"Uitvindingen" - afgedrukt door DramaOnline Uitvindingen Inleiding Introductie Uitvindingen Groepen: 5 en 6 Techniek: Improvisatie Tijdsduur: 5 minuten Groepsverdeling: Klas Beginopstelling: Kring Deze dramales improvisatie voor groep 5/6 gaat over uitvindingen en het op een nieuwe manier kijken naar bekende situaties. De leerlingen associëren op bestaande voorwerpen en geven hier een andere functie aan. In de kernopdracht gaan ze in groepjes aan de slag en vinden een nieuw voorwerp uit. Er wordt zowel in tekst als in beweging geïmproviseerd. Leerdoelen: De leerlingen leren associatief denken en reageren in het moment. De leerlingen kunnen zich zowel verbaal als nonverbaal in spel uiten. De leerlingen geven zelf spelimpulsen en staan open voor de spelimpulsen van anderen. Warming-up klassikaal Een ander oogpunt Groepen: 5 en 6 Techniek: Improvisatie Tijdsduur: 5 minuten Muziek: Les CD 1, nr. 20 Groepsverdeling: Klas Beginopstelling: In de ruimte De leerlingen lopen door de ruimte. Op zelfgekozen momenten staan ze stil en bekijken de ruimte vanuit een ongebruikelijk oogpunt. Bijvoorbeeld liggend op de grond, tussen hun benen doorkijkend of met één oog dichtgeknepen. Wanneer ze de ruimte op die manier ontdekt hebben, lopen ze weer verder en kiezen een volgend punt uit. Variatie: U kunt de leerlingen vervolgens ook elkaar vanuit vreemde oogpunten laten ontmoeten. Pagina 1 van 3 "Uitvindingen" - afgedrukt door DramaOnline Warming-up groepjes Dit is een... Groepen: 5 en 6 Techniek: Improvisatie Tijdsduur: 5 minuten Groepsverdeling: Groepjes Beginopstelling: In de ruimte Benodigdheden: Voorwerpen naar keuze De leerlingen zitten in groepjes van 5 tot 7 personen in een kring. Elke groep geeft een voorwerp door, bijvoorbeeld een pen, liniaal of een emmer. Iedere leerling vertelt kort wat het voorwerp volgens hem of haar is. Dit kan alles zijn, behalve wat het echt is. In het geval van een pen, zou het bijvoorbeeld een afstandbediening voor ruimteschepen kunnen zijn. Tip: Stimuleer de leerlingen hun fantasie te gebruiken en zich te laten inspireren door het voorwerp. Kern Huishoudelijke apparaten (maakopdracht) Groepen: 5 en 6 Techniek: Improvisatie Tijdsduur: 15 minuten Muziek: Les CD 1, nr. 14 Groepsverdeling: Groepjes Beginopstelling: In de ruimte De leerlingen lopen door de ruimte. U noemt verschillende elektrische huishoudelijke apparaten. Voorbeelden: printer, lamp, wasmachine, haardroger, broodrooster. De leerlingen beelden dit apparaat uit. Het is daarbij van belang dat ze een belangrijke eigenschap uitbeelden. Ze zijn hierbij zelf het apparaat en niet de gebruiker ervan. Bij een wasmachine kunnen ze bijvoorbeeld ronddraaien, het deurtje spelen of zich wassen. Wanneer u een aantal apparaten met de leerlingen geoefend heeft, verdeelt u de leerlingen in groepjes van 4 tot 6 personen. Elk groepje bereidt een presentatie voor waarin ze een zelfgekozen apparaat uitbeelden. Iedere leerling is een onderdeel van het apparaat. Wanneer de leerlingen een wasmachine gekozen hebben, kunnen ze bijvoorbeeld het deurtje, het water, de knoppen en de was zijn. Bij de verschillende onderdelen mag geluid gebruikt worden. Hierna worden de apparaten aan elkaar gepresenteerd, waarbij het publiek raadt wat uitgebeeld worden. Pagina 2 van 3 "Uitvindingen" - afgedrukt door DramaOnline De uitvinding (maakopdracht) Groepen: 5 en 6 Techniek: Toneelspel en Improvisatie Tijdsduur: 15 minuten De leerlingen blijven verdeeld in dezelfde groepjes. Met elkaar bedenken zij een apparaat dat nog niet bestaat. Bijvoorbeeld een machine om makkelijk paaseieren op te sporen. Groepsverdeling: Groepjes Beginopstelling: In de ruimte Iedere leerling is een onderdeel van het apparaat, waarbij één leerling de uitvinder is die het idee mondeling toelicht. Elk onderdeel mag een geluid maken. Hierna worden gepresenteerd. de uitvindingen aan elkaar Afsluiting Woordenduel Groepen: 5 en 6 Techniek: Improvisatie Tijdsduur: 5 minuten Groepsverdeling: Klas Beginopstelling: In de ruimte De leerlingen worden verdeeld over twee groepen. De groepen staan tegenover elkaar. U noemt een categorie voorwerpen, bijvoorbeeld meubels. Om de beurt noemt iemand van de groep een woord dat daaraan beantwoordt. (tafel, stoel, kast, bureau, enzovoort) Als de groep langer dan 5 seconden nadenkt, krijgt de andere groep een punt. Herhaal dit een aantal keer met verschillende categorieën.Voorbeelden: voertuigen, groenten, planten, gereedschap, toiletartikelen. Pagina 3 van 3