Ethiek Takehome toets Palliatieve zorg Door: Romée Veldhuis Student nummer: 500603452 Klas: LV11_2C1 Datum: 30/06/2012 HBO-V regulier jaar 2, Blok 4, 2011- 2012 Docent: Paul Vleugels Hogeschool van Amsterdam Inhoudsopgave 1. Het ethisch 4 stappenplan 1.1 De praktijksituatie 1.2 De belangen 1.3 Het waardeoordeel 1.4 De morele conclusie blz. 2 2. Ethische begrippen 1.1 Ethiek 1.2 Het moraal 1.3 Het ethisch dilemma 1.3.1 Ethisch dilemma de heer de Jong 1.4 De ethische vraag blz. 4 3. Wettelijk kader en professionele standaarden 3.1 Verantwoordelijkheden 3.2 Wettelijk kader 3.3 Beroepscode blz. 6 4. De analyse 4.1 Eigen normen en waarden 4.2 Waardigheid patiënt 4.3 Waarden en normen conflict blz. 7 Bronnenlijst blz. 8 Takehome toets ‘Ethiek’ - Romée Veldhuis - 500603452 - LV11_2C1 1 1. Het ethisch 4 stappenplan 1.1 De praktijksituatie De heer De Jong is een tachtigjarige, alleenstaande man zonder familie. Meneer is enkele weken geleden opgenomen in het ziekenhuis vanwege een hematurie. Naar aanleiding van een cystoscopie werd de diagnose niet-curabel, inoperatief blaascarcinoom bij meneer vastgesteld. Meneer heeft te horen gekregen dat hij niet meer te genezen is en hij in de palliatieve fase zit. Meneer heeft duidelijk geen ervaring met kanker en weet ook niet wat een tumor is. Verder maakt hij kanker niet bespreekbaar en zoekt hierin ook niet naar informatie of hulp. Een tijdje na de heer De Jong zijn opname valt hij 's nachts uit bed en breekt hij zijn heup. Meneer onderneemt geen activiteiten, hij kan niet zelfstandig mobiliseren en het slapen 's nachts lukt bij meneer vaak ook niet. Hij valt hierdoor overdag vaak in slaap en ligt grotendeels in bed. Verder heeft hij decubitus op zijn stuit en hielen. Meneer geeft aan ondanks de pijnmedicatie pijn te hebben, met name bij het mobiliseren. Hij geeft zeer duidelijk en luidruchtig aan niet te willen mobiliseren, vooral wanneer de fysiotherapeut verschijnt. Zelfs wanneer de verpleegkundige meneer het belang van mobiliseren na de heupoperatie en het belang van decubituspreventie uitlegt, blijft hij niet gemotiveerd om te mobiliseren. Het is onbekend hoe de situatie over mobiliseren bij de heer De Jong voor de opname in het ziekenhuis verliep. Ook staat er nergens dat dit voor dat meneer zijn heup brak een probleem is geweest. Omdat meneer decubitus op de stuit en de hielen heeft, is mobiliseren belangrijk om de schade beperkt te houden en vererging te voorkomen. De fysiotherapeut geeft aan dat meneer in zijn eigen belang desnoods onder dwang uit bed gehaald moet worden. De verpleegkundige kan het niet over haar hart verkrijgen om zo’n oude man uit bed te sleuren en wilt de heer dus ook niet onder dwang mobiliseren. Aan de andere kant vraagt ze zich wel af of meneer zijn situatie overziet. 1.2 De belangen Degene die betrokken zijn bij het morele vraagstuk zijn de heer De Jong, Anneke de verpleegkundige en Johan de fysiotherapeut. De fysiotherapeut vindt dat de heer De Jong in zijn eigen belang uit bed gehaald moet worden om te mobiliseren, desnoods onder dwang. Het is niet duidelijk of de fysiotherapeut dit uit eigen belang zegt, zodat het zijn behandeling kan bevorderen(welbegrepen eigenbelang), of dat hij handelt naar wat het beste is voor de patiënt. De verpleegkundige kan het niet over haar hart verkrijgen om zo’n oude man uit bed te sleuren en twijfelt hierbij ook aan het feit dat het niet duidelijk is of de heer zijn situatie wel overziet. Wel begrijpt ze dat het belangrijk is voor de patiënt om te mobiliseren en denkt dus wel in belang van de patiënt. De heer De Jong geeft aan pijn te hebben bij het mobiliseren en weigert dit hierdoor. Meneer geeft aan dat hij graag naar huis wilt. Wanneer meneer niet gaat mobiliseren zal zijn gezondheidstoestand achter uit gaan en zal hij zeker niet meer naar huis kunnen. Voor meneer is het van groot belang dat er wordt gekeken naar de pijn tijdens het mobiliseren en of dit kan worden verholpen of verminderd. Wanneer dit geregeld is zal meneer misschien gemotiveerd blijven om te mobiliseren. Het belang van de patiënt is het belangrijkste. Daar moet recht aan gedaan worden. 1.3 Het waardeoordeel Het uitvoeren van een handeling onder dwang is een morele waarde die in het geding is in deze situatie. Het is een norm om mensen niet onder dwang te laten handelen, en al helemaal niet als dat pijn met zich meebrengt. Zo wordt leed vermeden. Takehome toets ‘Ethiek’ - Romée Veldhuis - 500603452 - LV11_2C1 2 1.4 De morele conclusie De heer De Jong slaapt slecht 's nachts, waardoor hij overdag soms in slaap valt en grotendeels in bed ligt. Ook geeft meneer aan veel pijn te hebben tijdens het mobiliseren en wilt hierdoor onder andere geen activiteiten ondernemen. Een alternatief zou kunnen zijn dat er wordt gekeken of de slaap 's nachts bevorderd kan worden. Een ander alternatief is om te kijken naar een manier waarop de pijn dragelijk is voor meneer. Dit laatste alternatief zou ik als eerste aanpakken, zodat meneer weer gemotiveerd raakt om te mobiliseren. Hierbij denk ik aan de twee basisprincipes leed vermijd en rechtvaardigheid. Ik vind het belangrijk om een patiënt welke in de laatste fase van zijn leven zit in zijn waarde te laten en de patiënt niet te dwingen tot een behandeling. Wanneer de pijn dragelijk zou zijn, is de kans dat meneer gemotiveerd word en blijft om te mobiliseren groter. Dit zou kunnen lijden tot een bevordering van het welzijn van de patiënt. Ook is het redelijker en menselijker om een patiënt niet tegen zijn wil in te mobiliseren. (1) Takehome toets ‘Ethiek’ - Romée Veldhuis - 500603452 - LV11_2C1 3 2. Ethische begrippen 1.1 Ethiek Ethiek, ook wel moraalfilosofie genoemd, is een tak die zich bezig houd met de kritische bezinning over het juiste handelen. In algemene zin probeert ethiek de criteria vast te stellen om te kunnen beoordelen of een handeling als goed of fout gekwalificeerd kan worden. Daarbij worden de motieven en consequenties van de handelingen ook in meegenomen. Hoewel in de omgangstaal ’ethisch’ in de betekenis van ’moreel’ wordt gebruikt, gaat het om twee verschillende gebieden: ’moraal’ is het zedelijk handelen zelf, terwijl ethiek de studie ervan is. (2,3) Voorbeeld uit de casus: Bijvoorbeeld moet de heer De Jong wel of niet gedwongen gemobiliseerd worden. Meneer geeft zelf duidelijk aan niet te willen mobiliseren. Wanneer meneer dit niet zal doen zal zijn gezondheid achteruitgaan. Je kunt je in deze situatie dus afvragen of gedwongen mobiliseren goed of fout is. Het motief waarom het goed zou zijn is, omdat het goed is voor meneer zijn gezondheid. Maar omdat meneer aangeeft pijn te hebben tijdens het mobiliseren kan het ook fout zijn, omdat men niet kan weten wat de consequenties zijn als meneer toch gedwongen gemobiliseerd wordt. De vraag is nu of het ethisch verantwoord is om de heet gedwongen te mobiliseren. 1.2 Het moraal Het begrip moraal weerspiegelt de normen en waarden in de maatschappij of gemeenschap. Moraal is altijd gebaseerd op een levensbeschouwing. In de weerspiegeling is te zien welke handelingen en gedragingen wenselijk zijn. Als iets immoreel is gaat het in tegen de wetten van de ethiek. Moraal is cultuurgebonden en moraal maakt het mogelijk dat mensen samenleven. Een voorbeeld is dat we afzien van geweld door te praten om een conflict op te lossen. (3,4,5) Voorbeeld uit de casus: Er wordt aan de heer De Jong verteld dat er blaaskanker bij hem geconstateerd is en dat ze niets meer kunnen doen om hem te genezen. In Nederland is het wettelijk verplicht om een patiënt te informeren over zijn of haar gezondheidstoestand. Iemand gedwongen handelingen laten uitvoeren, wat je in de casus ziet, is ook niet gepast gezien de moraal. Als meneer aan geeft niet te willen mobiliseren, moet je dit oplossen door te praten en niet door geweld (dwingen) te gebruiken. 1.3 Het ethisch dilemma Een ethisch dilemma ontstaat als er iets dat moreel goed is leidt tot foute uitkomsten of effecten of andersom. Als iets wat moreel incorrect is, maar leidt tot goede of in ieder geval betere uitkomsten of effecten, moet er dan gekozen worden voor dat wat moreel correct is, maar tot een foute uitkomst leidt of moet er dan gekozen worden voor iets dat moreel incorrect is maar leidt tot goede resultaten? (6) Voorbeeld uit de casus: In de situatie van de heer De jong zou het moreel correct zijn om meneer niet te dwingen om te mobiliseren. Echter leidt dit tot slechte resultaten voor de gezondheidstoestand van meneer (decubitus bijv.). Als meneer wel gedwongen gemobiliseerd wordt, is dit moreel ‘fout’, maar leidt dit wel weer tot goede resultaten wat betreft de gezondheidtoestand. Het bevordert bijvoorbeeld de decubituspreventie. Takehome toets ‘Ethiek’ - Romée Veldhuis - 500603452 - LV11_2C1 4 1.3.1 Ethisch dilemma de heer De Jong: Het is van belang om na te gaan of de heer De Jong wilsbekwaam of wilsonbekwaam is. Ik ben daarom met behulp van de criteria die is aangereikt in de les gaan uitzoeken of de behandeling wel of niet voorgezet zou moeten worden. Ik heb de criteria hieronder weergegeven en uitgewerkt. 1. De heer heeft het vermogen om een keuze te maken en die keuze kenbaar te maken. De heer De Jong geeft in de casus duidelijk een keuze aan; namelijk om niet te willen mobiliseren. 2. De heer heeft het vermogen om relevante informatie te begrijpen. Het komt in de casus niet duidelijk naar voren of de heer De Jong de informatie van het belang van mobiliseren inziet. Om te weten te komen of hij de informatie heeft begrepen zou dit nagegaan moeten worden. 3. De heer heeft het vermogen om die informatie, op grond van een adequate verwerking, te waarderen. Omdat niet duidelijk is of meneer de informatie goed opslaat is niet te zeggen of hij er een waardeoordeel over kan geven. In de casus staat niet beschreven of er is nagegaan of meneer zijn situatie snapt. Ook kan hij zelf niet vertellen waarom mobiliseren in zijn situatie van belang is. Op grond van de laatste twee onduidelijkheden stel ik vast dat de heer De Jong wilsonbekwaam is. Meneer geeft aan graag naar huis te willen maar maakt zijn situatie en ziekte niet bespreekbaar. In de casus wordt meerdere malen benoemd dat de verpleegkundigen vinden dat hij bepaalde situaties niet goed kan overzien of begrijpen. Omdat meneer wilsonbekwaam is bevonden heeft hij een vertegenwoordiger nodig die voor meneer de keuzes zal maken. In de casus staat beschreven dat de heer De Jong geen familie heeft. Wel heeft hij een huisvriend genaamd Bert, welke de zorg voor de heer op zich zal nemen wanneer hij weer thuis is. Bert staat meneer bij tijdens gesprekken en helpt hem met het regelen van bepaalde dingen. Wanneer meneer wilsonbekwaam is en Bert nog niet is aangesteld als vertegenwoordiger zal dit, indien Bert dit wilt, gewenst zijn. Hij kent meneer namelijk het beste. Het niet inzetten of staken van de geïndiceerde behandeling leidt tot slechte resultaten voor de gezondheidtoestand van de heer De Jong. Wanneer meneer gedwongen zou worden gemobiliseerd, is dit moreel fout, maar leidt dit wel tot goede resultaten voor de gezondheidstoestand van meneer. Zo bevorder je de decubituspreventie en krijgt de heup van meneer zijn krachten weer terug. De heer De Jong geeft aan dolgraag naar huis te willen. Bert de huisvriend van meneer, stelt de eis dat meneer minimaal zelfstandig naar het toilet moet kunnen, voordat hij de verantwoordelijkheid op zich wilt nemen om de heer De Jong thuis te verzorgen. Om dit te kunnen moet de heer mobiliseren. Het mobiliseren van een patiënt is een verpleegkundige interventie en daarmee onderdeel van de behandeling. Voor het behandelen van de wilsonbekwame patiënt is er toestemming nodig van de vertegenwoordiger. 1.4 De ethische vraag Een ethische vraag ontstaat altijd vanuit een ethische dilemma. Vanuit het dilemma kan men zich afvragen wat juist is om te doen, als het dilemma niet op basis van wetenschappelijke onderbouwing opgelost kan worden. Bij een ethische vraag staat namelijk niet het technische centraal, maar het menselijke, het menswaardige en het geweten.(7,8) Voorbeeld uit de casus: De ethische vraag bij de heer De Jong dat voorkomt uit de ethische dilemma is: Mag de heer De Jong gedwongen gemobiliseerd worden in ‘zijn eigen belang’? Takehome toets ‘Ethiek’ - Romée Veldhuis - 500603452 - LV11_2C1 5 3. Wettelijk kader en professionele standaarden 3.1 Verantwoordelijkheden De verantwoordelijkheden die in deze situatie meespelen zijn vooral die van het ziekenhuis waar meneer momenteel ligt. Het ziekenhuis is uiteindelijk verantwoordelijk voor de kwaliteit van de zorg die geleverd wordt. De verpleegkundige heeft in dit geval ook een verantwoordelijkheid voor het goed uitvoeren van deze zorg. 3.2 Wettelijk kader In de WGBO (Wet Geneeskundige BehandelingsOvereenkomst) staan twee rechten die betrekking hebben op de situatie van de heer de Jong: Recht op zelfbeschikking “Het recht op zelfbeschikking is het grondrecht waarop alle patiëntenrechten zijn gebaseerd. Dit houdt in dat er pas een behandelingsovereenkomst is, wanneer de patiënt toestemming geeft. Als een patiënt hiervoor psychisch of lichamelijk te ziek is, dan moet de toestemming door familie of naasten worden gegeven.” (9) Recht op toestemming of weigering van een behandeling “Een behandelaar heeft uw toestemming nodig voor een behandeling. Soms kunt u deze zelf niet geven. In dat geval moet de hulpverlener toestemming vragen aan familie of naasten. U kunt ook van tevoren uw wensen vastleggen in een wilsverklaring (welke behandeling u wel of juist niet wil). Een dergelijke wilsverklaring moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Bij acute situaties mag een hulpverlener zonder toestemming handelen.”(9) 3.3 Beroepscode De volgende onderdelen uit de beroepscode hebben betrekking op de vraagstelling. Ik heb deze beroepscodes uit de Nationale Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden. 2.2 Als verpleegkundige/verzorgende stel ik in de zorgverlening de belangen van de zorgvrager centraal. Deze beroepscode heeft betrekking op de vraagstelling omdat je als verpleegkundige/verzorgende geacht wordt de zorg te verlenen die voor de zorgvrager nodig is. In dit geval betekent het dat je de heer De Jong desnoods onder dwang moet mobiliseren. 2.7 Als verpleegkundige/verzorgende vraag ik de zorgvrager (en/of zijn vertegenwoordiger) om toestemming voordat ik tot zorgverlening overga. Dit houdt in dat de zorgvrager uitgelegd moet worden welke handeling er uitgevoerd gaat worden en hem om toestemming moet worden gevraagd. De weigering van en behandeling of zorgaanbod door een wilsbekwame zorgvrager of vertegenwoordiger moet worden gerespecteerd, tenzij deze in strijd is met de zorg die van de goede verpleegkundige / verzorgende wordt verwacht. 2.13 Als verpleegkundige/verzorgende heb ik het recht om op grond van gewetensbezwaren te weigeren om mee te werken aan bepaalde handelingen. De verpleegkundige/verzorgende mag (medewerking aan) handelingen weigeren indien deze hem/haar in ernstig conflict brengen met de levensovertuiging of persoonlijk waarden- en normenbesef. Takehome toets ‘Ethiek’ - Romée Veldhuis - 500603452 - LV11_2C1 6 3.6 Als verpleegkundige/verzorgende bescherm ik de zorgvrager tegen onethische, incompetente, onveilige of anderszins tekortschietende zorgverlening van andere zorgverleners. Bij onethische zorg bedoel ik in dit geval de vraag of het ethisch verantwoord is om de heer De Jong onder dwang uit bed te halen of dat er mogelijk sprake is van tekortschietende zorg op psychisch gebied. (10) 4. De analyse 4.1 Eigen normen en waarden Volgens de normen en waarden die ik heb meegekregen is het niet correct om iemand iets op te leggen of iemand tot iets te dwingen. Ik heb geleerd dat een ander niet altijd voor iemand anders kan bepalen wat goed is voor die persoon. Een ander kan denken wat hij goed acht voor de ander, maar hij kan niet bepalen of het ook daadwerkelijk goed is voor diegene. Als iemand het niet eens is met een ander, moet je hier over praten en proberen tot een compromis te komen. Soms is het dan nodig dat er een alternatieve oplossing komt, maar mensen dwingen om iets te doen is niet correct. Tot een bepaalde leeftijd bepalen ouders wat goed is voor hen kind, omdat ze dit op jonge leeftijd vaak nog niet overzien. Maar een volgroeid volwassene weet precies wat het beste voor hem of haar is. Ik vind dat als ze meneer hebben uitgelegd wat de consequenties voor hem zijn en hij de behandeling weigert, hij deze keuze zelf kan maken. Ook vind ik dat de mening van een patiënt, welke in de palliatieve fase van zijn leven zit, gerespecteerd moet worden. Bij palliatieve zorg is het belangrijk dat de patiënt een zo min mogelijke lijdensweg heeft en dat zijn laatste wensen serieus worden genomen. Toen ik dit jaar mijn stage op een palliatieve zorg afdeling liep is dit mij erg duidelijk geworden. 4.2 Waardigheid patiënt Waardigheid is een term dat in de ethiek vaak opduikt. Het zegt iets over het kwalitatief niveau van het leven dat door het respect van anderen beschermd wordt. Het woord waardigheid wordt ten aanduiding van de mensenrechten en menselijke ontwikkeling gebruikt. Het gaat bij waardigheid ook om het minimum respect. De heer De Jong geeft aan eigenlijk gewoon alleen maar naar huis te willen. Hij heeft pijn bij het mobiliseren en wilt dit daarom helemaal niet doen. Hij neemt totaal geen initiatief om activiteiten te ondernemen, wat leidt tot de conclusie dat als men wil dat meneer gaat mobiliseren dat dit toch enigszins onder dwang zal moeten gebeuren. 4.3 Waarden en normen conflict Mijn eigen normen en waarden komen aardig overeen met de waardigheid van de patiënt. De heer De Jong geeft aan niet te willen mobiliseren. Alleen meneer zelf en zijn vertegenwoordiger kunnen bepalen of zijn kwaliteit van leven verbeterd wanneer hij toch mobiliseert. Als hij dit niet vind, hebben wij dit te accepteren. Uit de informatie uit de casus kan ik ook niet halen dat de kwaliteit van leven wel degelijk voor meneer verbeterd zal worden, wanneer hij gedwongen word gemobiliseerd. De heer De Jong geeft duidelijk aan niet te willen mobiliseren. Om hem in zijn waarde te laten zou je meneer dus niet moeten dwingen tot deze handelingen. De conclusie die in uit dit conflict trek is dat er gekeken moet worden naar alternatieve oplossingen om de patiënt zijn waardigheid te laten behouden. Iets wat ik erg belangrijk vind in de laatste fase van iemand zijn leven. Takehome toets ‘Ethiek’ - Romée Veldhuis - 500603452 - LV11_2C1 7 Bronnenlijst 1. Janssen JHG. De nieuwe code gedecodeerd, Maatschappelijk Werk en Beroepsethiek. Nijkerk: ThiemeMeulenhoff bv; 2007; p. 199 2. http://www.iep.utm.edu/ethics/, geraadpleegd op 30 juni 2012 3. http://nl.wikipedia.org/wiki/Ethiek , geraadpleegd op 30 juni 2012 4. http://nl.wikipedia.org/wiki/Moraal, geraadpleegd op 1 juli 2012 5. http://home.zonnet.nl/minkemasofie/Ethiek.html, geraadpleegd op 1 juli 2012 6. http://www.friesian.com/dilemma.htm, geraadpleegd op 1 juli 2012 7. http://www.dewever.nl/~/media/Files/fldr-ec.ashx, geraadpleegd op 1 juli 2012 8. http://nl.wikipedia.org/wiki/Medisch-ethische_kwesties, geraadpleegd op 1 juli 2012 9. Wegzijzerloket. WGBO (Wet Geneeskundige BehandelingsOvereenkomst). http://www.wegwijzerloket.nl/page/pag_view.asp?pag_id=23680 , geraadpleegd 1 juli 2012 10. http://www.venvn.nl/portals/20/publicaties/20070112beroepscodebrochuredef.pdf , geraadpleegd op 1 juli 2012 Takehome toets ‘Ethiek’ - Romée Veldhuis - 500603452 - LV11_2C1 8