Hoeveel MET`s bedraagt de gehele meetstraat van

advertisement
Voorpagina
Inhoudsopgave
Achtergrond
In 2006 was 25% van de patiënten die in het ziekenhuis werden opgenomen 70 jaar of
ouder. Dit zijn 400.000 patiënten per jaar in Nederland (CBO, 2006). Het aantal ouderen zal
verder stijgen als gevolg van de dubbele vergrijzing waarover wordt gesproken. Een deel
hiervan betreft kwetsbare ouderen. Kwetsbare ouderen zijn vaker ouder, hebben meer dan
één (chronische) aandoening (Boyd 2008), meer lichamelijke beperkingen en een slechtere
gepercipieerde gezondheid (Avila-Funes 2008). Een opname brengt voor kwetsbare ouderen
een hoger risico mee op complicaties zoals infectie, delirium, decubitus of ondervoeding wat
functionele en/of cognitieve achteruitgang ten gevolge heeft. Tijdens opname kunnen
bedrust en immobiliteit er voor zorgen dat er een versnelde afname van spiermassa (dit kan
oplopen tot 5% per week) optreedt, ook zal het uithoudingsvermogen achteruit gaan, de
hartfrequentie zal stijgen, zowel in rust als na inspanning, en er treedt een afname van het
hartminuutvolume op. Aanhoudend functieverlies bij ouderen na ziekenhuisopname kan
tussen de 20 tot 50% liggen (Inouye, 2000) (Covinsky, 2003). Bij ruim 30% van 640 acuut
opgenomen ouderen was er na ziekenhuisontslag sprake van functieverlies (Rooij, 2007)
(Boyd,2008). Drie maanden na ontslag heeft 30% van de ouderen het vermogen verloren om
zelfverzorgingsactiviteiten uit te voeren (Sagar, 1996). Door het functieverlies zullen
patiënten minder goed in staat zijn om zelfstandige activiteiten te verrichten, waardoor de
zelfredzaamheid in het zelfstandig wonen wordt bedreigd.
Als gevolg van de veroudering van de mens nemen bepaalde functies van het lichaam af. Zo
treedt er een vermindering op van de spiermassa, de maximale kracht, de maximale
hartfrequentie en de perifere doorbloeding (Wilmore et al, 2009). Er treedt een afname op
van type 2 vezels, waardoor er een hoger percentage type 1 vezels zal ontstaan (Kenny).
et aantal en de omvang van spiervezels type-1 en type-2 nemen af. De atrofie betreft vooral
de type-2 vezels (Sipers, 2013). Als gevolg van de afnames van deze lichaamsfuncties
neemt ook de VO2max-waarde af. De VO2max-waarde neemt af met 10% per decennium
vanaf het 25ste levensjaar (Willmore, 2009). VO2max-waarde is gedefinieerd als de hoogst
haalbare zuurstofopname tijdens maximale of uitputtende arbeid. VO2max-waarde is in de
formule van Fick afhankelijk van het maximale hartminuutvolume en het maximale
arterioveneuze zuurstofverschil. (VO2max= Slagvolume (SV) x Hartfrequentie (HF) x
Arterioveneus zuurstofverschil ((a-v)O2-verschil). Ouderen kunnen als gevolg van de afname
van de VO2max-waarde minder energie leveren. Het uitvoeren van lichamelijke activiteiten
zal dus meer energie kosten.
Metabolic Equivalent of Task (MET’s) is een indeling die aangeeft hoeveel inspanning een
bepaalde activiteit kost ten opzichte van het energieverbruik in rust. MET’s wordt uitgedrukt
in milliliter zuurstofverbruik per kilo lichaamsgewicht per minuut (Wendel-Vos, 2013). Om het
aantal MET’s te kunnen berekenen wordt de volgende formule gebruikt: 1 MET = 3,5 ml
zuurstof x lichaamsgewicht-1 x aantal minuten-1 (Ainsworth 1993). Een beperking van deze
formule is dat het getal 3,5, wat staat voor het rustmetabolisme, is vastgesteld bij een
volwassen man van 70kg. Er wordt in de formule geen rekening gehouden met belangrijke
factoren zoals geslacht, lengte en lichaamssamenstelling. Deze formule zou dus niet
gebruikt kunnen worden bij (kwetsbare) ouderen. Met behulp van het compendium kan het
aantal energie worden geschat die een dagelijkse activiteit kost (Ainsworth, 1993) (Aisworth,
2000).
Momenteel vindt er een studie plaats die zich richt op het vastleggen van het fysiek
functioneren van de (kwetsbare) oudere patiënt (>70 jaar) bij en tijdens opname, bij ontslag
en in de eerste 3 maanden na ontslag. Het fysieke functioneren van de patiënt wordt in kaart
gebracht met behulp van de volgende meetinstrumenten: Handknijpkracht, de Morton
Mobility Index (DEMMI), Chair sit and reach test, Short Physical Performance Battery
(SPPB), 2 minuten wandeltest en de Functional Ambulation Categories (FAC). Het uitvoeren
van de fysieke meetstraat zal ongeveer 40 minuten duren, mits de patiënt alle testen kan
uitvoeren. Deze meetstraat zal veel energie van de patiëntenpopulatie vragen, echter is in de
literatuur zover wij kunnen overzien niks bekend over hoeveel energie dit precies zal kosten
voor (kwetsbare) ouderen.
Middels de eerder genoemde formule kan het aantal MET’s voor de meetstraat zeer
onnauwkeurig worden berekend. Daarnaast is het gebruik van het bovengenoemd
compendium niet mogelijk, aangezien de dagelijkse activiteiten die daarin vermeld staan niet
overeenkomen met de testen uit de fysieke meetstraat. Om deze redenen wordt er een
cross-sectioneel onderzoek uitgevoerd met een indirecte calorimetri meter K5 / K4b2. Het
doel van het onderzoek is het berekenen van het aantal MET’s wat de gehele meetstraat
bedraagt. Omdat het nog nooit onderzocht is willen wij het eerst onderzoeken bij
volwassenen. Indien de mogelijkheid zich toelaat, kan uit onderzoek ook nog worden
uitgevoerd bij oudere patiënten (>70 jaar).
Hoofdvraag
Hoeveel MET’s bedraagt de gehele meetstraat van de fysieke testen gemeten bij
jongvolwassenen?
Kan weg! In introductie.
Methode
Het onderzoek dat wordt uitgevoerd is een cross-sectioneel onderzoek. Het onderzoek zal
worden uitgevoerd bij een groep van 10/15 studenten en medewerkers van de Hogeschool
van Amsterdam. Deze mensen zijn tussen de … en … jaar.
De inclusiecriteria voor het onderzoek zijn:
 Nederlands kunnen spreken en begrijpen
 Een goed gekeurd informed consent
 Leeftijd boven de 18
 ADL zelfstandig en mobiel.
De exclusiecriteria voor het onderzoek zijn:
 Een niet goed gekeurd informed consent
 Leeftijd onder de 18
 Rokers
Het onderzoek zal worden uitgevoerd met een mobiele CPET (verder uitleggen). Twee
therapeuten zullen de metingen van het onderzoek uitvoeren. Om ervoor te zorgen dat de 6
testen van de fysieke meetstraat gestandaardiseerd worden uitgevoerd is er een protocol
opgesteld, zie bijlage 1. Het onderzoek zal bestaan uit twee metingen. Bij de eerste meting
wordt het rustmetabolisme gemeten. Bij de tweede meting zullen er 6 fysieke testen met de
mobiele CPET worden afgenomen. De 6 testen zijn: Handknijpkracht, Morton Mobility Index
(DEMMI), Chair sit and reach test, Short Physical Performance Battery (SPPB), 2 minuten
wandeltest en de Functional Ambulation Categories (FAC).
Om het onderzoek goed te kunnen uitvoeren zijn er een aantal materialen nodig:
 Een mobiele CPET (specificeren)
 Een bio-impedantie meter (tenita?)
 Een bloeddruk meter (specificeren)
 Een hartslagmeter (specificeren)
 Een ziekenhuis bed met bijbehorende toebehoren (kussens)
 Een handknijpkrachtmeter (specificeren)
 Een meetlint
 Twee pylonnen
 Een stoel
De geworven data zal worden verwerkt in het programma dat bij de mobiele CPET hoort
(speciale naam?). Deze data zal vervolgens worden geëxporteerd naar excel, waarin de
onderzoekers de resultaten verder zullen verwerken. Het uiteindelijke resultaat van het
gehele onderzoek wordt een artikel.
Data in softwere …
Project organisatie
Telefoonnummer Emailadres
Projectleden
Floor Smit
0652636010
[email protected]
Nathalie Zuijdam
0631203142
[email protected]
Opdrachtgever
Jesse Aarden
[email protected]
Coach
Ferdinand de Haan -
[email protected]
Verwachtingen
Van de projectleden wordt er verwacht:
 Dat zij een actieve deelname zullen hebben aan het beroepsopdracht.
 Dat zij respect zullen hebben t.o.v. de opdrachtgever, de coach en elkaar.
 Zij zullen zich aan de geplande deadlines moeten houden, wat inhoudt dat
onderdelen op tijd moeten worden aangeleverd.
 Dat zij zich houden aan de regels omtrent plagiaat.
Van de opdrachtgever wordt er verwacht:
 Dat hij de benodigde informatie (achtergrond, meetstraat onderdelen) zal aanleveren
aan de projectleden.
 Dat hij de data van patiënten zal aanleveren aan de projectleden.
Van de coach wordt er verwacht:
 Dat de projectleden vragen aan hem kunnen stellen indien dit nodig is.
 Dat hij de projectleden in de juiste richting zal leiden.
 Dat hij feedback zal geven op de genoemde vragen vanuit de projectleden en op de
geleverde producten.
 Dat hij de projectleden zal helpen om aan volledige wetenschappelijke artikelen te
komen.
 Dat hij de projectleden zal helpen om benodigdheden voor het onderzoek voor elkaar
te krijgen.
Tijdsplanning
Week Kalenderweek Taak
Wie
Deadline
2
37
1 gesprek docentbegeleider
Studenten
11-92015
2
37
1e gesprek opdrachtgever
Studenten
11-92015
7
42
Uploaden projectplan 1e kans
Studenten
16-102015
9
44
Uploaden beoordelingsformulier
projectplan 1e kans
Docentbegeleider
27-102015
10
45
Uploaden projectplan 2e kans
Studenten
06-112015
1
46
Uploaden beoordelingsformulier
projectplan 2e kans
Docentbegeleider
13-112015
2
47
Uploaden overeenkomst
beroepsopdrachten
Studenten
20-112015
2
47
Terugkoppeling opdrachtgever
Studenten
20-112015
5
50
Aanleveren concept
eindproduct/verslag
Naar docentbegeleider mailen
Studenten
08-122015
6
51
Feedback concept eindproduct à
GO/no GO presenteren
Docentbegeleider
18-122015
6
51
Aanleveren info presentatie
eindproduct
Studenten
18-122015
8
2
Uploaden eindproducten 2e kans
Studenten
15-012016
8
2
Uploaden individuele kritische
reflectie
Studenten
15-012016
10
4
Presentatie
Studenten
26-012016
10
4
Uploaden beoordelingsformulier
eindproduct 1e kans
Docentbegeleider
29-012016
10
4
Uploaden beoordelingsformulier
eindproduct 1e kans
Tweede
beoordelaar
29-012016
10
4
Controle ephorus
Docentbegeleider
29-012016
10
4
Uploaden beoordelingsformulier
Docentbegeleider
29-01-
PROFFESSIONEEL GEDRAG
2016
10
4
Uploaden beoordelingsformulier
presentatie
Docentbegeleider
29-012016
10
4
Uploaden verzamelformulier
eindcijfer beroepsopdracht
Docentbegeleider
29-012016
Conceptversie eigen planning
Week Kalenderweek Taak
Wie
1
46
proefpersonen rekruteren, apparatuur regelen
(handknijpkracht meter)
studenten
2
47
apparaat testen, protocol testen, schrijven artikel
(inleiding)
studenten
3
48
proefpersonen meten, schrijven artikel (materiaal en
methode)
studenten
4
49
proefpersonen meten, data analyse
studenten
5
50
schrijven artikel (resultaten, conclusie, discussie,
samenvatting)
studenten
6
51
opstellen presentatie
studenten
7
52
verwerken feedback na conceptversie
studenten
8
1
verwerken feedback na conceptversie
studenten
9
2
presentatie voorbereiden en oefenen
studenten
10
3
presentatie voorbereiden en oefenen
studenten
Bespreken: planning met Ferdinand
Haalbaarheid
Aan het doen van dit onderzoek zijn een aantal risico’s verbonden die tot vertraging zouden
kunnen leiden:
1. Er zijn niet genoeg proefpersonen beschikbaar
o Er zullen 15 proefpersonen benaderd worden, waarbij wij tenminste van 10
personen gegevens zullen verzamelen. Op deze manier waarborgen wij dat er
voldoende proefpersonen in ons onderzoek worden opgenomen
2. De apparatuur is niet beschikbaar
o De apparatuur zal vooraf gereserveerd worden
3. De locatie is niet beschikbaar
o De locatie zal vooraf gereserveerd worden
4. Er is te weinig tijd beschikbaar om de data te verzamelen
o Vooraf zal een duidelijke planning worden gemaakt, waaraan de groepsleden
zich moeten houden. Wanneer vertraging dreigt, zal dit direct worden
besproken met de coach om tot een goede oplossing te komen
5. Er is geen toegang voor ons om de volledige artikelen te downloaden
o In dit geval zullen wij onze coach, opdrachtgever of docent van coach
benaderen om toegang tot deze artikelen te krijgen
Plan B
Wanneer problemen optreden waardoor het onderzoek niet haalbaar is, zal met de coach
worden overlegd, waarna Plan B in werking zal treden. Dit houdt in dat het aantal MET’s zal
worden geschat aan de hand van de formule, zoals vermeld in de introductie.
Referentielijst
Ainsworth BE, Haskell WL, Leon AS, Jacobs DR Jr, Montoye HJ, et al. Compendium of
physical activities: classification of energy costs of human physical activities. Med. Sci.
Sports. Exerc. 1993, jan.
Ainsworth BE, Haskell WL, Whitt MC, Irwin ML, Swartz AM, et al. Compendium of physical
activities: an update of activity codes and MET intensities. Med. Sci. Sports. Exerc. 2000,
sept.
Avila-Funes JA, Helmer C, Amieva H, Barberger-Gateau P, Le GM, et al. Frailty among
community-dwelling elderly people in France: the three-city stude. J.Gerontol.A.Biol.Sci.Med.
Sci. 2008.
Boyd CM, Landefeld CS, Counsell SR, Palmer RM, Fortinsky RH, et al. Recovery of activities
of dailiy living in older adults after hospitalization for acute medical illness. J.Am.Geriatr.Soc.
2008, dec.
Covinsky KE, Palmer RM, Fortinsky RH, Counsell SR, Stewart AL, et al. Loss of
independence in activities of daily living in older adults hospitalized with medical illnesses:
increased vulnerability with age. J.Am.Geriatr.Soc, 2003.
Inouye SK, Bogardus ST Jr, Baker DI, Leo-Summers L, Cooney LM Jr. The Hospital Elder
Life Program: a model of care to prevent cognitive and functional decline in older hospitalized
patients. Hospital Elder Life Program. J.Am.Geriatr.Soc. 2000, dec.
Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg, CBO. Move your Dot: Handleiding Kwetsbare
Ouderen. Utrecht, 2006.
Rooij de SE, Buurman BM, Korevaar JC, Munster van BC, Schuurmans MJ, et al. Comorbidity in acutely hospitalised older patients as a risk factor for death in hospital or within 3
months after discharge. Ned. Tijdschr. Geneesk. 2007.
Sager MA, Franke T, Inouye SK, Landefeld CS, Morgan TM, et al. Functional outcomes of
acute medical illness and hospitalization in older persons. Arch. Intern. Med. 1996.
Sipers WMWH, Mijnarends DM, Schols JMGA. Sarcopenie. Ned. Tijdschr. Tandheelkd.
2013.
Wendel-Vos GCW (RIVM). Wat is lichamelijke activiteit? Volksgezondheid Toekomst
Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid; 2013. (Geraadpleegd op 28-09-2015).
URL: http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/leefstijl/lichamelijkeactiviteit/wat-is-lichamelijke-activiteit/
Wilmore JH, Costill DL, Kenney WL. Inspannings- en sportfysiologie. Tweede herziene druk.
Maarssen: Elsevier Gezondheidszorg; 2009. P. 440-61.
Bijlagen 1
CRF-ABCD document.
Download