Kunstgeschiedenis

advertisement
Kunstgeschiedenis
Periode 1 t/m 4
•Egyptenaren
•Grieken
•Romeinen
Egyptenaren
• Egyptische maatschappij/cultuur
• Bouwkunst
• Beeldhouwkunst
• Schilderkunst
http://www.uitzendinggemist.nl/afleveringen/1312432
3300 v. Chr. – 332 v. Chr.
Egyptische Rijk
• Neder Egypte.
• Opper Egypte.
•Het bestond bijna 3000 jaar.
•Een van de machtigste rijken ter wereld.
Ontwikkeling van het Egyptische rijk dankzij de rivier de Nijl
Het land langs de Nijl kwam door overstromingen regelmatig onder
water te staan.
Als het water dan weer gezakt was, bleef er een vruchtbare sliblaag
achter. Daarop verbouwden de Egyptenaren dan hun gewassen. Er
was dus voedsel in overvloed.
Overstromen van de Nijl
Egyptische jaar kende 3 seizoenen:
• Overstroming
• Groei
• Oogst
De Farao
• koning en god en stond aan het hoofd van het Egyptisch rijk.
• schakel tussen volk en goden.
• zorgde hij voor vrede, welvaart en eeuwig leven.
De farao had verschillende taken:
• hij was opperbevelhebber van het leger,
• hoofd van de administratie en financiën,
• hogepriester van iedere tempel en opperrechter.
• 2500 v.Chr. de farao zorgen voor zijn graf.
•De farao is te herkennen aan de gevouwen hoofddoek of het
opvallende hoofddeksel, de sik, de scepter, de cobra en de gier
op het hoofd.
Omdat de Farao zo belangrijk is, zie je hem veel terug in de
beeldende kunst.
• vereeuwigd in (muur)tekeningen, beelden en andere monumenten.
• even groot afgebeeld als de goden, hij is gelijk aan een god.
Dodencultus
•
•
•
•
•
•
na de dood een nieuw leven begon, in hun
graftombe zou het aardse leven doorgaan
Ze zouden naar een andere wereld reizen om
daar te leven met de goden en godinnen van
de doden.
Zij geloofden dat de mens een Ba (ziel) en een
Ka had ( de onzichtbare tweeling van de
mens).
Wanneer iemand stierf geloofden men dat de
Ba en de Ka het lichaam verlieten en zouden
leven in de graftombe.
De Ba bleef bij de familie en vrienden van de
dode.
De Ka reisde heen en weer tussen het lichaam
en de andere wereld.
Omdat men bang was dat de Ka het lichaam niet
meer zou herkennen zodat het eeuwige leven zou
stoppen, moest het lichaam bewaard blijven en
werd het gebalsemd zodat het een mummie
werd.
Dodencultus
Het mummificeren werd uitgevoerd door priesters.
Stappen van het mummificeren:
•
•
•
•
•
•
ingewanden eruit halen en in canope vazen bewaren
hart blijft zitten
hersenen met een metalen haak via de neus verwijderen
lichaam wordt in een zout bad gelegd
lichaam wordt gebalsemd
lichaam wordt in doeken gewikkeld
Het schrift
Hiërogliefen
•
•
•
•
De Egyptenaren schreven niet met
behulp van letters, maar tekens.
Hiëroglief betekent heilig teken.
Het is een heilig teken, omdat dit
schrift alleen werkt gebruikt door
de priesters als ze over hun goden
schreven.
Het was erg ingewikkeld. Daarom
werd later dit schrift iets
gemakkelijker gemaakt, zodat
iedereen kon leren lezen en
schrijven.
Egyptische kunst
Pyramide van Gizeh
De kunst was bedoeld om de tijd te trotseren en stond in
dienst van de goden en de overledene en had veelal een
magische functie te vervullen.
kunstenaars houden aan vastgelegde regels zowel in
bouwkunst, beeldhoudkunst en schilderkunst
Buste van Nefertiti
Schildering in graf van Ramses IX
• uitbeelden van de figuren was vastgelegd
• verhoudingen van de lichaamsdelen volgens schema
• figuren in een mengeling van zij- en voorgezicht getoond.
• geen gebruik van perspectief
• beeldhouwwerken meestal enkel langs voren te bekijken
BOUWKUNST: Tempels
Functie
• de tempel diende op de eerste plaats als 'huis' voor de godheid
• het dagelijks uitvoeren van de rituelen die de godheid moesten gunstig
stemmen ('rustig maken') door hem of haar te bedanken, en tegelijk aan te
sporen om nieuwe gaven over het land en de mensen uit te storten.
Cultustempel
• tempel voor Egyptische goden die op aarde wonen
• farao’s bouwden deze tempels voor hen
Dodentempel
• Tempel waarin de cultus voor het eeuwige leven van de farao werd
onderhouden, d.m.v. offers
• Dodentempels waren onderdeel van het piramidecomplex.
• Ze stonden naar de opkomende zon gericht aan de oostzijde van de piramide.
BOUWKUNST: Tempels
•
De tempels waren opgetrokken in kalksteen of
graniet of soms uit de rotsen gehouwen, zoals
de tempel van Aboe Simbel.
•
De twee tempels, een grote en een kleinere
werden uit de bergwand gehakt
BOUWKUNST: Tempels
Zonnetempel
• Tempels die specifiek gericht waren op de cultus van de zon/Re.
• Een tempel waarin een zonnegod wordt of werd vereerd.
Obelisk
• Een grote granieten naald (tot 30 meter hoog) versierd met inscripties.
• Onderdeel van de zonnecultus en stonden in rijen voor
de tempels opgesteld.
BOUWKUNST: Tempels
Egyptische zuilen
•
•
Het dak van de Egyptische
tempels steunde op zuilen.
Het kapiteel (de bovenkant) heeft
de vorm van een plant. Het is de
lotus, palm of papyrusplant die
groeit in Egypte.
De Egyptische graven leveren veel informatie over Egypte, zowel over
de praktische als spirituele zaken van de dodencultus.
Graf ontwikkeling:
•
•
•
•
Kuilgraven
Mastaba’s
Trappiramides
Piramides
Kuilgraf:
•
Een ondiepe kuil voor het lichaam, afgedekt met een bergje
kiezelstenen of kalksteen.
BOUWKUNST: Graven
Mastaba’s:
•
•
•
Een rechthoekige grafheuvel boven een ingewikkeld
graf.
Hij is massief, opgevuld met puin en aan de
bovenzijde afgezet met tichelstenen (bakstenen). De
bovenbouw bestaat uit een ingang, een offerruimte,
een kelder, een beeldenkamer, een schacht
waarlangs de Ka het graf verliet en binnenkwam en
een grafkamer met de sarcofaag en mummie.
De meeste binnenmuren waren van kalksteen
waarop het leven van de dode als een strip werd
afgebeeld.
Voor wie: edelen en eerste farao’s
BOUWKUNST: Graven
Trappiramide
•
Een opeenstapeling van mastaba’s, van
groot naar klein.
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20101215_graffarao02
BOUWKUNST: Graven
Piramide:
De eerste piramides, 4500 jaar geleden
gebouwd en hebben een erg
karakteristieke vorm, namelijk de
driehoek.
Er lijkt geen verschil te zijn tussen alle
zijdes.
De makers van de piramides verstopten
deze met opzet om te voorkomen dat
het bouwwerk leeggeroofd werd.
De functie van de bouwsels was
begraafplaats van de farao en zijn
familie.
In de graven werd eten en drinken,
spelletjes en kostbaarheden bijgezet.
Niet alleen spullen, zelfs mensen in de
vorm van beelden zijn gevonden. Deze
beelden stelden bedienden voor. Ook in
het leven na de dood werd de farao
graag geholpen.
BOUWKUNST: Graven
Rovers
De ontwerpers hadden nog een manier om
het de rovers lastig te maken: de ingang lag 15
meter boven de grond en binnen was het
letterlijk een doolhof van gangen en kamers.
Alleen de ontwerpers wisten de plek van de
ingang en de route door het doolhof. Die
kennis werd hen soms fataal. Om te
voorkomen dat ze de geheimen zouden
doorvertellen, werden ze soms als voer voor
krokodillen gebruikt.
Er werkten soms wel 10.000 bouwvakkers op
de bouwplaats. Er verrees zelfs een complete
stad in de buurt, waar alle bouwvakkers
verbleven. Waarschijnlijk werden ze goed
verzorgd. Dat werd duidelijk na onderzoek van
resten van de keukens.
BEELDHOUWKUNST: Kolossale beelden
Kolossale beelden
•
•
•
Op deze afbeelding zie je de 4
beelden voor de tempel van Aboe
Simbel.
Alle 4 de beelden zien er nagenoeg
hetzelfde uit. Ze staan naast de ingang
van de tempel.
Voor de tempel is een hof omgeven
door een galerij aan zuilen.
Functie beelden:
• Uitstralen van macht en de grootte
van de Egyptische godenwereld
• bescherming
BEELDHOUWKUNST: Kolossale beelden
Sfinx:
•
Een piramide had ook een bewaker in
de vorm van een reusachtig beeld.
•
Het beeld bestond uit een
leeuwenlichaam met het hoofd van
een farao; een sfinx.
•
Men geloofde dat de kracht van het
leeuwenlichaam in combinatie met het
verstand van de farao de piramide zou
bewaken en beschermen
BEELDHOUWKUNST: Beeldjes
•
De beelden van de Egyptenaren zien er
eeuwenlang hetzelfde uit. Dat komt
omdat kunstenaars elkaar een bepaalde
techniek leerden, waarmee ze mensen
konden afbeelden.
•
Individualiteit leek niet belangrijk. De
beelden werden meegegeven aan de
belangrijkste persoon in de Egyptische
maatschappij: de farao.
Ze vergezelden hem op zijn reis naar het
volgende leven.
•
Grafbeeldjes:
Shabti's /Oesjebti's:
Dienaren die voor de doden handenarbeid
verrichten , voor hem werken en hem
beschermen tegen dieven en wilde dieren
en zingen en dansen
Mummivormige beeldjes:
• Plaatsvervanger voor de doden, die
werk kon uitvoeren
• Beeltenis van de doden
BEELDHOUWKUNST: Reliëf
Reliëf
Een andere vorm van beeldhouwkunst is reliëf.
Op deze afbeelding zie je een voorbeeld van
reliëf aan de tempel van Karnak.
•
•
De reliëfs vind je voornamelijk terug in de
piramides, vaak in combinatie met
schilderingen.
Ze vertellen het levensverhaal van de farao.
Als je de reliëfs goed bestudeert dan valt op dat
alle mensfiguren er eigenlijk hetzelfde uitzien.
Dat komt omdat eeuwenlang de Egyptische
kunstenaars een bepaalde techniek gebruikten
om een mens af te beelden.
•
Eerst tekenden ze op de muur een groot
raster bestaande uit vierkanten. Ieder
lichaamsdeel was opgedeeld in zo’n vierkant.
Bijvoorbeeld: De lengte van de voet is 1
vierkant, terwijl er voor het onderbeen 2
vierkanten nodig waren. Ze gebruikten dus
een schema om iemand af te beelden
BEELDHOUWKUNST: Reliëf
•
Opvallend is dat de Egyptenaren
niet streefden naar een zo
realistisch mogelijk beeld, maar een
zo herkenbaar mogelijk beeld.
•
Dat hield in dat ze een hoofd van de
zijkant afbeeldden, maar een oog
van de voorkant.
•
Ook het bovenlichaam zie je van de
voorkant, maar het onderlichaam
(inclusief billen) van de zijkant.
•
Wij kennen de reliëfs in de kleur van
de steensoort, maar oorspronkelijk
waren de reliëfs beschilderd met
heldere kleuren zoals blauw, geel en
rood.
SCHILDERKUNST
•
De schilderkunst van Egypte was
ondergeschikt aan de bouw- en
beeldhouwkunst en werd weinig
zelfstandig toegepast.
De afbeeldingen waren in de
eerste plaats decoratief en
moesten de daden van de farao
vertellen.
Op de wanden van tempels en
graven is de geschiedenis van
Egypte als in beeldromans
weergegeven.
SCHILDERKUNST: Muurschildering
•
De muren van de grafkamers van
de piramides werden beschilderd
met prachtige afbeeldingen.
•
Meestal vertelden deze
schilderijen iets over het leven
van de farao die er begraven lag.
•
De makers van de schilderingen
probeerden het leven zoals dat
toen was zo goed en echt mogelijk
te schilderen.
SCHILDERKUNST: Reliëf
De meeste muurschilderingen zijn ingekleurde
reliëfs.
Er werden vaste kleuren gebruikt:
•
•
•
•
De huid van een vrouw was altijd okergeel
van de man altijd roodbruin.
De goden waren groen of blauw gekleurd en
de kleding vaak wit.
De goden werden vaak als dieren afgebeeld.
Download