Sint-Janscollege Naam: 9040 Sint-Amandsberg Nummer: Schooljaar 2006-2007 Klas: /30 Test natuurwetenschappen: eiwitsynthese, celdeling, biotechnologie, erfelijkheid Vraag 1 /6 a) Schrijf de naam voor de twee processen op de tekening. Proces 1 = transcriptie Proces 2 = translatie b) Wat is de naam van de molecule die gevormd wordt na proces 2? eiwit c) Leg proces 2 volledig uit. ribosomen schuiven langs de mRNA draad elk codon op het m-RNA wordt herkend door een ander tRNA elk tRNA draagt een bepaald aminozuur mee. zo worden alle codons één voor één vertaald in het juist aminozuur. alle aminozuren worden aan elkaar vastgehecht (zoals kralen in een ketting) - zo wordt het eiwit opgebouwd. Vraag 2 Lees aandachtig volgend knipsel uit De Standaard en beantwoord de vraag: Gunstig advies voor genetisch onderzoek Lincoln WASHINGTON - Een adviesgroep van experts gaf zijn steun aan een project om genetisch materiaal van Abraham Lincoln te klonen. Amerikaanse wetenschappers willen genen uit het haar, het bloed en de schedel van de in 1865 vermoorde president gebruiken om te onderzoeken of hij aan een bepaalde erfelijke ziekte leed. Waarom kan voor de bedoeling van dit onderzoek bloed, haar en/of stukjes schedelbot worden gebruikt? uit bloed, haar of bot kan DNA geïsoleerd worden; dit DNA is het genetisch materiaal dat de code voor erfelijke kenmerken van Lincoln bevat; ook de code voor bepaalde erfelijke ziektes zit in het DNA /2 Vraag 3 Lees aandachtig volgend knipsel uit De Standaard en beantwoord de vraag: /7 Hier zie je enkele stappen van een celdeling. a) Welk soort celdeling wordt hier voorgesteld? (1 woord) meiose b) Hoeveel chromosomen heeft de moedercel? 4 (twee paar) c) Hoeveel dochtercellen zullen gevormd worden? 4 d) Zijn deze dochtercellen diploïd of haploïd? haploïd e) Waar / wanneer komt deze celdeling voor in het menselijke lichaam? bij de vorming van geslachtscellen (zaadcellen / eicellen) f) Komt deze celdeling ook voor bij bacteriën? Leg uit. neen: bacteriën planten zich ongeslachtelijk voort, dus door mitose Vraag 4 Juist of fout? Leg je antwoord uit (en verbeter de stelling indien nodig): /4 a) Mucoviscidose is een ziekte die het gevolg is van een genoommutatie. fout: het gevolg van een genmutatie (er ontbreken 3 ‘letters’) b) Twee personen die een ééneiige tweeling vormen hebben altijd hetzelfde genotype en hetzelfde fenotype. fout: het fenotype kan verschillen onder invloed van een ander milieu (bv. bij ééneiige tweelingen die in verschillende milieus opgegroeid zijn) Vraag 5 Leg volgende begrippen uit in de voorziene ruimte: /4 a) PCR (waarvoor dient het?) om stukjes DNA zeer snel te vermenigvuldigen b) GGO (geef ook een voorbeeld) Genetisch Gewijzigd Organisme = planten waarin genen ingebouwd worden om de kwaliteit van de planten te verbeteren; bijvoorbeeld sinaasappelen zonder pitten, aardappelen met meer zetmeel, maïsplanten met een eiwit dat insecten doodt, Vraag 6 oefening over erfelijkheid: vul aan /7 opmerking: de opgave is aangepast! Een man met lange wimpers die niet bijziend is en een vrouw met lange wimpers die niet bijziend is, krijgen kinderen. Onderzoek het genotype en fenotype van de nakomelingen. Lange wimpers is het dominante kenmerk: notatie L. Niet bijziend zijn is het dominante kenmerk: notatie Z. Beide ouders zijn heterozygoot. Ouders P1 Fenotype: vader: lange wimpers niet bijziend Genotype: vader ♂ Ll Zz X moeder: lange wimpers niet bijziend X moeder ♀ Ll Zz opmerking: elk gen komt in twee allelen (vormen) voor, dus niet één keer L en één keer Z schrijven, maar telkens de twee vormen schrijven, hier staat in de opgave dat de ouders heterozygoot zijn, dus moet je twee verschillende vormen van elk gen schrijven: Ll en Zz (en NIET LL en ZZ) Gameten: LZ en Lz en lZ en lz X LZ en Lz en lZ en lz Nakomelingen F1 - schema van Punnett ♀ ♂ LZ Lz lZ lz LZ LLZZ LLZz LlZZ LlZz Lz LLZz LLzz LlZz Llzz lZ LlZZ LlZz llZZ llZz lz LlZz Llzz llZz llzz Genotype: 4/16 LL, 8/16 Ll, 4/16 ll en 4/16 ZZ, 8/16 Zz, 4/16 zz Fenotype: 75% lange wimpers en 25% korte wimpers, 75¨niet bijziend en 25% bijziend Wat kan je besluiten? bij een kruising waarvan het ouderpaar in meer dan één kenmerk verschilt, erft elk kenmerk onafhankelijk van elkaar over (de onafhankelijkheidswet van Mendel)