter voorkomen dat u niet tevreden bent. Wij raden u aan uw opmerkingen of klachten direct te bespreken met de betrokkene(n) of de leidinggevende van onze afdeling. Andere mogelijkheden vindt u in de folder ‘Klachtenopvang en -behandeling’. Deze folder is verkrijgbaar op de afdeling, bij het Voorlichtingscentrum of via www.olvg.nl. Vragen Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen neemt u dan contact op met uw diëtist via telefoonnummer (020) 599 34 72. Meer informatie • Bij het Voedingscentrum kunt u terecht voor al uw vragen over gezond en veilig eten en voedselkwaliteit. Kijk op www.voedingscentrum.nl of bel (070) 306 88 88 (op werkdagen van 9.00 tot 17.00 uur). • Ook bij de Diabetes Vereniging Nederland kunt u terecht met uw vragen. Diabetesvereniging Nederland Postbus 470 3830 AM Leusden De Diabeteslijn: (033) 463 05 66, 24 uur per dag bereikbaar website www.dvn.nl e-mail [email protected]. Boeken: • Dieetadviezen bij diabetes, bestelnummer 841. Deze kunt u bestellen via het Voedingscentrum. • Eettabel, bestelnummer 806. Deze kunt u bestellen via het Voedingscentrum. • Nicole Duinker-Joustra, Kijk op joules en calorieën of kijk op koolhydraten, Immerc bv, Wormer, ISBN nr: 90-6611-360-x • Corien Maljaars, Diabetes dagelijkse kost, ISBN nr: 978-90-811536-2-1. Handige websites: • www.dieetinzicht.nl Om inzicht te krijgen in uw voedingspatroon. • www.dekoolhydratenlijst.nl Overzicht van koolhydraatgetallen van diverse producten. Ruimte voor aantekeningen Afdeling Diëtetiek Naam : ………………………………….. Datum : ………………………………….. Diëtist : ………………………………….. Telefoonnummer (020) 599 34 72 onze lieve vrouwe gasthuis amsterdam • locatie oosterpark oosterpark 9 • locatie prinsengracht prinsengracht 769 postadres postbus 95500 1090 hm amsterdam telefoonnummer (020) 599 91 11 website www.olvg.nl Redactie en uitgave Communicatie en Patiëntenvoorlichting juni 2008/diëtetiek/301-525 algemene voorwaarden op behandelingen in het olvg zijn de algemene voorwaarden van het olvg van toepassing zie www.olvg.nl