De Brauw Blackstone Westbroek

24 JANUARI 2013
Bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties
Recentelijk is bekend geworden dat de wet ter implementatie van Richtlijn 2011/7/EU
betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties (de "Wet")[1] op 16
maart 2013 in werking treedt. De Wet implementeert de bepalingen van Richtlijn
2011/7/EU betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties (de
"Richtlijn") en heeft evenals de Richtlijn ten doel betalingsachterstanden bij
handelstransacties tegen te gaan. Deze legal alert biedt een overzicht van de belangrijkste
wetswijzigingen die gepaard gaan met inwerkingtreding van de Wet.
Maximumbetalingstermijn voor handelstransacties tussen ondernemingen
Met de inwerkingtreding van de Wet worden de bepalingen ten aanzien van de
betalingstermijn bij transacties tussen ondernemingen aangescherpt. De bestaande regels
waarin wordt bepaald op welk moment de wettelijke rente aanvangt zijn ongewijzigd gebleven.
De contractuele betalingstermijn wordt echter beperkt door art. 6:119a lid 5 BW (nieuw). Dit
artikel bepaalt dat partijen een uiterste dag van betaling kunnen overeenkomen van ten
hoogste 60 dagen, tenzij (i) zij uitdrukkelijk een langere termijn van betaling in de
overeenkomst opnemen en (ii) deze termijn niet kennelijk onbillijk is jegens de schuldeiser,
mede gelet op (a) de vraag of de schuldenaar objectieve redenen heeft om af te wijken van de
60 dagen termijn; (b) de aard van de prestatie; en (c) elke aanmerkelijke afwijking van goede
handelspraktijken.
Partijen kunnen een langere betalingstermijn overeenkomen indien dit uitdrukkelijk (in de
overeenkomst) geschiedt. Een dergelijk beding in algemene voorwaarden is niet geldig en
moet buiten toepassing blijven. Bij de beoordeling van de vraag of een beding niet kennelijk
onbillijk is jegens de schuldeiser, worden alle omstandigheden van het geval in aanmerking
genomen.
Verhoging wettelijke handelsrente
De Wet heeft tevens tot gevolg dat de handelsrente wordt gelijkgesteld aan de meest recente
referentie-interestvoet voor basisherfinancieringstransacties van de Europese Centrale Bank,
vermeerderd met ten minste 8 procentpunten. Dit is een verhoging van 1 procentpunt ten
opzichte van de oude handelsrente.
Minimumvergoeding voor invorderingskosten
Wanneer de betalingstermijn is verstreken en rente kan worden berekend, mag de schuldeiser
een standaardvergoeding voor invorderingskosten in rekening brengen van ten minste EUR
40,00. Dit bedrag is zonder aanmaning verschuldigd vanaf de dag volgende op de dag waarop
de wettelijke of overeengekomen uiterste dag van betaling is verstreken. Hiervan kan niet ten
nadele van de schuldeiser worden afgeweken. Deze minimumvergoeding zal worden
opgenomen in art. 6:96 BW (nieuw).
Maximumbetalingstermijn voor overheidsinstanties
Daarnaast wordt een nieuw art. 6:119b BW ingevoerd, dat een maximumbetalingstermijn
voorschrijft voor overheidsinstanties van in beginsel 30 dagen, vanwege de bijzondere positie
die overheidsinstanties in het handelsverkeer innemen. Van de termijn van 30 dagen kan niet
worden afgeweken, tenzij (i) partijen uitdrukkelijk een langere termijn van betaling in de
overeenkomst opnemen en (ii) de bijzondere aard of eigenschappen van de overeenkomst dit
objectief rechtvaardigen. De betalingstermijn bedraagt in dat geval ten hoogste 60 dagen.
Wat zijn de gevolgen voor reeds bestaande en nieuw te sluiten contracten?
De Wet heeft geen gevolgen voor bestaande overeenkomsten. Ter implementatie van de
bepalingen van de Richtlijn wordt in de Overgangswet Nieuw Burgerlijk Wetboek art. 183a
ingevoegd dat bepaalt dat de in de Wet opgenomen bepalingen niet van toepassing zijn op
overeenkomsten die vóór het tijdstip van het in werking treden van de Wet zijn gesloten. De
Wet zal wél van toepassing zijn op overeenkomsten die zijn gesloten vanaf het tijdstip van
inwerkingtreding van deze bepalingen, derhalve vanaf 16 maart 2013.
[1] Wet van 13 december 2012 tot wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en enkele
andere wetten in verband met de implementatie van Richtlijn 2011/7/EU van het Europees
Parlement en de Raad van 23 februari 2011 betreffende bestrijding van betalingsachterstand
bij handelstransacties (Stb. 2012, 647).
Contact
Als u vragen hebt over of naar aanleiding van deze legal alert, kunt u contact opnemen
met:
Daan Beenders | +31 20 577 1656 | [email protected]
Dennis Horeman | +31 20 577 1747 | [email protected]
Maarten Schenck | +31 20 577 1798 | [email protected]