Van cel tot stelsel

advertisement
Van cel tot stelsel
Cel
Je lichaam is opgebouwd uit heel veel bouwstenen: cellen. Cellen zijn erg klein.
Je kunt ze alleen met een microscoop bekijken. Cellen kunnen heel verschillende vormen
hebben. De vorm van een cel hangt samen met zijn functie. Er zijn veel verschillende
typen cellen zoals bloedcellen, spiercellen en huidcellen.
Weefsel
Meestal liggen cellen met dezelfde vorm en dezelfde
functie in groepen bij elkaar. We noemen zo’n groep cellen
een weefsel. Zo zit er in je huid bijvoorbeeld dekweefsel
en bindweefsel. Andere voorbeelden van weefsels zijn
spierweefsel en kraakbeenweefsel.
Orgaan
Weefsels kunnen samen een orgaan vormen. Elk orgaan heeft een speciale functie.
Sommige organen hebben meerdere functies. Voorbeelden van enkele organen in je
lichaam zijn het hart, de grote hersenen, het oor, de huid. De huid is zelfs het grootste
orgaan in je lichaam. Uitgevouwen is het zo’n 1,5 tot 2 m2 en weegt het, inclusief het
onderhuids bindweefsel, wel 15 tot 20 kilo.
Organenstelsel
Vaak hebben enkele organen samen een bepaalde functie. Zo’n groep organen wordt een
organenstelsel genoemd. Voorbeelden van een organenstelsel zijn het
spijsverteringsstelsel, het spierstelsel, het bloedvatenstelsel, het ademhalingsstelsel,
en het zenuwstelsel.
In de huid liggen onder andere zenuwen. Als je pijn voelt, komt dat omdat er in de huid
pijnzintuigen liggen en die geven informatie door aan je hersenen. De huid, zenuwen en
hersenen zijn onderdeel van het zenuwstelsel.
Dus:
cel – weefsel – orgaan – organenstelsel
Als je dat op de huid betrekt kan het er rijtje er zo uitzien:
huidcel – bindweefsel – huid – zenuwstelsel
Bron: http://www.schooltv.nl/eigenwijzer/2157314/biologie/item/3340807/van-cel-tot-stelsel/
Biologie | Cellen HAVO | Van cel tot stelsel
Download