Amandelen Kinderen Patiënteninformatie 1167190PR/2-2014/Amandelen kinderen 1. Inleiding Het lymfekliersysteem bestrijdt infecties in het lichaam. Amandelen bestaan uit lymfeklierweefsel. Dit weefsel vangt een groot deel van de binnendringende ziekteverwekkers op en maakt ze onschadelijk. Het lymfeklierweefsel bevindt zich in de neuskeelholte, in de keel en achter op de tong. De neuskeelholte is de ruimte achter de neus, boven het zachte verhemelte. 1.1 Neusamandel (adenoïde) Het verdikte lymfeklierweefsel in het dak van de neus-keelholte noemt men neusamandel. Bij jonge kinderen is deze met name aanwezig. Vanaf het 8e jaar neemt de neusamandel in grootte af. Soms blijft zo'n neusamandel echter tot op latere leeftijd bestaan. 1.2 Keelamandelen (tonsillen) De amandelen in de keel zijn zichtbaar als knobbels links en rechts achter in de keel. De huig, het aanhangsel van het zachte gehemelte, hangt midden tussen de keelamandelen. Het lymfeklierweefsel achter op de tong wordt de tongamandel genoemd. De tongamandel gaat aan de zijkanten van de tong over in de keelamandelen. Hij geeft bijna nooit klachten. De amandelen vormen slechts een klein deel van het totale lymfekliersysteem en zijn slechts de eerste 3 tot 4 levensjaren zeer actief. Een eventuele verwijdering van de amandelen heeft weinig gevolgen voor de afweer. 2. Amandelontsteking bij kinderen Wanneer er te veel ziekteverwekkers in het lichaam komen, raken de amandelen zelf ontstoken. Hierbij treedt in het algemeen een forse zwelling op van de betrokken amandelen. De klachten hangen samen met de amandel die ontstoken raakt. 2.1 Ontstoken neusamandel Een ontstoken neusamandel veroorzaakt meestal een voortdurende of steeds terugkomende verkoudheid met een vieze neus. Andere klachten kunnen zijn: slecht slapen, snurken, veel door de mond ademen of herhaalde oorontstekingen. 2.2 Ontstoken keelamandel Ontstoken keelamandelen brengen vaak herhaalde perioden van keelpijn met slikklachten en temperatuurverhoging met zich mee. De keelamandelen kunnen ook voortdurend (min of meer) ontstoken zijn. Klachten als een afgenomen eetlust, hangerigheid, moeheid, en een slechte adem zijn het gevolg. In de hals zijn dan vaak verdikte lymfeklieren te voelen. Zeer grote keelamandelen kunnen zelfs de ademhaling enigszins belemmeren. Het kind is 's nachts onrustig en ademt onregelmatig of snurkt. Zijn de keel- en neusamandelen gelijktijdig ontstoken, dan is er een combinatie van de genoemde klachten. 3. Behandeling amandelontsteking Amandelen verwijderen bij kinderen vindt plaats tijdens een kortdurende, maar volledige narcose. Vroeger werden de keelamandelen slechts gedeeltelijk verwijderd ('geknipt'). Tegenwoordig haalt de arts de amandelen wel volledig weg. Met een speciaal instrument worden de keelamandelen in één beweging als het ware losgewoeld van de onderlaag. Bij volwassenen zitten de keelamandelen veel vaster dan bij kinderen. De operatietechniek die bij hen wordt toegepast, staat bekend als 'amandelen pellen'. Hierbij worden de keelamandelen nauwkeurig losgemaakt van de onderliggende weefsellaag (uitgepeld). Deze techniek wordt soms ook bij kinderen gebruikt. Heeft de ingreep vroeg op de dag plaats gehad, dan mogen de kinderen in het algemeen nog dezelfde dag naar huis. 4. Knippen van amandelen Ontstoken amandelen bij kinderen hoeven niet altijd verwijderd te worden. Dit hangt samen met de ernst van de klachten. Belangrijke overwegingen zijn hoe ziek het kind zich voelt en hoe vaak de klachten optreden. Als de klachten niet goed te behandelen zijn met medicijnen, kan het verstandig zijn om de amandelen weg te laten halen. Natuurlijk bepalen de klachten of alleen de neusamandel of zowel keel- als neusamandelen verwijderd zullen worden. De leeftijd van het kind speelt ook een rol. Hoe jonger het kind hoe minder vaak uw arts zal besluiten om te opereren. In de loop van de dag mag uw kind doorgaans weer naar huis. U krijgt van de afdeling een briefje met leefregels en een telefoonnummer mee. Een absolute leeftijdsgrens is er overigens niet, de ernst van de klachten is en blijft de belangrijkste factor. Een totale verwijdering is niet mogelijk bij de neusamandel. Alleen het middelste, meest verdikte gedeelte wordt weggenomen. De neusamandel kan vanuit de randen weer aangroeien en later opnieuw klachten geven. De keelamandelen kunnen in principe wel helemaal worden weggehaald, maar soms groeit er vanaf de tongamandel nog een restje uit. 7. Weer thuis Pijnbestrijding is heel belangrijk voor een goed herstel, u krijgt hierover advies voor thuis mee. 5. Risico's bij het knippen van amandelen Bij iedere operatie, ook bij het verwijderen van amandelen, is er sprake van wat risico. In deze situatie betekent dit vooral kans op nabloeding. Een normale bloedstolling is daarom heel belangrijk bij deze ingreep. Het kind mag van tevoren géén medicijnen innemen die de stolling nadelig beïnvloeden. Dit zijn met name pijnstillers die acetylsalicylzuur bevatten (aspirine, acetosal, ascal, enzovoort). Kinderen kunnen, vooral als de amandelen erg groot waren, na de operatie een zogenaamde open neusspraak krijgen. Soms is de stem wat hoger geworden. Deze veranderde stem is meestal tijdelijk. Soms is korte tijd logopedische hulp nodig. 6. Na de ingreep Direct na de ingreep heeft het kind pijn in de keel en moeite met slikken. De pijn kan uitstralen naar de oren. Zonodig kan de verpleging extra pijnstillende middelen geven. Vaak koud drinken en ijsjes eten is belangrijk en kan de pijn verlichten. Het schrapen van de keel moet worden voorkomen. Meestal komt er na de operatie wat vers bloed uit de keel. Ook kan donker bloed worden gebraakt: dit is oud bloed dat tijdens de operatie in de maag terecht is gekomen. Na het verwijderen van de neusamandel treedt vaak ook enig bloedverlies uit de neus op. Op de plaats van de verwijderde amandelen ontstaat een grijswitte laag. Dit is wondbeslag, vergelijkbaar met het korstje dat bij een schaafwond op de huid komt. De adem van uw kind kan hierdoor wat weeïg ruiken en uw kind heeft waarschijnlijk een vieze smaak in de mond. Het grijswitte laagje is meestal na een week verdwenen. Er wordt aangeraden de eerste dagen koud en vloeibaar voedsel te nemen, waarbij voldoende vocht het belangrijkste is. Melkprodukten vormen veel slijm en koolzuurhoudende dranken prikkelen en zijn daardoor minder prettig. Geen rode dranken aanbieden, de rode kleur maakt een beoordeling van een eventuele nabloeding moeilijker. 8. Slotwoord Het kan zijn dat u ondanks de uitleg van uw KNO arts nog vragen heeft of dat u meer informatie wilt. Aarzel dan niet om contact op te nemen met de polikliniek KNO. MC Zuiderzee Ziekenhuisweg 100 8233 AA Lelystad (0320) 271 911 www.mczuiderzee.com MC Emmeloord Urkerweg 1 8303 BX Emmeloord (0527) 63 76 37 www.mcemmeloord.com MC Dronten Het Zwarte Water 77 8253 PD Dronten (0320) 271 911 www.mcdronten.com Polikliniek Urk Gezondheidscentrum Het Dok Vlechttuinen 1 8322 BA Urk