5.2 – samenvatting – algemene natuurwetenschappen Paragraaf 1 De vijf ANW-vragen: 1. Hoe beïnvloeden natuurwetenschap, techniek en de samenleving elkaar? 2. Hoe pas je natuurwetenschappelijke kennis toe? 3. Hoe ontstaat natuur wetenschappelijke kennis? 4. Hoe weet je wat waar is? 5. Mag alles was kan? Hoe bepaal je jouw standpunt? Sterren: - Geven zelf licht - De zon is ook een ster Planeten: - Weerkaatsen zonlicht - Bewegen zich rond de zon - Helderder dan sterren omdat ze relatief dicht bij de zon en aarde staan - Bewegen nagenoeg in één vlak - Kunnen uit een vaste stof bestaan maar er zijn ook gasvormige Maan: -Weerkaatst zonlicht - Beweegt om de aarde (indirect dus ook om de zon) - Staat relatief dicht bij de aarde. “Vallende sterren” = Gruis/steentjes die de atmosfeer van de aarde binnen komen en door de wrijving erg warm worden en daardoor licht uitzenden. Zonnestelsel: Maak Van Acht Meter Japanse Stof Uw Nachthemd. Voor onze zonnekalender maken we gebruik van de omloop van de aarde rond de je zou de zon ook ‘in kunnen ruilen’ voor de maan. (Volle maan, halve maan etc.) Omloop aarde rond de zon Omloop maan om de aarde = 365,25 dagen = 29,5 dagen Meteoor Meteoriet Komeet Exoplaneet = Gruis/steentjes die de atmosfeer van de aarde binnen komen en door de wrijving erg warm worden en daardoor licht uitzenden. (“vallende ster”) = Meteoor die naar de aarde valt. = Grote ijsbal met een soort staart eraan. (tip: denk aan naam rendier v.d kerstman) = Behoort niet tot ons zonnestelsel, word vermoed dat er leven is. Paragraaf 2 Sterrenbeeld: - Bestaat uit meerdere sterren - Sterren hebben verschillende afstanden van de aarde af - Schuiven elke nacht een beetje op naar het westen - In totaal 12 sterrenbeelden Poolster = Enigste ster die vrijwel niet beweegt. Paragraaf 3 4 maanfases: (Let op: hij draait tegen de klok in!) Seizoenen: Seizoenen bestaan dus omdat de aarde ‘achterover leunt’. Paragraaf 4 Rusland lanceerde allereerste satelliet/hond/mens om de aarde. Amerikaanse Neil Amstrong is eerste mens op de maan. Paragraaf 5 Wereldbeeld = Welke voorstellingen je hebt van de werkelijkheid in de wereld. Algemeen: - Christelijk wereldbeeld - Atheïstisch wereldbeeld Minder algemeen: - Platonisch wereldbeeld - Deïtistisch wereldbeeld Heliocentrisch Geocentrisch = Zon is middelpunt, daarom heen draaien planeten. = Aarde is middelpunt, daarom heen draaien de planeten. (en dus ook de zon) Paragraaf 6 Satellieten werden vroeger alleen gebruikt voor militaire doeleinden. (navigatie en spionatie) Nu ook voor TV-signalen, telefoonverkeer en GPS. Satellieten: - Draaien om de aarde. - Maken een ronde baan, ook wel orbit genoemd. - Worden in hun baan gebracht d.m.v raketten of space schuttles. - Gaan niet recht de ruimte in omdat aarde aantrekkingkracht heeft. (verduidelijking zie blz. 26 – plaatje+tekst eronder) - Hoe dichter bij de aarde hoe meer snelheid nodig. Raketten: - Worden meestal naar het oosten toe gelanceerd. (grote snelheid) - Grootste snelheid word gegeven rond de evenaar. (omtrek en rotatie het grootst) De aarde heeft een omtrek van (ruim) 40.000 km bij de evenaar. Aarde draait in 24 uur éénmaal rond. Dus de rotatiesnelheid is 1667 km per uur. (40000:24=1667) Orbit baan Elliptische baan Geostationaire baan Gewichtloosheid = Ronde baan. = Ovale baan. = Als satelliet er 24 uur over doet om een rondje te maken. = Toetstand waarin geen gewicht word ervaren. Paragraaf 7 Je hebt hier een betoog over moeten maken dus als het goed is kan je hier wel wat over vertellen. Paragraaf 8 Je kan aan de dierenriem een horoscoop aflezen. Er zijn in totaal 12 sterrenbeelden. Middenin staat de zon, daaromheen draait de aarde. De lijn waarin de aarde van de zon staat, daarachter is het sterrenbeeld. We houden ons vast aan het sterrenbeeld dat ca. 300 v. Chr. is gekozen. (19 december is boogschutter) Astrologie Astronomie = De leer van de invloed van de hemellichamen op de mensen. = Sterrenkunde Lees artikelen bladzijde 20-23 en tekst bladzijde 32-35 nog even door.