K 2010: het topevenement voor innovaties rond

advertisement
K 2010: het topevenement voor innovaties
rond kunststof en rubber
Sinds bijna 100 jaar staan kunststoffen garant voor steeds weer nieuwe
indrukwekkende en fascinerende toepassingen. Waren enkele decennia
geleden verpakkingsfolie, kabelisolatie en vaste telefonie innovatieve
producten van kunststof, zo is de innovatie nu terug te vinden bij
microdeeltjes voor hartkatheters en de minimale invasieve chirurgie. Over
enkele jaren worden wellicht met energiebesparende lichtdioden en
oprolbare displays nieuwe technologiesprongen gemaakt. Pas sinds het
bestaan van moderne kunststoffen zijn er nieuwe kansen voor de
mensheid ontstaan. Kunststoffen zullen bij de uitbreiding van recyclebare
energiebronnen een sleutelrol spelen: van roterende bladen voor
windenergie,
installaties
die
enkel
en
alleen
door
vezelverbindingskunststoffen te produceren zijn, via membranen in
brandstofcellen tot aan de fotovoltaïsche elementen die met behulp van
kunststoftechniek op grote schaal op folie gedrukt kunnen worden: het
toepassingsspectrum van kunststoffen in de moderne techniek is wijd
verspreid.
Kunststoffen hebben een verborgen eigenschap die op geen enkel
gegevensblad of product staat vermeld: kunststoffen zijn uitzonderlijk
energie-efficiënt. Ze zijn immers de sleutel naar resourcebesparende
technologieën, en dat met weinig verbruik van materiaal. Zo biedt het
gebruik van kunststof bijvoorbeeld grote voordelen in de warmte-isolatie
van gebouwen of in de mobiliteit door lichte bouwconstructies in auto,
bus, trein en vliegtuig.
Een actuele studie van ‘Denkstatt’, een Oostenrijks consultancykantoor
voor duurzame ontwikkeling, heeft aangetoond dat bij het gebruik en de
verwerking van kunststof vijf tot negen keer meer CO2 wordt bestaard
dan dat er tijdens de productie is vrijgekomen. Analisten gaan er vanuit
dat deze verhouding tot het jaar 2010 nog eens met factor 9 kan worden
verhoogd, daar de productie en de efficiëntie van kunststofproducten
steeds verder verbeteren.
Zoals de adviseurs tijdens de wereldklimaattop eind 2009 in Kopenhagen
verklaarden, speelt het inzetten van kunststoffen een belangrijke rol in de
strijd tegen de klimaatveranderingen. Als namelijk waar mogelijk
kunststoffen door traditionele materialen zouden worden vervangen, dan
zou met 120 miljoen ton per jaar in Europa 50 procent meer drijfgas
ontstaan en het energieverbruik met 46 procent tot 2.300 Terajoule (TJ)
stijgen. Alleen al de huidige besparingen die gerealiseerd worden door
het inzetten van kunststoffen in plaats van traditionele materialen staan
gelijk aan de gehele CO2-uitstoot van België. De Europese emissie van
drijfgassen wordt dus nu al behoorlijk gereduceerd door het toepassen
van moderne kunststoffen. Dit draagt 32 procent van de te realiseren
oorspronkelijke Kyoto-doelstellingen van de EU-15, en respectievelijk 15
procent van de te realiseren EU-27-doelstelling voor 2020 bij, te weten:
een besparing van 780 miljoen ton CO2. Zonder kunststoffen zouden de
Kyoto-doelstellingen simpelweg niet haalbaar zijn.
Kunststoffen openen fascinerende mogelijkheden
“Voor gebruiksvoorwerpen in het zogenaamde lage temperatuurbereik
zijn kunststoffen uitermate geschikt, en dat zal in de toekomst niet
veranderen.” Dit actuele citaat van Prof. Dr. Ing. Georg Menges, sinds
geruime tijd hoofd van het Institut für Kunststofverarbeitung (IKV) aan de
Rheinisch Westfällischen Technische Hochschule Aachen (RWTH)
beschrijft op nuchtere wijze de geprefereerde toepassingsgebieden van
kunststoffen, die overigens nog lang niet zijn uitgeput.
Zo worden kunststoffen al sinds decennia ingezet als:

lichte en materiaalbesparende en tegelijkertijd veilige en goed
isolerende verpakkingen;

isolering, gas-, water- en afvoerleidingen, raamkozijn of vloer in de
bouw;

licht en eenvoudig te vormen constructiegrondstof voor de
automobielindustrie, dat tevens naar behoefte gekleurd en flexibel
ingezet kan worden;

veilig materiaal voor wegwerpartikelen voor de geneeskunde,
flexibele grondstof voor bijvoorbeeld de katheterdiagnostiek in de
medische techniek;

micropomp of doserings- en applicatiehulp voor apothekers in de
vorm van insulinepennen of inhalators;

grondstof voor verschillende sport- en vrijetijdsartikelen, voor
sportapparatuur, sportkleding en sportschoeisel;

weerbestendig en onderhoudsvriendelijke kunststofmatten in
sportcomplexen en op privéterreinen.
Deze toepassingen zijn weliswaar in Noord-Amerika, Europa en Japan al
wijdverbreid,
maar
in
veel
jonge
industrielanden
en
vooral
in
ontwikkelingslanden zijn ze zeker niet voor iedereen beschikbaar. In het
verder verspreiden van de tot nu toe bekende industrieproducten en
consumentengoederen ligt een enorm potentieel voor de groei van de
globale
kunststofindustrie.
grondstofeigenschappen,
Ook
de
met
het
oog
verwerkingsmogelijkheden
op
de
en
de
toepassingsontwikkeling is de potentie van kunststoffen nog lang niet
uitgeput. Veel van de meest moderne en toekomstgerichte technologieën
kunnen zonder kunststof niet functioneren.
Voorbeeld: kunststoffen voor moderne LED-lichttechniek
Lichtdioden (LED) zijn sterk in opmars, daar ze bij een gering
energieverbruik
veel
licht
leveren.
Ze
worden
voor
de
meest
uiteenlopende producten ingezet – van zaklampen tot koplampen van
auto’s. Reflectoren rond LED-lichtbronnen buigen en bundelen het licht.
Opdat deze naar behoefte vormgegeven en op economische wijze
geproduceerd kunnen worden, worden er temperatuurbestendige en
warmtegeleidende kunststoffen ontwikkeld. Deze zullen niet alleen de
lichtbronnen in technische toepassingen optimaliseren, maar ook de
volgende generatie energiesparende lampen voor thuisgebruik inluiden.
Voorbeeld:
lichte
bouwstructuren
door
vezelverbindings-
kunststoffen
Vezel-kunststof-verbindingsgrondstoffen,
ook
wel
vezelverbindings-
kunststoffen genoemd, maken de productie van hoogbelastbare en toch
zeer lichte structuurbouwdelen mogelijk. Er worden steeds vaker op grote
schaal vormdelen uit glasvezels en duroplastische matrix of met
filamenten
en
thermoplastische
matrix
geproduceerd.
De
toepassingsmogelijkheden rijken van arm- en beenprotheses voor
geamputeerde mensen tot roterende bladen voor windenergie-installaties.
Voorbeeld: nanotechnologie geeft kunststoffen geheel nieuwe
eigenschappen
Nano-vulstoffen en additieven op basis van nanotechnologie kunnen
kunststoffen
nieuwe
combinaties
van
eigenschappen
verlenen,
bijvoorbeeld als de eisen aan transparantie en flexibiliteit, brekingsindex
en
hardheid,
oppervlaktefunctionaliteit
en
materiaaleigenschappen,
isolatievermogen en geleidingsvermogen schijnbaar onoverbrugbare
contrasten opleveren. Tot
de verbeteringen door
additieven op
nanoschaal behoren enerzijds de verbeterde reologische eigenschappen
waardoor kunststoffen eenvoudiger te verwerken zijn, en anderzijds de
elektrische geleidende uitrusting die een statische ontlading kan
verhinderen. Niet in de laatste plaats profiteren we van het lotus-effect, de
zelfreinigende uitvoering van kunststofoppervlaktes.
Kort adempauze na decennialange groei
De hiervoor genoemde toepassingsmogelijkheden maken duidelijk dat de
mondiale
kunststofindustrie,
bestaande
uit
kunststofproductie,
machinebouw en kunststofverwerking, zich ondanks de actuele stilstand
welke is veroorzaakt door de financiële en economische crisis, zich nog
steeds in een aanmerkelijk tempo verder ontwikkelt. Ze geldt geheel
terecht als een groeibranche met een groot toekomstperspectief.
Voor het jaar 2008 taxeerde PlasticsEurope, de vereniging van
producenten de wereldwijde kunststofproductie op 245 miljoen ton. Dit
betekent een terugval van 6 procent ten opzichte van het voorgaande
jaar, toen nog 260 miljoen ton werd behaald. Vooral in het 3e en 4e
kwartaal
van
2008
toonde
de
branche
deels
een
drastische
productieterugloop, nadat de wereldconjunctuur was ingestort, de
verwerkende industrie hun opslag reduceerden en de marktvolumes van
alle kunststofproducten in ongekende wijze terugliep. Deze situatie doet
echter niets af aan het langlopende succesverhaal van kunststoffen. Hier
volgt een korte terugblik: de totale hoeveelheid van 245 miljoen ton in het
jaar 2008 betekent een toename van gemiddeld 9 procent per jaar sinds
1950. Rond 215 van de 245 miljoen ton zijn kunststofgrondstoffen, dus
materialen die tot kunststofproducten worden verwerkt. De overige 30
miljoen ton wordt voor de productie van bekleding, plakband, dispersies,
lak of verf gebruikt.
Sinds meerdere jaren zijn landen in Azië en Oceanië de grootste
kunststofproducenten ter wereld. Met een aandeel van 37 procent
belegden ze in 2008 de eerste plaats op de ranglijst van de wereldwijde
kunststofproductie, gevolgd door Europa met 25 procent en de NAFTAlanden met 23 procent. De productiehoeveelheid van het Nabije- en
Midden-Oosten, evenals die van Afrika, steeg in 2008 ten gevolge van de
aanzienlijke capaciteituitbouw met 8 procent. Daar waar in de afgelopen
jaren de capaciteit van de kunststofproducenten voor de meeste
materiaaltypes volledig benut en sommige grondstoffen zelfs schaars
geworden waren, zo zag de situatie halverwege 2008 er geheel anders
uit.
De
producenten
reageerden
met
de
meest
uiteenlopende
maatregelen op de teruglopende vraag, om zo hun capaciteiten te
reduceren:
ze
vervroegden
de
leveringstijden,
legden
sommige
installaties tijdelijk stil en sloten sommige productiestandplaatsen
definitief. Dit betrof overigens vooral oudere, kleinere en minder
winstgevende standplaatsen die verzadigde markten bedienden.
De Duitse kunststofproducenten lieten na een lichte domper in 2008 een
terugval van de productiehoeveelheid van 15% procent zien. Daarmee
kwam de productie op 17 miljoen ton. De omzet van geheel 2009 lag 23
procent lager dan in het voorgaande jaar, en kwam daarmee uit op 17,5
miljard euro. Na een stabilisering van de orderpositie in 2009, zullen de
producenten voor het jaar 2010 zowel bij de productie als bij de omzet
vermoedelijk weer groei realiseren.
Kunststofverbruik in Europa na recordjaar licht in de min
Het verbruik van grondstoffen voor kunststoffen in 2008 wordt door
PlasticsEurope op circa 48,5 miljoen ton geschat. Ten opzichte van het
voorgaande jaar betekent dit een terugloop van 7,5 procent. Het Britse
marktonderzoeksbureau Applied Market Information (AMI) voorziet in een
van hun studies voor thermoplast een terugval van 8 procent voor 2008
ten opzichte van 2007. Er was vanuit Europa slechts een vraag naar 38
miljoen ton thermoplast. Van 2008 op 2009 is de vraag naar polymeren
wederom teruggelopen, aldus de marktonderzoekers. Voor het Europese
kunststofverbruik in het jaar 2009 is het dan ook realistisch rekening te
houden met een minus van 9 procent.
Voor 2009 is de prognose voor een terugval van het bruto nationaal
product
van
de
EU-27
landen
van
4
procent.
De
Britse
marktonderzoekers voorzien dan ook voor de kunststofindustrie geen
spoedig hestel. Vanuit de huidige situatie verwacht men voor 2010 een
gemiddelde groei van 1 tot 2 procent, vooral gezien het feit dat de
verwerkers weer bezig zijn hun capaciteiten in te vullen. Voor 2011 en
2012 rekent AMI op groeicijfers van 2 tot 3 procent. Vermoedelijk zal de
markt voor polymeren in 2013 het verlies voor het jaar 2008 weer kunnen
compenseren, zo denkt AMI.
Uit de verbruiksstatistiek 2008 van PlasticEurope blijkt dat in WestEuropa Duitsland met 11,6 miljoen ton en Italië met 7,6 miljoen ton de
koplopers zijn. De beide landen staan gezamenlijk voor circa 40 procent
van het Europese kunststofverbruik, gevolgd door Frankrijk, Spanje en
het Verenigd Koninkrijk. Bij de Oost-Europese Staten springen Polen met
een verbruik van 2,55 miljoen ton, Tsjechië met 1,05 miljoen ton en
Hongarije met 0,84 miljoen ton eruit.
De
verpakkingsbranche
verwerkte
volgens
de
analisten
van
PlasticsEurope met 38 procent het grootste aandeel kunststof van alle
industrieën voor producten uit kunststof, gevolgd door de bouwbranche
met 21 procent. De automobielbranche nam een aandeel van 8 procent
voor haar rekening en de elektronica-industrie 6 procent. Het verbruik van
de overige afnemers, zoals de meubelindustrie, de medische branche, de
industrie
voor
huishoudelijke
apparaten
inclusief
sport-
en
vrijetijdsartikelen en de landbouwsector, noteerde voor het jaar 2008 28
procent.
Het verwerkingspercentage in Europa lag in 2008 op 51,3 procent, wat
1,3 procent hoger was dan in het voorgaande jaar. Daarbij moet worden
opgemerkt dat de verwerkingsquota per land sterk uiteenlopen.
Gemiddeld genomen bedroeg het percentage voor de materiële
verwerking 21,3 procent, en voor de energetische verwerking 30 procent.
Met Zwitserland, Denemarken, Duitsland, Zweden, België, Oostenrijk,
Nederland en Noorwegen staan acht van de Europese 27 EU-landen
garant voor een verwerkingsquota van meer den 80 procent. Dankzij de
gestegen verwerking bleef volgens de informatie van PlasticsEurope de
hoeveelheid van gedeponeerde kunststoffen constant. Daarmee is het
gelukt om economische groei en het deponeren van kunststofafval van
elkaar los te koppelen. De opkomst van kunststofafval in 2008 bedroeg in
West-Europa 24,9 miljoen ton.
Het kunststofverbruik per hoofd van de bevolking in geheel Europa werd
voor het laatst in 2006 met gemiddeld 100 kilo vastgesteld. Naar
inschatting van PlasticsEurope is tot 2015 een stijging tot 140 kilo
mogelijk. De grootste groeipotentie ligt volgens PlasticsEurope in de zich
snel ontwikkelende Aziatische landen. Hier is het gemiddelde verbruik per
hoofd van de bevolking momenteel slechts 20 procent. Dit zou tot 2015
met een groei van 90 procent kunnen stijgen tot een totaal van 36 kilo.
De kunststofproducenten hebben zich in de afgelopen jaren in die
specifieke producten gespecialiseerd die in geïntegreerde standplaatsen
met grote installaties prijsgunstig en dicht bij de markt zijn te produceren.
Zo zijn er in de grote afzetmarkten, waaronder vooral de nieuwe markten
in Azië vallen, geweldige capaciteiten ontstaan, om zo de groeiende
vraag aan te kunnen. Gedurende de financiële en economische crisis zijn
echter honderden fabrieken, waarvan deels gehele productiecomplexen
qua capaciteit teruggebracht of tijdelijk geheel stilgelegd. Zelfs complexen
die bijzonder economisch produceerden, ontkwamen hier niet aan.
Ondertussen is er ook een groeiende beweging van individuele
kunststofproducenten die consolideren en/of hun bedrijf een nieuwe
richting weten te geven.
De acute economische problemen sinds midden 2008 hebben sommige
megadeals in de kunststofproductie vertraagd, uitgesteld of zelfs geheel
vernietigd. Toch blijft de branche in beweging. Zo zoekt bijvoorbeeld
BASF sinds jaren naar geïnteresseerden voor haar polystyrolbedrijf.
Oliemaatschappijen in het Midden-Oosten versterken hun integratie in de
kunststofproductie – zowel door de verdere uitbreiding van de locale
productie zoals in Saoedi-Arabië en Iran het geval is, alsook door de
samenwerking met gevestigde spelers en acquisitie van belangrijke
aanbieders. De overname van GE Plastics door Sabic waar miljarden
mee gemoeid waren, en de integratie als Sabic Innovative Plastics in het
Saoedische concern is een toonaangevend voorbeeld.
Ontspannen prijsniveau voor kunststoffen
Ten gevolge van de mondiale economische crisis zijn de koersen voor
standaardkunststoffen als PE, PP, PVC, PS en PET duidelijk ontspannen.
De door de Duitse Kunststoff Information Verlaggesellschaft voortdurend
geactualiseerde prijsindex voor Europa, ‘Plastixx ST’ vertoonde sinds
jaren een stijging en had in augustus 2008 met 2.250 punten een
absoluut hoogtepunt bereikt. Binnen vijf maanden stortte de koers in met
1000 punten en noteerde tegen het einde van 2008 slechts 1.250 punten.
In het verloop van 2009 heeft de koers zich duidelijk verbeterd. Eind 2009
was de index met 1.600 punten terug op het niveau van 2005. Tot mei
2010 bereikte de index weer 2000 punten. De koersen voor technische
kunststoffen als ABS, PA, PC, PMMA, POM en PBT daalden gedurende
de crisis slechts gering en staan nu weer iets hoger dan het gemiddelde
van de afgelopen 10 jaar.
Distributeurs en compoundeurs worden steeds belangrijker
Sinds enkele jaren treden de kunststofdistributeurs met groeiend
zelfbewustzijn in de markt op. Veel grote distributeurs hebben hun
portfolio’s
met
complementaire
producten
van
andere
grondstofproducenten uitgebreid, zodat ze kunststofverwerkers vrijwel
geheel kunnen voorzien. Naast de klassieke distributiehandel en de
handel in kleinere hoeveelheden die ze in opdracht van grote
kunststofproducenten uitvoeren, hebben velen een eigen portfolio uit
compounds en speciale producten opgebouwd, om de toenemend
gestandaardiseerde typen van hun grote handelspartners te kunnen
aanvullen.
Ook de talrijke compoundeurs die zich in de modificatie van bepaalde
polymeren,
op
bepaalde
toepassingsgebieden
of
op
bepaalde
uitvoeringen van kunststoffen hebben gespecialiseerd, doen moeite om
door toepassingsspecifieke gemodificeerde materiaaltypen en door
productbegeleidende service een duidelijke differentiatie ten aanzien van
hun
concurrenten
te
bewerkstelligen.
Ze
profiteren
evenals
de
distributeurs met hun eigen programma’s van het terugtrekken van veel
gevestigde spelers uit het specialistische segment en hun concentratie op
de standaardtypen met sterke marges.
Hout en kunststof in een verbinding als WPC
Kunststoffen zijn niet alleen in pure vorm te gebruiken, maar kunnen ook
als matrix bijdragen aan het inbedden van andere materialen, ze
eenvoudiger bewerkbaar te maken waardoor er attractieve producten van
gevormd
kunnen
worden.
Dat
bewijzen
bijvoorbeeld
de
hout-
kunststofverbindingen, die als Wood Plastic Composites (WPC) bekend
zijn geworden en waarvan het gebruik in de afgelopen jaren sterk is
toegenomen.
WPC
zijn
thermoplastisch
verwerkbare
verbindingsmaterialen
uit
houtmeel of houtvezels en de meest uiteenlopende extrudeerbare
kunststoftypen als PP, PVC enzovoort. Hoewel het houtaandeel in
principe variabel is, gaat het in de meeste gevallen om een aandeel van
meer dan 50 procent. Volgens de gegevens van het Duitse Nova-Institut
zijn
er
wereldwijd
inmiddels
meer
dan
1,5
miljoen
ton WPC
geproduceerd. Hoofdproducenten zijn Noord-Amerika met rond de 1
miljoen ton, China met 0,2 miljoen, Europa met 0,17 miljoen en Japan
met 0,1 miljoen ton. Tot aan 2015 is de prognose van de wetenschappers
van het Nova-Institut een verdrievoudiging van het mondiale WPCverbruik tot een totaal van rond de 5 miljoen ton per jaar. Alleen al het
marktvolume van China zal op dat moment ongeveer 4 miljoen ton
bedragen.
De
belangrijkste
toepassingen
bodembedekkingen
voor
buiten
van
WPC
(170.000
ton),
in
Europa
waar
WPC
zijn
als
zogenaamde ‘decking’ de vloeren uit tropisch hout zal vervangen, en
interieurs van voertuigen (50.000 ton). WPC hebben in de afgelopen
jaren naast het interieur van auto’s en de bodembedekkingen, ook hun
weg
naar
de
consumentengoederen
en
voorwerpen
voor
de
woninginrichting gevonden. Met name in China worden raamkozijnen,
deuren, lamellen, gevel-isolatiesystemen, banken voor in het park en
tuinhuisjes van WPC gemaakt.
Daar WPC net als klassieke kunststoffen compounderen en door extrusie
en spuitgieten te verwerken zijn, bieden veel producenten van
kunststofmachines de hiervoor noodzakelijke doserings-, plastificeer- en
werktuigtechniek aan.
Bio-kunststoffen: nichegrondstof in opmars
In principe zijn veel kunststoffen niet alleen uit petrochemisch gewonnen
voorproducten
te
synthetiseren.
Er
zijn
veel
meer
biologische
grondstoffen die uit natuurproducten zijn gewonnen, die voor de productie
van kunststof te gebruiken zijn. De op deze wijze gewonnen zogenaamde
‘biokunststoffen’ hebben een niche in de markt gecreëerd en zijn
inmiddels
in
heel
wat
verpakkingstoepassingen
en
consumentengoederen vast verankerd.
Bij biokunststoffen dient er een duidelijk onderscheid te worden gemaakt
tussen kunststoffen met een biologische basis en biologisch afbreekbare
kunststoffen: niet iedere kunststof op biologische basis is ook biologisch
afbreekbaar, en niet ieder biologisch afbreekbare kunststof heeft
automatisch een biologische basis.
Volgens een prognose van marktonderzoekers van Freedonia, Cleveland,
Ohio (USA), zal het wereldwijde verbruik van bio-kunststoffen zich tot het
jaar 2013 verviervoudigen tot 900.000 ton en daarmee een waarde van
rond de 2,6 miljard dollar bereiken. In de daaropvolgende 5 jaar zal de
markt zich met rond de 2,2 miljoen ton met een waarde van ruim 5 miljard
dollar verder ontwikkelen. Volgens recente onderzoeken zullen de
komende jaren de mogelijkheden echter worden begrensd door de
verhoudingsgewijs hoge productie- en kapitaalkosten, de uitdagingen bij
dergelijke
technisch
grote
veranderingen,
de
onvoorspelbare
beschikbaarheid van grondstoffen en zeker ook de acceptatie in de
kunststofverwerkingindustrie.
Steeds meer soorten kunststoffen kunnen in ieder geval gedeeltelijk op
basis van de nieuwe generatie grondstoffen worden geproduceerd. Nadat
lange tijd vooral vervangende materialen met biologische basis voor
standaardkunststoffen op de markt kwamen, zijn de afgelopen jaren ook
producenten van technische kunststoffen begonnen in enkele gevallen
materiaal met een natuurlijke oorsprong toe te passen, zoals BASF en
DuPont: beide produceren typen polyamide 6.10 op basis van
sebacinezuur, welke uit ricinusolie wordt gewonnen.
Hoewel de verwerking van kunststoffen op biologische basis of de
inbedding van natuurlijke stoffen zoals natuurvezels of houtmeel in
kunststof een bijdrage leveren aan een duurzame economie, zullen biokunststoffen niet zonder voorbehoud worden ingezet: terwijl aardolie niet
voor de productie van levensmiddelen en veevoer wordt gebruikt, maar
voor de energiewinning, de mobiliteit en voor chemische producten zoals
kunststof, worden veel plantaardige, natuurlijke grondstoffen zoals maïs
vaak juist wel gebruikt voor levensmiddelen en veevoer. Kunststoffen op
basis van natuurlijke grondstoffen, of in ieder geval de akkers die voor de
teelt noodzakelijk zijn, concurreren daarmee met de voedingsvoorziening
voor mens en dier. Dit levert vooral in minder rijke landen regelmatig
kritiek op.
De huidige teelt van industriële capaciteiten voor bio-kunststoffen worden
vooral door de hoge olieprijs en een relatief gunstige kostenbasis voor
biologische materialen aangewakkerd. De verscherpte concurrentie om
capaciteiten voor de nieuwe generatie grondstoffen als levensmiddel,
brandstof of werkmateriaal moet goed worden in het oog worden
gehouden.
Mondiaal verbruik van rubber
In 2008 werd wereldwijd 22,8 miljoen ton rubber geproduceerd. Dit was
1,7 procent minder dan in 2007. Zoals de International Rubber Study
Group (IRSG) berekende, bedroeg de productie van natuurrubber (NR)
10 miljoen ton, 2,3 procent meer dan in het voorgaande jaar, en de
productie van synthetisch rubber (SR) 12,8 miljoen ton, een minus van
4,8 procent ten opzichte van 2007.
Het mondiale verbruik van rubber lag volgens de IRSG in 2008 op 22,7
miljoen ton. Vergeleken met het voorgaande jaar, is dat een verlies van
3,6 procent, vooral door het inzakken van de markt in het derde en vierde
kwartaal. Van de 22,7 miljoen ton viel circa 10.1 miljoen ton weg bij de
natuurrubber en 12,6 miljoen bij synthetisch rubber. Terwijl het
rubberverbruik in Noord-Amerika met ruim tien procent en in Europa met
ongeveer 2,5 procent terugliep, steeg het verbruik in Azië en Oceanië met
acht procent. Van oudsher is Azië ‘s werelds grootste producent van
natuurrubber. Met een marktaandeel van rond de 93 procent was dat ook
in 2008 het geval. Een kwart van de productie is voor export bestemd.
Ondertussen verbruikt Azië de helft van de daar geproduceerde
synthetische rubber zelf, en kan daarmee zichzelf verzorgen.
In de eerste helft van het jaar is volgens de IRSG het wereldwijde
rubberverbruik in vergelijking met de situatie het jaar daarvoor met 16
procent afgenomen. Voor de productie ligt dit op 14 procent. Voor geheel
2009 rekenen de rubberproducenten waar het natuurrubber betreft op
een teruglopende vraag van 5,5 procent vergeleken met 2008 en op het
gebied van synthetisch rubber is de prognose een minus van 7,3 procent.
Kunststofmachinebouw heeft ondanks crisis goede perspectieven
De mondiale productie van kunststof en rubbermachines bereikte na drie
jaren onafgebroken groei in 2008 met bijna 22 miljard euro een nieuw
record. Na het recordjaar 2008 is de wereldproductie door de
investeringsstop van veel verwerkers ten gevolge van de nieuw
geïnstalleerde capaciteiten en de wereldwijde financiële en economische
crisis sterk afgenomen. Al in het derde en vierde kwartaal van 2008
tekende zich een enorme terugloop van binnenkomende orders af, maar
dat het zo extreem in zou zakken, daarmee hadden zowel Euromap als
de zusterorganisaties in de Verenigde Staten en Azië geen rekening
gehouden. Begin 2009 zonk de bedrijvigheid over de gehele linie van
machinebouw in rap tempo in. De grote terughoudendheid van vrijwel alle
afnemersbranches was hier mede debet aan. Vooral binnen de
automobielindustrie liep het aantal orders drastisch terug. Aan het einde
van 2009 noteerde de wereldproductie een waarde van nauwelijks 17
miljard euro, een terugval van 20 procent vergeleken bij 2008.
Op de ranglijst van producerende landen werd in 2008 Duitsland voor het
eerst afgelost door China. Dit land wist zijn productie min of meer stabiel
te houden en daarmee zijn marktaandeel van 19,1 naar 23,5 procent te
vergroten. In 2004 was dit nog 11,4 procent waaruit blijkt dat de Chinese
machinebouwers in staat zijn hun aandeel aan de wereldproductie
continu te laten groeien. Duitsland viel in 2009 met een aandeel van 22,6
procent (25,3 procent in 2008) terug naar de tweede plaats. Italië
verdedigde met 12,1 procent de derde plaats, gevolgd door de Verenigde
Staten met 6,5 en Japan met een aandeel van 4,1 procent. Vooral Japan
moest opnieuw verliezen incasseren, nadat het aandeel van het land aan
de wereldproductie in 2004 nog 9,7 procent had bedragen
De wereldhandel in kunststof- en rubbermachines liep in 2009 nog sterker
terug dan de productie en bereikte nog slechts 10,8 miljard euro na 15
miljard euro in 2008. De Duitse producenten konden hun toppositie
opnieuw verdedigen, en wel met 24,4 procent. De tweede plaats werd
ingenomen door Italië (11,2 procent) en de derde plaats door Japan (10,7
procent), gevolgd door China (9 procent) en de Verenigde Staten (7,5
procent).
In
Duitsland
eindigde
het
productiewaarde
ooit:
de
rubbermachines
gaf
aan
recordjaar
2008
branchevereniging
dat
het
met
voor
de
hoogste
kunststof-
productievolume
en
voor
de
kernmachinebouw 5,5 miljard euro bedroeg. In het crisisjaar 2009 viel
deze waarde met 31 procent terug naar 3,8 miljard euro. Op basis van de
stijgende lijn van het aantal opdrachten gedurende de eerste vijf
maanden van 2010 wordt er voor het gehele jaar 2010 een plus van 11
procent verwacht. Ook voor 2011 verwachten de Duitse producenten van
kunststof- en rubbermachines een toename van meer dan 10 procent.
De
gevestigde
West-Europese
en
Amerikaanse
markten
voor
kunststofmachines hadden de laatste jaren minder mogelijkheden om
opdrachten aan te kunnen nemen. Daar komt bij dat de prijsgevoelige
landen rond de Middellandse Zee inclusief de Maghreb-landen, OostEuropa, Rusland, het Nabije- en Midden-Oosten doellanden voor de
Aziatische machine-importeurs zijn geworden. De concurrentie tussen
aanbieders van hoogwaardige Europese machinetechniek, die zich
steeds sterker met vestigingen op de Aziatische markt concentreren, is
dan ook een stuk intensiever dan voorheen.
Ondanks aanzienlijke verschuivingen aan de vraagkant, het merkbaar
teruglopende marktvolume in belangrijke afnemersmarkten en de
opgebouwde
overcapaciteit,
hebben
de
meeste
Europese
machineproducenten zich op de markt staande kunnen houden. Talrijke
kleinere producenten van kunststofmachines in Europa en NoordAmerika opereren sinds lange tijd onder de kritieke grens. Vandaar dat
vooral in de Verenigde Staten de afgelopen twee jaar zowel nationale
machinebouwers alsook lokale fabrieken van Europese en Japanse
aanbieders hun poorten hebben moeten sluiten.
Hoewel de branche sinds jaren van een gestaag toenemende
concentratiedruk spreekt, zijn er enkele concrete veranderingen te
melden. Zo is Kunststoffmaschinebau-Gruppe Mannesmann Plastics
Machinery ‘MPM’ -het bedrijf met de sterkste omzet ter wereld-, op de
KraussMaffei
AG
met
rubberinstallatieproducent
daarin
geïntegreerd
Bergdorff
en
de
de
extrusie-
en
dochteronderneming
Netstalmaschines AG na, ingekrompen. De Demag Plastics Group, sinds
meer dan 40 jaar onderdeel van de groep van het Mannesmann-concern,
is in 2008 aan het Japanse concern Sumitomo Heavy Industries (SHI)
verkocht, dat zelf al jarenlang een befaamde spuitgietmachineproducent
is. Het Oostenrijkse spuitgietmachinemerk Battenfeld ging in 2008 op in
het nabijgelegen periferietechniekconcern Wittmann. Gezamenlijk met
Wittmann-Battenfeld is daarmee ’s werelds eerste complete aanbieder
voor spuitgietmachines en periferietechniek ontstaan. Midden jaren 2009
nam de Duitse extrusie-installatieproducent Reifenhäuser de blaasfolieinstallatiebouwer Kiefel Extrusion over, die begin 2007 van RKW naar de
Brückner Technology Holding was gegaan, en completeerde zo de
Reifenhäuser-Gruppe tot ’s werelds grootste aanbieder van extrusieinstallaties.
Zelfs in de groeimarkt China zijn gedurende 2008 en 2009 een aantal
nationaal actieve, bekende machinemerken van de markt verdwenen.
Veel aanbieders hadden aanzienlijke productiecapaciteiten opgebouwd
en gegokt op een sterk groeiende behoefte binnen de eigen markt. Des te
sterker en assertiever steekt de spuitgietmachine-marktleider Haitian daar
tegen af. Deze heeft met een meer-merkenbeleid in eigen land en een in
Duitsland opgerichte fabriek voor volledig elektrische machines veel
opzien gebaard.
Wederom constanter dan de handel rond verwerkingsmachines was de
vraag naar automatiserings- en periferietechniek. In Europa hebben veel
producenten van randapparatuur ondanks de ingrijpende crisis hard
gewerkt om hun productprogramma te completeren. Dit met het oog op
materiaaleisen,
-drogen
en
–dosering,
automatiserings-
en
tempertechniek, maar ook molens, transportbanden en separatoren –
alles uit eigen hand.
De conjunctuur bij de werktuigproducenten en de toeleveranciers van de
werktuigtechniek is heel uiteenlopend. De talrijke insolventies in alle grote
werktuigbouwlanden
tonen
aan
dat
er
problemen
zijn
bij
de
elektronicaproducten die voortdurend ingehaald worden door nieuwere
technieken, en bij de technologisch belangrijke automobielbouw, die
veelvuldig
hoogwaardige
werktuigtechnieken
laat
ontwikkelen
en
gebruikt. Toch varieert de situatie waarin bedrijven zich in 2009 bevinden
tussen een enorm tekort aan opdrachten en een overbelasting. Dit is
afhankelijk
van
de
samenstelling
van
de
onderneming,
de
competentieportfolio en de gebruikersbranches. De werktuigproducenten
die gespecialiseerd zijn in medische techniek en/of verpakking doen het
vaak net zo goed als veel gespecialiseerde, ontwikkelingssterke
specialisten voor specifieke toepassingen.
Kunststofverwerking onder druk
De gespannen marktsituatie in de kunststofmachinebouw is een gevolg
van de sterk gereduceerde vraag naar kunststofverwerking. Geringere
bestelde volumes en uitblijvende of ingetrokken opdrachten hebben sinds
midden 2008 voor een extreme reductie van de opslagbestanden bij de
verwerkers en niet
in de laatste plaats tot een uitzonderlijke
terughoudendheid betreffende investeringen gezorgd.
De globaal afgezwakte vraag naar producten uit kunststof wordt begeleid
door een aanhoudende verplaatsing West-Europa naar Midden- en OostEuropa en van Azië en de Verenigde Staten naar Mexico, China en
Zuidoost-Azië. Veel kunststofverwerkers, vooral voor de waardeketen van
de automobielbranche en telecommunicatie, zijn in grote economische
moeilijkheden geraakt. Een lijst van toonaangevende bedrijven binnen de
kunststofverwerking in Amerika en Europa stonden of staan onder
crediteurenbescherming en hopen op een beter perspectief door een
verbeterde opdrachtensituatie of nieuw kapitaal van een nieuwe
investeerder. Weer andere groepen hebben de crisis benut om hun
expansieve strategie te bespoedigen en hun portfolio gericht uit te
breiden. De globale concentratiegolf in de kunststofverwerking heeft in
2009 duidelijk aan vaart gewonnen.
China – belangrijke aandrijver van de branche
China heeft zich in enkele jaren ook in de kunststofindustrie tot een echte
wereldmacht
ontwikkeld.
De
China
Plastics
Processing
Industry
Association (CPPIA) meldde in november 2009 voor de eerste acht
maanden van het jaar een productiewaarde van 677,6 miljard CNY, wat
gelijk staat aan 68 miljard euro, en een groei van 9,5 procent ten opzichte
van het voorgaande jaar. Het schijnt dat de volksrepubliek de ergste
gevolgen
van
de
economische
crisis
heeft
doorstaan.
De
kunststofverwerkers behaalden wederom winst van 28,2 miljard euro
(bijna 3 miljard euro) wat een plus van 16 procent is.
Net als in de andere economieën, ligt het groeipercentage van de
kunststofindustrie ook in China nog boven dat van het bruto binnenlands
product. Het percentage heeft gedurende de afgelopen jaren bijna de 10
bereikt. Bovendien zijn gedurende de verschuivingen binnen de branche
hele productietakken van verwerkende fabrieken zoals de productie van
mobiele telefoons en consumentenelektronica uit Europa en NoordAmerika naar China verplaatst.
De grote betekenis van de Chinese markt voor de exportgeoriënteerde
Europese kunststofmachinebouw en voor kunststofproducenten die aan
China leveren heeft al in de herfst van 2009 positieve impulsen
afgegeven. Het conjunctuurprogramma dat is gestart om de lokale
Chinese economie te stimuleren, trekt onvermijdelijk ook importeurs aan,
daar Chinese kunststofverwerkers nog niet alle grondstoffen en het
gehele benodigde materiaal van locale producenten kunnen betrekken. In
zoverre is de opnieuw op gang gekomen China-handel voor veel
brancheondernemingen een impulsgever en biedt de kunststofindustrie
de wereld hoop op een snelle terugkeer naar het succesverhaal, dat ze al
decennialang vrijwel ononderbroken schrijft.
K 2010: het topevenement voor innovaties rond kunststof en rubber
De kunststofbeurs K in Düsseldorf is sinds 1952 het centrale trefpunt voor
de internationale kunststofindustrie. Hier kunnen innovaties bezichtigd en
trends opgespoord worden. Nergens ter wereld is de bandbreedte van
grondstof-, verwerkings- en toepassingstechniek zo compleet te ervaren
als op de K-beurs in Düsseldorf. Nergens anders zijn compoundering,
extrusie en blaasvormtechniek zo veelomvattend in actie te zien als op K!
Nergens anders zijn meer productiecellen met spuitgietmachines, zoveel
hoogwaardige
procedurecombinaties
en
zoveel
toepassings-
mogelijkheden in actie te zien als op K! Nergens anders presenteren
zoveel producenten van kunststof en rubber de benodigde grondstoffen,
kleurmiddelen en pigmenten, verstevigings- en vulstoffen, en nergens
anders zijn zoveel fabrikanten, compoundeurs en handelaren te vinden
als op K!
K 2010 in Düsseldorf vindt van 27 oktober tot en met 3 november plaats.
Weliswaar zijn de presentatiezwaartepunten van de exposerende
bedrijven nog niet bekend, maar toch kan al met zekerheid gezegd
worden dat een paar belangrijke trends in het middelpunt zullen staan en
in de productcategorieën terug te vinden zullen zijn:
Grondstoffen
en
hulpstoffen,
halffabricaten,
technische
componenten en versterkte kunststofproducten

Ultralichte schuimstoffen met verbeterde werking als warmte- of
geluidsisolatie.

Additieve deeltjes op nanoschaal voor de verbetering van de
vloeibaarheid en toename van de mechanische eigenschappen
van kunststoftypen.

Kunststoftypen met verhoogde warmtevormbestendigheid voor
toepassing in elektro- en lichttechniek.

Kunststoftypen
met
verhoogde
transparantie,
dubbelbreking en verbeterde optische eigenschappen.
hogere

Nieuwe typen van standaard-
en technische kunststoffen
gebaseerd op nieuwe grondstoffen.

Nieuwe, biologisch afbreekbare kunststoftypen/

Hout-kunststof composieten (WPC) in nieuwe toepassingen.
Machines, randapparatuur/werktuigen en uitrustingen

Betere installatiebenutting door kortere productietijden, meer
flexibiliteit en kortere omsteltijden.

Kortere
cycli,
geringere
kosten
per
eenheid,
en
hogere
productiviteit door snellere machinebewegingen, geoptimaliseerde
werktuigen, efficiëntere koeling en nog verder
verbeterde
gesynchroniseerde handlingapparaten.

Gemodificeerde machineconcepten voor goedkopere constructies
en gereduceerde energie-uitgaven.

Concepten voor efficiënte werktuigtempering voor economischere
organisatie
van
processen,
voor
toename
van
de
productiekwaliteit en voor afname van het energieverbruik.

Geïntegreerde bewaking van de productiekwaliteit, het voorkomen
van storing in het proces en documentatie van proces- en
kwaliteitsgegevens.

Versterkte inzet van energie-efficiënte elektrische aandrijvingen in
verwerkingsmachines
om
het
energieverbruik
en
de
energiekosten naar beneden te brengen.

Combinatie van verschillende bijzondere spuitgietprocessen zoals
fluidinjections
of
schuimprocessen
meer-componententechniek,
decoratie-
in
integratie
één
cyclus
voor
de
verschillende functies in een kunststof-bouwonderdeel.
en
van
Download