Arnout Devos 5WeWi nr.3 Radioactief verval Doel We willen meer te weten komen over het radioactief verval van een radioactieve stof. Met ons onderzoek zullen we de halfwaardetijd van onze stof bepalen en hiermee kunnen we de activiteit van onze stof bepalen. Deze halfwaardetijd is zeer nuttig omdat we dan weten op hoeveel tijd het aantal niet vervallen kernen op de helft is gevallen van het oorspronkelijk aantal kernen. Materiaal Voor deze proef maken we gebruik van een applet. Deze applet bevindt zich op : http://www.emmauscollege.nl/nask/applets/vervalwet.html “De rode blokjes van deze simulatie vertegenwoordigen 1000 atoomkernen van een radioactieve stof waarvan de halfwaardetijd (T) 20 seconden bedraagt. De grafiek in het onderste deel van de applet geeft het deel van de kernen (N/N0) aan dat nog niet vervallen is op een gegeven tijdstip t.” Producten In de applet wordt er gebruik gemaakt van een ongespecificeerde stof. We weten wel dat zijn halfwaardetijd 20 seconden bedraagt en dat het een radioactieve stof is. 1 Arnout Devos 5WeWi nr.3 Werkwijze Om de applet te starten, surfen we eerst naar de eerder gegeven URL. We scrollen naar onder en daar bevindt zich de applet met gele achtergrond. Gele knop Paarse knop Cyane knop = starten = pauzeren/doorgaan = resetten Linksonder zien we een grafiek. Als we op pauze drukken verschijnt er een blauw bolletje op de grafiek, dit is ons “pauzepunt”. Deze grafiek duidt aan hoeveel procent van de kernen er nog overblijft na een T aantal seconden (met T = 20). Boven de grafiek kunnen we de tijd, het aantal niet vervallen kernen en het aantal vervallen kernen aflezen. Linksboven staat een raster van 25 op 40 rode blokjes. Wanneer de kernen vervallen zijn zullen deze zwart kleuren. Waarnemingen en berekeningen (opdracht) 1. Bestuderen verval a) Tabel Kernen over (%) 80% 60% 40% 20% 10% Tijd (T) N = N0 · 2-t/T 0,32 0,70 1,39 2,45 3,42 b) Berekenen gemiddelde halfwaardetijd 800 = 1000 . 2-0,32T/20 0,8 = 0,50,32T/20 0,5log(0,8) = 0,32T/20 1,0060252965230073370947482171543 = T/20 T1 = 20,120505930460146741894964343087 s 600 = 1000 . 2-0,70T/20 0,6 = 0,50,70T/20 0,5log(0,6) = 0,70T/20 1,0528079916660088091665435507737 = T/20 T2 = 21,056159833320176183330871015474 s 2 Arnout Devos 5WeWi nr.3 400 = 1000 . 2-1,39T/20 0,4 = 0,51,39T/20 0,5log(0,4) = 1,39/20 0,95102740639378586177720822265424= T/20 T3 = 19,020548127875717235544164453085 s 200 = 1000 . 2-2,45T/20 0,2 = 0,52,45T/20 0,5log(0,2) = 2,45/20 0,94772575301524993790625282836302= T/20 T4 = 18,95451506030499875812505656726 s 100 = 1000 . 2-3,42T/20 0,1 = 0,53,42T/20 0,5log(0,1) = 3,42/20 0,97132400435302992627787117821327= T/20 T5 = 19,426480087060598525557423564265 s Gemiddelde halfwaardetijd : T1+T2+T3+T4+T5 / 5 = 98,578209039021637444452479943171/5 = 19,715641807804327488890495988634 s De gemiddelde halfwaardetijd bedraagt 19,715641807804327488890495988634 seconden, afgerond 20 seconden. c) Berekenen vervalconstante t1/2 = ln(2)/ λ ln(2)/t1/2 = λ λ = 0,03515722122145508047349622354634 3 Arnout Devos 5WeWi nr.3 d) Grafiek deeltjes die per seconde vervallen A(t) = λ · Nt 40 Aantal deeltjes dat per seconde vervalt 35 vervallen deeltjes 30 25 20 15 10 5 0 0 10 20 30 40 50 60 70 80 seconden Seconden 0 6,4 14 27,8 49 68,4 Onvervallen kernen (Nt) Deeltjes(λ ·Nt) 1000 35,15722122 800 28,12577698 600 21,09433273 400 14,06288849 200 7,031444244 100 3,515722122 2. De kolommen en de rijen a) volgorde Vervallen deeltjes kolom 1 0.05T 0.10T 0.15T 0.20T Waarneming 1 Waarneming 1 Waarneming 1 2 3 4 5 2 2 2 4 1 2 4 5 De deeltjes vervallen dus in willekeurige volgorde. Het is niet zo dat er altijd blokken (deeltjes) worden gevormd, ze lijken eerder verspreid te willen zitten. 4 Arnout Devos 5WeWi b) halfwaardetijd per rij of kolom nr.3 N = N0 · 2-t/T Aangezien de deeltjes willekeurig vervallen kunnen wij de halfwaardetijd per rij of kolom niet berekenen. De computer zou dit wel kunnen berekenen door zijn eigen algoritme 1000 maal of meer uit te voeren en dan de gemiddelde te nemen van zijn eigen resultaten. Zo krijgt men een zo nauwkeurig mogelijke benadering van de halfwaardetijd per rij of kolom. T = Theorie, A = Applet, T = 19,715641807804327488890495988634 s 5T A tijd : 5T : 39 = 1000 . 2-5T/20 0,5log(0,039) = 5T/20 5T = 93,607641315996774035208133805273 s A deeltjes : N = 39 T tijd : 5T : 39 = 1000 . 2-5T/T 0,5log(0,039) = 5T/T 5T = 92,276736332980884756316975068546 s T deeltjes : 5T : N = 1000 . 2-5T/T N = 37,217189028540550794391234565119 deeltjes 10T A tijd : 10T : 2 = 1000 . 2-10T/20 0,5log(0,002) = 10T/20 10T = 179,31568569324174087221916576936 s A deeltjes : N = 2 T tijd : 10T : 2 = 1000 . 2-10T/T 0,5log(0,002) = 10T/T 10T = 176,76619148243885894450536981653 s T Deeltjes : 10T : N = 1000 . 2-10T/T N = 1,8285330778287706109154149495131 s Na 5T zijn er bij de applet nog 39 deeltjes onvervallen en na 10T zijn er bij de applet nog 2 deeltjes onvervallen. Het aantal deeltjes dat nog over is klopt ongeveer. We krijgen iets meer deeltjes over dan dat we zouden krijgen met de berekende halfwaardetijd maar dit komt doordat we naar boven afgerond hebben (bij de halfwaardetijd). Dit betekent dat de deeltjes volgens de theoretische halfwaardetijd sneller zullen vervallen. Maar omdat het ongemakkelijk is om te werken met getallen met veel decimalen, ronden we af naar 20 seconden. 5 Arnout Devos 5WeWi nr.3 Verklaring We hebben het radioactief verval van onze stof nu goed bestudeerd. De radioactieve kernen zullen vervallen met als uiteindelijke doel geheel de stof te laten vervallen. De berekende halfwaardetijd van onze stof bedraagt 19,71 seconden. Dit betekent dat het aantal niet vervallen kernen op de helft zal gebracht worden na 19,71 seconden. Stoffen vervallen omdat ze onstabiel zijn. Ze bezitten te veel energie en deze willen ze kwijt en dan zenden ze straling uit door te vervallen. Het bekomen desintegratieproduct kan op zijn beurt dan weer onstabiel zijn en dan wordt heel het proces herhaald (meestal andere halfwaardetijd). Besluit Radioactieve stoffen zijn meestal onstabiel. Om van deze onstabiliteit vanaf te geraken zullen ze straling uitzenden en vervallen. Dit vervallen gebeurt voor een bepaalde stof altijd volgens eenzelfde patroon. De nauwkeurigheid van dit patroon bedraagt 99% omdat de natuur niet volledig voorspelbaar is. Deze (on)nauwkeurigheid wordt ook aangegeven door het willekeurig verval van de kernen in de applet. De halfwaardetijd die we berekend hebben is zeer nuttig om te voorspellen wanneer een stof volledig vervallen zou moeten zijn. Deze halfwaardetijd is zeer belangrijk in de wereld van de verwerking van radioactieve stoffen omdat men dan weet hoelang het duurt voordat de stof volledig vervallen is en dus geen gevaarlijke straling meer levert. Voor iedere stof is de halfwaardetijd verschillend. 6