Afpuntlijst competentieonderzoek op basis van EVK of EVC Avond- en weekendopleiding tot bachelor Leraar Lager Onderwijs Competentiedomein: Algemene onderwijsvaardigheden Niveau 3 Niveau 4 Ik bezit kennis/ervaring verworven in een werksituatie in de lagere school Duid voor elke uitspraak hieronder aan hoeveel kennis/ervaring je bezit. Ik bezit kennis/ervaring verworven buiten het onderwijs NAAM KANDIDAAT: ………………………………………………… Ik bezit weinig of geen kennis/ervaring EVK-vrijstellingen: - minimum 60 credits behaald uit de bacheloropleiding leraar lager onderwijs in dagopleiding - getuigschrift specifieke lerarenopleiding - bachelor ergotherapie - bachelor orthopedagogie - HOSP graduaat en bachelor gezinswetenschappen - bachelor sociale readaptatiewetenschappen - academische bachelor/ master pedagogie en psychologie - bachelor leraar kleuter of secundair onderwijs Niveau 1 Niveau 2 Ik bezit kennis/ ervaring verworven in een werksituatie in onderwijs buiten de lagere school Opleidingsonderdeel: YV 0684 Kind in ontwikkeling Studiepunten: 8 Aangeboden in semester 2 Kennis van de cognitieve, sociale, morele en emotionele ontwikkeling van het kind in de lagere school. Beoordelen en adviezen geven over de ontwikkelingsvoortgang van leerlingen Kennis van de leefwereld van het kind in de lagere school en opvoeding in de klas Creëren van een positief leefklimaat voor de kinderen in de leerlingengroep (een positieve interactie met de kinderen opbouwen, ervoor zorgen dat kinderen zich veilig en gewaardeerd voelen, sensitief en inlevend omgaan met de kinderen, eigen omgang met kinderen kritisch bevragen met het oog op een groeibevorderende relatie met elk kind, kennis van groepsdynamische en interactieprocessen en eindtermen voor sociale vaardigheden) Erop gericht zijn om uit diverse situaties en informatiebronnen ideeën te genereren en deze op een originele manier gestalte te geven in een ontwikkelingsaanbod voor de kinderen. De emancipatie van de kinderen bevorderen. (de eigenheid van het individuele kind en van de sociale en culturele groepen herkennen, bespreekbaar maken en hanteren met het oog op zelfontplooiing en integratie van de kinderen, kinderen stimuleren tot mondigheid, zelfstandigheid, eigen initiatief, verantwoordelijkheid en participatie) Een gestructureerd werkklimaat bevorderen: technieken, vaardigheden en werkwijzen aanwenden die te maken hebben met klasmanagement. Omgaan met kinderen in sociaal-emotionele probleemsituaties en met kinderen met gedragsmoeilijkheden. (signalen van probleemgedrag herkennen, op een planmatige wijze hulp bieden bij problemen, kennis van diverse vormen van sociaal-emotionele probleemsituaties, signalen en ontstaan van probleemgedrag, kennis van mogelijke interventies) Kennis van studiemotivatie en motivatie (exentrieke en intrinsieke) kunnen observeren in gedrag, technieken hanteren om lerenden zowel exentriek als intrinsiek te motiveren om te leren. Adviezen en activiteiten voor gedragsbijsturing voorstellen en zelf uitvoeren. Ik bewijs de kennis/ervaring op niveau 2,3 en 4 met bewijsstukken nr. …….. Contact: [email protected]