Om de antwoorden te vinden op deze vragen, is het handig het volgende te doen: ga naar www.iselinge.nl klik op achterhoek scholenplein ga naar media klik op zoekmachine voor kinderen typ “bliksem” in en vervolgens kies je voor bliksem. 1. Wanneer onweert het het meest? ……………………………………………………………………………………………………………………… 2. Wat is onweer en hoelang duurt het? ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… 3a. Wat is warmteonweer? ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… 3b. Wat is frontonweer? ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… 4. Wat is bliksem en hoe werkt het? ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… 5. Noem 4 verschillende soorten bliksem: - …………….…………………………….. - …………………………………………. - …………………………………………… - ……………………………………………. 6. Omcirkel het goede antwoord: waar of niet waar? a. Bliksem kun je voelen. Waar / niet waar b. Een bliksemflits kan 60 000 kilometer per minuut gaan. Waar / niet waar c. Bliksem slaat alleen in op dingen van metaal. Waar / niet waar d. Je moet de stekkers uit het stopcontact halen, anders slaat de bliksem in je huis. Waar / niet waar 7. Wat is donder en hoe ontstaat het geluid? ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… 8. Hoe komt het dat je eerder de bliksem ziet en pas later de donder hoort? ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… 9. Welke fabels over onweer ken je zelf? En schrijf daarna op wat je hebt gevonden op de website! ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… 1. Wanneer onweert het het meest? In de zomer. 2. Wat is onweer en hoelang duurt het? Onweer is weer waarbij het bliksemt en dondert. Een onweersbui blijft meestal niet langer dan een uur boven één plaats hangen. Toch kan het langer duren voor het onweer echt voorbij is. Dat komt doordat er naast de oude bui steeds nieuwe buien kunnen ontstaan. Mensen zeggen ook weleens: 'De bui komt terug.' Maar dat is onzin. Buien keren niet terug, er komen gewoon nieuwe. 3a. Wat is warmte-onweer? Onweer kan in alle jaargetijden voorkomen. Het meest bekend is wel het onweer in de zomer. Na een verschrikkelijke warme dag wordt het, zo aan het einde van de middag, steeds benauwder. Dan volgt een bui. Na zo'n bui is het meestal lekker opgefrist. Zo'n plaatselijke bui bij heel warm weer heet een warmte-onweer. De bui zuigt als het ware warme, vochtige lucht aan. Bij dit soort weer zie je veel thripsen of "onweerbeestjes", hele kleine zwarte vliegjes. Deze beestjes vliegen het liefst uit bij warme, vochtige lucht met daarin veel elektriciteit. Dat is precies het weer waarbij onweer ontstaat. 3b. Wat is frontonweer? Een ander soort onweer dat in alle jaargetijden kan voorkomen, is het front-onweer. Dit onweer hoort bij een front, dat wil zeggen: een weersverandering. Luister maar eens naar het weerbericht op de televisie of radio. Daar hebben ze het vaak over een front. Een warmtefront of een koufront. Zo'n front is een scheiding tussen een laag koude lucht en een laag warme lucht. 4. Wat is bliksem en hoe werkt het? Bliksem is een lichtflits door de lucht. Onweerswolken ontstaan vaak bij warm, vochtig weer. Bij warm, vochtig weer stijgt de lucht vanaf de aarde snel op. De opstijgende lucht koelt daarbij sterk af en vormt een wolk. In zo’n wolk bevriezen sommige waterdruppels. De koude lucht en de ijsdeeltjes zakken naar beneden in de wolk. Ondertussen stijgt er weer nieuwe warme lucht op. Koude ijsdeeltjes en warme waterdruppels wrijven en botsen steeds tegen elkaar. De onweerswolk wordt langzaam elektrisch geladen. In de wolk worden elektronen uit het ijs weggeslagen. Boven in de wolk ontstaat een positieve lading en onderin een negatieve. De spanning in de onweerswolk wordt steeds groter! Tot de spanning te groot wordt. De protonen en de elektronen komen nu bij elkaar. Er ontstaat een enorme vonk in de wolk: bliksem! De lichtflits is dus het resultaat van een enorme elektrische ontlading. De deeltjes zijn daarna weer neutraal. 5. Noem 4 verschillende soorten bliksem: - Gevorkte bliksem - Bandbliksem - Parelsnoerbliksem - Bolbliksem 6. Omcirkel het goede antwoord: waar of niet waar? a. Bliksem kun je voelen. Waar / niet waar b. Een bliksemflits kan 60 000 kilometer per minuut gaan. Waar / niet waar c. Bliksem slaat alleen in op dingen van metaal. Waar / niet waar d. Je moet de stekkers uit het stopcontact halen, anders slaat de bliksem in je huis. Waar / niet waar 7. Wat is donder en hoe ontstaat het geluid? Donder is het geluid dat ontstaat door de grote hitte van de bliksem. De verhitte lucht zet zo snel uit, dat hij als het ware ontploft. Als het ver weg is, wordt het geluid een beetje vervormd. Je hoort dan gerommel. Maar als het dichtbij is, is het een flinke knal. 8. Hoe komt het dat je eerder de bliksem ziet en pas later de donder hoort? Bliksem en donder ontstaan precies op hetzelfde moment. Toch zie je en hoor je ze niet op hetzelfde moment. Dat komt doordat licht en geluid "reizen" met een andere snelheid. Het licht verplaatst zich met 300.000 km per seconde. De geluidssnelheid bedraagt 331 m per seconde. Licht reist een miljoen keer sneller door de ruimte dan geluid. De bliksem, het licht zie je dan ook metéén. De donder, het geluid, hoor je veel later. Als je de seconden telt tussen een bliksemsflits en een donderklap en dat getal deelt door 3, kun je bepalen hoeveel kilometer de bui van je af is. 9. Welke fabels over onweer ken je zelf? En schrijf daarna op wat je hebt gevonden op de website! Wat men vroeger over onweer dacht Lange tijd hebben mensen niet geweten wat onweer was. Ze hadden groot ontzag voor de bliksem en bedachten er allerlei verklaringen voor. Heel vroeger dachten de mensen dat onweer te maken had met het humeur van de goden. Jupiter (bij de Romeinen) zou uit kwaadheid vurige schichten, lichtflitsen, naar de aarde sturen. Donar (van de Germanen) zou zich klaarmaken voor de strijd. Als hij met zijn bokkewagen, getrokken door de bokken "Tandenknarser" en "Tandenmaler" door de lucht reed, dan hoorde je de donder. En als Donar met zijn hamer op zijn zwaard sloeg, dan dachten onze voorvaderen dat het bliksemde. Bijgeloof De meeste vreemde middeltjes werden vroeger bedacht om het onweer weg te jagen. Zo geloofden sommige mensen dat bepaalde planten tegen een inslag hielpen, zoals Mariadistel of huislook. Anderen dachten dat het hielp om een klavertje-vier te bewaren. Nog veel vreemdere tovermiddeltjes werden bedacht. Het zou helpen om op de vooravond van 6 januari, een christelijk feest, het ei van een zwarte kip over het dak te gooien. Of om op het dak een ezelskop te zetten. Mensen spijkerden soms ook een dode uil aan de schuurdeur vast. Allemaal bijgeloof! Nog maar enkele tientallen jaren geleden geloofden mensen nog dat rook uit de schoorsteen hielp tegen de bliksem. Ze staken daarom zelfs midden in de zomer de kachel aan! Ook was het tot het einde van de vorige eeuw gebruikelijk om de kerkklokken te luiden als er onweer aankwam. Met het ene geluid dacht men het andere geluid weg te jagen. Zo zou het hele dorp veilig zijn tegen blikseminslag. Op veel middeleeuwse klokken staat nog: 'fulgura frango'. Dat betekent: 'Ik breek de bliksems'. Sommige mensen deden zoiets ook thuis. Ze hadden een schelletje, een klein belletje, dat bij onweer werd "geluid".