Thema 5 Organismen microscopisch bekeken nr. vraag 1 Welke lenzen vinden we terug bij een microscoop? • _____________________ • _____________________ 2 Hoe groot is de totale vergroting van een preparaat als de vergroting van een ooglens 10x en de vergroting van een voorwerplens 40x is? Kruis het juiste antwoord aan. 4x 40x 50x 400x 3 Waarvoor gebruiken we een microscoop in de natuurwetenschappen? Kruis het juiste antwoord aan. Je hebt geen bril nodig om iets waar te nemen. Je kan iets waarnemen dat niet waarneembaar is met het blote oog. Je kan veel beter organen van een organisme waarnemen. Je kan iets waarnemen dat beter waarneembaar is dan met het blote oog. 4 Welke celdelen bevinden zich binnen de celbegrenzing van een dierlijke cel? Selecteer ze allemaal. celkern cytoplasma bladgroenkorrels celmembraan celwand grote vacuolen 104-105 106 5 Welke celdelen vinden we terug bij plantencellen, maar niet bij dierlijke cellen? Selecteer ze allemaal. celkern cytoplasma bladgroenkorrels celmembraan celwand grote vacuolen 104-105 106 6 Welk verschil is er tussen een weefsel en een orgaan? Kruis het juiste antwoord aan. Een weefsel is opgebouwd uit dezelfde soort cellen en een orgaan is opgebouwd uit verschillende soorten weefsels. Een orgaan is opgebouwd uit dezelfde soort weefsels en een weefsel is opgebouwd uit verschillende soorten cellen. Een orgaan is opgebouwd uit dezelfde soort cellen en een weefsel is opgebouwd uit verschillende soorten organen. Een weefsel is opgebouwd uit dezelfde soort organen en een orgaan is opgebouwd uit verschillende soorten weefsels. 107-108 Evaluatievragen: thema 5 Organismen microscopisch bekeken p. in lwb 98-99 99-100 99 12 7 Som een viertal organen op die tot hetzelfde stelsel bij een organisme behoren. 107-108 109-110 8 Noteer de verschillende organisatieniveaus van klein naar groot. 109-110 __________________ ↓ __________________ ↓ __________________ ↓ __________________ ↓ __________________ 9 Welke organisatieniveaus zijn microscopische organisatieniveaus? Selecteer ze allemaal. organisme weefsel orgaan cel stelsel 109-110 10 Herken de verschillende organisatieniveaus aan de hand van de omschrijvingen. • ___________________: groep organen die samenwerken aan dezelfde taak. • ___________________: kleinste bouwsteen van een levend organisme. • ___________________: verschillende weefsels die samenwerken aan dezelfde taak. • ___________________: groep cellen met dezelfde vorm en functie. • ___________________: alle stelsels werken samen. 109-110 Evaluatievragen: thema 5 Organismen microscopisch bekeken 13