Tweede les aan A3b

advertisement
Hoofdstuk 7.1
Planning:
 Aanwezigheid
 SO: Nienke & Yentl inhalen (plannen)
 Vraag R6+R7+R10 hst 6 nakijken
 Start hst 7
 PowerPoint is nu ter aanvulling van het boek.
 7.1 en 7.2 maken we vooral m.b.v. het boek en niet meer a.d.h.v. mijn PowerPoints.
 6 juni PW hst 6.3, 6.4, 7.1 en 7.2
 Neem je rekenmachine mee.
 5 juni krijg je nog specifieke tips voor het PW.
 Begin nu al met het leren van de begrippen van hst 7.1 en 7.2.
Introductievragen blz. 199
Vraag 2
Vraag 3
Rekenen 1
Maak gebruik van de kruistabel.
/ 100
X…
R2
x…
1 AUD
AUD …
100 RUB
1 RUB
RUB …
€ 0,74
€ 0,74 x … = € ___
€ 2,44
€ 2,44 / 100 =
€ 0,0244
€ 0,0244 x … =
€ ___
AUD 74 = 0,74 x 74 = € 54,76
RUB 500 = 0,0244 x 500 = € 12,20
AUD 250 = 0,74 x 250 = € 185
RUB 2.000 = 0,0244 x 2000 = € 48,80
AUD 400 = 0,74 x 400 = € 296
RUB 10.700 = 0,0244 x 10700 = € 261,08
AUD 1.500 = 0,74 x 1500 = € 1.110
RUB 310.500 = 0,0244 x 310500 = € 7.576,20
AUD 2.995 = 0,74 x 2995 = € 2.216,30
RUB 580.250 = 0,0244 x 580250 = € 14.158,10
AUD 10.550 = 0,74 x 10550 = € 7.807
AUD 15 miljoen = 0,74 x 15 miljn = € 11,1 miljoen
RUB 799.000 = 0,0244 x 799000 = € 19.495,60
RUB 15 miljoen = 0,0244 x 15000000 = € 366.000
Europese Unie
De EU = een economisch samenwerkingsverband van 28 Europese landen.
Er wonen ongeveer 508 miljoen mensen in de EU.
Vraag 4
Antwoord vraag 4:
Griekse feta, Gelderse rookworst, Italiaanse wijn, Hongaarse goulash en Spaanse mandarijnen
komen uit Europese landen.
Uitleg vraag 5
Laat het antwoord van vraag 5 zien.
Vraag 6 (aangepaste gegevens)
Stel, er wonen in totaal 495 miljoen mensen in de EU.
In Nederland wonen 16 miljoen mensen.
Hoeveel procent van alle EU-inwoners woont in Nederland?
A
0,03%
B
0,3%
C
3,2%
D
32%
wat / waarvan x 100%
16 miljoen / 495 miljoen x 100% = 3,23%
Let op: % = 1 decimaal achter de komma!
=C
Invoer en Uitvoer
Invoer = het komt IN het land.
Invoer of import is het kopen van producten of diensten in
het buitenland. Dit doet een importbedrijf.
Uitvoer = het gaat UIT het land.
Uitvoer of export(eren) is het verkopen van producten of
diensten aan het buitenland. Dit doet een exportbedrijf.
Waarom invoeren?
 Goedkoper
 Betere kwaliteit
 In eigen land niet verkrijgbaar door grondstof of door klimaat.
Invoerrechten = belasting die aan de grens betaald moet worden door degene die het product invoert.
Ook wel importbelasting. Dit is in EU afgeschaft. Waarom denk je?
Maak vraag 7 t/m 13
Antwoorden vraag 7:
BENELUX, EGKS (Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal), EEG (Europese Economische
Gemeenschap).
Antwoorden vraag 8:
A
uitvoer
B
invoer
C
uitvoer
Antwoorden vraag 9:
Afbeelding links: C Dit product wordt geïmporteerd omdat dit fruit niet in ons klimaat groeit.
Afbeelding midden: A Dit product wordt geïmporteerd omdat in Nederland de grondstoffen voor dit
product, goud en edelstenen, niet aanwezig zijn.
Afbeelding rechts: B Dit product wordt ingevoerd omdat de productie ervan in het buitenland
goedkoper is.
Antwoorden vraag 10
a
Nederland drijft het meeste handel met Duitsland.
b
Export: er wordt meer uitgevoerd naar Duitsland dan dat er wordt ingevoerd.
c
Uit Ierland wordt meer ingevoerd dan ernaar wordt uitgevoerd.
Antwoorden vraag 11
Beide. De olie wordt ingevoerd, opgeslagen in de tanks, en daarna uitgevoerd naar andere
landen.
Antwoorden vraag 12
C
Antwoorden vraag 13
1
handel
2
invoerrechten
3
EU
4
consumenten
INFO + HW
 www.mevrouwstals.wordpress.com
 Bij VMBO 2 staan de begrippen van hst 7;
 De PowerPoint van 7.1 komt hier uiteindelijk ook te staan
(als we klaar zijn met paragraaf 1)
De PowerPoint van 7.2 komt hier uiteindelijk ook te staan
(als we klaar zijn met paragraaf 2)
 Zorg dat je alle vragen netjes beantwoord in je schrift!
 Leer alvast de begrippen voor het PW.
 Blijf 6.3 en 6.4 ook herhalen.
 HW voor maandag = paragraaf 7.1 afmaken & de HH vragen van hoofdstuk 7.1
Download