bonusvraag

advertisement
CASUSTOETS
Bron 1
Volkert van der G. krijgt geen proefverlof (NRC, 11 oktober 2013)
Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred Teeven nam vanmiddag de beslissing dat Volkert van der G. geen proefverlof krijgt. Foto
ANP/Martijn Beekman
DOOR ANNEMARIE COEVERT
BINNENLAND
Volkert van der G. mag niet op proefverlof. Dat heeft staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Fred
Teeven (VVD) bepaald, zo maakte hij vanmiddag bekend in een schriftelijke verklaring.
Teeven moest een nieuw besluit nemen na een uitspraak van de Raad voor de Strafrechtstoepassing en
Jeugdbescherming (RSJ) vorige week. Die oordeelde dat een goede terugkeer in de maatschappij van de
moordenaar van Pim Fortuyn zwaarder weegt dan maatschappelijke onrust. Ook stemde een Tweede
Kamer-meerderheid voor een debat over het proefverlof.
Van der G. kan in beroep gaan tegen de beslissing van Teeven. De zaak komt dan opnieuw bij de Raad
voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) te liggen, die dan op korte termijn een nieuwe
uitspraak zal doen. Als de RSJ het verlof nogmaals goedkeurt kan Van der G. alsnog vervroegd vrijkomen.
1) Lees het artikel in bron 1.
a. In dit artikel gaat het over het proefverlof van Volkert van der G., die in mei 2002 de politicus
Pim Fortuyn van het leven beroofde. In dit artikel staan twee visies op een eventueel
proefverlof van Van der G, haaks op elkaar. Beschrijf wie er verschillende visies hebben en
geef hun argumenten weer.
Stelling: “Door het optreden van Fred Teeven inzake de kwestie Van der G, is de
machtenscheiding in gevaar.”
b. Wat wordt er hier bedoeld met “machtenscheiding”? Benoem de machten en geef ook aan
wie er per macht verantwoordelijk zijn op nationaal (landelijk) niveau.
c. Verdedig de stelling hierboven, en geef daarbij één argument.
d. Bestrijd de stelling hierboven, en geef daarbij minimaal één argument.
e. Wat is jouw eigen mening over deze kwestie? Geef voor jouw mening minimaal één
argument.
Bron 2
Opnieuw voor de rechter na vrijspraak (Friesch Dagblad, 11 april 2013)
De Eerste Kamer is deze week met een nipte meerderheid van 36 tegen 35 stemmen
akkoord gegaan met een wet die een belangrijk rechtsbeginsel overboord zet: het ne bis in
idem. Dit houdt in dat mensen die zijn vrijgesproken van een misdrijf niet opnieuw voor dat
zelfde misdrijf kunnen worden vervolgd. De Eerste Kamer vindt nu dat mensen die de dood
van een ander hebben veroorzaakt, in de toekomst alsnog kunnen worden vervolgd als er
nieuw bewijs tegen hen is. Het moet dan wel gaan om een misdrijf dat ze met opzet hebben
gepleegd.
(…)
‘Herziening ten nadele’ kan weliswaar alleen op initiatief van het College van procureursgeneraal van het OM, maar het is een ingrijpende wijziging van ons strafrechtsysteem. Met
name ook omdat het plan van minister Ivo Opstelten met terugwerkende kracht is en dus
ook gaat gelden bij vrijspraken die vóór de datum van de inwerkingtreding van het
wetsvoorstel onherroepelijk zijn geworden, behalve bij verjaring.
2) Lees het artikel in bron 2.
a. Leg uit wat het ne bis in idem-beginsel inhoudt. Leg ook uit waarom voorstanders van dit
beginsel vinden dat deze regel nodig is. Gebruik daarbij het begrip “rechtszekerheid”. Leg
daarna de kritiek op dit beginsel uit.
b. Maak de volgende zin af: “Bij de discussie rond het ne bis in idem-beginsel, gaat het om
een dilemma tussen ………………………….. en ………………………………”
c. In de grondwet staat het volgende artikel:
Art. 16
Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke
strafbepaling.
Hoe noemen wij het beginsel dat in dit artikel geregeld wordt?
d. Leg uit waarom de in bron 2 beschreven herziening van het ne bis in idem-beginsel
volgens sommige rechtsgeleerden (enigszins) in strijd is met het principe dat wordt
geregeld in artikel 16 van de grondwet.
e. Het beginsel dat wordt omschreven in artikel 16, kun je ook eenvoudiger omschrijven,
namelijk als volgt:…………………………………………………………………………………………………………..
f. Het beginsel dat wordt omschreven in artikel 16 is een grondbeginsel van de rechtsstaat.
Noem de twee andere grondbeginselen van de rechtsstaat.
3) In het recht bestaan verschillende rechtsgebieden.
a. Het belangrijkste onderscheid is dat tussen ……(A)……. en ………(B)……
b. (A) kun je onderverdelen in drie gebieden. Noem deze drie gebieden.
c. (B) kun je ook onderverdelen in drie gebieden. Noem deze gebieden.
d. Hieronder zie je een aantal situaties staan. Geeft bij iedere situatie aan bij welke
rechtsgebieden zij horen, ingedeeld volgens éérst (A) of (B), en vervolgens de nadere
onderverdeling.
Een vrouw doet aangifte van
aanranding.
Piet en Kees adopteren samen een
kindje uit Somalië.
De officier van justitie bestelt een
nieuwe printer.
Suzan begint haar eigen bedrijf,
“Suzans Lekkere Koeken B.V.”
Piet heeft al drie maanden
huurachterstand.
De ministers zijn verantwoordelijk voor
het optreden van de koning.
Ans dient een bezwaar in tegen de
plannen om een nieuw parkeerterrein
aan te leggen.
BONUSVRAAG
Bron 3
Politieleiding neemt afstand van actie (Telegraaf, 3 november 2013)
ALMELO De politieleiding van de eenheid Oost-Nederland neemt afstand van de actie van de Almelose politie.
Agenten van dat korps zetten een video op Facebook waarin te zien was hoe ze een onverbeterlijke
Poolse veelpleger op een enkele treinreis naar zijn geboorteland zetten. ,,Ondanks dat er begrip is voor
het probleem, vindt de politieleiding dat de gekozen weg om dit onder de aandacht te brengen, niet de
geëigende weg is."
Foto: TLG
Dat schrijft de leiding zondagavond in een persbericht. ,,De politieleiding heeft begrip voor het feit dat
medewerkers van de politie in Almelo de vinger hebben willen leggen op de problematiek van veelplegers, waar
ook de politie in Almelo dagelijks mee wordt geconfronteerd. De collega's hebben daarvoor een creatieve
oplossing toegepast; dit is echter geen beleid. De politieleiding neemt nadrukkelijk afstand van de suggestie dat
de politie sponsors zoekt."
De agenten die de video op Facebook zetten, vermeldden erbij dat ze dit soort maatregelen bij voldoendetje
sponsoren in de toekomst vaker willen nemen. De leiding gaat met de dienders in gesprek over de kwestie.
4) Lees bron 3
a. Er is veel kritiek op het optreden van de politiemannen die de Poolse man op de trein
hebben gezet. Leg uitgebreid uit waarom dit optreden in strijd is met de taken van de
politie.
b. Wat had de politie wel kunnen doen? Beschrijf hierbij zorgvuldig de procedure van het
strafproces.
c. Wat is jouw mening over het optreden van de agenten uit Almelo? Onderbouw je
mening met minimaal twee argumenten.
-
EINDE -
Download