Verkenningen huidige posities

advertisement
Ordo salutis
standpuntbepaling
25 mei 2011
Dogmatiek IV
D-jaar, blok D
1
Terugblik
1.
2.
3.
4.
Inleidend college
Gereformeerde Orthodoxie
Calvijn
Bavinck
2
Overzicht college vandaag
1.
2.
3.
4.
Verkenning van huidige posities;
Bijbel en heilsorde;
Belijdenis en heilsorde;
Standpuntbepaling.
3
VERKENNINGEN HUIDIGE POSITIES
4
Tekst Van ‘t Spijker
• Samenvatting;
• Sterkte / zwakte analyse;
• Leerpunten.
5
Velema BGD
• Gaat om vruchten van werk van Christus;
• Heilsorde ≠ belevingsvolgorde;
• Gaat om theologische samenhang.
6
Van de Beek
• God doet recht.
• Wedergeboorte als eschatologische existentie;
• Tit 3 niet te verbinden met Joh 3, maar met Mt
19:28.
• Wedergeboorte: "Het gaat om de crisis van het
eschatologische komen van Christus, dat het
menselijke bestaan uiteenscheurt zoals de
geboorte de vliezen die het veilige bestaan van
het ongeboren kind omvingen." (189)
7
Van de Beek (2)
• Aandacht voor fides qua laat mens in
middelpunt staan;
• Op dit punt is Reformatie niet los van RK
genadeleer;
• 214: "Een bekeerde christen voor wie bekering
niet meer de wedergeboorte van de ganse
kosmos is, is onuitstaanbaar geborneerd.“
• Contra optimistische kijk op de heiliging.
8
Van de Beek (3)
• Kortom: eschatologie beheersend
gezichtspunt;
• Huidige tijd, en mensheid, lijkt te verdwijnen.
9
Moerkerken
•
•
•
•
•
Genadeleven en genadeverbond.
Standen genadeleven;
Kinderkens, jongelingen, vaders;
Habitus en actus van geloof;
Woordopenbaring / Persoonsopenbaring;
10
Moerkerken (2)
Gang Borg = gang Kerk.
• Kerst: openbaring Christus;
• Goede Vrijdag: inleven dat er niet anders
betaald kan worden;
• Pasen: gerechtigheid toegepast;
• Hemelvaart: Christus de Weg tot volle
gemeenschap met God;
• Pinksteren: gemeenschap met Drie-enig God.
11
Moerkerken (3)
Vaders in genade:
• Rechtvaardiging vierschaar consciëntie;
• Bewuste rechtvaardigmaking staat apart van
andere aspecten.
Kortom: fasering door onderscheiding.
12
Pneumatologie
Huidige aandacht meest anders gericht:
• Geestesgaven;
• Heiliging.
13
CONFESSIE EN HEILSORDE
14
NGB
• 22 (rechtvaardiging): “Wij geloven, dat de
Heilige Geest om ons de ware kennis van deze
grote verborgenheid te doen verkrijgen, in
onze harten een waar geloof ontsteekt, dat
Jezus Christus met al zijn verdiensten omhelst,
Hem zich toeëigent en niets meer buiten Hem
zoekt. […]
15
NGB (2)
• “ […] Want een van beide: óf in Jezus Christus
is niet alles wat voor ons heil nodig is; óf dit
alles is wel in Hem en dan heeft hij, die Jezus
Christus door het geloof bezit, daarmee zijn
gehele heil.”
• We noteren: nadruk op geloof, totaliteit van
het heil.
16
NGB (3)
• 23: rechtvaardiging;
• 24: heiliging en goede werken.
• “Wij geloven, dat dit ware geloof, in de mens
voortgebracht door het horen van het Woord
Gods en door de werking van de Heilige Geest,
hem doet wedergeboren worden en maakt tot
een nieuwe mens; het doet hem leven in een
nieuw leven en bevrijdt hem van de slavernij
der zonde.”
17
HC
• Ellende, verlossing, dankbaarheid:
– Parallelle problematiek: chronologische / logische
orde?
– Prescriptief / descriptief?
– Te bezien vanuit eenheid: enige troost.
– Zo ook heilsorde te zien vanuit centraal
gezichtspunt: geloofsbegrip.
18
HC (2)
• Centraal: geloof (Zondag 7) en rechtvaardiging
(Zondag 23);
• Vrij beknopt over werk HG (Zondag 20);
19
DL I
• 6: “Dat God aan sommigen in de tijd het geloof
schenkt, aan anderen niet, komt voort uit zijn
eeuwige besluit.”
• 12: “Van deze eeuwige en onveranderlijke
verkiezing tot zaligheid worden de uitverkorenen
op hun tijd, hoewel in verschillende trappen en
ongelijke mate, verzekerd; niet, als zij de
verborgenheden en diepten van God met
nieuwsgierigheid doorzoeken, maar als zij de
onmiskenbare vruchten van de verkiezing, die in
Gods Woord worden getoond […]
20
DL I (2)
• “ […] – zoals het echte geloof in Christus, de
kinderlijke vreze Gods, droefheid naar Gods
wil over de zonde, honger en dorst naar de
gerechtigheid enz. – in zichzelf met geestelijke
vreugde en heilige blijdschap waarnemen.”
• 16: deze leer moet niet ontmoedigen wie
zoekt, maar is verschrikkelijk voor
onbekeerlijke mensen.
21
DL III/IV
• 8: “Allen die door het Evangelie worden
geroepen, worden in alle ernst (serio)
geroepen. Want God toont in zijn Woord
ernstig en naar waarheid wat Hem
aangenaam is, namelijk dat de geroepenen tot
Hem komen. Even ernstig belooft Hij aan allen
die tot Hem komen en geloven, de rust voor
hun zielen en het eeuwige leven.”
22
DL III/IV (2)
• 11: HG dringt door in het hart;
– Inwendige roeping?
• 12: Wedergeboorte door de prediking;
– Zonder ons in ons.
– Bovennatuurlijk, zeer krachtig.
– Wil gaat zelf willen.
• 13: niet volkomen begrijpen
• 14: geloof is gave Gods.
– Wedergeboorte & geloof
23
DL III/IV (3)
• 16: niet als in stokken en blokken;
24
DL V
• 1-6: overblijvende zonden, maar HG niet
weggenomen;
• 7: “Want ten eerste bewaart God in hen bij
zulk vallen in de zonde nog zijn onverderfelijk
zaad, waaruit zij wedergeboren zijn, opdat dit
niet vergaat of weggeworpen wordt.”
25
DL V (2)
• 7: “In de tweede plaats vernieuwt Hij hen op
zekere en krachtdadige wijze door zijn Woord en
Geest tot bekering, opdat zij over de bedreven
zonden van harte en naar Gods wil bedroefd zijn;
door het geloof, met een gebroken hart,
vergeving in het bloed van de Middelaar
afsmeken en verkrijgen; de genade van God, die
nu met hen verzoend is, weer ervaren; de
barmhartigheden, die Hij in zijn trouw bewees,
aanbidden en voortaan met vrees en beven hun
behoud met des te groter inspanning bewerken.”
26
DL V (3)
• 10: “Deze verzekerdheid vloeit dus niet voort uit
een of andere speciale openbaring die zonder het
Woord of daar buiten om is geschied, maar uit
het geloof in Gods beloften die Hij in zijn Woord
overvloedig tot onze troost geopenbaard heeft;
voorts uit het getuigenis van de Heilige Geest, die
met onze geest getuigt dat wij kinderen en
erfgenamen van God zijn (Rom. 8:16v); en
tenslotte uit de ernstige en heilige oefening van
een goed geweten en het doen van goede
werken.”
27
STANDPUNTBEPALING
28
1. Legitimiteit ‘heilsorde’, maar geloof
centraal
• Verschillende aspecten van het heil vragen om
bezinning;
• Genoemde onderdelen zijn Bijbels en
confessioneel te noemen;
• Wél veelvuldige problematiek rond volgorde;
• Centraliteit geloofsbegrip onderkennen;
• In geloofsbegrip vallen dan ook de
beslissingen.
29
2. Theologische volgorde
• Niet strikt logisch, niet strikt chronologisch –
hoewel wel enigermate.
• Theologische concentratie op Christus;
• Geloof centraal begrip;
• Veel distincties scheppen verwarring;
• De facto oriëntatie op Calvijn.
30
3. Terminologie
• Heiliging: verkeerde term?
– Renovatio / levensvernieuwing?
– Bekering?
• Wedergeboorte: verkeerde term?
– Nauwere en ruimere zin: onhelder?
– Niet direct Bijbels begrip.
– Wedergeboorte = heiliging.
31
3. Terminologie (2)
• Roeping
– Inwendige roeping is effect van uitwendige
roeping;
• Algemeen
– Niet dogmatische categorieën mixen met
ervaringscategorieën.
– Geen schematisering;
– Toch: de geestelijke betekenis van elk heilsfeit
verschillend.
32
4. Eschatologisch tekort
• Veel ‘heilsorde’ is te weinig eschatologisch;
• V.d. Beeks kritiek deels terecht.
33
Download