Dendermonde in WO I, info groepsite: het administratief centrum De straat: Vroeger was dit de Scheldestraat, de oudste vermelding van de “Scelstrate” dateert van 1308. Aan ene kant werd deze straat dicht bebouwd en aan de andere kant bevond zich de Dender en vroeger ook de Visgracht die in 1897 is gedempt. In 1901 werden de kaaimuren van de Scheldestraat, de Werf en de Papiermolen-straat verhoogd omdat er steeds overstromingsgevaar was. Diezelfde Denderkaaien werden in 1915 nogmaals verhoogd met het overvloedige steengruis van de in puin liggende stad. Op 11 juni 1907 werd deze straat omgedoopt tot de Franz Courtensstraat. Deze straat was de geboorteplaats van bekende Dendermondenaars, waaronder de kunstschilder Franz Courtens, geboren op 4 februari 1854 in het huis de Fortuin. Ook de bekende beeldhouwer Willem Kerricx (1652-1719) en de missionaris pater P.J. De Smet (1801-1873). Het Administratief Centrum: Van Karmelietessenklooster tot Administratief Centrum De Karmel is één van de belangrijkste contemplatieve orden (religieuze orde waarvan de leden veel tijd besteden aan contemplatie en gebed), waarvan de eerste sporen met zekerheid teruggaan tot de 2de helft van de 12de eeuw. De eerste sporen van het karmelitaans leven in de Nederlanden bespeuren wij rond 1265. In 1593 werd de Ongeschoeide Karmel een zelfstandige orde, die zich zeer snel over geheel Europa ging verspreiden. In 1651 werd het Dendermondse karmelietessenklooster gesticht. Eerst verbleven ze in een vroegere Hoge school of Latijnse school voor jongens. In 1657 kochten ze twee huizen gelegen op de Scheldestraat. Een van die huizen was de toenmalige brouwerij “de Swane”, doorvoor was het het voormalige Hof Uuter Zwanen, de herenwoning van Jan Uten Zwane, één van de leiders van de Dendermondse burgerij eind 14de eeuw. Het uiteindelijke resultaat van de verbouwingswerken in de tweede helft van de 17e eeuw was een nagenoeg oostwest gerichte éénbeukige kapel. Naar de oorspronkelijke regel leidden de Theresianen of Ongeschoeide Karmelietessen er een zuiver contemplatief leven, dat steunde op 3 stevige pijlers: De stilte voor het gebed, De eenzaamheid in cel en kluis, Een extreme soberheid door zich te onthechten van mensen en dingen. In de 19de eeuw werden er nog enkele huizen bijgekocht en verbouwd. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog vertrokken de zusters naar Gent, het klooster en de woningen brandden intussen volledig uit. Op 7 september 1920 kwamen de zusters terug en het klooster werd opnieuw opgebouwd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog bleef het klooster grotendeels gespaard. De kelders werden ingericht als openbare schuilkelders. De fusie van de gemeenten Appels, Dendermonde en Sint-Gillis-Dendermonde in 1972 zorgde voor problemen in verband met de huisvesting van de administratieve diensten. Later in dat jaar lieten de karmelietessen weten dat ze bereid waren hun klooster te verkopen. Door het uitvoeren van de verbouwingswerken werd het mogelijk geacht dit klooster om te bouwen tot een administratief centrum. Met de eigenlijke werken kon men pas in 1977 starten. Op het einde van het jaar in 1982 neemt de stedelijke politie als eerste dienst haar intrek in de nieuwe gebouwen, later in 1983 volgen de andere diensten. Het heeft dus toch nog een tijdje geduurd voordat deze verzameling van gebouwen één groot gebouw werd voor de administratieve diensten.