K 2010: het topevenement voor innovaties rond kunststof en rubber Sinds bijna 100 jaar staan kunststoffen garant voor steeds weer nieuwe indrukwekkende en fascinerende toepassingen. Waren enkele decennia geleden verpakkingsfolie, kabelisolatie en vaste telefonie innovatieve producten van kunststof, zo is de innovatie nu terug te vinden bij microdeeltjes voor hartkatheters en de minimale invasieve chirurgie. Over enkele jaren worden wellicht met energiebesparende lichtdioden en oprolbare displays nieuwe technologiesprongen gemaakt. Pas sinds het bestaan van moderne kunststoffen zijn er nieuwe kansen voor de mensheid ontstaan. Kunststoffen zullen bij de uitbreiding van recyclebare energiebronnen een sleutelrol spelen: van roterende bladen voor windenergie, installaties die enkel en alleen door vezelverbindingskunststoffen te produceren zijn, via membranen in brandstofcellen tot aan de fotovoltaïsche elementen die met behulp van kunststoftechniek op grote schaal op folie gedrukt kunnen worden: het toepassingsspectrum van kunststoffen in de moderne techniek is wijd verspreid. Kunststoffen hebben een verborgen eigenschap die op geen enkel gegevensblad of product staat vermeld: kunststoffen zijn uitzonderlijk energie-efficiënt. Ze zijn immers de sleutel naar resourcebesparende technologieën, en dat met weinig verbruik van materiaal. Zo biedt het gebruik van kunststof bijvoorbeeld grote voordelen in de warmte-isolatie van gebouwen of in de mobiliteit door lichte bouwconstructies in auto, bus, trein en vliegtuig. Een actuele studie van ‘Denkstatt’, een Oostenrijks consultancykantoor voor duurzame ontwikkeling, heeft aangetoond dat bij het gebruik en de verwerking van kunststof vijf tot negen keer meer CO2 wordt bestaard dan dat er tijdens de productie is vrijgekomen. Analisten gaan er vanuit dat deze verhouding tot het jaar 2010 nog eens met factor 9 kan worden verhoogd, daar de productie en de efficiëntie van kunststofproducten steeds verder verbeteren. Zoals de adviseurs tijdens de wereldklimaattop eind 2009 in Kopenhagen verklaarden, speelt het inzetten van kunststoffen een belangrijke rol in de strijd tegen de klimaatveranderingen. Als namelijk waar mogelijk kunststoffen door traditionele materialen zouden worden vervangen, dan zou met 120 miljoen ton per jaar in Europa 50 procent meer drijfgas ontstaan en het energieverbruik met 46 procent tot 2.300 Terajoule (TJ) stijgen. Alleen al de huidige besparingen die gerealiseerd worden door het inzetten van kunststoffen in plaats van traditionele materialen staan gelijk aan de gehele CO2-uitstoot van België. De Europese emissie van drijfgassen wordt dus nu al behoorlijk gereduceerd door het toepassen van moderne kunststoffen. Dit draagt 32 procent van de te realiseren oorspronkelijke Kyoto-doelstellingen van de EU-15, en respectievelijk 15 procent van de te realiseren EU-27-doelstelling voor 2020 bij, te weten: een besparing van 780 miljoen ton CO2. Zonder kunststoffen zouden de Kyoto-doelstellingen simpelweg niet haalbaar zijn. Kunststoffen openen fascinerende mogelijkheden “Voor gebruiksvoorwerpen in het zogenaamde lage temperatuurbereik zijn kunststoffen uitermate geschikt, en dat zal in de toekomst niet veranderen.” Dit actuele citaat van Prof. Dr. Ing. Georg Menges, sinds geruime tijd hoofd van het Institut für Kunststofverarbeitung (IKV) aan de Rheinisch Westfällischen Technische Hochschule Aachen (RWTH) beschrijft op nuchtere wijze de geprefereerde toepassingsgebieden van kunststoffen, die overigens nog lang niet zijn uitgeput. Zo worden kunststoffen al sinds decennia ingezet als: lichte en materiaalbesparende en tegelijkertijd veilige en goed isolerende verpakkingen; isolering, gas-, water- en afvoerleidingen, raamkozijn of vloer in de bouw; licht en eenvoudig te vormen constructiegrondstof voor de automobielindustrie, dat tevens naar behoefte gekleurd en flexibel ingezet kan worden; veilig materiaal voor wegwerpartikelen voor de geneeskunde, flexibele grondstof voor bijvoorbeeld de katheterdiagnostiek in de medische techniek; micropomp of doserings- en applicatiehulp voor apothekers in de vorm van insulinepennen of inhalators; grondstof voor verschillende sport- en vrijetijdsartikelen, voor sportapparatuur, sportkleding en sportschoeisel; weerbestendig en onderhoudsvriendelijke kunststofmatten in sportcomplexen en op privéterreinen. Deze toepassingen zijn weliswaar in Noord-Amerika, Europa en Japan al wijdverbreid, maar in veel jonge industrielanden en vooral in ontwikkelingslanden zijn ze zeker niet voor iedereen beschikbaar. In het verder verspreiden van de tot nu toe bekende industrieproducten en consumentengoederen ligt een enorm potentieel voor de groei van de globale kunststofindustrie. grondstofeigenschappen, Ook de met het oog verwerkingsmogelijkheden op de en de toepassingsontwikkeling is de potentie van kunststoffen nog lang niet uitgeput. Veel van de meest moderne en toekomstgerichte technologieën kunnen zonder kunststof niet functioneren. Voorbeeld: kunststoffen voor moderne LED-lichttechniek Lichtdioden (LED) zijn sterk in opmars, daar ze bij een gering energieverbruik veel licht leveren. Ze worden voor de meest uiteenlopende producten ingezet – van zaklampen tot koplampen van auto’s. Reflectoren rond LED-lichtbronnen buigen en bundelen het licht. Opdat deze naar behoefte vormgegeven en op economische wijze geproduceerd kunnen worden, worden er temperatuurbestendige en warmtegeleidende kunststoffen ontwikkeld. Deze zullen niet alleen de lichtbronnen in technische toepassingen optimaliseren, maar ook de volgende generatie energiesparende lampen voor thuisgebruik inluiden. Voorbeeld: lichte bouwstructuren door vezelverbindings- kunststoffen Vezel-kunststof-verbindingsgrondstoffen, ook wel vezelverbindings- kunststoffen genoemd, maken de productie van hoogbelastbare en toch zeer lichte structuurbouwdelen mogelijk. Er worden steeds vaker op grote schaal vormdelen uit glasvezels en duroplastische matrix of met filamenten en thermoplastische matrix geproduceerd. De toepassingsmogelijkheden rijken van arm- en beenprotheses voor geamputeerde mensen tot roterende bladen voor windenergie-installaties. Voorbeeld: nanotechnologie geeft kunststoffen geheel nieuwe eigenschappen Nano-vulstoffen en additieven op basis van nanotechnologie kunnen kunststoffen nieuwe combinaties van eigenschappen verlenen, bijvoorbeeld als de eisen aan transparantie en flexibiliteit, brekingsindex en hardheid, oppervlaktefunctionaliteit en materiaaleigenschappen, isolatievermogen en geleidingsvermogen schijnbaar onoverbrugbare contrasten opleveren. Tot de verbeteringen door additieven op nanoschaal behoren enerzijds de verbeterde reologische eigenschappen waardoor kunststoffen eenvoudiger te verwerken zijn, en anderzijds de elektrische geleidende uitrusting die een statische ontlading kan verhinderen. Niet in de laatste plaats profiteren we van het lotus-effect, de zelfreinigende uitvoering van kunststofoppervlaktes. Kort adempauze na decennialange groei De hiervoor genoemde toepassingsmogelijkheden maken duidelijk dat de mondiale kunststofindustrie, bestaande uit kunststofproductie, machinebouw en kunststofverwerking, zich ondanks de actuele stilstand welke is veroorzaakt door de financiële en economische crisis, zich nog steeds in een aanmerkelijk tempo verder ontwikkelt. Ze geldt geheel terecht als een groeibranche met een groot toekomstperspectief. Voor het jaar 2008 taxeerde PlasticsEurope, de vereniging van producenten de wereldwijde kunststofproductie op 245 miljoen ton. Dit betekent een terugval van 6 procent ten opzichte van het voorgaande jaar, toen nog 260 miljoen ton werd behaald. Vooral in het 3e en 4e kwartaal van 2008 toonde de branche deels een drastische productieterugloop, nadat de wereldconjunctuur was ingestort, de verwerkende industrie hun opslag reduceerden en de marktvolumes van alle kunststofproducten in ongekende wijze terugliep. Deze situatie doet echter niets af aan het langlopende succesverhaal van kunststoffen. Hier volgt een korte terugblik: de totale hoeveelheid van 245 miljoen ton in het jaar 2008 betekent een toename van gemiddeld 9 procent per jaar sinds 1950. Rond 215 van de 245 miljoen ton zijn kunststofgrondstoffen, dus materialen die tot kunststofproducten worden verwerkt. De overige 30 miljoen ton wordt voor de productie van bekleding, plakband, dispersies, lak of verf gebruikt. Sinds meerdere jaren zijn landen in Azië en Oceanië de grootste kunststofproducenten ter wereld. Met een aandeel van 37 procent belegden ze in 2008 de eerste plaats op de ranglijst van de wereldwijde kunststofproductie, gevolgd door Europa met 25 procent en de NAFTAlanden met 23 procent. De productiehoeveelheid van het Nabije- en Midden-Oosten, evenals die van Afrika, steeg in 2008 ten gevolge van de aanzienlijke capaciteituitbouw met 8 procent. Daar waar in de afgelopen jaren de capaciteit van de kunststofproducenten voor de meeste materiaaltypes volledig benut en sommige grondstoffen zelfs schaars geworden waren, zo zag de situatie halverwege 2008 er geheel anders uit. De producenten reageerden met de meest uiteenlopende maatregelen op de teruglopende vraag, om zo hun capaciteiten te reduceren: ze vervroegden de leveringstijden, legden sommige installaties tijdelijk stil en sloten sommige productiestandplaatsen definitief. Dit betrof overigens vooral oudere, kleinere en minder winstgevende standplaatsen die verzadigde markten bedienden. De Duitse kunststofproducenten lieten na een lichte domper in 2008 een terugval van de productiehoeveelheid van 15% procent zien. Daarmee kwam de productie op 17 miljoen ton. De omzet van geheel 2009 lag 23 procent lager dan in het voorgaande jaar, en kwam daarmee uit op 17,5 miljard euro. Na een stabilisering van de orderpositie in 2009, zullen de producenten voor het jaar 2010 zowel bij de productie als bij de omzet vermoedelijk weer groei realiseren. Kunststofverbruik in Europa na recordjaar licht in de min Het verbruik van grondstoffen voor kunststoffen in 2008 wordt door PlasticsEurope op circa 48,5 miljoen ton geschat. Ten opzichte van het voorgaande jaar betekent dit een terugloop van 7,5 procent. Het Britse marktonderzoeksbureau Applied Market Information (AMI) voorziet in een van hun studies voor thermoplast een terugval van 8 procent voor 2008 ten opzichte van 2007. Er was vanuit Europa slechts een vraag naar 38 miljoen ton thermoplast. Van 2008 op 2009 is de vraag naar polymeren wederom teruggelopen, aldus de marktonderzoekers. Voor het Europese kunststofverbruik in het jaar 2009 is het dan ook realistisch rekening te houden met een minus van 9 procent. Voor 2009 is de prognose voor een terugval van het bruto nationaal product van de EU-27 landen van 4 procent. De Britse marktonderzoekers voorzien dan ook voor de kunststofindustrie geen spoedig hestel. Vanuit de huidige situatie verwacht men voor 2010 een gemiddelde groei van 1 tot 2 procent, vooral gezien het feit dat de verwerkers weer bezig zijn hun capaciteiten in te vullen. Voor 2011 en 2012 rekent AMI op groeicijfers van 2 tot 3 procent. Vermoedelijk zal de markt voor polymeren in 2013 het verlies voor het jaar 2008 weer kunnen compenseren, zo denkt AMI. Uit de verbruiksstatistiek 2008 van PlasticEurope blijkt dat in WestEuropa Duitsland met 11,6 miljoen ton en Italië met 7,6 miljoen ton de koplopers zijn. De beide landen staan gezamenlijk voor circa 40 procent van het Europese kunststofverbruik, gevolgd door Frankrijk, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. Bij de Oost-Europese Staten springen Polen met een verbruik van 2,55 miljoen ton, Tsjechië met 1,05 miljoen ton en Hongarije met 0,84 miljoen ton eruit. De verpakkingsbranche verwerkte volgens de analisten van PlasticsEurope met 38 procent het grootste aandeel kunststof van alle industrieën voor producten uit kunststof, gevolgd door de bouwbranche met 21 procent. De automobielbranche nam een aandeel van 8 procent voor haar rekening en de elektronica-industrie 6 procent. Het verbruik van de overige afnemers, zoals de meubelindustrie, de medische branche, de industrie voor huishoudelijke apparaten inclusief sport- en vrijetijdsartikelen en de landbouwsector, noteerde voor het jaar 2008 28 procent. Het verwerkingspercentage in Europa lag in 2008 op 51,3 procent, wat 1,3 procent hoger was dan in het voorgaande jaar. Daarbij moet worden opgemerkt dat de verwerkingsquota per land sterk uiteenlopen. Gemiddeld genomen bedroeg het percentage voor de materiële verwerking 21,3 procent, en voor de energetische verwerking 30 procent. Met Zwitserland, Denemarken, Duitsland, Zweden, België, Oostenrijk, Nederland en Noorwegen staan acht van de Europese 27 EU-landen garant voor een verwerkingsquota van meer den 80 procent. Dankzij de gestegen verwerking bleef volgens de informatie van PlasticsEurope de hoeveelheid van gedeponeerde kunststoffen constant. Daarmee is het gelukt om economische groei en het deponeren van kunststofafval van elkaar los te koppelen. De opkomst van kunststofafval in 2008 bedroeg in West-Europa 24,9 miljoen ton. Het kunststofverbruik per hoofd van de bevolking in geheel Europa werd voor het laatst in 2006 met gemiddeld 100 kilo vastgesteld. Naar inschatting van PlasticsEurope is tot 2015 een stijging tot 140 kilo mogelijk. De grootste groeipotentie ligt volgens PlasticsEurope in de zich snel ontwikkelende Aziatische landen. Hier is het gemiddelde verbruik per hoofd van de bevolking momenteel slechts 20 procent. Dit zou tot 2015 met een groei van 90 procent kunnen stijgen tot een totaal van 36 kilo. De kunststofproducenten hebben zich in de afgelopen jaren in die specifieke producten gespecialiseerd die in geïntegreerde standplaatsen met grote installaties prijsgunstig en dicht bij de markt zijn te produceren. Zo zijn er in de grote afzetmarkten, waaronder vooral de nieuwe markten in Azië vallen, geweldige capaciteiten ontstaan, om zo de groeiende vraag aan te kunnen. Gedurende de financiële en economische crisis zijn echter honderden fabrieken, waarvan deels gehele productiecomplexen qua capaciteit teruggebracht of tijdelijk geheel stilgelegd. Zelfs complexen die bijzonder economisch produceerden, ontkwamen hier niet aan. Ondertussen is er ook een groeiende beweging van individuele kunststofproducenten die consolideren en/of hun bedrijf een nieuwe richting weten te geven. De acute economische problemen sinds midden 2008 hebben sommige megadeals in de kunststofproductie vertraagd, uitgesteld of zelfs geheel vernietigd. Toch blijft de branche in beweging. Zo zoekt bijvoorbeeld BASF sinds jaren naar geïnteresseerden voor haar polystyrolbedrijf. Oliemaatschappijen in het Midden-Oosten versterken hun integratie in de kunststofproductie – zowel door de verdere uitbreiding van de locale productie zoals in Saoedi-Arabië en Iran het geval is, alsook door de samenwerking met gevestigde spelers en acquisitie van belangrijke aanbieders. De overname van GE Plastics door Sabic waar miljarden mee gemoeid waren, en de integratie als Sabic Innovative Plastics in het Saoedische concern is een toonaangevend voorbeeld. Ontspannen prijsniveau voor kunststoffen Ten gevolge van de mondiale economische crisis zijn de koersen voor standaardkunststoffen als PE, PP, PVC, PS en PET duidelijk ontspannen. De door de Duitse Kunststoff Information Verlaggesellschaft voortdurend geactualiseerde prijsindex voor Europa, ‘Plastixx ST’ vertoonde sinds jaren een stijging en had in augustus 2008 met 2.250 punten een absoluut hoogtepunt bereikt. Binnen vijf maanden stortte de koers in met 1000 punten en noteerde tegen het einde van 2008 slechts 1.250 punten. In het verloop van 2009 heeft de koers zich duidelijk verbeterd. Eind 2009 was de index met 1.600 punten terug op het niveau van 2005. Tot mei 2010 bereikte de index weer 2000 punten. De koersen voor technische kunststoffen als ABS, PA, PC, PMMA, POM en PBT daalden gedurende de crisis slechts gering en staan nu weer iets hoger dan het gemiddelde van de afgelopen 10 jaar. Distributeurs en compoundeurs worden steeds belangrijker Sinds enkele jaren treden de kunststofdistributeurs met groeiend zelfbewustzijn in de markt op. Veel grote distributeurs hebben hun portfolio’s met complementaire producten van andere grondstofproducenten uitgebreid, zodat ze kunststofverwerkers vrijwel geheel kunnen voorzien. Naast de klassieke distributiehandel en de handel in kleinere hoeveelheden die ze in opdracht van grote kunststofproducenten uitvoeren, hebben velen een eigen portfolio uit compounds en speciale producten opgebouwd, om de toenemend gestandaardiseerde typen van hun grote handelspartners te kunnen aanvullen. Ook de talrijke compoundeurs die zich in de modificatie van bepaalde polymeren, op bepaalde toepassingsgebieden of op bepaalde uitvoeringen van kunststoffen hebben gespecialiseerd, doen moeite om door toepassingsspecifieke gemodificeerde materiaaltypen en door productbegeleidende service een duidelijke differentiatie ten aanzien van hun concurrenten te bewerkstelligen. Ze profiteren evenals de distributeurs met hun eigen programma’s van het terugtrekken van veel gevestigde spelers uit het specialistische segment en hun concentratie op de standaardtypen met sterke marges. Hout en kunststof in een verbinding als WPC Kunststoffen zijn niet alleen in pure vorm te gebruiken, maar kunnen ook als matrix bijdragen aan het inbedden van andere materialen, ze eenvoudiger bewerkbaar te maken waardoor er attractieve producten van gevormd kunnen worden. Dat bewijzen bijvoorbeeld de hout- kunststofverbindingen, die als Wood Plastic Composites (WPC) bekend zijn geworden en waarvan het gebruik in de afgelopen jaren sterk is toegenomen. WPC zijn thermoplastisch verwerkbare verbindingsmaterialen uit houtmeel of houtvezels en de meest uiteenlopende extrudeerbare kunststoftypen als PP, PVC enzovoort. Hoewel het houtaandeel in principe variabel is, gaat het in de meeste gevallen om een aandeel van meer dan 50 procent. Volgens de gegevens van het Duitse Nova-Institut zijn er wereldwijd inmiddels meer dan 1,5 miljoen ton WPC geproduceerd. Hoofdproducenten zijn Noord-Amerika met rond de 1 miljoen ton, China met 0,2 miljoen, Europa met 0,17 miljoen en Japan met 0,1 miljoen ton. Tot aan 2015 is de prognose van de wetenschappers van het Nova-Institut een verdrievoudiging van het mondiale WPCverbruik tot een totaal van rond de 5 miljoen ton per jaar. Alleen al het marktvolume van China zal op dat moment ongeveer 4 miljoen ton bedragen. De belangrijkste toepassingen bodembedekkingen voor buiten van WPC (170.000 ton), in Europa waar WPC zijn als zogenaamde ‘decking’ de vloeren uit tropisch hout zal vervangen, en interieurs van voertuigen (50.000 ton). WPC hebben in de afgelopen jaren naast het interieur van auto’s en de bodembedekkingen, ook hun weg naar de consumentengoederen en voorwerpen voor de woninginrichting gevonden. Met name in China worden raamkozijnen, deuren, lamellen, gevel-isolatiesystemen, banken voor in het park en tuinhuisjes van WPC gemaakt. Daar WPC net als klassieke kunststoffen compounderen en door extrusie en spuitgieten te verwerken zijn, bieden veel producenten van kunststofmachines de hiervoor noodzakelijke doserings-, plastificeer- en werktuigtechniek aan. Bio-kunststoffen: nichegrondstof in opmars In principe zijn veel kunststoffen niet alleen uit petrochemisch gewonnen voorproducten te synthetiseren. Er zijn veel meer biologische grondstoffen die uit natuurproducten zijn gewonnen, die voor de productie van kunststof te gebruiken zijn. De op deze wijze gewonnen zogenaamde ‘biokunststoffen’ hebben een niche in de markt gecreëerd en zijn inmiddels in heel wat verpakkingstoepassingen en consumentengoederen vast verankerd. Bij biokunststoffen dient er een duidelijk onderscheid te worden gemaakt tussen kunststoffen met een biologische basis en biologisch afbreekbare kunststoffen: niet iedere kunststof op biologische basis is ook biologisch afbreekbaar, en niet ieder biologisch afbreekbare kunststof heeft automatisch een biologische basis. Volgens een prognose van marktonderzoekers van Freedonia, Cleveland, Ohio (USA), zal het wereldwijde verbruik van bio-kunststoffen zich tot het jaar 2013 verviervoudigen tot 900.000 ton en daarmee een waarde van rond de 2,6 miljard dollar bereiken. In de daaropvolgende 5 jaar zal de markt zich met rond de 2,2 miljoen ton met een waarde van ruim 5 miljard dollar verder ontwikkelen. Volgens recente onderzoeken zullen de komende jaren de mogelijkheden echter worden begrensd door de verhoudingsgewijs hoge productie- en kapitaalkosten, de uitdagingen bij dergelijke technisch grote veranderingen, de onvoorspelbare beschikbaarheid van grondstoffen en zeker ook de acceptatie in de kunststofverwerkingindustrie. Steeds meer soorten kunststoffen kunnen in ieder geval gedeeltelijk op basis van de nieuwe generatie grondstoffen worden geproduceerd. Nadat lange tijd vooral vervangende materialen met biologische basis voor standaardkunststoffen op de markt kwamen, zijn de afgelopen jaren ook producenten van technische kunststoffen begonnen in enkele gevallen materiaal met een natuurlijke oorsprong toe te passen, zoals BASF en DuPont: beide produceren typen polyamide 6.10 op basis van sebacinezuur, welke uit ricinusolie wordt gewonnen. Hoewel de verwerking van kunststoffen op biologische basis of de inbedding van natuurlijke stoffen zoals natuurvezels of houtmeel in kunststof een bijdrage leveren aan een duurzame economie, zullen biokunststoffen niet zonder voorbehoud worden ingezet: terwijl aardolie niet voor de productie van levensmiddelen en veevoer wordt gebruikt, maar voor de energiewinning, de mobiliteit en voor chemische producten zoals kunststof, worden veel plantaardige, natuurlijke grondstoffen zoals maïs vaak juist wel gebruikt voor levensmiddelen en veevoer. Kunststoffen op basis van natuurlijke grondstoffen, of in ieder geval de akkers die voor de teelt noodzakelijk zijn, concurreren daarmee met de voedingsvoorziening voor mens en dier. Dit levert vooral in minder rijke landen regelmatig kritiek op. De huidige teelt van industriële capaciteiten voor bio-kunststoffen worden vooral door de hoge olieprijs en een relatief gunstige kostenbasis voor biologische materialen aangewakkerd. De verscherpte concurrentie om capaciteiten voor de nieuwe generatie grondstoffen als levensmiddel, brandstof of werkmateriaal moet goed worden in het oog worden gehouden. Mondiaal verbruik van rubber In 2008 werd wereldwijd 22,8 miljoen ton rubber geproduceerd. Dit was 1,7 procent minder dan in 2007. Zoals de International Rubber Study Group (IRSG) berekende, bedroeg de productie van natuurrubber (NR) 10 miljoen ton, 2,3 procent meer dan in het voorgaande jaar, en de productie van synthetisch rubber (SR) 12,8 miljoen ton, een minus van 4,8 procent ten opzichte van 2007. Het mondiale verbruik van rubber lag volgens de IRSG in 2008 op 22,7 miljoen ton. Vergeleken met het voorgaande jaar, is dat een verlies van 3,6 procent, vooral door het inzakken van de markt in het derde en vierde kwartaal. Van de 22,7 miljoen ton viel circa 10.1 miljoen ton weg bij de natuurrubber en 12,6 miljoen bij synthetisch rubber. Terwijl het rubberverbruik in Noord-Amerika met ruim tien procent en in Europa met ongeveer 2,5 procent terugliep, steeg het verbruik in Azië en Oceanië met acht procent. Van oudsher is Azië ‘s werelds grootste producent van natuurrubber. Met een marktaandeel van rond de 93 procent was dat ook in 2008 het geval. Een kwart van de productie is voor export bestemd. Ondertussen verbruikt Azië de helft van de daar geproduceerde synthetische rubber zelf, en kan daarmee zichzelf verzorgen. In de eerste helft van het jaar is volgens de IRSG het wereldwijde rubberverbruik in vergelijking met de situatie het jaar daarvoor met 16 procent afgenomen. Voor de productie ligt dit op 14 procent. Voor geheel 2009 rekenen de rubberproducenten waar het natuurrubber betreft op een teruglopende vraag van 5,5 procent vergeleken met 2008 en op het gebied van synthetisch rubber is de prognose een minus van 7,3 procent. Kunststofmachinebouw heeft ondanks crisis goede perspectieven De mondiale productie van kunststof en rubbermachines bereikte na drie jaren onafgebroken groei in 2008 met bijna 22 miljard euro een nieuw record. Na het recordjaar 2008 is de wereldproductie door de investeringsstop van veel verwerkers ten gevolge van de nieuw geïnstalleerde capaciteiten en de wereldwijde financiële en economische crisis sterk afgenomen. Al in het derde en vierde kwartaal van 2008 tekende zich een enorme terugloop van binnenkomende orders af, maar dat het zo extreem in zou zakken, daarmee hadden zowel Euromap als de zusterorganisaties in de Verenigde Staten en Azië geen rekening gehouden. Begin 2009 zonk de bedrijvigheid over de gehele linie van machinebouw in rap tempo in. De grote terughoudendheid van vrijwel alle afnemersbranches was hier mede debet aan. Vooral binnen de automobielindustrie liep het aantal orders drastisch terug. Aan het einde van 2009 noteerde de wereldproductie een waarde van nauwelijks 17 miljard euro, een terugval van 20 procent vergeleken bij 2008. Op de ranglijst van producerende landen werd in 2008 Duitsland voor het eerst afgelost door China. Dit land wist zijn productie min of meer stabiel te houden en daarmee zijn marktaandeel van 19,1 naar 23,5 procent te vergroten. In 2004 was dit nog 11,4 procent waaruit blijkt dat de Chinese machinebouwers in staat zijn hun aandeel aan de wereldproductie continu te laten groeien. Duitsland viel in 2009 met een aandeel van 22,6 procent (25,3 procent in 2008) terug naar de tweede plaats. Italië verdedigde met 12,1 procent de derde plaats, gevolgd door de Verenigde Staten met 6,5 en Japan met een aandeel van 4,1 procent. Vooral Japan moest opnieuw verliezen incasseren, nadat het aandeel van het land aan de wereldproductie in 2004 nog 9,7 procent had bedragen De wereldhandel in kunststof- en rubbermachines liep in 2009 nog sterker terug dan de productie en bereikte nog slechts 10,8 miljard euro na 15 miljard euro in 2008. De Duitse producenten konden hun toppositie opnieuw verdedigen, en wel met 24,4 procent. De tweede plaats werd ingenomen door Italië (11,2 procent) en de derde plaats door Japan (10,7 procent), gevolgd door China (9 procent) en de Verenigde Staten (7,5 procent). In Duitsland eindigde het productiewaarde ooit: de rubbermachines gaf aan recordjaar 2008 branchevereniging dat het met voor de hoogste kunststof- productievolume en voor de kernmachinebouw 5,5 miljard euro bedroeg. In het crisisjaar 2009 viel deze waarde met 31 procent terug naar 3,8 miljard euro. Op basis van de stijgende lijn van het aantal opdrachten gedurende de eerste vijf maanden van 2010 wordt er voor het gehele jaar 2010 een plus van 11 procent verwacht. Ook voor 2011 verwachten de Duitse producenten van kunststof- en rubbermachines een toename van meer dan 10 procent. De gevestigde West-Europese en Amerikaanse markten voor kunststofmachines hadden de laatste jaren minder mogelijkheden om opdrachten aan te kunnen nemen. Daar komt bij dat de prijsgevoelige landen rond de Middellandse Zee inclusief de Maghreb-landen, OostEuropa, Rusland, het Nabije- en Midden-Oosten doellanden voor de Aziatische machine-importeurs zijn geworden. De concurrentie tussen aanbieders van hoogwaardige Europese machinetechniek, die zich steeds sterker met vestigingen op de Aziatische markt concentreren, is dan ook een stuk intensiever dan voorheen. Ondanks aanzienlijke verschuivingen aan de vraagkant, het merkbaar teruglopende marktvolume in belangrijke afnemersmarkten en de opgebouwde overcapaciteit, hebben de meeste Europese machineproducenten zich op de markt staande kunnen houden. Talrijke kleinere producenten van kunststofmachines in Europa en NoordAmerika opereren sinds lange tijd onder de kritieke grens. Vandaar dat vooral in de Verenigde Staten de afgelopen twee jaar zowel nationale machinebouwers alsook lokale fabrieken van Europese en Japanse aanbieders hun poorten hebben moeten sluiten. Hoewel de branche sinds jaren van een gestaag toenemende concentratiedruk spreekt, zijn er enkele concrete veranderingen te melden. Zo is Kunststoffmaschinebau-Gruppe Mannesmann Plastics Machinery ‘MPM’ -het bedrijf met de sterkste omzet ter wereld-, op de KraussMaffei AG met rubberinstallatieproducent daarin geïntegreerd Bergdorff en de de extrusie- en dochteronderneming Netstalmaschines AG na, ingekrompen. De Demag Plastics Group, sinds meer dan 40 jaar onderdeel van de groep van het Mannesmann-concern, is in 2008 aan het Japanse concern Sumitomo Heavy Industries (SHI) verkocht, dat zelf al jarenlang een befaamde spuitgietmachineproducent is. Het Oostenrijkse spuitgietmachinemerk Battenfeld ging in 2008 op in het nabijgelegen periferietechniekconcern Wittmann. Gezamenlijk met Wittmann-Battenfeld is daarmee ’s werelds eerste complete aanbieder voor spuitgietmachines en periferietechniek ontstaan. Midden jaren 2009 nam de Duitse extrusie-installatieproducent Reifenhäuser de blaasfolieinstallatiebouwer Kiefel Extrusion over, die begin 2007 van RKW naar de Brückner Technology Holding was gegaan, en completeerde zo de Reifenhäuser-Gruppe tot ’s werelds grootste aanbieder van extrusieinstallaties. Zelfs in de groeimarkt China zijn gedurende 2008 en 2009 een aantal nationaal actieve, bekende machinemerken van de markt verdwenen. Veel aanbieders hadden aanzienlijke productiecapaciteiten opgebouwd en gegokt op een sterk groeiende behoefte binnen de eigen markt. Des te sterker en assertiever steekt de spuitgietmachine-marktleider Haitian daar tegen af. Deze heeft met een meer-merkenbeleid in eigen land en een in Duitsland opgerichte fabriek voor volledig elektrische machines veel opzien gebaard. Wederom constanter dan de handel rond verwerkingsmachines was de vraag naar automatiserings- en periferietechniek. In Europa hebben veel producenten van randapparatuur ondanks de ingrijpende crisis hard gewerkt om hun productprogramma te completeren. Dit met het oog op materiaaleisen, -drogen en –dosering, automatiserings- en tempertechniek, maar ook molens, transportbanden en separatoren – alles uit eigen hand. De conjunctuur bij de werktuigproducenten en de toeleveranciers van de werktuigtechniek is heel uiteenlopend. De talrijke insolventies in alle grote werktuigbouwlanden tonen aan dat er problemen zijn bij de elektronicaproducten die voortdurend ingehaald worden door nieuwere technieken, en bij de technologisch belangrijke automobielbouw, die veelvuldig hoogwaardige werktuigtechnieken laat ontwikkelen en gebruikt. Toch varieert de situatie waarin bedrijven zich in 2009 bevinden tussen een enorm tekort aan opdrachten en een overbelasting. Dit is afhankelijk van de samenstelling van de onderneming, de competentieportfolio en de gebruikersbranches. De werktuigproducenten die gespecialiseerd zijn in medische techniek en/of verpakking doen het vaak net zo goed als veel gespecialiseerde, ontwikkelingssterke specialisten voor specifieke toepassingen. Kunststofverwerking onder druk De gespannen marktsituatie in de kunststofmachinebouw is een gevolg van de sterk gereduceerde vraag naar kunststofverwerking. Geringere bestelde volumes en uitblijvende of ingetrokken opdrachten hebben sinds midden 2008 voor een extreme reductie van de opslagbestanden bij de verwerkers en niet in de laatste plaats tot een uitzonderlijke terughoudendheid betreffende investeringen gezorgd. De globaal afgezwakte vraag naar producten uit kunststof wordt begeleid door een aanhoudende verplaatsing West-Europa naar Midden- en OostEuropa en van Azië en de Verenigde Staten naar Mexico, China en Zuidoost-Azië. Veel kunststofverwerkers, vooral voor de waardeketen van de automobielbranche en telecommunicatie, zijn in grote economische moeilijkheden geraakt. Een lijst van toonaangevende bedrijven binnen de kunststofverwerking in Amerika en Europa stonden of staan onder crediteurenbescherming en hopen op een beter perspectief door een verbeterde opdrachtensituatie of nieuw kapitaal van een nieuwe investeerder. Weer andere groepen hebben de crisis benut om hun expansieve strategie te bespoedigen en hun portfolio gericht uit te breiden. De globale concentratiegolf in de kunststofverwerking heeft in 2009 duidelijk aan vaart gewonnen. China – belangrijke aandrijver van de branche China heeft zich in enkele jaren ook in de kunststofindustrie tot een echte wereldmacht ontwikkeld. De China Plastics Processing Industry Association (CPPIA) meldde in november 2009 voor de eerste acht maanden van het jaar een productiewaarde van 677,6 miljard CNY, wat gelijk staat aan 68 miljard euro, en een groei van 9,5 procent ten opzichte van het voorgaande jaar. Het schijnt dat de volksrepubliek de ergste gevolgen van de economische crisis heeft doorstaan. De kunststofverwerkers behaalden wederom winst van 28,2 miljard euro (bijna 3 miljard euro) wat een plus van 16 procent is. Net als in de andere economieën, ligt het groeipercentage van de kunststofindustrie ook in China nog boven dat van het bruto binnenlands product. Het percentage heeft gedurende de afgelopen jaren bijna de 10 bereikt. Bovendien zijn gedurende de verschuivingen binnen de branche hele productietakken van verwerkende fabrieken zoals de productie van mobiele telefoons en consumentenelektronica uit Europa en NoordAmerika naar China verplaatst. De grote betekenis van de Chinese markt voor de exportgeoriënteerde Europese kunststofmachinebouw en voor kunststofproducenten die aan China leveren heeft al in de herfst van 2009 positieve impulsen afgegeven. Het conjunctuurprogramma dat is gestart om de lokale Chinese economie te stimuleren, trekt onvermijdelijk ook importeurs aan, daar Chinese kunststofverwerkers nog niet alle grondstoffen en het gehele benodigde materiaal van locale producenten kunnen betrekken. In zoverre is de opnieuw op gang gekomen China-handel voor veel brancheondernemingen een impulsgever en biedt de kunststofindustrie de wereld hoop op een snelle terugkeer naar het succesverhaal, dat ze al decennialang vrijwel ononderbroken schrijft. K 2010: het topevenement voor innovaties rond kunststof en rubber De kunststofbeurs K in Düsseldorf is sinds 1952 het centrale trefpunt voor de internationale kunststofindustrie. Hier kunnen innovaties bezichtigd en trends opgespoord worden. Nergens ter wereld is de bandbreedte van grondstof-, verwerkings- en toepassingstechniek zo compleet te ervaren als op de K-beurs in Düsseldorf. Nergens anders zijn compoundering, extrusie en blaasvormtechniek zo veelomvattend in actie te zien als op K! Nergens anders zijn meer productiecellen met spuitgietmachines, zoveel hoogwaardige procedurecombinaties en zoveel toepassings- mogelijkheden in actie te zien als op K! Nergens anders presenteren zoveel producenten van kunststof en rubber de benodigde grondstoffen, kleurmiddelen en pigmenten, verstevigings- en vulstoffen, en nergens anders zijn zoveel fabrikanten, compoundeurs en handelaren te vinden als op K! K 2010 in Düsseldorf vindt van 27 oktober tot en met 3 november plaats. Weliswaar zijn de presentatiezwaartepunten van de exposerende bedrijven nog niet bekend, maar toch kan al met zekerheid gezegd worden dat een paar belangrijke trends in het middelpunt zullen staan en in de productcategorieën terug te vinden zullen zijn: Grondstoffen en hulpstoffen, halffabricaten, technische componenten en versterkte kunststofproducten Ultralichte schuimstoffen met verbeterde werking als warmte- of geluidsisolatie. Additieve deeltjes op nanoschaal voor de verbetering van de vloeibaarheid en toename van de mechanische eigenschappen van kunststoftypen. Kunststoftypen met verhoogde warmtevormbestendigheid voor toepassing in elektro- en lichttechniek. Kunststoftypen met verhoogde transparantie, dubbelbreking en verbeterde optische eigenschappen. hogere Nieuwe typen van standaard- en technische kunststoffen gebaseerd op nieuwe grondstoffen. Nieuwe, biologisch afbreekbare kunststoftypen/ Hout-kunststof composieten (WPC) in nieuwe toepassingen. Machines, randapparatuur/werktuigen en uitrustingen Betere installatiebenutting door kortere productietijden, meer flexibiliteit en kortere omsteltijden. Kortere cycli, geringere kosten per eenheid, en hogere productiviteit door snellere machinebewegingen, geoptimaliseerde werktuigen, efficiëntere koeling en nog verder verbeterde gesynchroniseerde handlingapparaten. Gemodificeerde machineconcepten voor goedkopere constructies en gereduceerde energie-uitgaven. Concepten voor efficiënte werktuigtempering voor economischere organisatie van processen, voor toename van de productiekwaliteit en voor afname van het energieverbruik. Geïntegreerde bewaking van de productiekwaliteit, het voorkomen van storing in het proces en documentatie van proces- en kwaliteitsgegevens. Versterkte inzet van energie-efficiënte elektrische aandrijvingen in verwerkingsmachines om het energieverbruik en de energiekosten naar beneden te brengen. Combinatie van verschillende bijzondere spuitgietprocessen zoals fluidinjections of schuimprocessen meer-componententechniek, decoratie- in integratie één cyclus voor de verschillende functies in een kunststof-bouwonderdeel. en van