Hij werd stadsbeiaardier in Utrecht en was daarnaast een geliefd bespeler van de blokfluit. Voor dat instrument componeerde hij Der Fluyten Lust-hof, een uitdaging voor iedere blokfluitist, delen daaruit hoort u vandaag. Doen Daphne is oorspronkelijk een lied dat gaat over Apollo die Daphne belaagt. Malle Symen was een populair lied, waarvan in verschillende talen versies bestaan. De tekst is verloren gegaan, de melodie is vaak gebruikt in composities. Pavane Lachrymae is een klaagzang van John Dowland voor begeleiding met luit. De pavane – Nederlandse naam pauwendans- is een langzame, statige dansvorm die ingang vond bij het Italiaanse en Spaans hof. Stichting Kamermuziek Oud Avereest G.F. Händel (1685-1759) verbleef van1706 tot 1710 in Italië waar hij toegang had tot de hoogste geestelijke en wereldlijke kringen. Zo verbleef hij maanden lang in een paleis van markies Francesco Maria Ruspoli, de rijkste man van Rome en componeerde voor verscheidene kardinalen werken om in hun paleizen uitgevoerd te worden. De cantates die hij schreef hadden een werelds karakter. Zo had La Lucrezia de verkrachting van Lucretia tot onderwerp. Beweerd wordt dat hij toen een verhouding had met de Florentijnse prima donna Lucrezia d’André. Een andere visie is dat het gecomponeerd werd voor de sopraan Margherita Durastanti op een libretto van kardinaal Benedetto Pamphili. De Neun Deutschen Arien komen uit de periode 1724 – 1727 en ademen de geest van vroeg piëtisme in Duitsland. Deze beweging is na de Reformatie een belangrijke hervormingsbeweging in midden Europa. Het gaat daarbij niet zozeer om de zuivere leer maar meer om de persoonlijke vroomheid. De teksten zijn afkomstig van de Hamburgse dichter Heinrich Brockes uit de bundel “Gedichtsammlung Irdisches Vergnügen in Gott” in zijn moedertaal. De stemming er van is teder en pretentieloos en ook dit weet Händel even goed in zijn muziek weer te geven als de hartstochtelijke en soms gezwollen teksten uit zijn andere werken. Linde Schinkel sopraan Arend Grosfeld clavecimbel J.S. Bach (1685-1750) "Erfüllet, ihr himmlischen göttlichen Flammen" is de aria voor sopraan uit BWV 1 de cantate “Wie schön leuchtet der Morgenstern” geschreven ter gelegenheid van Annunciatie, het feest ter gelegenheid van de aankondiging van de geboorte van Jezus aan Maria. De cantate is gebaseerd op het gelijknamige koraal uit 1599 van de hand van Philipp Nicolai, die vooral bekend is van het koraal Wachet auf, ruft uns die Stimme. Zoals Bach wel vaker deed, gebruikte hij de tekst van het eerste en het laatste couplet van het koraal als hoekstenen voor de cantate. G.F. Händel uit cantate La Lucrezia: Gia superbo del mio affanno Alla salma infedel uit cantate: Nel dolce dell' oblio Jacob van Eyck Pavane Lachrymae J.S. Bach Erfüllet ihr himmlischen göttlichen Flammen Informatie over alle volgende concerten krijgt u gratis na een email met alleen Ja naar [email protected] Bankrelatie: Rabobank Vaart en Vechtstreek Dedemsvaart nr.31.29.84.316 Concert in de Reestkerk op zondag 21 oktober 2012 Aanvang 15.00 u. (De kerk is open vanaf 14.30 u.) Ensemble Rood Hout Nienke van der Meulen barokhobo/blokfluit Programma Malle liedjes, Mooie aria's G.F. Telemann cant. :Umschlinget uns, ihr sanften Friendensbande. Jacob van Eyck Doen Daphne G.F. Händel uit 9 Deutsche Arien: Meine Seele hört im sehen Süsse Stille Jacob van Eyck Malle Symen Pauze * Het volgend concert is het Jubileumconcert voor het dertigjarig bestaan van SKOA. Het Airco Ensemble geeft met negen musici een zeer bijzonder feestelijk concert op klarinet, trompet, hoorn, violen, cello, piano. *U wordt verzocht aan alleen per volwassene € 10 bij te dragen in de collecte voorafgaand aan de pauze. U krijgt een gratis consumptie. Ensemble Rood Hout werd opgericht in 2008 en maakte sindsdien al enkele hoogtepunten mee zoals een concert in de Fringe serie van het Festival Oude Muziek te Utrecht in 2009. Rood Hout verzorgde een concert in Vredenburg Leeuwenbergh te Utrecht, speelde in de Fringe serie van het Reincken Festival in 2010 en was te gast in het radio programma 'Opium'. In 2012 is het ensemble gevraagd om een cd op te nemen met het historisch orgel van de oude kerk te Bennekom. Deze cd wordt in januari 2013 gepresenteerd aan het publiek. Nienke van der Meulen, Arend Grosveld en Linde Schinkel vertegenwoordigen de 'nieuwe muzikanten'. Tijdens concerten vertellen zij het publiek vol overgave over de muziek, het muzikantschap en het programma. U bent na het concert dan ook van harte uitgenodigd om vragen te stellen aan de leden van het ensemble en de instrumenten te bekijken. Zo kunt u bijvoorbeeld van dichtbij een hobo da caccia bewonderen! De naam Rood Hout is ontstaan uit een brainstormsessie tussen de leden van het ensemble. Het ensemble wilde geen ingewikkelde Italiaanse naam, zoals veel ensembles tegenwoordig heten, maar streefde naar iets simpels en krachtig, naar een naam die makkelijk te onthouden zou zijn. Ensemble Rood Hout werd de uitkomst, en de leden zijn daar tot op heden nog steeds erg blij mee! Georg Philipp Telemann (1681-1767) werd in Maagdenburg geboren, waar hij zijn eerste opleiding kreeg van organist en cantor Benedikt Christiani. Zijn vader overleed toen hij vier jaar oud was. Als tienjarige nam hij zangles en twee weken les op een toetsinstrument. Dat was voldoende voor hem om zichzelf blokfluit, viool en cither te leren spelen.Toen hij twaalf was componeerde hij zijn eerste opera Zijn moeder wilde zijn muzikale neigingen onderdrukken en stuurde hem naar een school in Zellerfeld in de hoop hem op andere gedachten te brengen. Maar helaas voor haar doch gelukkig voor Georg en ons zag het hoofd van die school Caspar Calvoer zijn talent en bracht hem muziektheorie bij. Hij begon weer te spelen en componeerde geregeld muziek voor het kerkkoor en de stadsmuzikanten. In 1698 stuurde zijn moeder Telemann naar Hildesheim naar het Gymnasium Andreanum maar daar werd zijn muzikaal talent opnieuw bevorderd. Hij leerde zichzelf daar fluit, hobo, chalumeau (een voorloper van de klarinet), viola da gamba, contrabas en bas-trombone. Op aandringen van zijn moeder ging hij in 1701 naarLeipzig om rechten te studeren, maar later beweerde hij dat hij een academische opleiding wilde. Toen hij zich eenmaal als beroepsmusicus in Leipzig vestigde werd hij steeds actiever in het stedelijk muziekleven. Hij werd directeur van de afdeling kerkmuziek van de Neukirche. Gedurende zijn verblijf in Leipzig stond hij onder invloed van de muziek van Händel, die hij op weg naar Leipzig had ontmoet. Na een conflict met het stadsbestuur verliet hij Leipzig en ging aan verscheidene hoven werken. In Sorau bij Graaf Erdmann II maakte hij kennis met de Franse muziek van Lully, die daar geliefd was en in diens zomerverblijf met Poolse en Moravische volksmuziek die hem boeide en inspireerde. In 1706 werd hij Hofkapelmeester aan het hof van Hertog Johan Willem van Saksen-Eisenach. In Eisenach leerde hij Johann Sebastian Bach kennen. In 1712 werd Telemann benoemd tot Kapelmeester aan de Barfüßer-und Katharinen-Kirche in Frankfurt aan de Main, waar hij spoedig tot stedelijk muziekdirecteur benoemd werd. In 1721 vertrok hij naar Hamburg waar hij het grootste deel van zijn leven doorbracht als muziekdirecteur. In 1722 werd hij tevens artistiek leider van de Hamburgse Opera. In Hamburg begon hij literaire werken te publiceren zoals gedichten en liedteksten. Vanaf 1725 begon hij zelf muziek uit te geven. Hij was de eerste die exclusieve publicatierechten als geestelijk eigendom voor zich opeiste. Hij bracht ook muziekwerken die voor de elite waren bedoeld onder een groter publiek. Al deze activiteiten waren noodzakelijk doordat Maria Katharina Textor uit Frankfurt met wie hij in 1714 trouwde een gokschuld van 4400 Reichsthaler- meer dan zijn jaarinkomen - had opgebouwd, waarna zij er met een Zweedse officier vandoor ging, hem achterlatend met hun negen kinderen. Er werd voor Telemann een collecte gehouden. De stijl van Telemann omvatte veel elementen uit Poolse, Duitse, Franse en Italiaanse muziek. Van de “stile galante” moest hij niet veel hebben. Hij was een van de productiefste componisten ooit. Hij was populairder dan J.S.Bach die meer vernieuwend was. Jacob van Eyck (1590 – 1657) werd blind geboren in Heusden als kind van adellijke ouders. Hij ontwikkelde zich in Heusden als klokkendeskundige en beiaardier. Hij was fluitist en componist en een van de opmerkelijkste figuren van de Gouden Eeuw. Hij was alom bekend als carillonbespeler en als expert in het stemmen en gieten van klokken. Hij ontdekte hoe de vorm van het profiel van de klok de klank beïnvloedde. Bij zijn onderzoekingen raakte hij de klokken niet aan, maar door te fluiten ging hij na hoe ze resoneerden.