Hij heeft de aarde op haar grondslagen gevestigd

advertisement
Hij heeft de aarde op haar
grondslagen gevestigd
Psalm 104:5
door Menashe Har-El, emeritus hoogleraar geografie aan de universiteit van Tel Aviv
Ps. 104 gaat over de wonderen van het scheppingswerk.
Het begint met de schepping van de wereld, de fasen in
de vorming van de landschappen en de zeeën.
Daarna beschrijft hij de waterbronnen op het land voor de dieren
en de planten en de voortplanting
van wilde dieren en vogels. De psalm
beschouwt de loop van nacht en dag,
die het werk van de mens op het land
beïnvloedt, de vernieuwing van de
aarde en de zeevarende prestaties van
de mens op de oceanen en de zeeën.
De beschrijving van de psalm
van de fasen in de vorming van de
aarde komt globaal overeen met het
scheppingsverhaal in Genesis 1. Verder is er een verbluffende overeenkomst met de uitkomsten van het
geologisch onderzoek. De psalm vertelt over de fasen in de vorming van
de aarde volgens de tektonisch en
geologische orde: het rijzen en dalen
van continenten, het plooien van
landmassa’s, scheuren en grote spleten en vulkaanuitbarstingen langs
die scheuren.
Aan het einde vinden we een
beschrijving van de dikke massieve
lagen die de fundering van de aarde
vormen.
Hij heeft de aarde op haar grondslagen
gevestigd, zodat zij nimmermeer wankelt.
In deze regio vormt het Arabisch-Nubische massief, dat de Sinaï,
het zuidelijk deel van de Negev,
Oost-Afrika en Arabië omvat, zo’n
landmassa. Het volgende vers
beschrijft de bewegingen in de
grondslagen, hun rijzen en dalen
naar het woord van God.
De waterdiepte – Gij hebt haar als met
een kleed bedekt, boven de bergen stonden de wateren (Ps. 104:6).
Zo bedekten de wateren van de
Thetiszee, die Zuid-Europa en
Noord-Afrika overstroomde, de
bergtoppen van Israël en reduceerden de hoeveelheid droog land.
Daarna deed de gasdruk in de diepte
der aarde het massief rijzen, waardoor het water zich weer tot de vroegere grenzen terug moest trekken.
Als gevolg hiervan breidde het droge
luchtfoto van de Dode Zee en de Jordaan
maart 2006 - 4
zich verder uit en verscheen het continentaal plat.
Zij vloden voor Uw dreigen, zij haastten zich weg voor de stem van Uw
donder…
Gij hebt een grens gesteld, die zij niet
overschrijden; zij zullen de aarde niet
weer bedekken (Ps. 104:7, 9).
En God zeide: Dat de wateren onder
de hemel op één plaats samenvloeien
en het droge te voorschijn kome; en het
was alzo (Gen. 1:9).
Ook het boek Job beschrijft het
rijzen en dalen, het verschijnen en
verdwijnen van het continentaal plat.
Waar waart gij, toen Ik de aarde
grondvestte? Vertel het, indien gij inzicht hebt!
Wie heeft haar afmetingen bepaald?
Gij weet het immers! Of wie heeft over
haar het meetsnoer gespannen? Waarop
zijn haar pijlers neergelaten, of wie
heeft haar hoeksteen gelegd? (Job 38:
4-6)
Daarna volgde het plooien van
het land, waardoor er anticlinalen
(opwaartse plooien) en synclinalen
(neerwaartse plooien) werden
gevormd, de bergen, heuvels en
dalen.
Bergen rezen op, dalen zonken neer op
de plaats waar Gij hun grondslag hebt
gelegd (Ps. 104:8).
In de laatste fase brak het land
als gevolg van de plooivorming langzaam open en begonnen ravijnen het
landschap te doorsnijden.
Hij zendt de bronnen naar de beken,
tussen de bergen vloeien zij daarheen
(Ps. 104:10).
Toen kwamen de plotselinge vulkanische schokken, waardoor er lava
uit de kraters vloeide, de bergen
overstroomde en plateaus werden
gevormd.
Ziet Hij de aarde aan, dan beeft zij,
raakt Hij de bergen aan, dan roken zij
(Ps. 104:32).
En een soortgelijke tekst zegt:
Toen dreunde en beefde de aarde en de
grondvesten der bergen sidderden en
daverden, omdat Hij in toorn ontbrand
was. Rook steeg op uit zijn neus, verterend vuur kwam voort uit zijn mond,
kolen raakten erdoor in brand (Ps. 18:
8-9).
Een passende beschrijving die in
het kort de wonderen van Gods werk
weergeeft en het genoegen dat Hij
aan de wereld beleeft, vinden we in
Spreuken.
Van eeuwigheid aan ben ik geformeerd,
van den beginne, eer de aarde bestond.
Toen er nog geen oceaan was, ben ik geboren, toen er nog geen bronnen waren,
rijk aan water.
Eer de bergen omlaaggezonken waren,
voor de heuvelen ben ik geboren;
Toen Hij het aardrijk en de velden nog
niet had gemaakt, noch de eerste stofdeeltjes der wereld.
maart 2006 - 6
Toen Hij de hemel bereidde, was ik
daar; toen Hij een kring trok op het oppervlak van de oceaan,
Toen Hij de wolken daarboven bevestigde, en de bronnen van de oceaan met
kracht opborrelden, toen Hij aan de
zee haar perk stelde, opdat de wateren
Zijn gebod niet zouden overtreden, en
Hij de grondslagen der aarde bepaalde,
toen was ik een troetelkind bij Hem, ik
was een en al verrukking dag aan dag,
te allen tijde mij verheugend voor Zijn
aangezicht,
Mij verheugend in de wereld van zijn
aardrijk, en mijn vreugde was met de
mensenkinderen (Spr. 8:23-31).
Download