Verwijzen naar de kinderarts Gert Jan van der Burg Astma monitoring Indeling - leerdoelen Casus astma Behandeldoelen bij astma Monitoring van astma Verwijzen Themapoli’s Casus Larissa 10 jaar Anamnese - Sinds paar maanden progressief benauwd, met name bij inspanning Hoest veel, tot brakens toe Benauwdheid staat op de voorgrond Geen koorts Altijd verstopte neus, jeukende ogen Thuis: 2 katten er wordt niet gerookt niet gesaneerd, kleden, kussens, stoffen gordijnen etc Medicatie: -Fluticason 2 dd 250 ug dosisaerosol + Volumatic -Salbutamol z.n. -Cetirizine 1 dd 10 mg -Budesonide neusspray -Overige (zie brief huisarts) Uw mening Werkhypothese: Astma omdat: • Allergie • Anamnestisch Reversibele luchtwegobstructie • Tot enige weken geleden goede reactie op behandeling Behandeldoelen Werkhypothese: Astma Wat zijn de behandeldoelen bij astma? Aan welke behandeldoelen voldoet Larissa wel of niet? Behandeldoelen • geen of minimale symptomen overdag en ’s nachts • geen exacerbaties • geen/minimale behoefte kortwerkende luchtwegverwijders • geen beperkingen in het dagelijks leven of bij inspanning • (bijna) normale longfunctie • geen of minimale bijwerkingen van de medicatie Behandeldoelen worden niet bereikt Verschuiving van focus ERNST MATE van CONTROLE Mate van astma controle Volledige controle (alle items) Gedeeltelijke controle (1 item in een willekeurige week) Onvoldoende controle Symptomen overdag Geen (<3x/wk) >2x/ wk Beperking activiteiten Geen Ja 3 of meer items van gedeeltelijke controle in een willekeurige week. Nachtelijke symptomen Geen Ja Gebruik rescue medicatie Geen (<3x/wk) > 2x/wk FEV1 Normaal <80%pred of <80% van personal best Exacerbaties geen 1 of meer/ jaar 1 of meer /week Mate van astma controle Volledige controle (alle items) Gedeeltelijke controle (1 item in een willekeurige week) Onvoldoende controle Symptomen overdag Geen (<3x/wk) >2x/ wk Beperking activiteiten Geen Ja 3 of meer items van gedeeltelijke controle in een willekeurige week. Nachtelijke symptomen Geen Ja Gebruik rescue medicatie Geen (<3x/wk) > 2x/wk FEV1 Normaal <80%pred of <80% van personal best Exacerbaties geen 1 of meer/ jaar 1 of meer /week Hoe kun je de astmacontrole vaststellen? • Anamnese (Klachten en gebruik van luchtwegverwijders) • Longfunctie onderzoek • Bronchoprovocatie testen • Meten van luchtwegontsteking Anamnese ACQ (asthma control questionnaire) vanaf 11 jaar • • • 5 items betreffende klachten 1 item gebruik van extra luchtwegverwijders 1 item FEV1 ACT (asthma control test) vanaf 12 jaar • • • • • Invloed van astma op dagelijkse activiteiten Kortademigheid Nachtelijke klachten Gebruik van extra luchtwegverwijders Ingeschatte controle door de patiënt zelf Kinderversie 4 items door het kind ingevuld (VAS) en 3 door ouders/verzorgers (vanaf 4 jaar) Development and cross-sectional validation of the Childhood Asthma Control Test.Liu AH, Zeiger R, Sorkness C, Mahr T, Ostrom N, Burgess S, Rosenzweig JC, Manjunath R.J Allergy Clin Immunol. 2007 Apr;119(4):817-25. Epub 2007 Mar 13 ACT (Astma Control Test) Maximaal = 27 < 20 = onvoldoende controle 1. Hoe is het vandaag met je astma? 0 Heel erg 1 Erg Heel goed 2 www.astmatest.nl Goed 3 2. Hoeveel last heb je van astma als je rent, traint of sport? Ik heb er last van, ik kan niet doen wat ik wil 0 Ik heb er last van en vind het vervelend 1 Ik heb er een beetje last van maar het gaat wel 2 Ik heb er geen last van 3 1 Ja, soms wel 2 Nee, nooit 3 1 Ja, soms wel 2 Nee, nooit 3 3. Moet je hoesten door je astma? 0 Ja, de hele tijd Ja, meestal 4. Word je 's nachts wakker door je astma? 0 Ja, de hele tijd Ja, meestal 5. Hoeveel dagen had uw kind de afgelopen 4 weken overdag astmaklachten? Niet 5 1-3 dag 4 4-10 dag 3 11-18 dag 2 19-24 dag 1 elke dag 0 6. Hoeveel dagen had uw kind de laatste 4 weken overdag last van piepende ademhaling door de astma? Niet 5 1-3 dag 4 4-10 dag 3 11-18 dag 2 19-24 dag 1 elke dag 0 elke dag 0 7. Hoe vaak werd uw kind de afgelopen 4 weken 's nachts wakker door de astma? Niet 5 1-3 dag 4 4-10 dag 3 11-18 dag 2 19-24 dag 1 Factoren die leiden tot verminderde controle ? Factoren die leiden tot verminderde controle • Aanhoudende blootstelling aan aspecifieke of allergische prikkels • Onvoldoende therapietrouw • Onvoldoende inhalatietechniek • Allergische rhinitis • KNO-infecties • Andere of bijkomende aandoening, zoals tracheomalacie, gastro-oesophageale reflux, recidiverende infecties Conclusie 1. Toetsen aan behandeldoelen 2. Mate van astmacontrole vaststellen 3. Factoren die leiden tot verminderde controle Verwijzen Thema poli Doelgroep Criteria Behandeling Aan Tafel Overgewicht kind in familie met obesitas Obesitas kind Leeftijd 3-7 jaar Multidisciplinair Multimedia middelen Groepssessies en individueel Astma Astma Reversibele bronchusobstructie bij jonge kinderen 0 – 18 jaar Multidisciplinair Individueel Diabetes Mellitus Diabetes Mellitus type 1 en 2 0-18 jaar Multidisciplinair Multimedia Individueel Groepsactiviteiten Dikke Vrienden Club Obesitas 8 – 12 jaar Multidisciplinair Groepsbehandeling Groepsactiviteiten Couveuze Nazorg Bureau Premature kinderen Zwangerschapsduur < 32 weken Multidisciplinair Individueel One-stop Kindercardiologie Hartgeruis 0-16 jaar Individueel One-stop Koemelk allergie Verdenking koemelk allergie 0-3 jaar Multidisciplinair Individueel DBPC test in dagbehandeling Kurkdroog Urine incontinentie overdag Enuresis > 6-7 jaar Ontwikkelings niveau: minimaal halverwege groep 3 Multidisciplinair Individueel One-stop evaluatie Behandelingstraject mn via urotherapeuten Routewijzer ADHD (verdenking) Leer- en gedragsproblemen Tot 19 jaar Multidisciplinair Individueel One-stop evaluatie Slaap Slaap problemen 0-18 jaar Multidisciplinair One-stop Individueel Einde Pieter Meijers polikliniek ROUTEWIJZER KINDERGENEESKUNDE GV 20 HERKENNEN VAN PROBLEEMGEDRAG 50% ouders onderkent probleemgedrag 15% gaat hiermee naar de huisarts veel worden “gestuurd” 1ste milieu ouders/verzorgers leerkrachten sportclub/trainers/vrienden 2de milieu 3de milieu 21 omgevingsfactoren kunnen “probleemgedrag” als bijvoorbeeld ADHD beïnvloeden afname symptomen bij: • structuur • interessante activiteit • 1:1 • beloning toename symptomen bij: • ongestructureerde omgeving • saaie activiteit • geen toezicht • geen beloning 22 23 Casus 1 : Betül 10 jaar • • • • groep 7 aangemeld bij de DVC “emotie eetster” veel te dik , verder gezond, BMI 31 • dyslectisch • (leer) problemen op school • normaal niveau • dyslexie • ADD 24 Casus 2 : Rüya 10 jaar • was bekend op de obstipatie poli • veel buikpijn en verzuim op school • weinig compliance in de behandeling • gaat niet graag naar school • heeft weinig vriendinnen • wordt dromerig, slordig en nonchalant gevonden • normaal niveau • ADD 25 Casus 3 : Bert 9 jaar • • • • groep 6 ; zit altijd achterste voren wordt er vaak uitgestuurd vaak betrokken bij ruzie op het schoolplein mag bijna nooit op verjaardagen komen • IQ 78 (VIQ 86 ; PIQ 76) • wordt (structureel ernstig) overvraagd • met Speciaal Onderwijs gaat het prima 26 WAT MAAKT ADHD EEN LASTIGE DIAGNOSE ? • geen scherp afgrensbare stoornis/dimensioneel • symptomen dienen afgezet te worden tegen wat normaal is voor de leeftijd • symptomen variëren naar gelang de setting • vaak co-morbiditeit • voldoende informatie uit verschillende milieu’s? • kijk uit voor wachtkamer observatie 27 Symptomen ADHD 3 kernsymptomen • aandachtstekort • impulsiviteit • hyperactiviteit • executive functies 18multidisciplinaire richtlijn adhd, 2005 28 Symptomen ADHD • hyperactiviteit: – wiebelen, draaien, niet kunnen blijven zitten, excessief rennen of klimmen, niet rustig kunnen spelen of werken, excessief praten, ‘on the go’ • impulsiviteit: – onderbreekt anderen, gooit antwoorden er zo uit, niet op de beurt kunnen wachten • aandachtstekort: – concentratieproblemen, moeilijk aandacht bij taak houden, niet luisteren, taken niet afmaken, slecht in organiseren, steeds dingen kwijt, snel afgeleid, vergeetachtig 29 30 ADHD in de levensloop Gedragsproblemen Studieproblemen Moeite met sociale interacties Negatief zelfbeeld Baldadig gedrag, verwondingen/ ongelukken Verslavingsproblematiek (roken/alcohol/drugs) Cave: crimineel gedrag Voor-school Adolescent Studerend Schoolgaand Gedragsproblemen Geringe leerprestaties Moeite in de omgang met anderen (leeftijdgenoten, sibs) Laag zelfbeeld/faalangst 7Mannuzza 8Biederman Problemen op het werk Laag zelfbeeld Middelenmisbruik Verwondingen/ongevallen Relatieproblemen Volwassen Cognitief onderpresteren Moeite met vinden van werk Faalangst Middelenmisbruik Verwondingen/ongevallen et al, 1997. 6Barkley et al, 1990. et al, 1997. 14Swensen et al, 2003 31 32 Schoolprestaties: 33 Blijven de beperkingen ? 34 AD(H)D heb je al vanaf je geboorte? • • • • klachten moeten begonnen zijn voor het 7de jaar pas vanaf 5 jaar te beoordelen of AD(H)D aanwezig is vaak pas diagnose AD(H)D tussen 7 en 9 jaar vroege aanwijzingen kunnen zijn • erg beweeglijk • veel huilen • overgevoelig • dwars • klagende leerkrachten • problemen vanaf groep 3 35 leeftijdgerelateerde vragen PEUTERS en KLEUTERS • • • • • • • perinatale problemen? mijlpalen ontwikkeling, niveau? slaapritmestoornissen? contactproblemen/sociale problemen? consequente opvoeding, grenzen? ouders op 1 lijn? erfelijkheid? 36 Leeftijdgerelateerde vragen SCHOOLLEEFTIJD • • • • • • • hoe lang bestaat het al? prestaties op school, niveau? gedragsproblemen school, thuis, op straat? grenzen en duidelijkheid? slaapproblemen? alleen concentratieproblemen? erfelijkheid 37 CONCENTRATIE • kunnen kinderen zich nog wel concentreren? • wat is concentratie? leerling • soorten concentratie leerstof leerkracht omgeving • concentratiebelemmering • concentratiestoornissen vrijwillige concentratie inefficiënt werken aandachtsduur afleidbaarheid onvrijwillige concentratie 6 jaar : 10 min 10 jaar : 20 min 13 jaar : 30 min 38 Leeftijdgerelateerde vragen ADOLESCENTEN • • • • • • schoolcarriére? middelengebruik? motivatie, organisatie, vergeetachtigheid? vroeger druk, gedragsproblemen? chaos in hoofd? erfelijkheid? 39 ADHD – Co-morbiditeit (1) ADHD alléén 31% 60% Tic ODD 11% n = 579 14% 40% Gedragsstoornis Angst/stemmings stoornis ODD=Oppositioneel Opstandig Gedrag MTA study 1999 40 ADHD – Co-morbiditeit (2) Mentale retardatie Lees/schrijf stoornis ADHD 13% coördinatie stoornis DAMP 40% 50% ASS 50% Kadesjö & Gillberg 2001 41 Comorbidity AD(H)D is erfelijk? • • • • 80 % genetisch bepaald (2-ling- en adoptie onderzoek) 50 % ouders met AD(H)D heeft ook AD(H)D kind 30 % AD(H)D-ers heeft een familielid met AD(H)D 5 – 10 % AD(H)D kinderen genetische afwijkingen 42 3 typen AD(H)D kinderen • ADHD met aandachts- en concentratiestoornissen(ADD) ( 30 %) • ADHD met hyperactiviteit en impulsiviteit ( 10 %) • ADHD met een combinatie ( 60 %) 43 44 VRAGEN OUDERS : • 1) welke problemen signaleert u bij uw kind? Hulpvraag? • 2) Is dit een probleem dat uzelf ervaart of is het de school die dit probleem ervaart? – – – – – – – – Voorgeschiedenis (ontwikkelingsanamnese) Motorische ontwikkeling Spraak/taalontwikkeling Slaapgewoonten en slaapproblemen Schoolse functioneren Persoonlijk (of actuele) functioneren Hulpervaringen/opnamen Familiaire (persoonlijke) omstandigheden 45 VRAGEN SCHOOL : • welke zorg hebt u over deze leerling?: • waarover bent u tevreden?: • krijgt deze leerling op uw school extra hulp of ondersteuning, zo ja door wie?: • hoe zijn de leerprestaties?: • is dit kind eerder getest op intelligentie, zo ja door wie, datum en uitslag: 46 Uitkomsten 2009/ deel 2010: In totaal 219 patienten gezien 47 TAKE HOME • • • • herkennen van probleemgedrag niet gemakkelijk presentatie ADHD divers ; “dimensionele aandoening” vraag zo breed mogelijk in verschillende milieus ken je sociale kaart • label minder belangrijk dan de oplossing • medicatie, psycho-educatie, got en ? • let op comorbiditeit 48 49 50 Werkzaamheid stimulantia bij ADHD • Effect op kernsymptomen ADHD – – – – – – – – hyperactiviteit en impulsiviteit ↓ cognitief presteren (concentratie, nauwkeurigheid) ↑ korte termijn geheugen ↑ alertheid en reactietijd ↑ agressie ↓ gehoorzaamheid ↑ ouder-kind interactie ↑ imago verbetering bij leeftijdsgenootjes ↑ – prestatie verbetering ? 51