Uitgewerkte examenvragen

advertisement
Uitgewerkte examenvragen
 Bespreek de visie van E. Kübler-Ross over het stervensgebeuren
 5fazen in stervensproces:

Ontkenning
 adempauze

Ergernis en woede
 Uit ontgoocheling kwaad op meest dierbaarste

Marchanderen
 Compromissen zoeken

Depressief reageren
 1e maal lijden toelaten

Aanvaarden
 Bereid los te laten
 Geen te strakke schematisering
 Nt bij iedereen, niet steeds continue, mogelijk na aanvankelijke verwerking terug
herbeginnen

Leg uit hoe M. Desmet elementen van scheiding onderkent tussen 'lijden' en
'menswaardigheid' in onze cultuur
 Economisering en leven in hol-land

Na gezondheid is geld 2e waarde

Zorg voor integrale mens bedreigt door productie – rendabiliteit – snelheid

Alles moet SNEL gaan  gn tijd om waarde te ontdekken
 Visualisering en ont-luistering

Samenleving gericht op beeldvorming

Stukje pt w bekeken ipv te luisteren nr gehele pt: ONTLUISTERING
 Veel netwerken, weinig gemeenschap

Lijden als last

Gemeenschap draagt lijden  nu vereenzaming

Welke schuldmechanismen kunnen er meespelen in het lijdensproces en welke
stellingname kan je hiertegenover aannemen?
 De ander beschuldigen en zichzelf rechtvaardigen

Vb HA te lang gewacht

Vb bedrijf

Vb kwade geest die ons ziek maakt (Rwanda: 2namen)
 Zichzelf beschuldigen

Lijden als ‘straf voor schuld’

Zowel door slachtoffer als omgeving (“had ik moeder maar…”)
 Schuldmechanismen creeëren gn schuld, net als God als rechtvaardige rechter geen
recht doet aan de waarde van lijden en het lijden zeker niet verzacht.
 = zoeken naar reden voor lijden
 Concrete begeleiding: ervaring ernstig nemen – respectvol schuldvragen laten
bovenkomen en later pas deculpabiliseren

Bespreek de belangrijkste types van ongeloof in onze hedendaagse westerse cultuur
 Leven alsof er geen God bestaat

= praktisch atheïsme

In praktijk niet bezig met God

Godsverduistering



Deïsme

God of méér: vaag en onbepaald
 1e stoot
 Gerechtigheidseis: goede belonen en kwade bestroffen
 Morele ethische code’s

Geen tsskomst in persoonlijke leven van alledag

° in Verlichting

Wie God is, is onbelangrijk: abstract en levensloos = reductie Christendom

Zeer populair
Atheïsme

Expliciet loochenen bestaan God

Uit reactie of met ernstige motieven:
 Wetenschap en techniek
 Autonomie en zelfbepaling (Nietze, Freud, Marx, Kant, Fuerbach)
 Lijden
Agnosticisme

Geen bewijzen en onvoldoende argumenten bestaan God

‘I wonder’

Zoekende agnost vs negatieve agnost

Veel tijdsgenoten: God is open vraag – moeilijk om te levensbeschouwelijke
keuze te komen

Bespreek het theodicee-model van God als rechtvaardige Rechter. In welke zin rekent
het boek Job af met dit model? Welke theologische bedenkingen kunnen er tegenover
dit antwoord geformuleerd worden?
 Theodicee : God rechtvaardigen ten overstaan van lijden en kwaad in de wereld
 Job: model van rechtvaardige rechter

Je lijdt als mens omdat je iets verkeerd gedaan hebt

God veroordeeld de vrienden van Job om deze zienswijze: “nt goed over mij
gesproken”

God als Ondoorgrondelijke – Grote Onbegrapelijke
 Kritische bedenkingen:

Reden voor lijden verkleint lijden niet!

Aantasting Gods goedheid: god verbonden met oorsprong lijden

Onvoldoende recht aan onschuldig menselijk lijden

Ook in NT wordt lijden als straf voor zonde verworpen

Volgens de evangeliën heeft Jezus genezingen verricht. Welke visie hierop werd in de
cursus ontwikkeld?
 NT: god = Abba-Vader: God van vergevende goedheid
 Expliciet afwijzen van lijden als straf voor zonden
 Johannesverhaal blindgeborene:
 Jezus laat zien dat zieke mens de moeite waard is
 Geen sensatie met teken van Gods heilbrengende nabijheid
 Jezus wil héle mens genezen: fysiek – sociaal – religieus

Weg uit isolement  terug opgenomen in gemeenschap

Zondevergeving = genezing vd kwaal die zelfzucht of zonde heet
 Nooit voor de show of uit eigenbelang
 Beroep op aanwezige krachten in patiënt zelf
 Identificatie met zwakke, gekwetste mens

Jezus zorgt voor BIJSTANT in leiden

Bespreek de visie op reïncarnatie in het hindoeïsme en het boeddhisme. Welke grote
verschilpunten zijn er met actuele westerse reïncarnatie-opvattingen?
 Rad visie versus wenteltrap
 In de Moderne Westerse visie wordt reïncarnatie als niet als doem beschouwt, maar
als positieve mogelijkheid en kans om zichzelf te ontplooien en te realiseren.
VOORUITGANGSDIMENSIE
 Doorheen opeenvolgende incarnaties ontwikkelt de mens een dynamiek van
zelfvoleindiging.
 Bij het Boeddhisme en Hindoeïsme wil men uit het helse rad van reïncarnaties
ontsnappen door inzicht.

Welke motieven kunnen christenen aanhalen voor het verrijzenisgeloof?
 Geloof in een scheppende, liefhebbende god

Geloof hier en nu in de scheppingsmacht en de genadevolle liefde van God
 OT: geloof in Jawhe’s almacht
 Overtuiging God trouw en genadevol
 Gerechtigheidseis
  vrome niet in de dood laat verzinken
 Gave wordt niet teruggenomen – gn vernietiging v wat hij zelf schaapte
 Jezus opwekking uit de dood

Brief aan Korinthiërs

Opstanding = metafoor: nieuwe bestaanswijze

Paasvisioenen: Jezus heeft zich in een nieuwe gedaante aan hen laten zien

Jezus als eersteling

Geef de belangrijkste verschilpunten aan tussen reïncarnatiegeloof en christelijk
verrijzenisgeloof
 Christelijk geloof: leven ve mens op aarde is eenmalig, uniek en onherhaalbaar

Reïncarnatie: hiernogmaals – (wenteltrap/rad)
 Christelijk geloof: geestelijk-lichamelijk, unieke eenheid  lichaam w
getransfigureerd

Reïncarnatie: zielsverhuizing: vereniging met opeenvolgende, verschillende
lichamen
 Christelijk geloof: nadruk op gave-karakter leven na de dood - vergeving

Reïncarnatie: zelfverlossing mens

Vergelijk de visie van A. Camus met die van Gabriel Marcel in verband met de hoop.
 Camus heeft geen hoop

Hij protesteert tegen lijden, tegen absurditeit

Arts Rieux in La Peste: er is geen zin, er is geen hoop
 Gabriel Marcel positioneert hoop in de interpersoonlijke sfeer

Mensen hopen omwille van betekenisvolle andere = personen die je gaande
houden

Hoopvol verder stappen omdat iemand op hun wacht

Uit liefde geloof dat dood niet het laatste is

New Age
 = Nieuwe tijdsdenken

Ontstaan in jaren 70’ in intellectuele Westen

Verlangen van post-moderne mens naar ‘iets meer’
 Religieuze mentaliteit – spirituele geestesstroming: spreekt niet over God maar over
Kracht/Goddelijze
 Stroming met verschillende vertakkingen en eigen invullingen
 Kenmerkend is het ‘holisme’ = zoeken naar eenheid alles hangt samen in 1 groot
energieveld
 Geloof in reïncarnatie: individuele gestalte verloren bij de dood, maar hogere zelf,
geestelijke kern neemt nieuwe vorm aan

barmhartigheid kan je zien als ‘ethisch moederschap’
 barmhartigheid is iemand dragen en verdragen tot hij geboren kan worden
 rachamim ~rechem
 een bewogenheid de ander bij te staan, te ‘dragen’
 subject van naastenliefde

er zijn antropologisch gezien twee aangrijpingspunten die het verlangen naar
onsterfelijkheid voeden
 liefde

Gabriël Marcel: ‘aimer un être n’est-ce pas lui dire: ‘Toi tu ne mourras point?’’

Verlangen geeft intentionaliteit ve menselijke handelwijze
 Gerechtigheidseis

Vanuit het morele leven

Hoop dat inzet niet tevergeefs zal zijn

Geen slachtoffer onder onrecht zal blijven

= rationele vooronderstelling (cfr Deïsme)

moksha
 term Hindoeïsme
 hoogste staat van verlichting op aarde  voorbode op eeuwig leven na de dood
 bevrijding uit Samsara, bevrijding van lijden en dood
 te bereiken door inzicht: door het vinden van atman / brahman

A. Camus
 Schrijver van La peste en Le mythe de Sisyphe
 Protest-atheïst
 Nobelprijswinnaar litteratuur
 Le mythe de SiSyphe: ‘Il n’y a qu’un problème philosophique: le suicide’

Permanente revolte tegen zinloosheid – strijd tg lijden z beroep op god
 La Pest:

Stad Oran geïsoleerd door uitbreken Pest

Père Paneloux: religieus goedpraten  kind zien sterven  protest en inzet

Dr Rieux  vecht tss absurditeit tg leed: ‘er is geen God, dus kan ik geen
heilige zijn, laat ik dan tenminste arts zijn’

Bespreek de eigenheid van het christelijk godsgeloof. Wat is het verschil met 'religie',
zoals in 'New Age' bijvoorbeeld?
 Geloof in een persoonlijke god

Het goddelijke: vaag en onpersoonlijk (werkelijk onwonende energie)
 Luisterhouding – gave getuigenisgeloof




Antwoord op zoektocht naar eenheid
Verbondenheid met God

Alles in kosmos is verbonden
Geloof in leven bij God na de dood

Geloof in reïncarnatie
 geloof als in relatie treden met persoonlijke God: engagement en vertrouwen

 Religie: opgenomen in groter geheel dat jou overstijgt; diepe ervaring van
verbondenheid

Wat is volgens R. Burggraeve het verschil tussen verantwoordelijkheid in de eerste
persoon en verantwoordelijkheid in de tweede persoon?
 Het vertrekpunt: ik – alteriteit (jij)
 1e persoon: zelfontplooiing

Denken aan jezelf

Ik-zelf als vertrekpunt en als doel

Met alle middelen ter beschikking
e
 2 persoon:

Vanuit noodlijdende ander en voor de ander

Volstrekte heteronomie

Mijn vrijheid ongevraagd vooraf: dr verschijning verantwoordelijk gesteld

Wat verstaan we onder een 'spiritualiteit van de arts' en hoe zijn aandacht en
aanwezigheid daarbij belangrijke sleutelbegrippen?
 Artsenspiritualiteit:

Manier van leven en geneeskunde bedrijven die geworteld is in een
levensvisie waarin aandacht is voor de spirituele dimensie vd mens

Hele leven: werk (met-je-hart-erbij) en rest leven

Je kijk verbreden en meer willen zien

Christ: “al wat je voor de minste van mijn broeders hebt gedaan, heb je voor
mij gedaan”  meewerken aan de schepping/aan Gods glorie
 Aandacht en aanwezigheid:

Voor diepere zin-vragen van patiënten

Patiënt als persoon benaderen

Luister houding

Inleving of empathie

Discreet : nt opdringerig toch betrokken

 ander als een gelijke te beminnen dankzij een nauwkeurig begrip van
zijn/haar realiteit

Bespreek: volgens godsdienstwetenschappelijke benaderingen spelen de dood en het
hiernamaals een belangrijke rol in de religies
 C Cornille “Het gegeven van de dood of de menselijke eigenheid speelt een rol in alle
uitingen van de cultuur, maar het is de religie die zich bij uitstek heeft bekommerd om
de dood.”
 2rode draden:
  Epicurus

Religie = ziekte uit angst voor hiernamaals

David Hume: it angst voor dood en ongeluk
  Euhemerus

Oorsprong religie in verering belangrijke figuren


Herbert Spencer: verering voorouders  belangrijke voorouder
Bedenking:

Kan inderdaad meespelen in ontstaan religie

Maar te reductionistisch:
 Geen rekening met transcendente realiteit: je wordt aangegreven (nt
volledig uit mens) – God is geen uitvinding
 Ook oorsprong in positieve factoren

Ervaring van waarheid

Ervaring van schoonheid

Ervaring van goedheid

Bespreek de stelling van J.B. Brantschen: "Onze samenleving lijdt aan de ziekte niet te
kunnen lijden"
 Lijden w bestreden
 Geen tijd voor

 Hol-land & economisering (tijd ervoor nemen is economisch niet
verantwoord)
 Geen gemeenschap voor

 lijden w gezacht in gemeensschap (gedeelde smart is halve smart)

 geen waardigheid in lijden z gemeenschap
 Sinds Verlichting

hoge waarde van zelfontplooiing: lijden houdt dit op

utopie van Modernisme: perfecte wereld
 veroudering
 handicap
 … passen niet in deze colgate-cleane wereld

Bespreek: pijnstillers kunnen lang niet alle pijn van mensen oplossen
 Een mens heeft geen pijn, een mens LIJDT pijn
 Pijnstillers kunnen enkel het fysieke aspect van pijn aanpakken
 Maar lijden houdt altijd meer in:

Moreel – sociaal – spiritueel lijden

 hiervoor lijdensversterkers nodig: lijden helpen uitdrukken

 dus nood aan bredere meer helende en menswaardigere benadering

Pijn lijden is een verlieservaring:  rouw
 Verlies rol in gezin
 Verlies geloof in eigen onsterfelijkheid en onvervangbaarheid
 Verlies mogelijkheden
 …

Bespreek de stelling: "Lijden op zich is zinloos, maar kan eventueel wel een zin
ontvangen"
 Lijden is beknottend voor de mens
 Maar sommigen kunnen in dit lijden zin ontdekken
 Maar niet bagatelliseren:

The Eigth day en the bridge of San Luis Rey Thornton Wilder

God als pedagoog: verworpen
 “nu mij dit overkomen is wat ga ik eraan doen?” : creatief in lijden
 Geen algemeen antwoord: sommigen raken verbitterd
 Vb: vriendschap in concentratiekamp

Bespreek: 'Protest en aanvaarding zijn twee belangrijke houdingen tegenover het lijden
van mensen'
 Lijden op zich is NIET zinvol, eerder levensbeknottend
 Zinloze lijden op een menswaardige, zinvolle manier gedragen worden
 Lijden roept terecht eerst verzet op: behoort tot waardigheid van de mens
 Lijden is niet bedoeling of eindbestemming
Hoop op iets beters
“dit kan niet”  “dit kan anders”
 Al het mogelijke doen  het leven zo lang mogelijk verlengen
 Er blijft lijden: realiteit aanvaarden
 verzet en overgave, protest en aanvaarding nodig
 Aanvaarding  berusting of resignatie: in aanvaarding nog levenslust, verzet tegen de
dood
 Protest aantekenen maakt aanvaarding menselijk
 Lijden is een te bestrijden werkelijkheid
 Protest en aanvaarding houden elkaar gezond
 Verzetten tegen onontkoombaar lijden en tegelijk aanvaarden
 Erkenning dat menselijke macht beperkt, kwaad niet kunnen overwinnen  negatief
Voorwaarde om zich in te zetten tg noodlot en vreugde te vinden in beperkte creatieve
bezigheid
Anders vruchteloze opstandigheid of afzijdige ontmoediging (letterlijk van Nupur)
 cfr E Ross
 In verwerkingsproces:
 Woede bij besef
 Depressie bij binnenlaten werkelijkheid
  het is gezond dit af te wisselen met ontkenning of marchanderen

Bespreek de stelling: 'na Auschwitz kunnen we niet meer in God geloven'.
 Glucksmann: derde dood van God

Na de dood van Jezus aan het kruis en de verdachtmakingen van God, is de
Jodenvervolging en de genocide van de 20ste eeuw verantwoordelijk voor
verminderd Godsgeloof
 Het lijden wordt gezien als de bron van het atheïsme.
 Absurd lijden is moeilijk te combineren met een almachtige, liefhebbende God

God heeft het eerste en het laatste woord

Door zijn schepping vrij te maken en ons de keuze tot liefde te geven, is het
kwade mogelijk
 Toch hoeft lijden, pijn en onzinnig geweld niet het einde te betekenen van God

God hangt mee aan de galg  hij lijdt met ons mee

Hij was in Golgota  donkerste plek
 Steun die mensen ervaren uit de afbeelding van Jezus in
concentratiekampen

God helpt ons het lijden doorstaan

Bespreek: 'het christelijk godsgeloof verkeert vandaag in onze cultuur in een crisis'.
 Crisis in geloof in God als albevoogdend opperwezen
 Culturele redenen:  monotheïsme vreemd

Gericht op het zelf

Haaks op autonomie

Economisering  nutsdenken

Ontluistering  geloof via getuigenissen
 Pluraliteit  verdrinken in keuze  nt komen tot kiezen
 Lijden en dood: de twee elementen die ons het meest tot het levensbeschouwing
dwingen, worden in onze maatschappij verdrongen, geëlimineerd

Bespreek: er is geen hoop mogelijk, tenzij vanuit een levensvisie waarin het
interpersoonlijke vertrouwen centraal staat
 Hoop is de wensende verwachting dat iets goed, dat nog onzeker is en in de
toekomst ligt, werkelijkheid zal worden
 Terre des Homme A de Saint-Exupéry : blijven stappen omdat iemand (die belangrijk
genoeg is) op me wacht
 Als de toekomst toevallig is (zoals voor de atheist), is hoop onmogelijk
 Marcel: hoop gegrond op vertrouwensrelatie
 Optie vanuit bepaalde levensbeschouwing waarin vertrouwen centraal staat
 Hopen omdat een betekenisvolle andere je gaande houdt
 Christelijk geloof

Christen is mens van hoop  hoop door geloof in God, in volkoming Gods
rijk

God ervaren in relaties met mensen: in liefdesgemeenschap

Zijn godsgeloof en menselijke vrijheid/autonomie met mekaar verzoenbaar?
 Ja, indien het geloof authentiek is
 Verabsolutering van geloof (vb letterlijke lezing bijbel) werkt beknottend
 Maar authentiek godsgeloof werkt humaniserend en mens-ontplooiiend
  zie Samaritaan: verantwoordelijkheid 2e persoon sacraliseert de ontwikkeling van
onszelf
  geloof geeft vertrouwen en neemt angsten weg (menswaardig lijden): de
bevrijding van de angsten zorgt voor een opheffing van druk

Bespreek de stelling van Kuitert: "De mens is ongeneeslijk religieus"
 Het Christelijk geloof hoort niet meer standaard bij de Westerse mens
 Hierdoor is er een leegte ontstaan, maar toch lijkt de mens een natuurlijke neiging
tot religie te hebben

Religie: religare: verbinden
 Postmoderne mens zoekt naar eenheid binnen zijn versplinterd leven (werk
– gezin – hobby - …)

Het modernisme heeft zijn beloften niet ingewisseld: zinken Titanic

Bewijs:
 Religieuze nieuwbouw

Hoge interesse New age, reïncarnatie, …
 Het Godsgeloof, het geloof in het Transcendente, wel nog een stap te ver

Leven zonder god is niet gemakkelijk: Nietze  geen vrolijke filosofen meer
 Geen veilige thuishaven, geen oppasser, geen reden, geen liefde in wat er
met je gebeurt, geen hoop

Bespreek de stelling: 'De vele mogelijke levensbeschouwingen in onze cultuur dwingen
mensen tot agnosticisme'
 Ik denk dat de stelling tot nauw is: ‘De pluraliteit aan levensbeschouwingen, de
economisering, de snelheid van leven, het gebrek aan gemeenschap en het mijden van
lijden lijden ertoe dat de moderne mens blijft steken in agnosticisme’
 Er is idd een enorme veelheid aan keuze van levensbeschouwelijke visies (vroeger
vond indereen plekje in Christelijk huis: levensvisie via gemeenschap) met nog vele
variaties op elk menu
 Door het mijden van momenten van lijden en dood w we niet geconfronteerd met
ons tekort aan antwoorden op zin-vragen
 De snelheid van leven en het nutsdenken maken dat er geen tijd gemaakt wordt
voor deze keuze (praktisch atheïsme)
 Door al deze aspecten blijven velen steken in het stadium van ‘I wonder’ zonder
concreet antwoord, zonder invulling, zonder opvangnet voor als de zinsvragen wel
komen


















Bespreek: in het christelijke godsgeloof vormt de traditie/overlevering een wezenlijk
element
God die mensen met interesse en liefde tegemoet komt, opzoekt en roept tot
verbondenheid (A. Heschel)
Geloven in God; is antwoord; God openbaart zich, spreekt toe, roept op
Bijbel is richtingevend, woord van God
God heeft zich gemeld als bevrijdende op mensen bedachte God (betrouwbare rots, herder
en hoeder van mensen, omziet naar de onaanzienlijke, ”Ik zal er zijn voor u”, tegenwind tg
mensen die anderen kwaad aandoen of rechteloze vertrappen, Ondoorgrondelijke, NieuwBeginner waar alles uitzichtloos en verloren lijkt, Bron, Schepper, …)
Barmhartige (rachamim – rechem: baarmoeder)): de broze andere zolang willen dragen en
verdragen tot hij geboren kan worden
Jezus = het Woord van God, het Woord is vlees geworden, woord van oproep tot radicale
onderlinge liefde
Luisterhouding: aanhoren wat God zegt  beluisteren, aanvaarden en op ingaan 
concreet levensengagement  zichzelf in vrijheid en verantwoordelijkheid ontplooien ~
getuigenisgeloof: geloof uit het gehoor
Gave van God waar je al niet kan of wil op ingaan
Relatie met persoonlijke God die je als be-trouw-baar erkent
Opgenomen in een groter geheel dat jou overstijgt, omvat en zin kan geven aan je bestaan
Religie in de ruime zin: diepe ervaring van verbondenheid waarbij je meer dieper en verder
leest dan ogenschijnlijk te lezen valt
bijbels-christelijk geloven specifieker + engagement; vertrouwen; credo (credere ~ cor dare)
Niet geloofswaarheden aannemen, maar in relatie treden, geloven liefhebben, omgaan
Niet onnadenkend, niet onredelijk, niet bewijzen, maar wel als redelijke aanwijzen
Optie waarvan waarde pas ontdekt kan worden dr degene die zich als binnenstaander
engageert
  van Nupur overgenomen
Bespreek: 'het geloof in een hiernamaals is bij mensen taaier dan men zou denken'
 Enkel de atheïst verwerpt het hiernamaals
 Anthropologische argumenten:

Gerechtigheidseis

Liefde
 Uitingen:


Bij mindering Christelijk geloof, enorme
reïncarnatiedenken
 Lessing
 Blavantsky
 Steiner
 New agisme
  hiernogmaals eerder dan hiernamaals
???
populariteit
van
het
Download