Prof. Dr. L. van Leeuwen1 Evenementen: een stimulans voor de stedelijke economie De vrijetijdseconomie heeft in ons land een grote vlucht genomen. De Nederlander geeft gemiddeld een kwart van zijn budget uit in deze sector. Met z’n allen ruim dertig miljard euro. Dat is tweemaal zoveel dan aan voedsel en aan gezondheidszorg. Deze vrijetijdssector, vaak met het woord leisure aangeduid, is daarmee een belangrijke bedrijfstak geworden. Het is noodzakelijk deze sector meer in de belangstelling te brengen, omdat onze traditionele bedrijfssectoren -industrie en dienstverlening - duidelijk te lijden hebben van het huidige ongunstige economische tij. De voorspoedige leisure-ontwikkeling is afhankelijk van veranderingen aan de vraag- zowel als aan de aanbodzijde. Zo zien wij enerzijds de ontwikkeling van de per gezin beschikbare vrije tijd, vergroting van de mobiliteit, het gestegen gezinsinkomen en anderzijds globalisering, opschaling van faciliteiten en de steeds sterker wordende concurrentieslag om de consument, the economy of getting attention. Evenementen zijn een belangrijke onderdeel van deze sector. In dit artikel wordt aandacht besteed aan evenementen als een bron voor stedelijke welvaart. Gemeentebesturen willen deze evenementen vanwege hun productie-, leefmilieu- en imago-effecten voor hun stad. Echter, het binnenhalen van deze kippen met gouden eieren ter realisering van de economische meerwaarde vergt veel commitment en energie. Een fors aantal activiteiten is nodig alvorens een evenement met succes kan worden georganiseerd. Welke doelstellingen heeft men voor ogen. Heeft men dat te pakken – en is de politieke wil aanwezig om zo’n evenement inderdaad aan te trekken - dan zal er op systematische wijze een strategie moet worden ontwikkeld alvorens men aan de slag gaat. Er is een reeks van aandachtspunten waartegen men in dat proces oploopt. Men denke aan de bestuurlijk-financiële, technische en culturele context, waarin een en ander plaatsvindt. De meerwaarde voor de stad Waarom wil het gemeentebestuur evenementen in zijn stad? De meerwaarde hiervan ligt op drieërlei gebied: versterking van de stedelijke economie, revitalisering van de stad of onderdelen daarvan en (bestuurlijk) het bepalen van een ‘openings’-datum voor reeds lang 1 Burgemeester van Zoetermeer en bijzonder hoogleraar openbare financiën der lagere overheden aan de Universiteit van Tilburg 1 bediscussieerde plannen. Hans Westerbeek, een Nederlander, die in Australië werkt en doceert, heeft samen met anderen uitgebreid onderzoeki verricht naar de voordelen van het onderdak bieden aan sport- (en andere) evenementen. De voordelen kunnen in vier hoofdcategorieën worden ondergebracht. Deze zijn: publiciteit, ontwikkeling van het (toeristische) bedrijfsleven, versterking van het imago en economische meerwaarde. Australië als voorbeeld Een ver-afgelegen continent als Australië is zich zeer bewust van de meerwaarde van grote evenementen. Zo berekende men de toegevoegde waarde van de Olympische Spelen 2000 voor het Bruto Nationaal Product van $ 7,3 miljard. In een stevige concurrentiestrijd tussen steden als Sydney en Melbourne tracht men voortdurend grote evenementen aan te trekken. Na de Olympics, de Australian (Tennis) Open, de Formule 1, de Heineken (Golf) Classic, en straks in 2006 in Melbourne the Commonwealth Games. Overheid en sponsors hebben hier veel geld voor over. Evenementen in ons land zullen vaak van bescheidener omvang zijn. Niettemin kunnen wij hiervan wel het een en ander opsteken. Grote evenementen geven een stad enorme promotionele mogelijkheden. Sidney heeft dit aangegrepen om zich te promoten als de financiële en culturele hoofdstad van de Asia-Pacific region. Melbourne – the sporting capital of Australia - is een goed voorbeeld van het versterken van het stadsimago. De regionale overheid kent een gericht image marketing beleid. Met het binnenhalen van evenementen als de Australian Tennis Open haalt Melbourne niet alleen investeringen binnen van het bedrijfsleven en toeristen, maar creëert de stad ook een positief nationaal en internationaal imago. En last but not least, de economische ontwikkeling. Grootschalige evenementen hebben de potentie om economische ontwikkeling in een regio te stimuleren. Men verwacht dat de opbrengsten van dergelijke evenementen zullen opwegen tegen de kosten. Succesvolle strategie Interessant is ook het onderzoek naar de redenen waarom evenementen uiteindelijk in een bepaalde stad belandenii. Een succesvolle strategie blijkt er één te zijn die aansluit bij de volgende primaire en secundaire criteria. Primaire, zoals politieke (beleidsprocessen en 2 bestuurlijke verhoudingen; rijkssteun en politieke stabiliteit van de stad); economische (economische potentie van de stad; financiële stabiliteit; sponsoring); media ( lokale ondersteuning; toegang tot nationale en internationale media); infrastructuur (bereikbaarheid van de locatie; vervoerssystemen; andere faciliteiten); technische (communicatiesystemen; expertise); sociaal-culturele ( het imago van de stad; steun van het publiek). Aan deze primaire criteria worden nog belangrijke toegevoegd, die vooral te maken hebben met het organiserend vermogen van de organisatoren. Zoals: goede persoonlijke netwerken; goede positie in de markt; tijdigheid; garanties voor zakelijke meerwaarde; transparantie naar de financiers en de belastingbetaler; gevarieerde samenstelling van de organisatie en het verstrekken van de juiste informatie op een aantrekkelijke wijze. Als secundaire criteria worden genoemd: business environment (het vermogen om bedrijfsleven van buiten aan te trekken) en competitive environment ( de concurrentie met andere steden, die zo’n evenement ook willen aantrekken). Onderzoekers concluderen na een omvangrijke enquête dat de belangrijkste factoren blijken te zijn: het vermogen om het evenement daadwerkelijk van de grond te krijgen; de politieke steun; de infrastructuur en de bestaande faciliteiten. Bestuurlijke en financiële context Australië is Nederland niet. De inwonertallen ontlopen elkaar overigens niet veel. Het verschil in politieke steun is evenwel van zeer groot belang. De nationale en regionale overheid daar steunt grote evenementen, ook financieel. De ervaring hier leert dat de fiscus de lachende derde is bij de organisatie van grote evenementen, terwijl de gemeenten (en provincies) de kosten moeten zien te 'verschmerzen'. Daardoor zijn zij beperkt in hun bijdragen aan de creatieve economie. Het is dan ook noodzakelijk, dat de rijksoverheid de lagere overheden niet alleen laat meedelen in allerlei - al dan niet verkapte - bezuinigingen, maar zij ook voorzieningen schept, waardoor de risico's van grote evenementen beter verdeeld worden. Voorbeelden van deze scheve verhoudingen zijn de laatstgehouden Floriaden (1992 en 2002). Floriade Den Haag-Zoetermeer 1992 Zoetermeer heeft in 1992 ervaring opgedaan met dit internationale evenement. Dit was met 3,3 miljoen betalende bezoekers één van de grootste evenementen ooit in Nederland gehouden. Voor dat project was de politieke wil bij de betrokken overheden aanwezig. Den Haag, Zoetermeer en de provincie Zuid-Holland hebben het tezamen met de Nederlandse 3 tuinbouw aangedurfd. De Floriade 1992 heeft vooral Zoetermeer een enorme naamsbekendheid opgeleverd. Plus een prachtige ( zeer rendabele) wijk tegen een uiteindelijk bescheiden tekort. Van de 3,3 miljoen bezoekers aan het tot nu toe het grootste dagrecreatieobject kwamen er circa 1 miljoen uit het buitenland. Wereldwijd werden de sterke punten van Nederland als toeristische bestemming benadrukt. Een nationaal economische spin-off van € 408 miljoen bestedingen van binnen- en buitenlandse bezoekers. 28 % van alle buitenlandse bezoekers kwamen uitsluitend vanwege de Floriade naar Nederland hetgeen een toeristische impuls genereerde van + € 80 miljoen, waarvan € 22 miljoen in Zuid Holland. Het ministerie van Financien heeft aan BTW bijna € 50 miljoen gevangen. Plus nog eens een bedrag van € 50 tot 100 miljoen aan extra inkomsten uit inkomsten- en vennootschapsbelasting . Economische effecten van een dergelijk evenement, zoals vergroten van de werkgelegenheid en bevordering van de handel in ondermeer tuinbouwprodukten, brengen ons tot de conclusie dat ook grote evenementen in Nederland lonen. De uitstraling van deze Floriade in termen van vrije publiciteit via televisie en andere media is becijferd op vele tientallen miljoenen euro. Dit geeft een beeld van de immense uitstraling ten gunste van Zoetermeer en Den Haag, maar ook voor de gehele Randstad, die wij tegenwoordig graag Deltametropool noemen. Kortom, de Floriade was een gezamenlijk gedragen initiatief tussen Zoetermeer en Den Haag met een overweldigende spin off. Floriade Haarlemmermeer 2002 Over de Floriade 2002 in de gemeente Haarlemmermeer is de ervaring op het eerste gezicht minder positief. Het aantal van 2,1 miljoen betalende bezoekers was ruim een miljoen minder dan in Zoetermeer. De Floriade 2002 heeft moeten afsluiten met een verlies van circa 8 miljoen euro. Maar ook nu heeft Haarlemmermeer structurele winst en economische spin-off behaald. Zoals: - De naamsbekendheid van de gemeente Haarlemmermeer is toegenomen van 19% naar ruim 60%. Zo’n resultaat is in geld bijna niet uit te drukken. 4 - Een aanzienlijke verbetering van de infrastructuur door de versnelde aanleg van de N205 en de vrijliggende busbaan Zuidtangent. - Opnieuw de synergie in voorzieningen die voor de Floriade zijn ontwikkeld en hergebruikt worden in de eindbestemming van het terrein, namelijk een permanent hoogwaardig recreatiegebied. - De Floriade is bezocht door 950.000 buitenlanders die uiteraard hebben geïnvesteerd in de gemeente Haarlemmermeer en de regio. - Wereldwijd heeft de Floriade aanleiding gegeven tot veel publiciteit over Nederland en de Nederlandse tuinbouw. - En ook in economische zin genereerde de Floriade spin off. Alleen al de 3.500 mensjaren werk (direct en indirect) die de Floriade heeft opgeleverd, waarvan 800 mensjaren direct in de regio. Conclusie Er is na afloop van de Floriade in Haarlemmermeer discussie ontstaan of zo'n evenement nog wel 'van deze tijd' is. Ik meen van wel, omdat ondanks de betrekkelijk kleine tekorten van 1992 en 2002 grote voordelen op de behandelde onderdelen te behalen zijn.Wellicht moet de formule worden aangepast aan recente ontwikkelingen van technologie en van de tuinbouw zelf. Het gebied van de Deltametropool kan deze internationale evenementen niet missen. De politieke wil moet worden ontwikkeld om op het gebied van parklandschappelijke, recreatieve en natuurontwikkeling daden te stellen. Om de gewenste economische, culturele en sociale meerwaarde tot stand te brengen is samenwerking tussen gemeenten, departementen, stadsregio's en de provincie noodzakelijk. Ook het bedrijfsleven kan een goede bijdrage leveren aan deze ontwikkeling. De Floriade 2012 kan zo de showcase van de Deltametropool worden. Met de gezamenlijke uitstraling, sterke economische spin off en gedeelde risico’s komt een dergelijk grootschalig project binnen handbereik. Als ik nog een keer mag terug grijpen naar het Australische voorbeeld, dan vraag ik de aandacht voor de verschillende bestuurlijke context, waarin wij als gemeenten en provincies moeten werken. Gelet op de eerdergenoemde opbrengsten van de Floriades voor de fiscus zou overwogen kunnen worden, dat het departement van LNV -al dan niet in samenwerking met EZ, VROM, 5 V&W - een fonds ter beschikking stelt, waardoor de lasten beter gespreid kunnen worden over de overheden, die profijt hebben van zo'n evenement. Het voortbestaan van de Nederlandse Floriade-traditie is immers voor het gehele land profijtelijk. i Hans M.Westerbeek, Paul Turner & Lynley Ingerson, Key Success Factors in Bidding for Hallmark Sporting Events, in: International Marketing Review, Summer 2002. ii Ingerson,L., Westerbeek, H., Determining Key Success Criteria for Attracking HallmarkSporting Events, Pacific Tourism Review, Vol 3 (4), 2000, pp. 239 –253. 6