(Standaard) Commissie voorbladen griffi - Provincie Noord

advertisement
Commissie voor
algemene bestuurlijke aangelegenheden
Datum commissievergadering: 25 augustus 2000
DIS-stuknummer
Secretaris
Doorkiesnummer
Behandelend ambtenaar
Dienst/afdeling
Nummer commissiestuk
Status
Datum
Bijlagen
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
:
694062
ing. A.J. Brul
073 6812057
S. van Eenbergen
MCO
aba-0129
ter advisering
ter bespreking
ter kennisneming
ter vaststelling
4 juli 2000
1 (met 1 bijlage)
Onderwerp:
Voorbereidingsbudget Brabant 2050 voor het jaar 2000.
Voorstel aan commissie:
1. kennis nemen van stand van zaken Brabant 2050;
2. instemmen met de bestedingsvoorstellen voor het jaar 2000.
Eventuele nadere opmerkingen:
--
Overeenkomstig het door Gedeputeerde Staten
van Noord-Brabant genomen besluit,
namens deze,
ing. A.J. Brul, secretaris
Commissie voor algemene bestuurlijke
aangelegenheden
1. Notitie inzake Voorbereidingsbudget Brabant 2050
Notitie van Gedeputeerde Staten voor de commissie voor algemene en
bestuurlijke aangelegenheden inzake het Voorbereidingsbudget
Brabant 2050
1. Inleiding
In het kader van de Voorjaarsnota 2000 hebben Provinciale Staten ingestemd met het
voorstel tot inrichting van een Voorbereidingsbudget Brabant 2050. Dit budget heeft een
tweeledig doel. Het is bestemd voor ontwikkelings- en voorbereidingskosten van majeure,
innovatieve duurzaamheidprojecten waarvoor in een later stadium eventueel een beroep
wordt gedaan op het Ontwikkelingsfonds Brabant 2050. Daarnaast is het bestemd voor
innovatieve kleine duurzaamheidprojecten “van onderop”, waarmee tegemoet gekomen
wordt aan de wens die tijdens de manifestatie “Brabant 2050 – dichter bij de toekomst”
d.d. 28 januari jl. is geuit.
In deze notitie leggen wij uw commissie voorstellen voor voor de besteding van het budget
in het jaar 2000 en geven wij u informatie over de stand van zaken Brabant 2050 vervolg.
Het jaar 2000 zien wij als een overgangsjaar. In het najaar komen wij met voorstellen over
de werkwijze en criteria die wij willen hanteren ten aanzien van het voorbereidingsbudget
Brabant 2050 voor volgende jaren.
2. Over Brabant 2050
Het project Brabant 2050 is gestart met het doel breed in de Brabantse samenleving
discussies en initiatieven gericht op een duurzame toekomst op gang te brengen. Brabant
is een provincie waarin het goed leven, wonen en werken is. Om dat ook in de toekomst
zo te houden is het van belang dat we bij de keuzes die we vandaag maken rekening
houden met de consequenties die onze keuzes voor de lange termijn en toekomstige
generaties zullen hebben.
Brabant 2050 is een onorthodox, innovatief proces, dat ruimte biedt voor experimentele
benaderingen en creatieve ideeën. In de eerste fase van dit proces is het Manifest
Brabant 2050 tot stand gekomen, met prikkelende visies op een duurzame toekomst. In
de tweede fase is breed in Brabant de discussie over duurzaamheid gevoerd en zijn
interessante ervaringen opgedaan met nieuwe vormen van publiek debat, zoals de
“Verrassende Ontmoetingen”.
In de derde fase, waar wij nu aan beginnen, kunnen we voortbouwen op de successen
van de afgelopen periode. Wij zullen visieontwikkeling op en maatschappelijk debat over
duurzaamheid blijven stimuleren. Telos, het Brabants Centrum voor
Duurzaamheidvraagstukken, voortgekomen uit de eerste fases van Brabant 2050, speelt
hierin een belangrijke rol. Daarnaast zal sterker dan voorheen het accent komen te liggen
op het concretiseren van die visies en de uitkomsten van debatten in de richting van
concrete projectinitiatieven en beleidsaanpassingen.
Telos, de Proclamatie van Brabantse burgemeesters en onze Commissaris van de
Koningin, de “bouwpakketten” die de Stuurgroep Brabant 2050 op 28 januari jl. in de
manifestatie “Brabant 2050 – dichter bij de toekomst” aan ons heeft overhandigd en
andere initiatieven die in het spoor van Brabant 2050 zijn en worden genomen, bieden
kaders voor de vervolgacties die we kunnen ondernemen. De ondertekenaars van het
Manifest Brabant 2050, leden van Platform en Stuurgroep 2050 en de vele andere
organisaties en netwerken die in de afgelopen periode in het proces hebben
geparticipeerd, willen we enthousiasmeren en stimuleren om aan de vervolgactiviteiten
deel te nemen.
3. Overgangsjaar 2000
De middelen uit het Voorbereidingsbudget Brabant 2050 willen bij voorkeur niet
versplinterd inzetten, maar richten op de uitwerking van thema’s. Die thema’s zullen wij
jaarlijks, in overleg met uw commissie, vaststellen. Tevens zullen wij criteria voorstellen
aan de hand waarvan verzoeken om een financiële bijdrage zullen worden getoetst.
Wij zien het jaar 2000 als een overgangsjaar en willen daarom starten met de nieuwe
werkwijze voor het jaar 2001. In het najaar van 2000 zullen wij met uw commissie overleg
voeren over de thema’s die we voor het Voorbereidingsbudget Brabant 2050 in dat jaar
willen hanteren; tevens zullen we de criteria aan u voorleggen.
Daarvoor kunnen we putten uit een aantal rapportages, zoals een rapportage van Kolpron
over de manifeste projecten die in 1997 zijn gestart, het verslag van het Statendebat over
Manifest Brabant 2050 in het Evoluon (juni 1998), een inventarisatie die Projectbureau
Brabant 2050 in het najaar van 1999 heeft gemaakt en de “bouwpakketten” die de
Stuurgroep Brabant 2050 in de eerdergenoemde manifestatie d.d. 28 januari jl. aan ons
heeft overhandigd.
In de afgelopen periode zijn in het spoor van Manifest Brabant 2050 projectvoorstellen
ontwikkeld en ingediend, die onze steun verdienen en die dringend om besluitvorming
vragen. Wij hebben daarom in onze vergadering van 9 mei jl. besloten om aan deze
projecten een financiële bijdrage beschikbaar te stellen uit de middelen 2000 van het
Voorbereidingsbudget Brabant 2050, onder voorwaarde dat Provinciale Staten in het
kader van de Voorjaarsnota 2000 met de instellingen van dit budget in zouden stemmen.
Het betreft de hieronder genoemde projecten 1 tot en met 5.
Daarnaast hebben er ook binnen andere provinciale beleidsvelden ontwikkelingen
plaatsgevonden, die sterk toekomstgericht zijn en waarvan we de programmakosten voor
het jaar 2000 uit het onderhavige budget willen betalen. Het betreft de hieronder
genoemde projecten 6 en 7.
Het betreft de projectvoorstellen:
1. Nul-energiewijk Boxtel (fl. 95.000,--)
2. The Human Village, The Design Academy (fl. 30.000,--)
3. Oosterheem, Oosterhout (fl. 150.000,--)
4. Streekeigen Vergezichten, de Duinboeren (fl. 50.000,--)
5. De Meijerijmarkt, De Kleine Aarde (fl. 54.920,--).
6. “Brabant Beste ICT-provincie – provincie @ Brabant” (fl. 800.000,--)
7. “Noord-Brabant tussen ontgroening en vergrijzing” (fl. 250.000,--)
In de bijlage treft u beknopte informatie over deze voorstellen aan.
Voor de programmakosten Brabant 2050 ramen wij een bedrag ad fl. 350.000,--.
4. Financiële paragraaf
In totaal is voor het Voorbereidingsbudget Brabant 2050 in 2000 een bedrag beschikbaar
ad fl. 2.000.000,--. Met de hierboven genoemde projecten is een totaalbedrag gemoeid ad
fl. 1.679.920,--.
Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
4 juli 2000
Bijlage:
* overzicht projecten 2000
Bijlage voor commissie ABA
Projecten Voorbereidingsbudget Brabant 2050
Voor het jaar 2000
1. Projectvoorstel Nul-energiewijk Boxtel, ingediend door de gemeente Boxtel
Provincie en Projectbureau Energie 2050 hebben in 1998 op verzoek van het college
contact gelegd met de gemeente Boxtel over de opzet van een nul-energiewijk in het
bestemmingsplan In Goede Aarde. In dit plan wil de gemeente een deelplan (De
Kantelen) van ca. 50 woningen op een duurzame manier inrichten. Het gaat om een
complete wijk waarin alle duurzaamheidaspecten (energie, milieu, bouwen, infrastructuur
en sociale aspecten) integraal worden meegenomen. Een dergelijk wijk is uniek voor
Nederland. Vanwege de voorbeeldfunctie wordt veel aandacht besteed aan communicatie
met burgers en professionals.
De doelstelling van het project is drieledig:
a. Het realiseren van een duurzame nul-energiewijk, zoals hierboven omschreven
b. Het realiseren van een permanent voorlichtings- en educatieprogramma over de
modelwijk
c. Het opzetten en begeleidingen van een onderzoek -en monitoringsysteem waardoor
gegevens beschikbaar komen over het concept en over mogelijkheden voor
“opschaling” van dit concept.
Op verzoek van de gemeente heeft het Projectbureau Energie 2050 een stappenplan
gemaakt. Hierin wordt een onderscheid gemaakt in twee fase: een eerste waarin het
projectplan wordt opgesteld en een tweede fase waarin de uitvoering plaatsvindt. Nu gaat
het om een bijdrage aan de eerste fase ad fl. 95.000,- excl. BTW.
In het definitieve plan zal de uiteindelijke opzet en de financiële haalbaarheid van het
project duidelijk worden. Op basis van de huidige gegevens wordt geschat dat de
meerkosten van een duurzame nul-energiewijk ca. fl. 3.750.000,-- bedragen. Voor een
deel hiervan zal eventueel op de provincie een beroep worden gedaan.
2. Projectvoorstel The Human Village, ingediend door the Design Academy
Dit voorstel is d.d. 18 maart 1999 ingediend en wacht op besluitvorming. Onderzocht is of
het project uit reguliere budgetten bekostigd zou kunnen worden. Intussen is gebleken dat
voor deze aanvraag geen reguliere budgetten beschikbaar zijn.
Gevraagd wordt een bijdrage voor een haalbaarheidsstudie die The Design Academy
samen met de Technische Universiteit Eindhoven uitvoert. Doel van het project The
Human Village is om in een experimentele omgeving (een modelstad) een duurzame
samenleving te realiseren waarbij de voorwaarden voor duurzame ontwikkelingen
onderzocht worden. De toepassing van ICT speelt hierin een prominente rol. Qua
omgeving is Eindhoven gekozen, met name het gebied rond de Witte Dame en de
Glasstraat. De gemeente Eindhoven (afdeling en dienst stadsontwikkeling) heeft grote
belangstelling getoond voor deelname aan het project, evenals Philips.
Het project wordt integraal aangepakt. Verwachte resultaten zijn onder meer:
Oplossingen die bijdragen aan de ontwikkeling van nieuwe methoden voor huisvesting en
stadsontwikkeling, mobiliteit en het gebruik van energie en grondstoffen. Opmerkelijk in
het project is de relatie die wordt gelegd met onderwijs: “education permanente”,
onderwijs onafhankelijk van plaats, tijd en leeftijd, een aspect dat in de duurzame
samenleving aan de orde is.
Gevraagd wordt een provinciale bijdrage ad fl. 30.000,-- (op een totale begroting van fl.
200.000,--; als cofinanciers zijn benaderd de gemeente Eindhoven en het Ministerie van
OC & W. Ook de initiatiefnemers, The Design Academy en de Technische Universiteit
Eindhoven, participeren financieel in het project.
3. Project Oosterheem van de gemeente Oosterhout e.a.
Dit projectvoorstel, 22 maart 1999 ingediend, behelst de voorbereidingsfase van de
herbouw van het verzorgingscentrum Oosterheem, die uiteindelijk moet leiden tot een
geheel nieuwe combinatie van zorg en wonen in de gemeente Oosterhout. Innovatief in dit
voorstel is met name, dat de betrokkenen de combinatie van zorg en huisvesting letterlijk
“van de grond af aan opnieuw willen opbouwen”, op een wijze die is afgestemd op de
huidige en toekomstige vraag. Bovendien zal rekening worden gehouden met wensen en
vereisten vanuit het oogpunt van duurzaamheid. De indieners streven een hoog
ambitieniveau na, zowel op het terrein van de zorg als op het terrein van de ruimtelijke
ordening en huisvesting. Het is een integraal projectvoorstel, voortkomend uit diverse
maatschappelijke ontwikkelingen, waaronder met name de vergrijzing.
Het project is ingediend door de Stichting Bejaardenzorg Oosterhout, ondersteund door de
gemeente Oosterhout. Het is ingediend in het kader van Brabant 2050, omdat de
aanvragers van mening zijn dat dit projectvoorstel naadloos op het Brabant 2050gedachtegoed aansluit.
Recent contact met betrokkenen heeft duidelijk gemaakt, dat het voorstel op breed
draagvlak kan rekenen en dat “de neuzen dezelfde kant op staan”. Concreet blijkt dat uit
de medewerking die ook de Stichting Gezondheidszorg Oosterhout en omgeving wil
leveren. Van deze stichting maken alle zorgaanbieders deel uit. De gemeente Oosterhout
heeft herhaaldelijk een provinciale bijdrage aan het project bepleit.
In de aanvraag wordt een bijdrage van de provincie gevraagd ad fl. 210.000,--, maar in
overleg is vast komen te staan dat een bijdrage ad fl. 150.000,-- volstaat en de overige
middelen uit cofinanciering tot stand kunnen komen.
4. Projectvoorstel “Streekeigen Vergezichten” van Overlegplatform de Duinboeren,
Brabantse Milieufederatie, Katholieke Vrouwenorganisaties in de Meijerij en
Lokale Agenda 21
5. Rondreizen Meijerijmarkt, De Kleine Aarde.
Dit projectvoorstel sluit met name aan op de aspecten van bewustwording en debat, die
met het project Brabant 2050 zijn en worden gestimuleerd. Doel van het project is in een
periode van twee jaar een ruraal debat op gang te brengen, waarin de verhouding tussen
het landelijk en stedelijk gebied in de Meijerij centraal staat.
De verwachting is dat deze nieuwe ontmoetingen van bewoners van het platteland en het
stedelijk gebied (boeren en stedelingen) concrete initiatieven zullen genereren en van
onderop draagvlak en inbreng zullen leveren aan de projecten die tijdens de manifestatie
“Brabant 2050 – Dichter bij de toekomst” onder de titel “Duurzame Meijerij – een
voorbeeldregio voor duurzame ontwikkeling” zijn gepresenteerd. Deze projecten zijn:
- een rondreizende Meijerijmarkt, die in de Meijerij de productie en consumptie van
duurzame streekproducten en –diensten wil bevorderen
- vormen van maatschappelijk ondernemen, waarmee kleinschalige inkomensgerichte
activiteiten in de Meijerij worden ondersteund
- een Convenant Agenda 21 ofwel een convenant waaraan alle gemeenten in de Meijerij
deelnemen en dat zij benutten als kader voor regionale duurzame ontwikkeling
- het project Duurzame Stadslandbouw, dat de voorwaarden wil scheppen voor
stadslandbouw in de Meijerij
- het project Financiering Duurzaam Platteland, dat tot doel heeft financiële
instrumenten op te sporen die duurzame agrarische productie en duurzaam
plattelandsbeheer belonen.
Aan verschillende van deze projecten wordt door de provincie medewerking verleend.
Een eerste voorbeeld van het beoogde rurale debat vond in juni 1999 plaats, als
onderdeel van de reeks “Verrassende Ontmoetingen”. Aan deze bijeenkomst, met de titel
“Tilburg de boer op: een buitenkans”, namen toen 125 mensen deel. Met het rurale debat
willen de initiatiefnemers deze positieve ervaring uitbouwen en verfijnen, zodanig dat de
beoogde inbreng van onderop in de hierboven geschetste projecten wordt gerealiseerd.
In het project zullen Overlegplatform Duinboeren, Brabantse milieufederatie, afdelingen
van de Katholieke Vrouwen Organisaties en Lokale Agenda 21 samenwerken.
In de eerste fase van het project wordt een aantal activiteiten uitgevoerd (onder meer
toneeluitvoeringen van Duinboeren en KVO, fototentoonstelling,
uitwisselingsbijeenkomsten) en zal het plan van aanpak worden geconcretiseerd.
In de tweede fase van het project worden in de gemeenten in het werkgebied van de
Duinboeren debatten georganiseerd over de eerder genoemde thema’s, met het doel
onder meer inbreng te leveren in het project “Financiering Duurzaam Platteland”
In de derde fase zullen de activiteiten verder worden verbreed, onder meer in de richting
van het onderwijs en organisatie van stedelijke en regionale markten.
Het project Ruraal Debat zal deel uitmaken van een onderzoek van de
Landbouwuniversiteit Wageningen, getiteld “Stad en platteland werken samen aan de
groene ruimte: participatief onderzoek bij de opbouw van deze samenwerking in de
Brabantse Duinen.” Met dit onderzoek kan worden voorzien in evaluatie en effectmeting.
Voor het project Ruraal debat wordt voor de periode van twee jaar een bijdrage gevraagd
ad fl. 345.500,--. Twee opmerkingen zijn in dit stadium van belang. Qua intentie sluit het
project nauw aan op het Ambitiestatement dat uw college recent heeft vastgesteld met
betrekking tot de middelen “Leren voor Duurzaamheid”. Deze middelen zijn echter nog
niet beschikbaar gekomen, zodat behandeling en besluitvorming in dat kader nog niet kan
plaatsvinden. Gezien het innovatieve karakter van het project is te billijken dat voor de
startfase nog geen cofinanciers zijn gevonden. Verwacht mag worden dat cofinanciers
voor de tweede en derde fase wel voor het project kunnen worden geïnteresseerd.
Volstaan kan worden met een bijdrage uit het onderhavige budget ad fl. 50.000,-- voor de
uitwerking van het projectplan in het jaar 2000.
Aan de rondreizende Meijerijmarkt verstrekken wij een bijdrage ad fl. 54.920,-- zijnde 50%
van het benodigde bedrag. Het overige deel wordt bekostigd uit WCL-gelden.
7. Programmabudget project “Tussen Ontgroening en Vergrijzing”
De leeftijdopbouw van de Nederlandse bevolking gaat in de komende decennia sterk
veranderen. Er zullen minder jongeren en meer ouderen zijn. Op dit moment is één op de
zeven Nederlanders ouder dan 65 jaar. In 2020 geldt dat voor één op de vijf
Nederlanders, terwijl in 2050 naar verwachting een kwart van de bevolking tot die
leeftijdscategorie behoort. Bijzonder voor Brabant is het tempo waarin dit proces zich zal
voltrekken. Terwijl Brabant nu nog een relatief jonge provincie is, zal het percentage
65+ers en 75+ers in 2025 boven het landelijk gemiddelde liggen. Bijzonder in Brabant is
ook de afname van het aantal mensen in de actieve leeftijdscategorie van 20 tot 64 jaar
met meer dan 10% in de periode tot 2025. Brabant behoort tot de top 10 van Europese
regio’s wat het tempo van vergrijzing betreft.
Deze demografische ontwikkelingen plaatsen Brabant voor tal van nieuwe uitdagingen. Zo
zal de spanning op de arbeidsmarkt toenemen. Op dit moment zijn die spanningen al
zichtbaar in sectoren als de zorg en de metaal. Op iets langere termijn zullen we de
effecten van de veranderingen ook op andere plaatsen zien. Zo zal de behoefte aan
woningen voor kleine huishoudens met aangepaste voorzieningen toenemen. We stuiten
op nieuwe vragen. Hoe zal die groeiende groep ouderen met relatief veel geld en veel
vrije tijd die vrije tijd gaan doorbrengen? Welke gevolgen heeft dit voor de mobiliteit?
Blijven de ouderen van 2010-2020 allemaal auto rijden of komt er een extra vraag naar
openbaar vervoer? Zullen zij vrijwilligerswerk blijven doen?
Brabant heeft in de afgelopen decennia zijn problemen met een grote creativiteit en
veerkracht aangepakt. Er is daarom geen reden voor pessimisme of overbezorgdheid.
Maar om te voorkomen dat we over enkele jaren voor grote knelpunten komen te staan, is
het wel van belang om ons nu al goed voor te bereiden. Want besluiten die we vandaag
nemen hebben gevolgen voor de lange termijn.
Daarom geeft de provincie Noord-Brabant nu al speciaal aandacht aan de demografische
ontwikkelingen. Dat gebeurt in het project “Noord-Brabant Tussen Ontgroening en
Vergrijzing”, dat onder leiding staat van de gedeputeerden van Nistelrooij en HuijbregtsSchiedon. Het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) brengt in
opdracht van de provincie de ontwikkelingen voor Brabant scherp en overzichtelijk in
beeld. Daarnaast starten inhoudelijke analyses naar de gevolgen voor de Brabantse
arbeidsmarkt, de economie, de zorg, de sector recreatie en toerisme, de mobiliteit, het
vrijwilligerswerk, enz. De provincie spreekt zoveel mogelijk mensen aan. Najaar 2000
zullen bijeenkomsten worden georganiseerd, met het doel om het bedrijfsleven en
maatschappelijke organisaties te stimuleren over de gevolgen van de demografische
ontwikkelingen na te denken en op de nieuwe uitdagingen te anticiperen.
De conclusies van deze onderzoeken en bijeenkomsten worden vervolgens aan
Provinciale Staten voorgelegd, vergezeld van concrete voorstellen voor projecten en
beleidsaanpassingen. Uiteraard is dit geen eenmalige actie, maar zullen de voorstellen
een vervolg krijgen in de volgende bestuursperiodes.
In 2000 wordt het benodigde programmabudget geraamd op fl. 250.000,-- (kosten voor
verkenningen, communicatie, bewustwordingsactiviteiten, aanvullend onderzoek NIDI,
organisatie van de meetings in september en ontwikkelkosten projecten). Uit het budget
zorgvernieuwing is fl. 100.000,- beschikbaar gekomen, zodat voor 2000 met een bijdrage
af fl. 150.000,-- kan worden volstaan.
Het college zal de commissie voor algemene bestuurlijke aangelegenheden in haar
septembervergadering uitgebreid informeren over de uitkomsten van het NIDI-rapport en
de verdere activiteiten van het project “Noord-Brabant tussen ontgroening en vergrijzing”.
6. Project ‘Brabant beste ICT-provincie @Brabant
Het college werkt momenteel aan de voorbereiding van voorstellen om uitwerking te
geven aan de slogan ‘Brabant beste ICT-provincie, @Brabant’. De commissie voor
Algemene en Bestuurlijke Aangelegenheden heeft op 3 maart jl. ingestemd met de
voorgestelde aanpak, welke uw college heeft gedefinieerd als majeur project.
De toepassing van de moderne ICT-middelen brengen de wereld in beroering. Niet
iedereen is zich van de verstrekkende reikwijdte van deze ontwikkelingen bewust.
Het is voor de toekomst van Brabant, zowel in economische als sociale zin van belang
snel in te spelen op deze ontwikkelingen en de consequenties daarvan.
De aanpak voorziet in:

analyse op hoofdlijnen van stand van zaken en ontwikkelingen

ontwikkelen visie, ambities en strategie

uitwerking in programma’s.
Bij dit alles zal aangesloten worden bij opvattingen, ideeën en suggesties binnen de
samenleving. De resultaten zullen nog dit najaar voeding zijn voor een beleidsdebat in
Provinciale Staten.
Om dit alles uit te voeren is het nodig externe expertise in te huren, omdat binnen de
provinciale organisatie onvoldoende capaciteit aanwezig is.
Deze expertise zal gericht zijn op de volgende onderdelen:
1. Projectmanagement
2. Analyse van de verschillende deelterreinen (zoals onderwijs, ouderen, toepassing ICT
binnen diverse maatschappelijke segmenten enz.).
3. Communicatietraject, organisatie en verwerken van discussies, gesprekken,
opvattingen, ideeën e.d. met/uit de samenleving, met bondgenoten, uitgevoerd op een
manier passend bij het thema ICT
4. Verwerken tot voorstellen.
De Brabantse samenleving zit gelukkig niet stil: op dit terrein worden al vele initiatieven
genomen, die passen binnen de ontwikkeling naar ICT-maatschappij èn binnen de
algemene provinciale doelstellingen voor een duurzaam sociaal Brabant, maar niet binnen
de termen van de huidige begrotingsposten (bijv. op terrein onderwijs, zorg). Deze
initiatieven vergen vaak snelle besluitvorming om te voorkomen dat ‘de boot wordt gemist’.
Dat betekent dat er middelen beschikbaar moeten zijn voor cofinanciering.
Een voorlopige raming geeft de volgende indicatie van kosten in 2000:
1.
Projectmanagement
f 100.000,-2.
Analyses deelterreinen
f 200.000,-3.
Communicatietraject passend bij thema
f 300.000,-4.
Cofinanciering projecten
f 200.000,-Conform het door het college opgestelde plan van aanpak voor “Brabant Beste ICTprovincie @ Brabant” en de instemming van de commissie ABA met dit projectplan wordt
voorgesteld om voor dit project een bedrag ad fl. 800.000,-- beschikbaar te stellen en dit
ten laste te brengen van de middelen 2000 van het Voorbereidingsbudget Brabant 2050.
Download