Geschiedenis 9.8 t/m 10.5 Tussen 9.8 en 10.2 zit een link: 9.8 Eerst was er het imperialisme (het streven van een land naar macht in een ander gebied (kolonies)) Engeland en het westen speelden daar de grootste rol in, ze veroverden gebieden in Afrika & Azië. Westerse mensen waren blank en voelden zich superieur (beter voelen dan) aan de niet-blanken, ze buitte de niet-blanken uit. In die superioriteit kwamen drie “deuken” wat leidde tot dekolonisatie deze drie “deuken” werden veroorzaakt door de Russisch-Japanse oorlog, in 19041905 vochten Rusland en Japan met elkaar. De Russisch-Japanse oorlog was van korte duur en hoewel Japan duizenden soldaten verloor, won het land wel van de Russen. Dit was de eerste deuk, de tweede deuk was de Eerste Wereldoorlog, in deze oorlog moorden blanken de blanken uit in de ogen van de niet-blanken was dit een mooi punt om verzet te gaan strijden want de blanken waren niet zo superieur als leek. De derde en laatste deuk was de Tweede Wereldoorlog de Japanners hadden de Nederlanders verdreven uit Nederlands-Indië en weer moorden de blanke mensen de blanken uit. Dit leidde uiteindelijk tot dekolonisatie 10.2 10.1 In de periode 1945-49 zorgde de Sovjet Unie voor een scheiding van Europa door met OostEuropese landen een blok te vormen (de SU had eerst die landen verovert): Oost Blok. Daar om heen was een scheiding: IJzeren Gordijn. Toen in 1949 bleek dat de SU ook over een atoombom beschikte brak er paniek uit in de VS en volgde er een wapenwedloop. Maar de Sovjet Unie wilde meer macht en wilde ook West-Europa aan hun rijk toevoegen, maar doordat de spanningen hoog opliepen is de NAVO (Noord Atlantische Verdragsorganisatie) opgericht. Dit was een militair bondgenootschap van de Verenigde Staten, Canada en een aantal West-Europese landen. De NAVO zorgde voor een “muur” (denkbeeldig) waardoor het voor de SU onmogelijk was om ook WestEuropa te veroveren. De SU reageerde in 1955 met een bondgenootschap van Oost-Europese landen: Warschaupact. De SU kon niet het Westen veroveren dus gingen ze maar naar het Oosten: tussen 1950-53 vochten de SU en de VN (Verenigde Naties, opgericht tijdens de Tweede Wereldoorlog) een oorlog in Korea uit. Daarin heeft de SU alleen het Noorden kunnen winnen, Noord-Korea is tot op de dag van vandaag ook Communistisch en Zuid-Korea Kapitalistisch. Tussen 1945-75 vochten de VS en de SU een oorlog uit in Vietnam, omdat het daar niet opschoot was de SU alvast naar Korea gegaan. Uiteindelijk heeft de SU gewonnen in Vietnam en zijn Noorden Zuid Vietnam Communistisch. In 1962 werd het even heel spannend, dit kwam namelijk doordat de SU middellangeafstandsraketten met kernkoppen op Cuba installeerde op de VS onder schot te houden. De VS reageerde daarop door een zeeblokkade om Cuba en eiste dat de SU de raketinstallaties ontmantelde. Alles bij elkaar werd dit de Koude Oorlog genoemd, in 1989 kwam er een eind aan deze Koude Oorlog en hierbij kwam ook een eind aan de wapenwedloop tussen de SU en de VS. 10.3 De eerste stap op weg naar de Europese integratie was de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal in 1951. Steeds meer politieke macht is verhuisd van den Haag naar Brussel. Meer dan de helft van onze wetten komt uit Brussel. Veel mensen hebben daar weinig weet van en de opkomst bij de Europese verkiezingen is laag. Kort na 1945 groeide in Europa het verlangen naar integratie. De voornaamste redenen daarvoor waren om een verwoestende herhaling van de wereldoorlogen te voorkomen, de herinnering aan de crisis van de jaren dertig, waar hoge tariefmuren de handel ernstig belemmerden, de dreiging van het communisme. In 1951 werd de eerste stap gezet door de oprichting door Frankrijk, Duitsland, Italië en de Benelux-landen van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS). In 1957 werd dat uitgebreid met het tot stand komen van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) en Euratom: een samenwerkingsverband om op vreedzame manier kernenergie toe te passen. In 1967 werden EGKS, EEG en Euratom samengevoegd tot de Europese Gemeenschappen, later Europese gemeenschap genoemd. Het bestuur werd gevormd door de Europese Commissie, die in Brussel zetelde. De voornaamste doeleinden waren: realiseren van een douane-unie: dus het afschaffen van tarieven aan de grenzen en het ontwikkelen van een gemeenschappelijk landbouwbeleid. Sinds 1993 heet de EG: Europese Unie. In 1994 werden alle binnengrenzen binnen de Unie geopend: tarieven en douanerechten werden afgeschaft. In 1995 telde de EU 15 lidstaten en in 2005 kwamen daar nog eens tien leden bij. Nieuwe landen willen graag lid worden. omdat de EU bevorderlijk is gebleken voor verhoging van het welvaartspeil. In het verdrag van Maastricht van 1992 werd onder meer tot invoering van de euro besloten in 2002. Ook zou er een stap worden gezet naar politieke integratie. De euro is er gekomen (nog niet in alle lidstaten) maar de politieke integratie verloopt moeizaam. Europese grondwet. Tegenover alle voordelen heeft Europa ook nadelen. het Europese parlement heeft relatief weinig invloed. De inwoners van de EU mogen om de vijf jaar de leden kiezen. De Ministerraad bepaalt echter het beleid. De Europese Commissie bereidt het beleid voor en voert het wel uit. Het Parlement mag wel de begroting verwerpen. Maar van een echt democratisch parlement is nog geen sprake. De discussie over een Europese grondwet en hoe die er dan uit moet zien, wordt nog steeds gevoerd. Tot 1989 leefden de landen van het Oostblok onder de dictatuur van het communisme. Na de dood van Stalin in 1953 leek de invloed van de Sovjet-Unie aanvankelijk wat losser te worden. Toen men in Hongarije een wat onafhankelijker koers wilde gaan volgen in 1956 grepen de Sovjets met geweld in en de Hongaarse opstand liep uit op een bloedbad. Het Westen greep niet in omdat een en ander binnen de Russische invloedssfeer gebeurde. De hervormingen in Tsjecho-Slowakije, het communisme met een menselijk gezicht, ook wel de Praagse lente genoemd, werd eveneens in 1968 met geweld onderdrukt. In 1985 wilde de nieuwe leider van de Sovjet-Unie, Michael Gorbatsjov, de economische stagnatie doorbreken, waarin Rusland verkeerde. Er moest perestrojka (herstructurering) komen van de economie: meer efficiency en meer eigen initiatief. tegelijkertijd beloofde hij glasnost, openheid van zaken te geven. Hij bepaalde dat de media voortaan vrij en onbelemmerd kritiek mochten leveren op allerlei wantoestanden. De censuur verdween daardoor praktisch geheel. Inwoners van Sovjetdeelrepublieken (zoals Estland, Letland en Litouwen) gebruikten de glasnost om luidkeels autonomie te eisen. Ook de satellietstaten in Oost-Europa zagen nu hun kans om via de glasnost vrijheid te verkrijgen. Gorbatsjov liet de leiders van de Oost-Europese landen weten dat het leger niet meer zou helpen als de zaak uit de hand liep. Polen was het eerste land, onder regie van Solidariteit, waar de eerste vrije verkiezingen werden gehouden in 1989. De roep om vrijheid was niet meer tegen te houden. Op 9 november 1989 werd een opening gemaakt in de Berlijnse Muur. Al in 1990 werden de twee Duitslanden verenigd. Na de val van het communisme streefden de landen in Oost-Europa naar aansluiting bij de NAVO en de EU. In 1999 werden Polen, Hongarije en Tsjechië officieel toegelaten tot de NAVO. In 2005 werden deze landen samen met Slowakije, Slovenië, Estland. Letland en Litouwen lid van de EU. 10.4 In de jaren zestig van de twintigste eeuw waren de VS verstrikt in een oorlog in Vietnam. Hierdoor werd voor het eerst getornd aan het vertrouwde beeld van Goed (het Westen) en Kwaad (het Oosten). Studenten demonstreerden tegen deze oorlog en wilden meer inspraak. Jongeren ontwikkelden een alternatieve leefstijl met softdrugs en vrije seks. Ouderen wreven zich de ogen uit: was dat nu de dank van de jeugd voor de welvaart en vrijheid waarvoor zij hadden kromgelegen. Welvaart en sociale zekerheid staan in de meeste westerse landen op een hoog peil. De welvaartsgroei had echter ook schaduwzijden, zoals aantasting van de natuur en een dreigende energieschaarste. Bovendien leken de grenzen van de sociale zekerheid in zicht. Consumptiedwang en het 'opkomen voor jezelf' bepalen echter nog steeds het gedrag van velen. Veel mensen zochten na de Tweede Wereldoorlog hun toekomst elders en emigreerden naar de VS, Canada of Australië. Maar vrij snel na de Tweede Wereldoorlog bereikte de welvaart in Nederland en elders een peil waarvan men niet had kunnen dromen. Voor die welvaartsgroei zijn enkele verklaringen te geven: De West-Europeanen werkten hard, waren goed gemotiveerd én uitstekend geschoold. De Europese landen beschikten over een behoorlijke infrastructuur. De Marshallhulp was een welkome financiële injectie en was psychologisch een stimulans. In 1944 was er bovendien een systeem van vaste wisselkoersen afgesproken, zodat internationaal betalingsverkeer soepeler verliep dan voor de oorlog (akkoord van Bretton Woods). Onder de leiding van PvdA-premier Willem Drees (1948-1958) werd de basis gelegd voor de welvaart. De belangrijkste politieke partijen werkten eendrachtig samen. Soberheid en spaarzaamheid waren troef. Bedrijven hielden de lonen bewust laag, omdat de regering dat voorschreef. Daardoor konden bedrijven weer winst maken. Nederlandse producten waren zo goedkoop en de export steeg dan ook met sprongen en de industrialisatie zette onverminderd door. Dat ging gelijk op met een toenemende urbanisatie, verstedelijking, waardoor de sociale controle steeds minder werd. Vanaf het kabinet Drees werd gezorgd voor een vrijwel compleet pakket van sociale voorzieningen zoals WW, AOW en WAO. Ook het recht op Bijstand werd bij wet geregeld. de verzorgingsstaat leek een feit. Daarbij kwam nog dat in 1959 een gasbel bij Slochteren werd ontdekt waardoor ons land aardgas kon gaan verkopen aan het buitenland, dat vele miljarden zou gaan opbrengen. Na 1960 wilden de arbeiders de geleide loonpolitiek niet meer aanvaarden. Door middel van stakingen ging de regering overstag. De lonen werden vrijgegeven. het gevolg was dat een reeks van jaren de lonen met zo'n 10% stegen. Hierdoor werden de Nederlandse producten duurder maar de binnenlandse koopkracht steeg daardoor ook waardoor Nederlanders zich veel producten konden aanschaffen zoals wasmachines, tv's auto's. In de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw veranderde de leefstijl in Nederland ingrijpend. Twee processen traden gelijktijdig op: secularisering (ontkerkelijking) en individualisering (elke burger wenste voor zichzelf uit te maken hoe hij zijn leven inrichtte). Vooral door middel van de popmuziek vond de vrijheidsdrang van jongeren een weg. In Nederland maakten Amsterdams provo's er een sport van om gezagsdragers te provoceren. Dat bleek o.a. bij het huwelijk van Beatrix. Ook radicale feministes kwamen op voor gelijke rechten voor mannen en vrouwen. Bekend werd de actiegroep Dolle Mina met de leus "Baas in eigen buik' waarmee men het recht op abortus bepleitte. De protestbewegingen hebben in Europa voor blijvende veranderingen gezorgd. Nieuwe politieke bewegingen en nieuwe trends in mode, muziek en leefstijl kregen meer kans. Medezeggenschap werd in praktijk gebracht, zodat de burgers over zaken konden meepraten die hun direct aangingen. Dat proces werd bevorderd door nieuwe communicatiemiddelen. denk daarbij aan computers, internetgebruik, e-mail en mobiele telefoons. 10.5 De jaren negentig van de twintigste eeuw waren optimistisch. De Koude Oorlog was voorbij, de Berlijnse Muur was verdwenen, de rassenscheiding in Zuid-Afrika afgeschaft. De wereldeconomie trok aan o.a. door de nieuwe informatietechnologie. Het eerste decennium van de een en twintigste eeuw lijkt een ieder pessimistisch gestemd. Op 11 september 2001 werd New York en Washington getroffen door terroristische aanslagen. Later volgden steden als Madrid, Londen en Casablanca. Aanslagen die vaak gepleegd waren door moslimterroristen. Hoe hardnekkig zijn racistische, religieuze of etnische vooroordelen? Hoe stroef loopt de inburgering van allochtonen in westerse landen? Het ideaal van een multi-culturele samenleving lijkt in Nederland onder druk te staan. denk aan witte/ zwarte scholen, hoofddoekjes, cartoons, eerwraak enz. Welke problemen ontstonden een ontspannen multiculturele samenleving in de weg? De Verenigde Staten waren al lang voor 1900 een voorbeeld van een multiculturele en pluriforme samenleving. Toch werden de Afro-Amerikanen ook na de afschaffing van de slavernij in 1863, nog op allerlei manieren gediscrimineerd. In de loop van de twintigste eeuw namen zie die positie niet meer voor lief. Dat kwam door drie factoren: Het land voerde twee maal een wereldoorlog en kwam daarbij op voor democratie. De VS verzetten zich elders in de wereld tegen discriminatie. De dekolonisatie in Afrika maakte de Afro-Amerikaanse minderheid in de VS ervan bewust dat er iets schortte aan haar rechten. De prominente rol van de televisie zorgde er vervolgens voor dat de publieke aandacht zich steeds meer richtte op de achterstelling van de Afro-Amerikanen. Toen het Hooggerechtshof in 1954 bepaalde dat rassenscheiding op openbare scholen ongrondwettig was kwam een en ander in een stroomversnelling. Rond 1960 kwam een beweging voor burgerrechten op gang. Onder leiding van Martin Luther King vonden vreedzame demonstratie plaats die uiteindelijke leiden tot de Mars op Washington waar hij zijn historische speech hield 'I have a dream'. Een grote overwinning voor King was de Civil Rights Act van 1964. Deze wet verbood discriminatie op grond van huidskleur in alle openbare gelegenheden. King werd echter in 1968 vermoord door een blanke racist. Het stelsel van Apartheid in Zuid-Afrika leidde in de hele wereld tot afkeurende reacties. Kleurlingen moesten in zogenaamde 'thuislanden' gaan wonen en konden alleen met een speciaal pasje zich vrij bewegen. Ze hadden ook geen kiesrecht. Verzet tegen de apartheidswetten werden bloedig neergeslagen. Het in 1912 opgerichte African Natianal Congress (ANC) werd verboden en hun leider , Nelson Mandela, ging in 1962 voor tientallen jaren achter de tralies op Robbeneiland. In de loop der jaren werd het verzet steeds sterker. In 1985 moest de regering vanwege het vele geweld de noodtoestand uitroepen. Internationaal gold een handels- en sportboycot tegen Zuid-Afrika. In 1990 besloot de regering om het roer om te gooien. Het ANC werd gelegaliseerd, Mandela kwam vrij en er kwam een nieuwe grondwet. Verkiezingen vonden plaats op basis van one man, one vote. Het ANC won glansrijk en Mandela werd president van het nieuwe Zuid-Afrika. Veel inwoners keken verbaasd naar de rassenproblemen in de VS en dachten dat het in Europa niet kon voorkomen. Niets was minder waar. In Nederland waren in de jaren vijftig Molukkers en Indische Nederlanders aangekomen en rond 1975 tweehonderdduizend Surinamers. Daarbij voegden zich nog gastarbeiders uit Italië, Marokko, Turkije en nu Polen en Roemenen. Ook vonden en vinden veel mensen in Nederland een nieuw bestaan omdat ze moesten vluchten uit hun eigen moederland. Daardoor is een multiculturele samenleving ontstaan. Het aantal moslims heeft in Nederland inmiddels bijna de miljoen bereikt. Iedere groep zoekt ernaar om uiting te geven aan de eigen identiteit binnen de Nederlandse samenleving. Dat leidt soms tot spanningen en botsing van culturen waardoor een beroep wordt gedaan op wederzijdse verdraagzaamheid binnen de Nederlandse democratie.