WEG MET DIE VERMOEIDE BLIK DOOR : Olga Liplavk, Marguerite van Randwijck-Jacobze, Jani van Loghem, Sophie Grasso-van der Schrieck INLEIDING “Ik zie er zo moe uit, want ik heb wallen onder m’n ogen. Is daar wat aan te doen?” is een veel voorkomende hulpvraag van patiënten in de medisch cosmetische praktijk. Meestal wordt de vermoeide blik veroorzaakt door wallen of donkere kringen onder de ogen. Wallen en donkere kringen worden door zowel patiënten als hun omgeving vaak gezien als eerste tekenen van vermoeidheid en veroudering. Met weinig middelen kunnen cosmetisch artsen spectaculaire verandering teweeg brengen. Belangrijk is te kunnen onderscheiden wanneer wallen behandeld kunnen worden door een cosmetisch arts en wanneer doorverwijzing naar de plastisch chirurg op z’n plaats is. Doel van dit artikel is inzicht geven in de anatomische structuren en het verouderingsproces in de periorbitale regio, de behandelingsmogelijkheden en valkuilen. Anatomie van de periorbitale regio Leonardo da Vinci deelde het gezicht al in 3 regio’s: upper face, mid face en lower face I. Op de grens tussen upper face en mid face ligt de periorbitale regio. Deze periorbitale regio verdelen we in 3 zones (fig 1): 1. Bovenste ooglid/wenkbrauw 2. Onderste ooglid 3. Bovenste deel van het mid face gebied De in dit artikel door ons besproken wallen en donkere kringen bevinden zich in zone 2 en 3. Fig 1 : Peri-orbitale regio “Pommettes” en vet De onderrand van de periorbitale regio vormt het bovenste deel van het mid face gebied (zone 3) en bevat de diepe en superficiële vetpockets (fig 3), die een belangrijke rol spelen bij de vorming van wallen. Tussen deze vetpockets ligt de m. orbicularis oculi. De diepe en superficiële vetpockets geven vorm en volume aan het mid face gebied. Het diepe vetcompartiment is fibreus, zit vast aan os maxillaris, zakt niet met veroudering en neemt af in volume. Het superficiële vet bedekt de m. orbicularis oculi. Dit vet is zachter, minder fibreus en zit vast aan de huid. Het beweegt mee tijdens expressie en mimiek. Het superficiële vet van de wang bestaat uit meerdere compartimenten: mediaal, middel en lateraal temporaal IV. De ideale vorm van de wangen is die van een appel (“pomme” in het Frans). Dit gebied wordt naar de analogie hiervan vaak omschreven als “pommettes”. Fig 3 : Vetpockets Ossale structuren, innervatie en vascularisatie De belangrijke ossale structuur van het mid face is het jukbeen. Het jukbeen wordt gevormd door lateraal het os zygomaticum en mediaal het os maxillaris (fig 2). Een belangrijke structuur in het mediale deel van het jukbeen is het foramen infraorbitale. Het foramen infraorbitale ligt ca 1cm midpupillair onder de orbitarand in het os maxillaris. Uit dit foramen komen n. infraorbitalis en a. en v. infraorbitalis. Meer mediaal bevindt zich de a. en v. angularis, een eindtak van de a. en v. facialisII . Sensorisch wordt de laterale kant van het jukbeen geïnnerveerd door de n. zygomaticus. Deze zenuw is een tak van de n. maxillaris (trigeminus) en komt samen met de a. en v. zygomatica uit het foramen zygomaticofaciale. Dit foramen ligt lateraal in het os zygomaticumIII. Fig 2 : Ossale structuren 16 Musculatuur De m. orbicularis oculi is de belangrijkste spier in het periorbitale gebied en heeft een grote relevantie in de diagnostiek van wallen en kringen onder de ogen. Deze sfincter spier bestaat uit drie delen: pars orbitalis, pars palpebralis en pars lacrimalis (fig 4). De functie van deze spier is sluiten van de oogleden, compressie van de sacculus lacrimalis en bewegen van wenkbrauwenV. Fig 4 : Orbicularis oculi te toename van de cavitas orbitalis en de verzakking van het periorbitale vet ontstaat o.a. een palpebromalaire groeve, (de overgang lateraal onderooglid naar de zygoma) en de ‘tear trough’ of ‘nasojungular crease’ (overgang mediale ooglid naar maxillaVIII) (fig 6). De ‘tear trough’ is ook bij jonge mensen duidelijk zichtbaar en is een natuurlijke fenomeen. Naarmate men ouder wordt, wordt de huid in het gebied van de ‘tear trough’ dunner en donkerder dan de huid van de neus en wangen. Het resultaat is een slappe huid, zichtbare mimiekrimpels, donkere verkleuring en wallen onder de ogen. Fig 6 : Palpabromalaire groeve en tear through Verouderingsproces Veroudering gaat volgens een voorspelbaar patroon en vindt plaats op verschillende niveaus. Naar mate de jaren vorderen wordt in zone 1 de wenkbrauw vlakker van vorm en gaat samen met het bovenste ooglid hangen. In zone 2 ontstaan wallen en donkere kringen. In zone 3 wordt het jukbeen platter en zakken de vetpockets richting neus-lippenplooi met als gevolg een verlenging van het onderste ooglid (fig 5). De belangrijkste oorzaken van veroudering in het periorbitale gebied op een rij zijnVI : s "OTRESORPTIE s !TROlE VAN DE VETPOCKETS s !TROlE OF HYPERACTIVITEIT VAN SPIERWEEFSEL s ,AXITEIT VAN LIGAMENTEN s :ONNESCHADE s 2OKEN s 'ENETISCHE FACTOREN Fig 5 : R. Shaw Aging facial sceleton Het orbitale septum wordt dunner en rekt uit (pseudoherniatie). De periorbitale vetpockets bewegen zich daardoor naar caudaal. Daarbij slinkt tegelijkertijd het os maxilla en nemen de cavitas orbitalis en apertura piriformis toe in grootte. De superficiële en diepe vetpockets van de wang worden atrofisch en zakken naar het mid face gedeelte. De vetpockets van de wang verouderen met verschillende snelheid en afzonderlijk van elkaarVII. Door Wallen en donkere kringen Wallen Wallen onder de oogleden ontstaan op 3 mogelijke manieren: vocht, vet of volumeverlies. 1. Wallen door vocht Wallen door het vasthouden van vocht onder de ogen ontstaan door onderliggende oorzaken als stress, onvoldoende nachtrust, onvoldoende vocht en verstoorde lymfeafvoer. Dit vocht kan deels weg gemasseerd worden van neus richting jukbeenderen. Op deze manier wordt het vocht in de lymfebanen geduwd, die het vervolgens afvoeren. Daarnaast kan een behandeling met botuline toxine A in het caudale deel van de m. orbicularis oculi leiden tot een verminderde pompfunctie van de eronder gelegen lymfebaan met als gevolg oedeemvorming (wallen). Dit kan tevens veroorzaakt worden door compressie van de lymfebaan als gevolg van overmatig hyaluronzuur in de malaire regio. 2. Wallen door vetuitstulping Wallen door vetuitstulping worden veroorzaakt door een zwakkere m. orbicularis oculi, waardoor een herniatie plaatsvindt van de retro-oculaire vetpocket. Anamnestisch zullen patiënten vaak melden dat meerdere familieleden hetzelfde hebben. Deze patiënten komen over het algemeen voor een chirurgische behandeling in aanmerking. 17 3. Wallen door volumeverlies en veroudering Bij jonge mensen is de overgang van het onderooglid naar de wang is zeer geleidelijk en egaal. ‘Tear trough’ en palpebromalaire groeven geven een vermoeide blik en maken het gezicht optisch ouder. De ‘tear trough’ ontstaat door volumeverlies onder de maxilla en loopt uit naar de laterale zijde van het gelaat. Dit volumeverlies ontstaat weer door het wegvallen van ossale structuren en huidondersteuning en het zwakker wordende orbitale septum. Uiteindelijk zakt het superficiële vet naar caudaal en met als gevolg de kenmerkende groeven. Kringen onder de ogen De huid onder de oogleden is dunner dan in de rest van het gezicht. Dit geeft donkere kringen vanwege doorschijnen van m. orbicularis oculi en vasculaire netwerk. Hyperpigmentatie door opstapeling van melanine komt ook voor, vooral bij de donkere huidtypen. Ook zakt de dunner wordende huid hier makkelijker tegen elkaar aan, waardoor het pigment dichter tegen elkaar aan komt te liggen en de huid donkerder oogt. De oorzaak hiervoor ligt in de specifieke anatomie van dit periorbitale gebied: dunne huid, weinig adnexen, verlies van stevigheid en elasticiteit, veel mimiek, en gevoeligheid voor zonschade. De huid onder de ogen ligt direct op de m. orbicularis oculi, waardoor een blauwe verkleuring kan ontstaan door de onderliggende spier en het veneuze capillaire netwerk. Anamnese, onderzoek en diagnostiek Van belang is het stellen van een goede diagnose door het beantwoorden van o.a. deze vragen: wat is de oorzaak van de klacht, is er sprake van een huidprobleem, is er volumeverlies of is er sprake van een chirurgisch probleem. Een gerichte anamnese, onderzoek en diagnostiek zullen deze vragen beantwoorden. Anamnese Een gerichte anamnese is noodzakelijk om pre-existente aandoeningen uit te sluiten. Vraag o.a. naar: medische voorgeschiedenis, roken, zonschade, stress, major life events, slecht slapen, erfelijkheid, allergie, asthma, eczeem, medicijn gebruik, zwangerschap en mogelijk vitamine tekort (cave: vegetariërs). Ook bloedingsstoornissen of anticoagulantia gebruik dient uitgevraagd te worden. In de regel mogen alleen ASA I patiënten worden behandeld. Onderzoek en diagnostiek Bij het onderzoek van de 3 zones van de periorbitale regio kijk je naar: Huid s (UID ELASTICITEIT s 3TRUCTUUR VAN DE HUID s 0IGMENTATIE Spieren s 3PIERACTIVITEIT HYPOTONIE HYPERTONIE s 3PIERZWAKTE "ELLS PALSY TEKENEN VAN #6! 18 Bot en Vetpockets s 6OLUMEVERLIES MATE EN PATROON BOT RESORPTIE en/of vetatrofie, vetherniatie, bouw, aanleg b.v. diepe orbita of plat jukbeen) s !SYMMETRIE Een gouden diagnostisch criterium zijn de bevindingen bij het aanspannen van de m. orbicularis oculi ( alsof je naar de zon kijkt): door verstrakking van de m. orbicularis oculi en elevatie van de mid-cheek vetpocket wordt het midface volumeverlies hersteld. Verdwijnen de wallen dan is dit een indicatie om midface gebied met injectables te behandelen. Blijven de wallen zichtbaar, dan is er sprake van overtollig of gezakt retroorbitale vet en is een verwijzing naar de plastisch chirurg de aangewezen handeling. Ten tweede is het belangrijk om de patiënt eerst vooruit de laten kijken (maak meteen een foto) en vervolgende met de ogen omhoog te laten kijken (tweede foto). Wordt met deze beweging de ‘tear trough’ versterkt, dan is dit een indicatie voor een fillerbehandeling. Een derde diagnostische criterium is het bepalen van de pupil-wangvector (fig 7). Aan de hand van een profielfoto kan je de pupil-wangvector bepalen. Door een rechte lijn van pupil naar de wang te trekken bepaal je de pupil-wangvector. Bij een negatieve vector ligt de wang achter de pupil. Is dat het geval, dan is er sprake van malair vetpocket deficiëntie en mogelijk verminderd skeletplatform. Deze deficiëntie is te herstellen met een filler. Fig 7 : Pupil-wangvector Behandelingsmogelijkheden: Kringen De behandeling van kringen begint in eerste instantie met onderhoud van de huid in het algemeen. Dit kan door chemische peelings en tretinoine crème. Dit geeft versteviging van de huid en vermindering van pigment. Ook behoort ouderwetse camouflage natuurlijk tot de mogelijkheid. Tevens zijn er goede resultaten bij de behandeling van kringen met carboxytherapie beschreven in het artikel van Sabine Zenker in Prime. International Journal of Aesthetic and Anti-Aging MedicineIX. Wallen door vetuitstulping Indien er sprake is van wallen door vetuitstulping volgt een verwijzing naar de plastisch chirurg voor een blepharoplastiek. Wallen door volumeverlies Mid face Staat juist volumeverlies op de voorgrond dan kunnen we met tijdelijke fillers een correctie bewerkstelligen met als doel verkorting van het onderste ooglid en een geleidelijke overgang van ooglid naar wang te creëren. Onze voorkeur gaat uit naar fillers die een precieze gecontroleerde injectie mogelijk maken, die reversibel en homogeen van aard zijn, zoals hyaluronzuur fillers. Tijdelijke fillers met voldoende liftingscapaciteit zijn geïndiceerd. Bepaal van tevoren wat voor resultaat je wilt bereiken. Teken het te behandelen gebied af en bepaal vooraf hoeveel vulling je per gebied gaat aanbrengen. Plaats een kleine hoeveelheid filler periostaal. Aspiratie om intravasculaire injectie te voorkomen is uiteraard zeer belangrijk. Voor het beste resultaat en om over-correctie te voorkomen, adviseren we in 2 sessies te behandelen. Mocht er onverhoopt correctie nodig zijn, dan is dit mogelijk met hyaluronidase. Tear trough Hierbij geldt absoluut ‘less is more’. Het is verleidelijk wallen te verminderen door de ‘tear trough’ mooi te vullen met tijdelijke fillers. Echter, hou hierbij rekening dat dit gebied heel gevoelig is voor zwelling en het zichtbaar blijven van de vulling (Tyndall effect). Omdat er ter plaatse geen onderhuids vet is wordt –indien te oppervlakkig geplaatst- de filler snel zichtbaar en onderoogleden lijken dikker en oedemateus. Dit is te voorkomen door uiteraard in de eerste plaats de tijdelijke filler op de juiste plek te plaatsen (retro-musculair) en iets onder te doseren (ca 70%). Laat de patiënt na 2 weken terugkomen. Indien nodig kan dan nog een ‘touch up’ worden gedaan. Is er toch sprake van overvulling dan kan ook hier gecorrigeerd worden met hyaluronidase. Palpebromalaire groeve Ook hier is de filler makkelijk zichtbaar en geeft het snel een oedemateus effect. Breng een zeer kleine hoeveelheiden product (ong. 0,1-0,2 cc per injectie) diep op het periost aan. Zo voorkom je product accumulatie in m. orbicularis oculi (zie verderop in dit artikel. Een andere oplossing kan zijn om op de zygoma te vullen. De huid van het onderooglid wordt daarmee soms strakker gespannen hetgeen de wallen minder zichtbaar maakt. Complicaties en contra-indicaties. Meest voorkomende complicaties van de behandeling in dit gebied zijn: s :WELLING DOOR OVERCORRECTIE s .ODULI INDIEN DE lLLER INTRAMUSCULAIR WORDT GEÕNJECTEERD KUNNEN knobbels ontstaan ten gevolge van productaccumulatie door spierbewegingen. Om dit te voorkomen dient de filler submusculair geplaatst te worden. s 4YNDALL EFFECT BLAUWIGE VERKLEURING VAN DE HUID KAN ONTSTAAN door te oppervlakkige plaatsing (cutaan of subcutaan) van (te hoog viscoos) hyaluronzuur in dunne huid gebieden zoals de ‘tear trough’X s /EDEEM DOOR COMPRESSIE VAN LYMFAFVOER IN MID FACE EN DOOR aantrekking van water vanwege de hygroscopische werking van hyaluronzuur. Algemene complicaties zoals infectie, verharding en allergie hebben wij buiten beschouwing gelaten. Contra-indicaties Er zijn geen specifieke contra-indicaties bekend anders dan de gebruikelijke contra-indicaties bij tijdelijke fillerbehandelingen. Samenvatting ‘Help ik zie er zo moe uit’ is een vraag die je in de spreekkamer van de cosmetisch arts vaak hoort. Veelal zijn wallen de reden voor deze vermoeide blik. Wallen is dan ook een veel voorkomend probleem op het spreekuur bij de cosmetisch arts. Goede diagnostiek is cruciaal voor het succes van de behandeling. Onderzoek wijst uit of de wallen een indicatie zijn voor fillers of een verwijzing naar de plastisch chirurg. Indien een filler geïndiceerd is, is herstellen van de verdwenen anatomische structuren het doel. Een goede analyse voorafgaand aan de behandeling van botstructuur en tevens volumeverlies van bot en vetpockets is bepalend voor een mooi en natuurlijk resultaat na de behandeling. Wegens de anatomische complexiteit van dit gebied blijft dit een uitdagende ingreep voor de cosmetisch arts. De juiste diagnose, indicatiestelling en een zorgvuldige keuze van de techniek helpt je om mooie en natuurlijke resultaten te bereiken. Literatuurlijst I Tan SR, Glogau RG. Fillers esthetics. In: Carruthers J, Carruthers A, eds. Procedures in Cosmetic Dermatology: Soft Tissue Augmentation. New York: Elsevier-Saunders; 2008:11-18. II J.A. Gosling, P.F. Harris e.a.; Atlas of Human Anatomy with integrated tekst; Manchester University Department of Anatomy; 1985, Grower Medical Publishing Ltd. III R. Putz, R. Pabst; Sobotta Atlas of Human Anatomy; Volume 1 head, neck, upper limb; 13th edition. IV R. Rohrich, J. Pessa; The Fat Compartments of the face: Anatomy and clinical implications for cosmetic surgery; Plastic and reconstructive surgery Journal; june 2007, 2219-2227. V R. Putz, R. Pabst; Sobotta Atlas of Human Anatomy; Volume 1 head, neck, upper limb; 13th edition. VI R. Small, D. Hoang. A practical guide to dermal filler procedures; Wolters Kluwer, Lippincott Williams & Wilkins; 2012, 48. VII R. Rohrich, J. Pessa; The Fat Compartments of the face: Anatomy and clinical implications for cosmetic surgery; Plastic and reconstructive surgery Journal; june 2007, 2219-2227. VIII L. Belhaoiari, P. Teisseire e.a.; Vectors for volumisation enhancing the mid-face with hyaluronic acid; Prime, january 2012, 28-40. IX S. Zenker; Prime International Journal of Aesthetic and Anti-Aging Medicine; Carboxytherapy, carbondioxide injections in aesthetic medicin; februari 2012; 46-50. 19