1116-Mommen over Noord-Korea

advertisement
Noord-Korea en Vietnam
De Democratische Volksrepubliek Korea tussen zelfbehoud en aanpassing
André Mommen
De Democratische Volksrepubliek Korea
(DVRK) komt regelmatig in het wereldnieuws als een voorbeeld van een agressieve gemilitariseerde staat die niet alleen
de stabiliteit in het Verre Oosten bedreigt,
maar ook de wereldvrede in gevaar brengt.
In snel tempo heeft de DVRK immers
het nucleaire wapen ontwikkeld en zich
voorzien van ballistische raketten om die
atoombommen op de plaats van bestemming te brengen. Voorts vecht het communistische regime in Pyongyang regelmatig
zeeoorlogjes met de Zuid-Koreaanse buur
uit. Van een definitieve vreedzame samenleving tussen beide staten kan dus geen
sprake zijn. Laat staan van een (vreedzame) hereniging van de twee Korea’s.
Daarbij zou het communistische regime
ook nog eens de eigen bevolking uithongeren, de mensenrechten met de voeten
treden, concentratiekampen beheren, critici
monddood maken, het vrije verkeer van de
eigen burgers naar het buitenland onmogelijk maken. Zijn er dan geen veranderingen
op til? Jawel, want Noord-Korea integreert
zich langzaam maar zeker in de zich globaliserende wereldeconomie. Hier een kort
overzicht.
Historische achtergronden
De toestand in Korea is niet te begrijpen
zonder er de afloop van de Tweede Wereldoorlog bij te halen. Het Koreaanse schiereiland was voordien een Japans wingewest
dat hoofdzakelijk agrarisch was en waar de
industriële ontwikkeling zich had beperkt
tot vooral textielfabriekjes. De Japanse capitulatie in augustus 1945 leidde tot de opdeling van Korea in twee bezettingszones
beheerd door de Amerikanen in het zuiden
en de Sovjets in het noorden en waarbij
de 38ste parallel als “grens” diende. De
bedoeling was dat Korea nadien een onafhankelijke republiek zou worden. Dat was
JAARGANG 45 NUMMER 1 I LENTE 2011
uitroeping van de DVRK. Uit beide landen
verdwenen hierop de bezettingstroepen.
Beide staten claimden voortaan het hele
land te vertegenwoordigen en naar herenizonder de Koude Oorlog gerekend. In het ging te streven.
noorden was tijdens de Tweede Wereldoorlog het communistische verzet actief Het KVL van Kim Il Sung kreeg na de afgeworden. De jonge communistische leider tocht van het 25ste Sovjet Leger de wapens
Kim Il Sung, die een opleiding had geno- cadeau. Maar dat impliceerde geenszins dat
ten aan de officiersschool in Khabarovsk, Stalin naar een gewapende oplossing voor
nam in 1942 de leiding van een Koreaans de Koreaanse tweedeling uitkeek. Toen in
bataljon dat later zou uitgroeien tot het Ko- de lente van 1949 Kim Il Sung bij Stalin
reaanse Volksleger (KVL). Omdat Moskou op bezoek kwam, kreeg hij van Stalin te
pas laat, in 1945, in oorlog met Japan trad, horen dat, mochten de Zuid-Koreanen hun
gebeurde de nationale bevrijding van Ko- grensprovocaties niet stoppen, hij mocht
rea door de capitulatie van Japan en niet terugslaan. Maar de Sovjet Unie zou dan
door een bevrijdingsoorlog. Kim Il Sung niet interveniëren, ook niet als het conflict
arriveerde pas op 10 oktober 1945 in de een ongewenste wending zou nemen. Ook
Koreaanse haven van Wonsan. Hij werd de geloofde Stalin niet meteen dat het regime
door Stalin uitverkoren vertrouwensman in van Syngman Rhee op instorten stond en
de Russische bezettingszone.
dat de lokale guerrillabewegingen er wel
zoveel toekomst hadden als Kim Il Sung
De populaire nationalistische verzetsheld beweerde.
Cho Mansik1 en leider van de Democratische Partij werd door Moskou in februari De afkondiging op 1 oktober 1949 van de
1946 aan de kant geschoven. Alle leidende Volksrepubliek China speelde Kim Il Sung
posities geraakten in handen van pro-sov- in de kaart. De Verenigde Staten hadden
jetfiguren. Dat wilde niet zeggen dat Kim immers China opgegeven. Waarom zouden
Il Sung een marionet van Stalin was. Kim ze Zuid-Korea niet laten vallen? Toen Kim
Il Sung kon immers ook rekenen op steun Il Sung eind 1949 weer bij Stalin, dit naar
van Mao Zsedong die in China bezig was aanleiding van diens 70ste verjaardag, op
aan een onstuitbare opmars. De Amerika- bezoek kwam, vond Stalin de hereniging
nen hadden inmiddels hun eigen man de van Korea alsnog geen prioriteit, want dat
christelijke Syngman Rhee met zijn Li- was voor de Sovjet Unie niet van vitaal
berale Partij in hun bezettingszone aan de belang. Integendeel zelfs. Stalin vreesde
macht gebracht. Syngman Rhee wilde de immers een gewapend conflict met Wabestaande feodale orde ongemoeid laten. shington. Stalin vreesde eventueel op twee
Kim Il Sung koos voor de sociale revolutie fronten een oorlog te moeten uitvechten.
door de feodaliteit af te schaffen. De schei- Stalin adviseerde Kim Il Sung naar Chinese
ding tussen de beide Koreaanse bezettings- steun uit te zien. Soldaten gerekruteerd uit
zones met de 38ste parallel als grens werd het etnisch Koreaanse Yanbian zouden alechter pas een politiek feit toen in augustus licht welkom zijn. Stalin riep Kim Il Sung
1948 de Republiek van Korea met Ame- eind maart 1950 terug naar Moskou. Kim
rikaanse steun werd opgericht. De Sovjet Il Sung meende nu dat hij tot de aanval op
Unie reageerde in september 1948 met de Zuid-Korea kon overgaan. Pak Hon Yong,2
Tot op heden is NoordKorea er op eigen kracht niet in
geslaagd om uit de economische
problemen te geraken.
39 I
de leider van de Zuid-Koreaanse communistische partij, vertelde Stalin toen dat er in
Zuid-Korea ongeveer 200.000 gewapende
strijders klaar stonden. Stalin raadde Kim Il
Sung echter aan om eerst met Mao te overleggen, want de Sovjet Unie zou zich in een
gewapend conflict onzijdig opstellen. Stalin liet nu wel modern wapentuig met militaire adviseurs in Noord-Korea ontschepen.
Tevens werd Mao voor het blok gezet om
Kims oorlogsplannen goed te keuren.
Op 25 juni 1950 trokken Noord-Koreaanse
troepen de demarcatielijn over en veroverden de zuidelijke hoofdstad Seoel. Toen al
90 procent van het Zuid-Koreaanse grondgebied was veroverd, kwamen de Amerikanen met de goedkeuring van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties in
actie. De door Stalin gevreesde uitbreiding
van het conflict was een feit. Het NoordKoreaanse leger ging ten onder. Alleen met
massale Chinese hulp kon de Amerikaanse
opmars worden gestopt. De oorlog verzandde daarna in een stellingenoorlog die
zich iets te noorden van de 38ste parallel
stabiliseerde.3 Dat werd uiteindelijk de bestandslijn bij het staakt-het-vuren op 27 juli
1953. Er volgde geen vredesverdrag. Van
beide zijde werd de “hereniging” van Korea onder eigen vlag beleden.
aanhang verworven. Deze beweging was
ook een nationalistische reactie tegen het
geïmporteerde christendom. In december
1946 telde de partij al meer dan 200.000
leden. Dat was meer dan de Arbeiderspartij van Kim Il Sung. De Chondoist Chongu
Partij steunde in Zuid-Korea ook het regime van Synghman Rhee. Ze kon dus
doorgaan voor een in wezen reactionaire
boerenpartij. De neergang van de partij
in het noorden begon toen tijdens de Koreaanse Oorlog partijleden de wijk naar het
zuiden namen. In 1956 telde de Chondoist
Chongu Partij nog maximaal 3.000 leden.
De beweging had nog maximaal 50.000
aanhangers. Na zuiveringen bleef er, behalve het uithangbord, weinig van deze
romppartij over. Vandaag leidt Mevrouw
Ryu Mi Yong4 deze kleine partij die geen
eigen standpunten vertolkt.
De Koreaanse Sociaal-Democratische Partij werd op initiatief van Cho Mansik op
3 november 1945 als de Democratische
Partij opgericht voor de nationalistische
kleine ondernemers en handelaren, maar
ook voor de christenen met anti-Japanse en
antifeodale sentimenten. De oorlog zorgde
voor een conflict. Cho Mansik werd in
1950 terechtgesteld. Zijn partij werd na
1958 door Kim Il Sung steeds meer ontmanteld. In 1980 werd de partijnaam in die
De gevolgen van de Koreaanse oorlog van de Koreaanse Sociaal-Democratische
waren ernstig. In Zuid-Korea was nu een Partij veranderd.5
quasi-fascistisch regime onder Synghman
Rhee aan de macht. In Noord-Korea werd De Nieuwe Volkspartij werd op 16 feeen communistisch regime naar sovjetmo- bruari 1946 door uit China teruggekeerde
del tot stand gebracht. Kim Il Sung gaf de communisten opgericht. Kim Tu Bong6
poging om het land onder eigen vlag te was de partijleider. Zijn partij vertolkte
herenigen niet op, maar intussen hadden gematigde standpunten. Al op 29 juli 1946
wel veel politieke bondgenoten hem laten hielden de beide communistische partijen
vallen en de oversteek naar Zuid-Korea een gezamenlijk congres en werd tot de fugemaakt.
sie besloten. Op een fusiecongres op 28-30
augustus 1946 werd de naam van ArbeiDe Democratische Volksrepubliek derspartij van Noord-Korea aangenomen.7
Korea
Op 22 juli 1946 werd in Noord-Korea het
Democratisch Front voor de Bevrijding van
Korea opgericht. De Arbeiderspartij van
Korea, de Democratische Partij, de Nieuwe
Volkspartij en de Chondoist Chongu Partij
waren de stichters.
De Chondoist Chongu Partij was op 5 februari 1946 opgericht. Deze religieuze
partij steunde op de Chondogyo beweging
en had onder de Koreaanse boeren veel
I 40
De Koreaanse oorlog had het grootste gedeelte van het land in puin gelegd, twee
miljoen doden veroorzaakt,8 grote bevolkingsgroepen op de vlucht gedreven en
daarna ieder perspectief op een vreedzame
hereniging onmogelijk gemaakt. Vooral
China had met deze oorlog verveeld gezeten. Kim Il Sung moest na de wapenstilstand in 1953 hoogdringend aan de
economische wederopbouw werken en
vooral zijn bewind verstevigen. Kim Il
Sung schakelde daarom zijn naaste rivalen
uit. De Zuid-Koreaanse partijleider Pak
Hon Yong werd in 1956 veroordeeld en
ongetwijfeld onmiddellijk terechtgesteld.
Op hem had Kim Il Sung de schuld voor de
faliekant afgelopen oorlog afgeschoven.
Intussen had Kim Il Sung de Juche9 afgekondigd: de DVRK koos voortaan voor
het op eigen kracht ontwikkelen van de
economische structuren, wat een zelfstandige koers naar het socialisme betekende.
De hereniging van het land werd niet afgezworen, maar had niet langer prioriteit.
Een politiek van geforceerde industrialisatie naar stalinistisch model, waarbij de
zware industrie de voorrang kreeg, moest
ook de militaire opbouw dienen om aan de
dreiging uit het zuiden het hoofd te kunnen bieden. Kim Il Sungs nationalisme
betekende ook beroep op het “volk” doen,
en niet enkel en alleen op het proletariaat.
Kim Il Sung sloot ook niet aan bij de in
1949 in Moskou opgerichte COMECON.
Na de wapenstilstand bleef Synghman
Rhee uiteraard in Zuid-Korea aan de
macht. Maar toen daarna de stroom van
dollars opdroogde, de corruptie grote
vormen aannam en de economische groei
uitbleef, steeg de onrust. In 1960 moest
Synghman Rhee na een studentenopstand
ontslag nemen. Om te voorkomen dat het
zuiden eventueel zou kiezen voor een fusie met het noorden, maakte een militaire
staatsgreep onder Park Chung Hee in 1961
een einde aan het pseudo-parlementaire
regime. Maar er was meer aan de hand.
De nationalistische militairen wilden een
versnelde economische groei via de export
van industriële producten realiseren. Ook
waren nu Japanse investeringen welkom.
Voorts zorgde de aanwakkerende oorlog in Vietnam daarna voor extra inkomsten. Zuid-Korea maakte zich nu dankzij
VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT
De Democratische Volksrepubliek Korea tussen zelfbehoud en aanpassing - André Mommen
buitenlandse directe investeringen en opgelegde lage lonen op voor de industriële
revolutie. Zuid-Korea leefde inmiddels veilig onder de Amerikaanse atoomparaplu.
Daardoor kon het land alle aandacht op de
politiek van exportgeleide groei richten. De
militairen zorgden vooral voor de binnenlandse arbeidsrust. Zuid-Korea werd al snel
een economische grootmacht die op textiel,
staal, scheepsbouw en zware chemie was
gebaseerd.10
Economische problemen
In Noord-Korea was het omgekeerde aan
de orde. Hier werd de industrialisatie uit
eigen middelen betaald. Ook ging een
steeds groter deel van de opbrengsten naar
de militaire uitgaven. Kim Il Sung was immers uit het militaire apparaat voortgekomen. De opkomende tegenstellingen tussen
Moskou en Peking liet hij wijselijk over
zich heen gaan. Met lede ogen kon Kim
Il Sung voorts de economische groei van
Zuid-Korea aanzien. Zuid-Korea werd samen met Taiwan (het vroegere Formosa),
Hong Kong en Singapore een “Aziatische
tijger”. De uitdaging lag er dus. Noord-Korea moest nu Zuid-Korea economisch zien
bij te benen om eventueel op voet van gelijkheid te kunnen onderhandelen over een
hypothetische hereniging.
De centrale staatsplanning van de DVRK
had, zoals vroeger in de Sovjet Unie, inmiddels de basis weten te leggen van de
zware industrie. Maar overinvesteringen
leverden problemen op bij het afstemmen
van de productie in de diverse sectoren.
Tekorten doken op die men slechts ten
dele door importen kon afdekken. Daarbij
was het verleidelijk om in die omstandigheden aan de wapenindustrie de voorrang
te geven. Voorts bleef de DVRK, hoewel
geen formeel lid van de COMECON, toch
zwaar afhankelijk van de economische
relaties met de Sovjet Unie en de andere
socialistische landen. Zowel grondstoffen
als machines moesten worden ingevoerd,
wat in schril contrast stond met de officieel
beleden Juche. Toen in 1989 het socialistisch blok uit elkaar viel en eind 1991 de
Sovjet Unie officieel ophield te bestaan,
geraakte de DVRK in een ernstige economische crisis verwikkeld. Wat moest Kim
Il Sung doen in een periode dat de industriële productie grotendeels in elkaar klapte
en de levensstandaard van de bevolking
JAARGANG 45 NUMMER 1 I LENTE 2011
daalde? Er was even sprake van het volgen
van de Chinese weg door het openen van
een vrijhandelszone in Rajin-Sonbong aan
de Chinese en Russische grens.11 Intussen
daalde in het midden van de jaren 1990 de
energieproductie tot onder eenderde van
het eerdere niveau. De import van ruwe
olie daalde van 4 miljoen ton per jaar tot
560.000 ton. Sindsdien telt steenkool voor
meer dan 50 procent van de Noord-Koreaanse energievoorziening.
Kim Il Sung stierf in 1994 op het dieptepunt van de economische crisis. Hij werd
opgevolgd door zijn zoon Kim Jong Il die
zijn machtsbasis eveneens in het Volksleger had. De Juche-ideologie maakte in
1995 nu officieel plaats voor de Songunideologie die het “militaire eerst” in zowel
de politiek als in de “economische opbouw” en in de “ideologie” vooropstelde.
De rol van het Volksleger werd hiermede
tot essentieel element in de opbouw van
het socialisme gepromoveerd. Kim Jong
Il verstevigde daarna door een aantal politieke en administratieve hervormingen,
o.a. door de afschaffing van het Staatspresidentschap, zijn greep op het staatsapparaat. Songun bevestigde het zelfvoorzieningsideaal als middel voor de hereniging
met Zuid-Korea.
Het militaire taalgebruik van Songun
diende ook de bewapeningspolitiek van de
DVRK, waardoor Kim Jong Il internationaal nooit uit de belangstelling verdween.
Het leger moest intussen voorkomen geen
implosie van het regime kon gebeuren.
De economische hervormingen werden
alsnog niet voortgezet. Van economische
hervormingen naar Chinees model12 was
daardoor alsnog geen sprake. Songun viel
terug op centraal geleide herstructureringen met als zwaartepunt de modernisering
van het industriële apparaat door automatisering, waarbij vooral de verspillingen
en de hoge energiekosten moesten dalen.
Intussen bleef de economische groei trager
dan in economieën als China en Zuid-Korea (zie Tabel 1).
‘Songun’ in de praktijk
Na de dood van Kim Il Sung was de NoordKoreaanse regering verplicht de ingestorte
economie met eigen middelen terug op de
been te helpen. Bouwen op eigen kracht
was het enige alternatief om de inmiddels
sterk verouderde industriële faciliteiten terug op gang te brengen. Drie sleutelsectoren kregen hierbij de aandacht: 1) de staalindustrie, 2) de meststoffensector en 3) de
textielindustrie. Om deze drie sectoren op
volle toeren te kunnen laten draaien was
een verbetering in de elektriciteitssector
noodzakelijk.13
Staal
De staalindustrie werd consequent gemoderniseerd door de invoering van het Samhwa-proces, waardoor het te hoge percentage koolstof in het ijzer werd verminderd
door te investeren in elektrische ovens.
Maar door een tekort aan schroot kon die
vernieuwing niet helemaal worden afgerond, te meer daar er onvoldoende valuta
voorhanden was om de benodigde schroot
in te voeren, hoewel de eigen ertsmijnen
op volle toeren draaiden. Voorts was er
41 I
Tabel 1: Macro-economische gegevens 2000/2008
Bruto Nationaal Inkomen Inkomen per hoofd van de
in miljarden US$
bevolking (in US$)
Jaar
BBP in miljarden US$
Groei inkomen in %
2000
10,6
1,3
10,6
461
2001
11,0
3,7
11,0
475
2002
10,9
1.2
10,9
467
2003
11,0
1,8
11,0
470
2004
11,1
2,2
11,1
472
2005
13,0
3,8
13,0
548
2006
13,7
-1,1
13,7
577
2007
14,3
-2,3
14,3
600
2008
13,3
3,7
13,3
555
Bron: Macroeconomic Statistics and the DPRK, National Committee on North Korea
onvoldoende continue aanvoer van elektriciteit en was er instabiliteit in het procédé,
waardoor de output van staal beperkt bleef.
Computergestuurde machines
Computergestuurde machines installeren
was een voorwaarde om de productiviteit
en de kwaliteit van de industriële productie
op te voeren. Een twintigtal bedrijven produceerden nu met automatische machines,
zoals de Pyongyang Textile Machinery
Factory, de Kanggye General Tractor Plant,
de Daean Heavy Machinery Complex, etc.
Een flessenhals was dat Noord-Korea veel
hoogwaardige onderdelen voor deze machines moest invoeren, iets wat zwaar op
de betalingsbalans drukte. Daarbij was ook
hier de onregelmatige aanvoer van elektriciteit een handicap.
Meststoffen
Om aan de agrarische crisis het hoofd te
kunnen bieden waren meer en gediversifieerde meststoffen noodzakelijk. Wegens
alweer een tekort aan elektrische energie
lukte het niet om op afdoende wijze deze
I 42
tekorten weg te werken. Vandaag is de
voedselcrisis nog altijd een probleem. De
rijstproductie ligt nog altijd een 1 miljoen
ton per jaar onder de binnenlandse behoefte. Onlangs vernam men wel dat de
Namhung Youth Chemical Complex erin
was geslaagd om door middel van kolenvergassing meststoffen te produceren. Aan
“harde” steenkool als antraciet is in NoordKorea geen gebrek. Die kan als grondstof
voor de productie van ammoniak worden
gebruikt.
Textiel
economische ineenstorting in het midden
van de jaren 1990 is de steenkoolproductie nog maar de helft van de vroegere
capaciteit.
Steenkool
De Noord-Koreaanse economie is in sterke mate afhankelijk van steenkool. Die
afhankelijkheid is groot daar de gebruikte
technologie energieverslindend is. Steenkool is de basisgrondstof voor de chemische industrie en wordt gebruikt als brandstof in de thermische centrales. Helaas,
maar de productie van steenkool daalde
van 32 miljoen ton in 1990 tot slechts 15
miljoen ton in 2007. De opgehaalde steenkool voorziet in slechts 30 procent van
de binnenlandse vraag. Hierdoor kwamen
diverse sectoren, zoals de metaalindustrie,
in 2005 haast zonder steenkool te zitten.
Import van steenkool is nog altijd precair
wegens een tekort aan harde valuta.
Noord-Korea zette in 1961 al in op het
produceren van kunstvezels ter vervanging
van de katoenvezels. In dat jaar werd het
February & Vinalon Complex gebouwd
dat evenwel nauwelijks aan produceren
op volle capaciteit toekwam. In 1994 werd
het complex stilgelegd wegens een tekort
aan grondstoffen en aan onderdelen. De
productie werd pas in februari 2000, dit na
twee jaar van reparaties, hervat. De fabriek Elektriciteit
werkt nu volledig automatisch. Probleem
blijft nog altijd de continue aanvoer van Overschakelen van kolengestookte elektrielektriciteit en antraciet. Echter, sinds de citeitscentrales op waterkrachtcentrales is
VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT
De Democratische Volksrepubliek Korea tussen zelfbehoud en aanpassing - André Mommen
Tabel 2: Noord-Korea’s industriële herstructureringsinspanningen
Industrie
Status
Evaluatie
Staalindustrie
Ontwikkeling van een methode om zelf
ijzer te produceren zonder importen door
het perfectioneren van het “Juche ijzer”;
Gebruiken van gegranuleerd ijzer, efficiënt gebruik van grondstoffen bij de ijzerproductie verhogen.
Bijdrage aan de expansie van de
ijzerproductie;
Uitbreiding en duurzaamheid worden
bemoeilijkt door electriciteitstekort en het
speciale karakter van het “Samhwa ijzer”.
Machine-industrie
(automatisering)
Versterken
van
computergestuurde
machines;
Verhoging van de efficiëntie door automatisering van de industriële productie.
Bijdrage aan de expansie van de industriële productie;
Beperking voor de verdere expansie wegens tekorten aan onderdelen en
electriciteitsvoorziening.
Beperkte productie van meststoffen
Verbreding
beperkt.
Hernemen van de vinalonproductie;
Verhogen van de efficiëntie van de vinalonfabrieken door middel van computergestuurde machines.
Bijdrage aan de textielproductie;
Moeilijkheden worden verwacht bij de uitbreiding van de productie wegens tekorten
aan antraciet en elektriciteit.
Meststoffenindustrie
Textielindustrie
(vinalon)
van
productengamma
is
Bron: http://www.koreaherald.com/specialreport/Detail.jsp?newsMLId=20100818000677
problematisch gezien het tekort aan water
in de bergrivieren en het bevriezen van de
stuwmeren in de winter. Hydro-elektrische
centrales leverden in 1995 1,7 miljoen kw
en in 2005 nog maar 1,24 kw. De thermische centrales leverden in 1995 0,81 miljoen kw en begin 2000 nog maar 0,3 miljoen kw, maar de productie steeg daarna
weer tot 0,6 à 0,7 miljoen kw. Modernisering van de kolencentrales is hard nodig
en overschakeling op olie een optie. Maar
dan moet men wel de import van energiedragers vergroten.
Buitenlandse investeringen
Om uit de economische klem te komen
werd, vooral onder indruk van het Chinese
voorbeeld, al in 1984 een wet op de joint
venture bedrijven aangenomen,14 maar het
was pas in 1992 dat die wet werd aangevuld met een eerste wet op de buitenlandse
investeringen, een tweede wet op de buitenlandse bedrijven en een derde wet op de
joint ventures.15
In Rajin-Sonbong werd in 1991 met
de hulp van de Verenigde Naties een
JAARGANG 45 NUMMER 1 I LENTE 2011
vrijhandelszone gesticht om buitenlandse
investeringen te lokken. De investeerders lieten het echter grotendeels afweten.
Hoofdzakelijk door buitenlanders gerunde
hotels, restaurants en telecommunicatiebedrijven werden er actief, terwijl aan de
overzijde van de Tumen rivier op Chinees
gebied de economische zones wél een succes werden.16 Blijkbaar schortte er iets
aan de aantrekkelijkheid van de locatie
én aan de door Noord-Korea geboden investeringsvoorwaarden. Inmiddels deed
de regering in Pyongyang wel moeite om
aan te sluiten bij de regionale economische
ontwikkeling.
De DVRK deed inspanningen om beter
aansluiting te vinden bij de andere Aziatische landen door in juli 2000 te participeren in de ASEAN Regional Forum (ARF)
in Bangkok en door bilaterale diplomatieke
relaties aan te gaan met de Filippijnen, Canada, Groot-Brittannië, Duitsland, enz., allicht in de hoop dat ook de handelsrelaties
konden verbeteren en investeerders zouden
opdagen. Nieuwe economische hervormingen werden daarom in 2002 afgekondigd.
Bedrijven kregen een grotere vrijheid en
subsidies aan staatsbedrijven werden afgeschaft. Arbeiders kregen een prestatieloon.
Industriële producten konden via de boerenmarkten worden verkocht. De Berlijnse
automatiseringsfirma KCC bracht NoordKorea online, westerse consultants verschenen in het straatbeeld, pakjesbezorger
DHL opende een kantoor in Pyongyang en
westerse bureaus brachten toeristen binnen. China werd inmiddels de belangrijkste handelspartner van de DVRK en ook
de belangrijkste buitenlandse investeerder.
In 2005 investeerde de Chinese handelsfirma Tianjin Digital 650.000 US$ in een
joint venture die in Pyongyang fietsen ging
produceren.17 Men schatte dat toen ongeveer 150 Chinese bedrijven, vooral in de
voedingswarensector en de elektronica, in
Noord-Korea actief waren. Buitenlandse
kapitaal stroomt ook via de Koreaanse diaspora in Japan en China binnen.
Ondanks de internationale spanningen kon
de DVRK Zuid-Koreaanse investeerders
overtuigen om met toestemming van hun
eigen regering productie naar Noord-Korea te verplaatsen om zo van de lage lonen
te kunnen profiteren.
43 I
industrialisatie wilde men in Noord-Korea
wel volgen.22 Maar er waren moeilijkheden. Zo verkozen de meeste westerse
multinationals China boven Noord-Korea.
De strikte staatscontrole en de gebrekkige
voorzieningen in Noord-Korea moeten
voor hen een gruwel zijn geweest. Een
echte investeringsboom vond daarom niet
plaats. Een nauwere samenwerking met
China kon uitkomst bieden. Echter, de economische rol van China in Noord-Korea
bleef beperkt. Dat had met een aantal objectieve factoren te maken. Peking gaf na
2000 voorrang aan het zoeken naar minerale grondstoffen en energiedragers.23 Interesse in het uitbesteden van industriële
productie elders bestond alsnog niet op de
agenda.
Olie- en gaswinning
Er werden inmiddels drie bijkomende speciale economische zones opgericht.
De twee centra van privaat-publieke samenwerking werden met Hyundai Asan
ontwikkeld. Ten eerste is er een toerismeproject in de streek rond de Mount Kumgang en ten tweede is er de industriële
zone in Kaesong. Deze laatste ligt op 10
kilometer van de gedemilitariseerde zone.
Productie in het Kaesong Industries Complex startte in juni 2003. De eerste producten werden in december 2004 naar ZuidKorea vervoerd. Hier werkten toen al snel
zo een 13.300 Noord-Koreaanse arbeiders
voor een gemiddeld loon van 70 US$ per
maand in een vijftiental Zuid-Koreaanse
fabrieken die allerlei consumptiegoederen,
gaande van horloges tot schoeisel, voor de
export produceren. Deze industriële zone
moest nog worden voorzien van een spoorweg en een expresweg naar Pyongyang.
Ongeveer 117 Zuid-Koreaanse KMO’s
die vooral confectie en schoenen produceren, zijn er inmiddels al actief. Ze stellen
er al meer dan 47.000 Noord-Koreaanse
arbeidskrachten tewerk. De meeste uitgevoerde producten gaan naar de ZuidKoreaanse markt. Slechts een goede 18
procent gaat naar de buitenlandse markten.
Niet alles werd een succes. Dat was met
name het geval met de toeristische zone
Mount Kumgang. Die trok in 2000 nog
212.000 toeristen. Dat was het jaar toen
I 44
op 13 juni de politieke leiders van de
beide Korea’s elkaar een hand gaven. Dat
aantal toeristen daalde in 2001 tot slechts
56.680.18 Het project bleek voor de Hyundai Groep een verkeerde investering te zijn.
Er is ook nog de speciale autonome regio
(SAR) die naar het model van Hong Kong
in de noordwestelijke stad Sinuiji aan de
Chinese grens werd opgericht en waar
vooral Chinese investeerders actief zijn.
De bedoeling van deze zone is uiteraard om
met goedkope arbeidskrachten extra harde
valuta te verdienen.
Het nemen van een aandeel in NoordKoreaanse staatsbedrijven kan voor buitenlandse investeerders lucratief zijn. Zo
kocht het Egyptische conglomeraat Orascom Construction Industries19 zich in 2007
voor 115 miljoen US$ in bij Sangwon
Cement20 dat in de buurt van Pyongyang
is gevestigd. De voorwaarde was wel dat
de cementfabriek moest worden gemoderniseerd en dat de productiecapaciteit tot
2,5 à 3 miljoen ton per jaar moest worden
opgevoerd.21
Het model van de speciale economische
zones is bekend en afgekeken van China’s industriële zones. In 2000, 2005 en
2006 bezocht Kim Jong Il tijdens een reis
naar China er een aantal nieuwe industriële gebieden en fabrieken van westerse
multinationals. De Chinese weg naar de
Exploratie op de zeebodem naar olie en
gas voor de Koreaanse kust met de hulp
van westerse oliemaatschappijen kan voor
Noord-Korea leiden tot een structurele oplossing voor het energietekort. Die zoektocht werd evenwel vanaf den beginne een
lange lijdensweg. Reeds in de jaren 1960
dacht men in samenwerking met de Sovjet Unie aan oliewinning in zee. In 1977
werd met dat doel op de Asia Exploration
Consultants (AEC) uit Singapore beroep
gedaan en in 1979 op de Joegoslavische
oliemaatschappij INAP. Ook dat leverde
uiteindelijk niets op. In 1980 werd de Noorse firma GECO Geophysical, een dochteronderneming van het Franse Schlumberger, ingeschakeld. Er werden wat kleine olie- en gasvelden in kaart gebracht en
daarna werd een olieboorplatform in Singapore gehuurd.24 Er werd verder gezocht
met Sovjethulp en met Britse Leeward Petroleum. Meridian Oil boorde hierna olie
aan. Door de crisis veroorzaakt door het
uiteenvallen van de Sovjet Unie besloot
Noord-Korea spoed te zetten achter de exploratie van olie- en gasvelden. Na Meridian Oil kwam in 1992 Taurus Petroleum
AB uit Stockholm in beeld, gevolgd door
Beach Petroleum dat een tweede concessie
nam. In 1998 ging een derde concessie naar
SOCO International uit Londen. Ook op
het vasteland van Noord-Korea werd geëxploreerd, hier door Sovereign Ventures
Pt. (SVPL), en wel aan de Tumen rivier in
de buurt van het Russische Vladivostok.
Het probleem was om van de fase van de
exploratie naar de fase van de exploitatie
VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT
De Democratische Volksrepubliek Korea tussen zelfbehoud en aanpassing - André Mommen
over te gaan. In 2004 liep het gerucht dat
het Britse Aminex, via een joint venture,
voor zowel de exploratie als de exploitatie
zorg zou dragen, maar de turbulente internationale toestand belette dat al snel. In mei
2010 kwam dan het bericht dat Aminex een
tweede akkoord had afgesloten. Samen met
Korex (50 procent eigendom van Aminex en 50 procent eigendom van Chosun
Energy uit Singapore, een lid van de Triton
Energy energiegroep) had Aminex met de
Noord-Koreaanse staatsmaatschappij Korea Oil Exploration Company (KOEC) de
exploratierechten voor de Koreaanse Oostzee verkregen. Het akkoord verving de eerdere overeenkomst.25
Een oplossing voor heel wat financiële en
technische problemen zou de samenwerking met zowel de Chinese maatschappij
China National Offshore Oil Corporation
(CNOOC), als met de Zuid-Koreaanse
oliemaatschappij Korean National Oil Corporation (KNOC) zijn. Maar de impasse
in de relaties met de Verenigde Staten (zie
verder) hebben een duurzame samenwerking alsnog gedwarsboomd. In mei 2000
nodigden SOCO en Taurus, dit in opdracht
van de DVRK, het Zuid-Koreaanse conglomeraat Hyundai en KNOC uit om een
aardolie- en gasconsortium voor exploratie
in de Gele Zee te vormen. Daarbij zou de
Zuid-Koreaanse regering worden gevraagd
om de fondsen voor de olie- en gasexploratie te verstrekken. In 2004 stelde KOEC
aan KNOC voor om te praten over gezamenlijke exploratie in de Gele Zee. In 2006
werd bekend dat tussen Peking en Pyongyang een voorakkoord werd getekend om
gezamenlijk in de Gele Zee naar olie te
zoeken.26 Chinese hulp zou in deze uiterst
welkom zijn daar China voortdurend moest
bijspringen om de ergste olietekorten van
Noord-Korea op te vangen.
Een Chinees mega-investeringsproject
Tot op heden is Noord-Korea er op eigen
kracht niet in geslaagd om uit de economische problemen te geraken. De schattingen
over het Bruto Binnenlands Product (BBP)
variëren. De Amerikaanse regering schat
het BBP per hoofd van de bevolking op niet
meer dan 1.800 US$, wat overeenkomt met
het BBP van Zimbabwe. De jaarlijkse uitvoer bedraagt ongeveer 4 miljard US$. De
exportwaarde per hoofd van de bevolking
JAARGANG 45 NUMMER 1 I LENTE 2011
bedraagt rond de 60 US$, hetgeen 1 procent van het Zuid-Koreaanse is. Behalve
visproducten, delfstoffen en cement is de
Noord-Koreaanse economie eerder een
hutsepot van diverse industrieën die voor
de export produceren. Daaronder vallen
bijvoorbeeld ook de animatiestudio’s waarvan vooral Europese firma’s gebruikmaken, of de wapenindustrie die bijvoorbeeld
raketten leverde aan Iran. China is na de
ineenstorting van de COMECON bij verre
de belangrijkste handelspartner geworden.
Ongeveer 150 Chinese firma’s zijn hierbij
betrokken.
CPC) begin februari 2010 in Pyongyang
was. De Taepung International Investment
Group zou in die periode al met twee belangrijke Chinese banken en meerdere internationale bedrijven tot een akkoord zijn
gekomen. Het akkoord werd in maart 2010
officieel ondertekend. Men kan zich afvragen wat het effect ervan zal zijn. De bilaterale handel tussen Noord-Korea en China is
inmiddels al flink toegenomen en bereikte
in de eerste helft van 2010 volgens Chinese
bronnen 1,3 miljard US$.32 De komende
Chinese investeringen in infrastructuren
betreffen vooral de ontwikkeling van de
havenpier van Rajin, het repareren van de
brug over de Tumen rivier en het wegennetwerk rond de bijzondere economische
zone en het mogelijk scheppen van speciale investeringszones op de twee eilanden
Wihwa en Bidan in de Yalu rivier.33 Dit
zou passen in het Noord-Koreaanse plan
om in totaal twaalf van deze zones op te
richten. In elk geval werd eind 2010 bekend dat zes inter-Koreaanse industriële
parken naar het model van Kaesong Industrial Complex zullen worden gebouwd
voor een totale kostprijs van 43,09 miljard
won, waarvan de regering 39,02 miljard
won voor haar rekening zou nemen. Daarnaast zou ook fase 2 en 3 van de verdere
uitbouw van Kaesong ter hand worden genomen, evenals die van industriële parken
bij Rajin-Sonbong, Sinuiju, Haeju, Nampo
en Wonsan. Rajin-Sonbong en Sinuiju
zijn allebei “Free Economic Trade Zones”
en als speciale administratieve zones verschaffen ze grote industrieterreinen voor
het aantrekken van buitenlandse investeerders. Op de tweede inter-Koreaanse top
in oktober 2007 was al overeengekomen
dat Haeju zou worden ontwikkeld. Inmiddels wordt een industrieel complex voor
de lichte industrie in Nampo (Westkust)
en een voor zware industrie en chemie in
Wonsan gebouwd. De bouw van spoorwegen en autowegen is een ander probleem.
Dat probleem moet samen met de verdere
ontwikkeling van de industriële zones in
2021 zijn opgelost.34
De oplossing voor de Noord-Koreaanse
economische stagnatie moet ongetwijfeld uit China komen.27 Om de exporten
te kunnen uitbreiden moet China meer in
Noord-Korea investeren en moeten de infrastructuren (spoorwegen, bruggen en wegen, havens) drastisch worden verbeterd.
Begin 2010 werd met Rusland een akkoord
bereikt voor het verhuren van een havenpier in Rajin-Sonbong en van een tweede
aan China. Voor beide landen is deze ijsvrije haven van strategische betekenis. Om
dat alles te realiseren heeft de Noord-Koreaanse regering inmiddels al Taepung International Investment Group28 opgericht.
Deze organisatie is de investeringsarm om
buitenlands kapitaal aan te trekken voor de
begin 2010 opgerichte State Development
Bank die havens, spoorwegen, de lichte
industrie en de landbouw moet ontwikkelen. Dat betekent ook het opgeven van de
strategie van zelfvoorziening. In december
2009 werd een munthervorming doorgevoerd. Begin mei 2010 bracht Kim Jong
Il al weer een bezoek aan Peking om niet
alleen onmiddellijke financiële hulp (ongeveer 60 miljoen US$) te vragen, maar
allicht ook om verder te praten over een
door China beloofde steun van 10 miljard
US$ voor infrastructurele projecten. Deze
laatste steun komt neer op ongeveer 70 procent van het Noord-Koreaanse BBP. Deze
fondsen moeten via de blijkbaar met dat
doel opgerichte State Development Bank
worden besteed en vooral de ontwikkeling
van de streek rond de Tumen rivier29 en de Voorts wil de Noord-Koreaanse regering
speciale economische zone van Rajin-Son- het ontwikkelen van high-tech industrie
bong ten goede komen.30
concentreren in en rond de hoofdstad Pyongyang, geneesmiddelen en eetbare vetten in
De beslissing om 10 miljard US$31 in Nampo, lichte industrie en katoenspinneNoord-Korea te investeren was aanvanke- rijen in Sinuiju, scheepwerven in Wonsan,
lijk genomen toen Wang Jiarui (directeur steenkool en chemische productie in Hambuitenland van het Centraal Comité van de heung, metaalraffinaderijen in Kimchaek,
45 I
Tabel 3: De belangrijkste handelspartners van Noord-Korea in % van de totale handel (export en import)
Rang
Land
1990
Land
2000
Land
2008
1
China
22,8
China
15,2
China
32,5
2
Japan
20,5
Japan
13,0
Zuid-Korea
22,7
3
Hong Kong
6,4
Zuid-Korea
12,2
Algerije
7,3
4
Iran
6,2
Brazilië
7,2
Venezuela
4,1
5
Duitsland
5,3
Thailand
6,3
Brazilië
3,5
6
Tunesië
4,4
India
5,0
India
2,6
7
Australië
4,3
Congo
4,9
Rusland
2,1
8
Indonesië
3,7
Hong Kong
3,2
Saudi Arabië
1,9
9
Turkije
2,5
Costa Rica
3,0
Congo
1,9
10
Singapore
2,0
Algerije
2,7
Zuid-Afrika
1,9
Bron: Hyung-Gon Jeong en Hokyung Bang, An Analysis of North Korea´s Principal Trade Relations, Parijs en Brussel: IFRI Center
for Asia Studies, juli 2010, blz. 11.
Tabel 4: De belangrijkse handelspartners van Noord-Korea in % (export)
Rang
Land
1990
Land
2000
Land
2008
1
Japan
29,0
Japan
20,5
Zuid-Korea
31,1
2
China
12,6
Zuid-Korea
13,7
China
23,1
3
Tunesië
9,6
Brazilië
11,9
Venezuela
10,5
4
Turkije
6,0
Costa Rica
9,0
Brazilië
4,2
5
Duitsland
5,4
Bangladesh
5,3
Libanon
3,1
6
Indonesië
5,1
Spanje
4,8
Griekenland
2,6
7
Mexico
2,8
Saudi Arabië
4,6
India
2,4
8
Hong Kong
2,8
Hong Kong
3,5
Saudi Arabië
2,2
9
Thailand
2,7
China
3,0
Myanmar
1,8
10
Maleisië
2,0
Libanon
2,1
Turkije
1,6
Bron: idem, blz. 12.
I 46
VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT
De Democratische Volksrepubliek Korea tussen zelfbehoud en aanpassing - André Mommen
Tabel 5: De belangrijkste handelspartners van Noord-Korea in % (import)
Rang
Land
1990
Land
2000
Land
2008
1
China
30,0
China
20,9
China
38,1
2
Japan
14,6
Zuid-Korea
11,5
Zuid-Korea
17,7
3
Iran
9,6
Japan
9,5
Algerije
11,0
4
Hong Kong
8,9
Thailand
8,5
Congo
3,1
5
Australië
7,4
Congo
7,2
Brazilië
3,1
6
Duitsland
5,2
India
6,7
Rusland
3,1
7
Singapore
2,9
Brazilië
5,1
Zuid-Afrika
3,0
8
Indonesië
2,8
Algerije
3,8
India
2,7
9
Tsjechoslowakije
1,9
Qatar
3,1
Singapore
2,6
10
Australië
1,8
Hong Kong
3,0
Saudi Arabië
1,8
Bron: idem, blz. 12.
petrochemie in Raeon, zware industrie in
Chongjin.35 Deze plannen, die aansluiten
bij het moderniseringsproces van zowel de
bestaande productiefaciliteiten (zie hoger)
als van de overschakeling op nieuwe en
meer hoogwaardige industriële producten, passen in een poging om aansluiting
te zoeken bij het productiepatroon dat zich
in de meeste Aziatische landen al heeft
gemanifesteerd.
Wat de handelsrelaties betreft merkt men
dat China en Zuid-Korea de belangrijkste
partners zijn en dat Japan, als gevolg van
de internationale spanningen en de sancties van de Verenigde Naties, is weggevallen. In de plaats zijn gekomen een reeks
van kleinere handelspartners, veelal uit
de ontwikkelingseconomieën. Venezuela
en Algerije (zie tabellen 3, 4 en 5) horen
daar niet toevallig bij en de laatste jaren
waren er ook (geslaagde) toenaderingspogingen tot het Brazilië van President Lula.
De DVRK opende in 2004 een ambassade
in Brasilia en in 2006 werd een bilateraal
handelsverdrag ondertekend.36 Brazilië
heeft, net als Noord-Korea, uitgesproken
nucleaire ambities en steunt daarin ook
Iran, die andere door de “internationale
JAARGANG 45 NUMMER 1 I LENTE 2011
gemeenschap” verstotene terroristische
staat.
Ondanks alle internationale spanningen
en toegenomen conflicten zijn de economische betrekkingen tussen Noord- en
Zuid-Korea niet onderbroken. Dat mag
opmerkelijk heten. Blijkens gegevens
over het eerste halfjaar van 2010 bedroeg
de wederzijdse handel tussen de twee Korea’s 980 miljoen US$, wat een toename
met 51,3 procent (650 miljoen US$) met
het jaar voordien was. Ter vergelijking:
de wederzijdse handel met China nam in
die periode met slechts 16,4 procent toe
tot 1.280 miljoen US$. De reden hiervoor
moet men zoeken in het relatieve succes
van het Kaesong Industrial Complex dat in
een jaar tijd 96 procent meer produceerde.
Vooral textiel en consumentelektronica
staan na grondstoffen boven aan de lijst
van de handelsgoederen. Noord-Korea importeert vooral grondstoffen uit Zuid-Korea voor de textielindustrie (36 procent van
de Zuid-Koreaanse export).37 Maar na het
incident met het tot zinken brengen van de
Zuid-Koreaanse oorlogsbodem Cheonan
in maart 2010 legde Zuid-Korea sancties
op. Zuid-Koreaanse firma’s vreesden nu
voor de veiligheid van hun investeringen.
Hierdoor daalde weer de inter-Koreaanse
handel.
Wat is gebleven, dat zijn de grote onevenwichten op de Noord-Koreaanse handelsbalans. Noord-Korea importeert veel meer
dan het exporteert. Het land probeert dat
deficit o.a. op te vangen door (illegale) wapenverkoop (b.v. raketten). Noord-Korea
produceert en exporteert de laatste jaren
steeds meer elektronica, maar moet daarom ook steeds meer machines importeren,
plus voedingswaren wegens de problemen
met de voedselproductie (schaarste op de
korte termijn), hetgeen een snelle industriële omschakeling frustreert. Deze omschakeling is echter reëel, want de diversificatie in de handel vertaalt zich in een
verandering in de samenstelling van de
import en de export, waarbij China steeds
meer industriële producten afneemt (zie
Tabel 6).
Militaire spanningen
In september 2010 keerde Kim Jong Il
naar Peking terug, ditmaal ook om te
47 I
Tabel 6: De structuur van het productieproces in de handel van Noord-Korea met China
Export (in %)
Eindproducten
Intermediaire goederen
Import (in %)
1991
2006
1992
2006
Consumptiegoederen
11,4
27,0
13,9
25,1
Kapitaalgoederen
0,8
0,5
4,8
9,5
Halfafgewerkte producten
57,5
16,1
21,6
34,7
Onderdelen
1,2
0,2
2,9
5,4
28,9
52,8
55,4
23,9
Primaire goederen
Bron: H. G. Jeong en H. Bang, a.w., blz. 21
praten over de politieke en militaire stabiliteit in de regio. Vooral de oplopende
spanningen tussen Noord- en Zuid-Korea
enerzijds en Noord-Korea en de Verenigde
Staten anderzijds hadden al tot groot ongenoegen in Peking geleid. Die spanningen gelden vooral de door Noord-Korea
ontwikkelde kernwapens en ballistische
raketten en zouden aldus de Verenigde
Staten niet alleen de stabiliteit in de regio,
maar in de hele wereld bedreigen, zeker indien Noord-Korea mocht doorgaan met het
bewapenen van Iran. Een en ander is echter ook terug te voeren tot de door President George W. Bush onmiddellijk na zijn
aantreden gelanceerde campagne tegen de
“as van het kwaad” en zijn oorlog in Afghanistan en Irak, waarbij Noord-Korea
gezien werd als een “ruige staat” die tot de
orde moest worden geroepen. Hiermede
stopte Bush de door zijn voorganger Bill
Clinton ondernomen pogingen om de meningsverschillen via onderhandelingen uit
te praten. Ten slotte werd in Zuid-Korea
een rechtse regering aan de macht gebracht die de politiek van toenadering met
het Noord-Koreaanse regime minder goed
gezind was, ook al ging dat in tegen de belangen van het eigen bedrijfsleven.
Nadat in 1971 de eerste gesprekken via het
Rode Kruis over de hereniging van Koreaanse families waren gevoerd, werden
al snel een coördinatiecomité opgericht dat
een vreedzame hereniging van beide staten moest voorbereiden.38 Die gesprekken
werden gestopt toen de Zuid-Koreaanse
President Park Chung Hee aankondigde
I 48
het lidmaatschap van de Verenigde Naties te willen aanvragen, waarna ook de
DVRK het lidmaatschap aanvroeg en verkreeg. Gesprekken over praktische zaken,
zoals over het gezamenlijk organiseren
van de Olympische Spelen in 1988, haalden geen praktisch vervolg. Daarna gingen
wel onderhandelingen tussen de premiers
van beide deelstaten in Seoel van start.
De implosie van het wereldcommunisme
vormde de achtergrond van deze onderhandelingen. De wankelende Sovjet Unie
erkende in 1990 Zuid-Korea.39 China zou
al snel volgen.
Op 13 december 1991 werd tussen Noorden Zuid-Korea een basisverdrag ondertekend over verzoening, non-agressie, uitwisseling en samenwerking gevolgd door
een verklaring over de denuclearisering
van het schiereiland. Het verdrag verbood
het testen, produceren, ontvangen, bezitten, opslaan, ontplooien of gebruiken van
kernwapens of het beschikken over een
uraniumverrijkingsinstallatie.40
In januari 1993 weigerde Pyongyang inspectie door het IAEA van twee verdachte
nucleaire installaties. In maart 1993 trok
de DVRK zich eveneens terug uit het Nuclear Non-Proliferation Treaty (NPT).41
Daarna voerden de Verenigde Staten gedurende twee jaren directe besprekingen
waaruit een aantal akkoorden over nucleaire zaken voortvloeiden, inclusief in 1994
een “Agreed Framework”. In februari
1998 kwam de Zuid-Koreaanse President
Kim Dae Jung met zijn Sunshine Policy
ten aanzien van Pyongyang op de proppen. Dit was de aanzet voor het samenroepen van de eerste inter-Koreaanse top in
Pyongyang op 13-15 juni 2000. De nieuwe
Zuid-Koreaanse President Roh Moo Hyun
zette dat beleid verder, maar liet de benaming Sunshine Policy vallen. Het resultaat
was dat de inter-Koreaanse handel aanzienlijk toenam (zie Tabel 3). Op 2-4 oktober
2007 werd een tweede inter-Koreaanse topontmoeting in Pyongyang gehouden. Maar
met het aantreden van de rechtse president
Lee Myung Bak in februari 2008 ondergingen de inter-Koreaanse betrekkingen een
verkilling. Dat belette niet dat er intussen
onder druk van het Zuid-Koreaanse zakenleven wel over economische thema’s werd
gesproken.
De door Noord-Korea doorgezette nucleaire strategie ondermijnde onderhand wel
het in oktober 1994 afgesloten “Agreed
Framework” voor het kernwapenvrij maken van het Koreaanse schiereiland. Het
internationaal consortium Korean Peninsula Energy Development Organisation
(KEDO), hier de financier en leverancier
van lichtwaterreactoren (LWR’s), besliste
om de Noord-Koreaanse grafietreactoren
door LWR’s te vervangen. In 1999 kreeg
Washington toegang tot de ondergrondse
nucleaire installaties in Kumchang-ni om
ze te inspecteren. Daarna werd het alarm
afgeblazen. Er was dus niets aan de hand.
De DVRK kondigde in 1999 een eenzijdig
moratorium op het testen van ballistische
raketten af. Dat gegeven werd in juni en
daarna in oktober 2000 nog eens bevestigd.
VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT
De Democratische Volksrepubliek Korea tussen zelfbehoud en aanpassing - André Mommen
Met het aantreden van president George
W. Bush in januari 2001 veranderde alles
snel. Bush eiste al gauw gesprekken over
de Noord-Koreaanse conventionele bewapening, de wapenexport, de mensenrechten en andere humanitaire issues te voeren.
In oktober 2002 werd Noord-Korea beschuldigd van het verrijken van uranium.
Noord-Korea stelde hiertoe het recht te
hebben.42 Maar Washington eiste dat men
dit project zou stopzetten als voorwaarde
om tot een fundamenteel nieuwe relatie
te komen. Daarna beëindigde de KEDO
onder Amerikaanse druk het verschepen
van zware aardolie naar Noord-Korea. In
2002-2003 wees de DVRK de inspecteurs
van het Internationale Atoomagentschap
uit en beëindigde de bevriezing van het
bestaande plutoniumverrijkingsprogramma. Pyongyang kondigde aan zich tegen
de Amerikaanse dreiging te willen bewapenen door een nucleaire afschrikkingsmacht op te bouwen. Op 1 december 2003
besloot de KEDO om de werkzaamheden
aan de LWR te stoppen.
Washington eiste nu bilaterale onderhandelingen van Noord-Korea, maar onder druk
van China werden in april 2003 besprekingen tussen de DVRK, China, Rusland,
de KOR, de Verenigde Staten en Japan
gestart over het eventueel stoppen van het
Noord-Koreaanse nucleaire programma
JAARGANG 45 NUMMER 1 I LENTE 2011
en het tekenen van een non-agressiepact
tussen Pyongyang en Washington, dit in
ruil voor een hulpprogramma en het normaliseren van de betrekkingen. Volgden
een tweede, een derde en een vierde onderhandelingsronde in 2004. In februari 2005
verklaarde de DVRK niet meer mee te willen werken aan het overleg, want het land
beschikte nu over kernwapens. Pyongyang
verklaarde zich ook niet meer door het
moratorium over de ballistische raketten
gebonden te voelen. Toch werd er in juliseptember 2005 weer verder onderhandeld,
waarna de zes onderhandelingspartners
unaniem overeenkwamen om het schiereiland met vreedzame middelen kernwapenvrij te maken. De DVRK onderschreef
het besluit om de kernwapens op te geven,
terug te keren naar het NPT en controleurs
van het Internationale Atoomagentschap
toe te laten. Een vijfde onderhandelingsronde startte in november 2005, maar
Noord-Korea brak die af onder verwijzing
naar de vijandige politiek van de Verenigde
Staten. Dat gebeurde na het bevriezen van
de Noord-Koreaanse bankrekeningen bij
de Banco Delta Asia (BDA) in Macao onder verwijzing naar criminele witwassing.
In juli 2006 lanceerde de DVRK zeven ballistische raketten. De Veiligheidsraad van
de VN nam daarop unaniem resolutie nr.
1695 aan waarin van de DVRK werd geëist
om het raketprogramma stil te leggen. Aan
andere landen werd opgedragen dat NoordKoreaanse raketprogramma niet met leveranties te steunen of wapenonderdelen in
de DVRK aan te kopen. De DVRK verwierp onmiddellijk deze resolutie.
Op 9 oktober 2006 meldde Noord-Korea
een succesvolle kernwapenproef. De Veiligheidsraad reageerde unaniem met resolutie nr. 1718 waarin de DVRK sancties
ten aanzien van bepaalde luxegoederen,
technologie en onderdelen voor wapens en
raketten werden opgelegd. Daarna volgde
de zesde ronde van de onderhandelingen
tussen de zes landen na een bilaterale bespreking tussen de Verenigde Staten en
de DVRK in Berlijn. Een partieel akkoord
werd bereikt in februari 2007. Daarin beloofde Pyongyang de nucleaire fabriek van
Yongbyon te verzegelen en de inspecteurs
van het Internationale Atoomagentschap
terug te roepen. De vijf andere onderhandelingspartners beloofden een noodhulpprogramma voor de levering van zware aardolie te financieren. Speciale werkgroepen
van de zes gingen aan het werk om een aantal problemen te monitoren, zoals het kernwapenvrij maken van Korea, de normalisatie van de betrekkingen tussen de DVRK
en de Verenigde Staten en de DVRK en
Japan, samenwerking op energiegebied
en de veiligheid in de regio. Onderstaatssecretaris Christopher Hill kwam in juni
49 I
2007 naar Pyongyang. In juli 2007 gingen de nucleaire installaties te Yongbyon
dicht, evenals de reactor te Taechon. Het
personeel van het Internationale Atoomagentschap kwam inderdaad terug. ZuidKorea startte in augustus 2007 met de levering van zware aardolie. Experts uit de
Verenigde Staten, China en Rusland kwamen de installaties van Yongbyon daarop
onderzoeken en overleggen hoe men ze
onschadelijk kon maken.
In oktober 2007 werden “Second-Phase
Actions for the Implementation of the
Joint Statement” vastgelegd, waardoor de
DVRK akkoord ging met het onder Amerikaans toezicht onklaar maken van de bestaande nucleaire faciliteiten volgens de
eerder afgesloten akkoorden. Dat betrof
de Yongbyon faciliteiten met de vijf megawatt experimentele reactor, het radiochemisch lab en de Fresh Fuel Fabrication
Plant. De DVRK verklaarde geen handel
te drijven in splijtstof, noch in nucleaire
technologie. In ruil waarvoor Noord-Korea aardolieleveranties zou krijgen. De
DVRK begon daarna met het onklaar maken van de faciliteiten in Yongbon. Ook
de koeltoren werd in juni 2008 voor het
oog van de internationale media ontmanteld. President George W. Bush schortte
daarna de toepassing van de Trading With
the Enemy Act (TWEA) op. In oktober
2008 kwam een Amerikaans team voor
controle naar Noord-Korea. De resultaten
van de inspectie werden in december 2008
door de zes besproken, maar er werd geen
overeenstemming bereikt. Op 5 april 2009
lanceerde Noord-Korea een raket over de
Japanse Zee, hetgeen in overtreding was
met resolutie nr. 1718 van de Veiligheidsraad. Daarop trok de DVRK zich terug uit
de zespartijenbesprekingen en wees de
controleurs van het Internationaal Atoomagentschap en de technische experts van
de Verenigde Staten uit. Een maand later kwam het bericht dat Noord-Korea
een tweede kernproef had gewaagd. Op
12 juni 2009 besloot de Veiligheidsraad
unaniem resolutie nr. 1874 aan te nemen
waarbij alle wapenexporten van en naar
de DVRK werden verboden (met uitzondering van lichte wapens). Beroep op de
lidstaten werd gedaan om geen financiële
steun meer te verlenen aan Noord-Korea
mocht dat kunnen dienen om de verboden
activiteiten te financieren. De Verenigde
Staten zonden een diplomatieke missie
I 50
naar China, Zuid-Korea, Rusland, Japan,
Singapore, Maleisië, Thailand, de Verenigde Arabische Emiraten en Egypte om
de sancties volledig te doen uitvoeren. In
juli 2009 vuurde de DVRK opnieuw korteafstandsraketten af in de Japanse Zee. Dat
werd in oktober 2009 herhaald.
Maar met het aantreden
van de rechtse president Lee
Myung Bak in februari 2008
ondergingen de inter-Koreaanse
betrekkingen een verkilling. Dat
belette niet dat er intussen onder
druk van het Zuid-Koreaanse
zakenleven wel over economische
thema’s werd gesproken.
De onderhandelingen over het kernwapenvrij maken van het Koreaanse schiereiland
waren nu volledig vastgelopen. Noord-Korea weigerde terug te keren naar de onderhandelingstafel met de zes.
Inmiddels waren nieuwe incidenten aan
de orde van de dag. De DVRK bracht de
Zuid-Koreaanse oorlogsbodem Cheonan
op 26 maart 2010 met een torpedo tot zinken, hetgeen door de DVRK werd ontkend.
De Veiligheidsraad veroordeelde unaniem
deze oorlogsdaad.43 Op 23 november 2010
beschoot Noord-Koreaanse artillerie het
eiland Yonyeong dat voor de Noord-Koreaanse kust ligt en waarvan het bezit door
Noord-Korea door Pyongyang sinds 1953
bij het afsluiten van de wapenstilstand
wordt betwist.44 Het eiland dat een grote
Zuid-Koreaanse basis met 4.400 soldaten
heeft, zou, blijkens getoonde televisiebeelden en commentaren in de westerse media,
te lijden hebben onder ernstige vernielingen als gevolg van deze beschietingen, wat
tot enige ophef en scherpe westerse veroordelingen aanleiding gaf. Of er ook militaire
doelen werden geraakt is onbekend en of
de verwoeste woningen die van hulppersoneel van de militaire basis waren, eveneens. Dit incident is niet het eerste. In juni
1999 kwam het tot een kleine zeeoorlog
in de buurt van het eiland Yeonpyeong. In
juni 2002 herhaalde zich dat. In november
2009 werd er een kleine zeeoorlog in de
buurt van het eiland Daecheong uitgevochten. Het tot zinken brengen van de Cheonan
in de buurt van het eiland Baengnyeong in
maart 2010 was dus slechts een zoveelste
incident. Maar ditmaal werden er de grote
media bijgehaald.
Besluit
Het communistische regime in Pyongyang
was bang dat een hereniging zich volgens
het Duitse model zou voltrekken en koos
daarna voor een verdere militaire opbouw,
waarbij het leger steeds meer greep kreeg
op de economische politiek. Onder Kim
Jong Il bleef de macht stevig in handen van
het Volksleger. Onder zijn beoogde opvolger Kim Jong Un zal dat al niet anders zijn.
Men mag echter het voortbestaan van de
twee Koreaanse deelstaten uit de tijd van de
Koude Oorlog als een anomalie beschouwen. Dat ze nooit onder één vlag werden
herenigd, zoals dat gebeurde met Vietnam
en Duitsland, mag merkwaardig heten.
Toch stond de hereniging van de beide Korea’s altijd op beider agenda. Aanvankelijk
wilde de ene Koreaanse staat de andere niet
erkennen, maar dat probleem loste zich als
vanzelf op toen zowel de Sovjet Unie als
China Zuid-Korea erkenden. De DVRK
heeft na de val van het communisme in
Oost-Europa al snel de economische betrekkingen met Zuid-Korea aangehaald.
Maar behalve tijdens een periode van dooi
na 1998, was er van enige vooruitgang naar
een vreedzame hereniging geen sprake.
Toen president George W. Bush in 2001
aan het bewind kwam was het al snel gedaan met de door president Bill Clinton
ingezette toenaderingspolitiek. Kim Il Jong
werd door Bush wel tot onderhandelingen
gedwongen, maar hij wist zich telkens aan
de door Washington beoogde ontmanteling
van het Noord-Koreaanse militaire apparaat te onttrekken.
Inmiddels zoekt Noord-Korea haast wanhopig aansluiting met de economische
ontwikkeling in de regio. Pyongyang doet
hierbij steeds meer beroep op het Chinese
industrialisatiemodel om buitenlandse investeerders te lokken. Die investeerders
zijn enerzijds Chinese bedrijven die zich
vooral aan de noordgrens in speciaal economische zones met China vestigen, en anderzijds Zuid-Koreaanse bedrijven die zich
ten noorden van de militaire bestandslijn in
speciale economische zones zouden concentreren. Zo hoopt men de economische
groei een nieuwe impuls te geven, hetgeen
zich reeds in een sterke toename van de
buitenlandse handel heeft vertaald.
VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT
De Democratische Volksrepubliek Korea tussen zelfbehoud en aanpassing - André Mommen
8
23
Cho Mansik (1883-1950) kwam uit de methodistische kerk van Korea, was lid geweest van de
YMCA en was een representant van de lokale in-
In 2006 werd een Waarheidscommissie in
Zuid-Korea opgericht en die bracht in 2008
aan het licht dat in 1950 duizenden linkse sympathisanten door het Zuid-Koreaanse leger onder het oog van Amerikaanse militairen waren
omgebracht.
9
Juche betekent zelfvoorziening. De idee zou
voor het eerst in 1955 door Kim Il Sung in een
toespraak zijn gebruikt.
10
Stephan Haggard, Pathways From the Periphery. The Politics of Growth in the Newly Industrializing Countries, Ithaca en Londen: Cornell University Press, 1990: blz. 51-75.
11
The Korea Herald, 15 maart 2010.
12
Hyekyung Cho, Chinas langer Marsch in den
Kapitalismus, Münster: Westfälisches Dampfboot, 2005; Giovanni Arrighi, Adam Smith in
Beijing. Lineages of the Twenty-First Century,
Londen en New York: Verso, 2007.
13
The Korea Herald, 18 augustus 2010.
14
http://library.findlaw.com/19999/
dustrie. Na de Japanse capitulatie werd hij minister van Financiën voor de volksregering.(augustus 1945). Hij werd na de terugkeer van Kim Il
Sung naar Korea covoorzitter van het Voorlopig
Volkscomité. In 1950 werd hij ter dood veroordeeld en terechtgesteld.
2
Pak Hon Yong (1900-1956) behoorde in 1925
tot de stichters van de Communistische Partij
van Korea. Voordien was hij al organisator van
de Comintern geweest. In 1948 werd hij minister van Buitenlandse Zaken en Vice-Premier. Op
3 augustus 1953 werd hij gearresteerd, ter dood
veroordeeld en in 1956 geëxecuteerd.
3
Over de aanloop naar de Koreaanse oorlog en
de rol van Kim Il Sung, zie Sergei N. Goncharov, John W. Lewis and Xue Litai, Uncertain
Partners. Stalin, Mao, and the Korean War,
Stanford: Stanford University Press, 1993, blz.
130-202.
4
Ryu Mi Yong (geb. in 1921) verliet met haar
man Choe Deok Sin (1914-1989) in 1986 ZuidKorea voor Noord-Korea. Generaal Choe Deok
Sin was na de militaire coup tegen Synghman
Rhee in 1961 minister van Buitenlandse Zaken
en daarna was hij ambassadeur van Zuid-Korea
in Bonn.
5
De huidige voorzitter van het centraal comité
is Kim Yeong Ho.
6
Kim Tu Bong (1886-1957) werd voorzitter van
de Arbeiderspartij van Noord-Korea en hij werd
het eerste staatshoofd (voorzitter van het presidium van de Opperste Volksvergadering) van
Jun/1/13178.html
15
www.nationsencyclopedia.com/.../KoreaDemocratic-People-s-Republic-of- DPRK-FOREIGN-INVESTMENT.html
16
http://news.bbc.co.uk/2/hi/business/3558283.
stm
17
http://www.com/time/magainze/
article/0,9171,1663635,00hetml
18
De Mount Keumgang werd in juli 2008 stilgelegd. Kaesong Tours stopte in november van dat
jaar. Korea Tourism Association verloor sindsdien 10,5 miljard won aan winsten, terwijl de
private partner Hyundai Asan en partners 465,2
miljard won verloren. Wegens het wegvallen
van het toerisme verloren restaurants en andere
uitspanningen in de zuidoostelijke grensstad
Kosong (Kangwon provincie) 72,5 miljard won
aan grensoverschrijdend toeristisch verkeer,
waardoor de toeristische industrie in DVRK 500
miljard won aan inkomen derfde.
http://ifes.kyungnam.ac.kr/eng/m05/s10/content.asp?nkbriefNO=391&GoP=1
19
Een bouw- en engineeringfirma die ook een
media- en meststoffenpoot heeft en die o.a. ook
in Antwerpen actief is in het parkeerbeheer.
http://companydatabase.org/c/cement-hydraulic/
cement-manufacturers/million-tons/building-cement/related-materials-cement/cement-division/
steel-cement/cement-ready/national-cement/
specialty-cement/orascom-construction-industries.html
20
Eigendom van de staatsfirma Pyongyang
signs-of-hope-along-the-tumen-river/
30
http://www.eastasiaforum.org/2010/03/12/
north-koreas-renewed-push-for-foreign-investment-at-rajin-sonbong/
31
http://missiledefense.wordpress.
com/2010/02/15/china-plans-10-billion-investment-in-north-korea/
32
Tania Branigan, “China launches major push
to invest in North Korea”, in The Guardian, 7
november 2010.
33
http://english.chosun.com/site/data/html_
dir/2010/03/20/2010032000234.html
34
http://ifes.kyungnam.ac.kr/eng/m05/s10/content.asp?nkbriefNO=395&GoP=1
35
http://www.asiaone.com/News/Latest+News/
Asia/Story/A1Story20100304-202397.html
36
Asian Times, 3 juni 2010.
37
http://ifes.kyungnam.ac.kr/eng/m05/s10/content.asp?nkbriefNO=388&GoP=1
38
In 1987 waren beide landen tot de Biological
Weapons Convention toegetreden.
39
China erkende Zuid-Korea in 1992.
40
http://www.state.gov/r/pa/ei/bgn/2792.htm
41
Dit kwam de DVRK op sancties van de Verenigde Naties te staan na een resolutie van de
Veiligheidsraad (nr. 825). De resolutie riep op
tot het naleven van het NPT.
42
In april kondigde de DVRK aan dat het uranium verrijkte om een LWR op te starten.
43
Dat incident belette niet dat in juni 2010 de
Noord-Zuid Top gewoon doorging. De handelsbetrekkingen werden wel onderbroken, maar
Noord-Korea (1948-1957).
7
Door de fusie ontstond een partij met 170.000
leden, van wie er 134.000 van de Communistische Partij afkomstig waren en 35.000 van de
Nieuwe Volkspartij.
Myongdang Trading Corp.
21
http://www.wilsoncenter.org/topics/pubs/
may_5.pdf
22
http://english.chosun.com/site/data/html_
dir/2010/05/06/2010050601410.html
niet die met het Kaesong Industrial Complex.
44
Dat geldt ook voor andere eilanden, zoals
Baengnyeong en Daecheong, die nog veel verder
voor de Noord-Koreaanse kust liggen.
De groeiende economische invloed van
China en Zuid-Korea doet de vraag rijzen
of Noord-Korea de met de mond beleden
politiek van zelfstandige economische zelfontwikkeling nog moet uitdragen. De werkelijkheid is immers anders.
Inmiddels poogt Washington met veel
machtsvertoon in de regio aanwezig te blijven. Maar dat kan ook een teken van tanende Amerikaanse macht zijn. Het is daarom
wachten op het moment dat China zich ook
als de werkelijk grote speler in het Verre
Oosten wil manifesteren. Heeft men in Peking al een scenario voor de hereniging van
de beide Korea’s uitgewerkt?
Noten:
1
JAARGANG 45 NUMMER 1 I LENTE 2011
André Mommen, “China’s Hunger for Oil”,
in Journal of Developing Societies, jg. 23, nr. 4,
2007, blz. 435-466.
24
Keun Wook Paik, “North Korea and seabed
Petroleum”, Royal Institute of International Affairs, research paper. http://www.wilsoncenter.
org/topics/docs/Keun_Wook_Paik.pdf
25
http://www.energy-pedia.com/article.
aspx?articleid=140453
http://www.france24.com/en/20100603-londonfirm-signs-nkorea-oil-exploration-deal
26
http://www.globalsecurity.org/wmd/library/
news/china/2006/china-060606-voa01.htm
27
Scott Snyder, China´s Rise and the Two
Korea´s. Politics, Economics, Security, Boulder:
Lynne Rieder, 2009.
28
Taepung startte al in 2006 als een vehikel
waarmee de Noord-Koreaanse militairen geld)
in harde valuta’ wilden verdienen buiten de
overheidsbegroting om.
29
http://www.eastasiaforum.org/2010/11/23/
51 I
Download