Sporttechnisch: kennis De zee kan je wedstrijd maken of kraken. De omstandigheden kunnen enorm verschillen van plaats tot plaats. Het is daarom belangrijk om op voorhand te onderzoeken welke factoren een rol kunnen spelen. Daarnaast moet je natuurlijk ter plaatse aan de slag om de karakteristieken te kennen. Het beste beeld krijg je enkele minuten voor je eigen start maar als je pech hebt dan kan het alsnog ineens anders zijn. De Noordzee Onze Noordzee kan een serieuze spelbreker zijn als je geen geoefende ‘openwater’ lifesaver bent. De Noordzee is vooral onderhevig aan getijdenstroming. Het is dus belangrijk om te weten wanneer het hoogwater en laagwater is. Daarnaast kan ook de windsterkte en haar richting een belangrijke invloed hebben. Tot slot spelen de talloze zandbanken en golfbrekers een verraderlijk rol. Eb en vloed Wanneer de maan en de zon op één lijn met de aarde komen te liggen, wordt de aantrekkingskracht van de maan versterkt door die van de zon. Hierdoor wordt het hoogwater hoger en het laagwater lager. Dat noemen we springtij. Wanneer één week later, de aarde, zon en maan niet in elkaars verlengde staan maar elkaar maximaal tegenwerken, wordt het verschil in hoog- en laagwater minimaal. Dit noemt men het doodtij. Springtij doet zich telkens een paar dagen na volle maan of nieuwe maan voor. Doodtij komt enkele dagen na het eerste en het laatste kwartier voor. Een amfidromie is een punt in de zee waar er geen getij is. Onder invloed van het corioliseffect draait de getijgolf rond dit punt. Er staat wel wat stroming als de waterstand rond het punt niet gelijk is. 10 De waterhoogtelijnen (plaatsen met op hetzelfde moment dezelfde waterhoogte) staan bij amfidromische punten tegenover elkaar. Dus is de waterhoogte in het amfidromische punt het gemiddelde tussen hoog en laag water. Doordat er langs de ene kant hoog en langs de andere kant laag water is, bestaat er toch nog een stroming doorheen het amfidromisch punt, namelijk van de ‘hoge’ kant naar de ‘lage’ kant. In de Noordzee zijn er twee amfidromische punten: een voor de westkust van Nederland en een voor de westkust van Denemarken. Je zal zien dat er op die plaatsen, bijvoorbeeld in Noordwijk waar het afgelopen EK plaats vond, veel minder getijdenverschil is. s van de zee Getijdenstroom Wind Midden op zee draait de stroomrichting door de aardrotatie continu rond. Op het noordelijk halfrond is dit met de klok mee, op het zuidelijk halfrond is dit de andere kant op. Dit is uit te zetten in een stroomroos waarbij de richting en snelheid voor elk uur worden uitgezet met vectoren. Langs de kust, in zeestraten en in riviermondingen, is de stroomrichting door deze beperkingen afwisselend tegengesteld. In de Noordzee komt het water uit de Atlantische Oceaan, vanuit het noorden en het zuiden. Verder komt er water uit de rivieren. Uitwisseling met water uit de Oostzee is er nauwelijks. Vanuit het zuiden stroomt het via het Kanaal de Noordzee in en vanuit het noorden komt Atlantisch oceaanwater de Noordzee binnen langs de Schotse kust. Het water stroomt de zee weer uit langs de Noorse kust. Deze stromingen worden voornamelijk bepaald door het getij. In België komt de stroming dus volledig binnen en buiten via het Kanaal. Als het water opkomt, dus als het hoogwater is gaat de stroming (vloedstroom) van Frankrijk naar Nederland. Als het water aftrekt dan dan stroomt het water (ebstroom) terug richting Frankrijk. De stroming is, dicht aan de kust, parallel met de kustlijn. De sterkste ebstroom treed 3 à 4 uur na hoogwater op, de sterkste vloedstroom 4 à 5 uur na laagwater. De wind kan, aan de oppervlakte, een invloed hebben op de getijdenstroming. De wind kan deze stroming versterken of verminderen. Daarnaast heb je nog landwind en zeewind Bij landwind komt de wind vanop het land en gaat richting zee. Dit kan ervoor zorgen dat alle drijvende objecten richting de zee worden geblazen. Er ontstaat aan de oppervlakte tevens een lichte stroming zeewaarts. Bij zeewind zien we het omgekeerde. Let Op! Als een bovenstroom landinwaarts is wil dat zeggen dat er tegelijkertijd een onderstroom zeewaarts gericht is. Daarnaast is wind ook een oorzaak van het ontstaan van golven. De getijden kunnen ook een invloed hebben op het vormen van de golven. Zo maak je wel eens mee, dat er met laagtij amper golven zijn, terwijl er met hoogtij wel golven zijn. Het getij kan dus golven vormen of afzwakken. Zo werken bepaalde spots het beste bij laagtij en andere spots weer beter bij hoogtij. Het ontstaan van een golf De stroomrichting draait om tijdens de kentering of stil water, waarbij er enige tijd (in de orde van minuten) geen stroming is. De kentering valt niet noodzakelijk samen met hoog- of laagwater. Voor het ontstaan van een golf moeten we dieper de zee in. Het daadwerkelijke breken gebeurt meestal pas bij de kust maar de oorsprong van de golf ligt diep in de zee. Daar blaast de wind over het water en ontstaan er kleine rimpeltjes. Als de spanning van het water hoog genoeg is en er staat niet zoveel wind dan verdwijnen deze rimpeltjes weer. Mocht er toch een stevige wind staan dan zullen deze rimpels gaan groeien, en hoe groter ze worden hoe meer “grip” de wind krijgt. De wind voegt als het ware energie toe aan het water en daardoor ontstaat de golf. 11 Zoals aan het begin de waterspanning tegenwerkt bij het ontstaan van golven is het in deze fase de zwaartekracht die de golf plat probeert te krijgen. De wind is dus een belangrijke factor bij het ontstaan van golven; hoe meer het diep op zee waait, hoe hoger de golven worden. Deze komen dan aanrollen bij de kust en daar breken ze. Dit wordt verder in de tekst toegelicht. Naast de hoeveelheid wind is ook het temperatuursverschil tussen lucht en zeewater van belang bij de grootte van de golf. In het najaar en tijdens de winter periodes is de lucht aanvoer soms vele malen kouder dan het zeewater, door deze temperatuursverschillen willen de golfen sneller aangroeien dan normaal. Tevens zorgen de regenbuien boven de Noordzee met zware windstoten ook voor hogere golven. Het breken van de golf Soorten breaks Beachbreak Dit zijn golven die breken op een zandbodem (zandbanken). Ze zijn vaak minder hol en krachtig dan reef of pointbreaks (natuurlijk zijn er uitzonderingen). Het vervelende aan de zandbanken is dat ze van plaats kunnen veranderen, waardoor het lastiger is om de beste golven te scoren. Beach breaks zijn ideaal om het “golfsurfen” onder de knie te krijgen. 12 Hoe langer de golf onderweg is, hoe beter dat is voor het eindresultaat. Golven die lang onderweg zijn zijn mooier verdeeld (cleane golven) dan kort ontstane golven. Dat is onder meer een probleem in België. Voor onze kust ligt Groot-Brittannië en dat houdt de mooi geordende swell tegen! We moeten het dus vaak doen met windgolven. Deze golven zijn gecreëerd op korte afstand en daardoor ziet de zee er vanaf de kust slordig uit. Terug naar het verhaal van de cleane golven. Op een gegeven moment komen deze golven ergens bij een kustlijn en daar zullen ze breken, dit kan zijn op een rif, zandbanken, rotsen, kunstmatige brekers of gewoon de bodem van de zee/oceaan. Op het moment dat de golf de bodem van de zee begint te raken, zal de golf vertragen. Hoe gecontroleerde dit gebeurt hoe trager de golven uiteindelijk zullen zijn. Dus als de kust geleidelijk de zee inloopt en niet te stijl is, krijg je rustige golven die langzaam binnenlopen. Eilanden zoals Hawaï zijn omringt door een grote diepte en een stijl oplopende kustlijn. Hierdoor zit er nog erg veel snelheid in de golven. Op het moment dat de diepte onder een golf één derde is van de grootte van de golf zal deze gaan breken. Hoe deze golf breekt heeft dan te maken met de ondergrond, de snelheid en de grootte van de golf. Shorebreak We spreken over een shore break wanneer de golf op het strand of op enkele meters voor het strand breekt. De golven kunnen meters hoog zijn en zijn bijzonder gevaarlijk. Ze ontstaan op plaatsen waar een stijl strand is, dus waar het plots ondiep wordt. De vorm De vorm van de golf heeft o.a. te maken met de diepte van het rif, zandbank enz. Hoe dieper het is waar de golf breekt, hoe vlakker de break zal zijn. Bij plotseling opkomende ondiepe bodems krijg je vaak krachtige en snel brekende holle golven. Dit fenomeen heeft vaak te maken met het getij, dit is per spot verschillend. Het is belangrijk om te weten wanneer het eb of vloed is, dit is namelijk van groot belang voor de surfcondities. Alexandrië was er bijvoorbeeld al enkele dagen een sterke noordwesten wind waardoor de golven de kans kregen om te blijven groeien. Middellandse zee De Middellandse zee heeft bijna geen getijden. Het verschil tussen hoog- en laagwater bedraagt gemiddeld 30 centimeter. Deze binnenzee is te klein om een eigen getijde te kennen en wordt dus hoofdzakelijk bepaald door de getijgolf van de Atlantische Oceaan. De hoeveelheid water die per getij kan passeren door de nauwe straat van Gibraltar kan slechts een kleine getijdenbeweging in de Middellandse zee in stand houden. In de Middellandse zee zijn er door de geringe oppervlakte ook praktisch geen golven. Alleen bij extreem weer of bij een heel sterke en gunstige wind kunnen de golven toch aanzienlijk worden. Op het WK 2010 in Een vergelijkbare zee is de Oostzee, waar de wedstrijd van Warnemünde jaarlijks plaats vindt. Deze ingesloten zeeën zijn in geringe mate onderheving aan getijden en aan getijdenstromingen. De stroming is bijgevolg altijd windafhankelijk. In deze zeeën is de gemiddelde golfhoogte minder dan een halve meter. Ze kan bij zwaar weer oplopen tot meters hoge golven. Ook vergelijkbaar is het effect van een baai. Een baai is een afgesloten gebied waar de kans op grote golven veel minder groot is. Pointbreak De golf breekt dan erg bol/rond. Doordat een golf eerst om z’n midden as (point) draait zal het buitenste gedeelte minder hard draaien dan de binnenkant. Hierdoor zal de golf gaan vertragen en krijg je een langere minder “holle” golf. Dit gebeurt het meest bij rotsen, omdat deze hard zijn en niet verplaatsen. Vaak gaan deze over in een zandstrand. Reefbreak De onderkant van de golf stoot tegen het rif en het uiteinde van deze golf zal gaan tegenwerken. Dit deel van de golf zal hierdoor trager gaan rollen terwijl de rest nog steeds op volle snelheid doorgaat, hierdoor krijg je korte maar hoge krachtige golven die mooi hol zijn. Reefbreaks zijn vaak wat dieper in zee te vinden. De Cortes Banks liggen bijvoorbeeld 150 km in zee terwijl de Pipeline op Hawaii gelijk aan het stand ligt. Alhoewel Reefbreaks super mooi breken en echt te gek zijn om te rijden, zijn ze wel gevaarlijk en moet je echt weten wat je doet. Het is er vaak ondiep en het rif is erg scherp. 13 De grote oceanen De beste golven vind je aan de stranden langs de grote oceanen. In Europa kan je hiervoor het best naar Zuid-Frankrijk (Hossegor), Ierland en Portugal. Deze stranden worden ondersteund door een grote watermassa waar de golven meer kans krijgen om te groeien tot grote golven. Naast de getijdenstroming zijn er nog de zogenaamde muistromen (rip currents) die je kunnen tegenwerken of helpen. Als redder moet je inschatten welk effect de stroming op je gaat hebben en je wedstrijd hieraan aanpassen. Enkele tips: •• Het is veel eenvoudiger om om het strand tegen de stroming in te lopen dan in het water tegen de stroming in te pedellen. •• Daarenboven is het niet zo erg om enkele meters te ver te lopen aangezien je deze meters op het water met de stroming snel goed kan maken. •• Een muistroom (of rip current) kan je gebruiken om gemakkelijk en snel door de branding te geraken. Correcte manier om door een golf te gaan Foute manier om door een golf te gaan 14 •• Het juiste moment afwachten tijdens een start •• •• •• of bij een finish kan van cruciaal belang zijn om uiteindelijk tijdswinst te boeken. Een verkeerde beslissing kan ervoor zorgen dat je de controle over je board verliest en meters achteruit wordt geslagen of in het ergste geval moet finishen zonder board. Je moet voor de start en tijdens de race een aantal golven verder kijken dan die golf die vlak voor je breekt. Je kan zo een parcours uitstippelen waar de golven het laagste zijn. Dit om te vermijden dat je achteruit wordt geslagen. Ook de kracht en de grootte van de white wash (wit schuim nadat de golf gebroken is) moet je kunnen inschatten. De juiste skills zijn zowel belangrijk als je door de branding gaat als wanneer je met de golven terugkomt. Hiervoor is het belangrijk dat je je eigen capaciteiten goed kan inschatten en dat je de omstandigheden goed kan ‘lezen’. Daarvoor heb je natuurlijk de nodige ervaring nodig.