2011 Module 1 Intake

advertisement
Psychodiagnostiek ten behoeve
van PEN PD
Prof. Dr. Jan Derksen
www.jjlderksen.com
Hoe diagnosticeren we?
Waaruit bestaat ons gereedschap?
• Goed kijken (observeren)
• Adequaat praten (interviewen)
• Testen (psychologische tests)
Geschiedenis
• De klinisch psycholoog als diagnosticus
• De klinisch psycholoog als behandelaar
• De klinisch psycholoog als diagnosticus en
behandelaar (psychotherapeut)
• Het concept van onderzoeker en clinicus
• Wat brengt de toekomst?
De Intake
• Beetje zenuwachtig?
De intake 1
• Eerste contact van een nieuwe patiënt met
psychologische hulp: wat kan ik
verwachten?
• Belang van een ervaren kracht aan de poort.
• Informatie via secretaresse of psychologisch
assistente.
• Gegevens van de kaart.
De intake 2
• Patiënt zelf ophalen uit de wachtkamer.
• Goed observeren.
• Hand geven, voorstellen, duidelijke
informatie geven.
• Wie mag er bij zijn?
• Spreekkamer, opstelling: zithoek en bureau.
De intake 3
•
•
•
•
•
•
Begin vraag:
wat kan ik voor u doen?
wat zijn uw klachten of problemen?
waarmee kan ik u helpen?
vertelt u maar.
Let goed op de eerste formulering van de
klachten.
De intake 4
• Meestal begint de persoon met de klachten
te vertellen. Indien dit niet zo is, is het
belangrijk wel op de klachten of problemen
te komen die iemand hier hebben gebracht.
• Is de patiënt uit zichzelf gekomen, gestuurd
of gebracht?
De intake 5
• De klacht(en):
• Aard, intensiteit, frequentie van optreden,
duur, functionele analyse.
• Hoe lang bestaan de klachten?
• Welke invloed hebben deze op het
dagelijkse leven?
• Meldt de patiënt nog andere klachten?
De intake 6
• Onderzoek de volgende
symptoomstoornissen:
• angststoornissen (paniekaanvallen, fobieën,
obsessief-compulsieve klachten,
stressverschijnselen, etc)
• stemmingsstoornissen (depressie, agressie,
manie, suïcidaliteit)
• somatoforme stoornissen (expressies,
bezorgdheden)
Intake 7
•
•
•
•
•
•
Onderzoek:
lichamelijk klachten, medische geschiedenis
medicijnen gebruik (let op psychofarmaca)
psychotische symptomen
Leefstijl, verslavingen
contacten met justitie
De intake 8
• Onderzoek van de persoonlijkheid:
• kunt u uzelf eens beschrijven zodanig dat ik
een goede indruk krijg van uw persoon, van
uw karakter, uw manier van doen, omgaan
met andere mensen. Betrek hierbij uw
leefsituatie, uw opleiding en werk, uw
intieme relaties en vriendschappen, uw
hobby’s en interesses, seksualiteit, etc
De intake 9
• Houding van de diagnosticus bij dit deel:
• open, minder structuur geven, patiënt zelf
laten invullen
• verhelderingvragen, confrontaties met
tegenstrijdigheden, proefduidingen
De intake 10
• Let op:
• iemands vermogen om gevoelens te beleven
en te uiten, de introspectie, zelfobservatie
en reflectie
• iemands assertiviteit
• de vormgeving van seksualiteit en agressie
in het gedrag
• de trekken volgens cluster A, B of C.
De intake 11
• Cluster A: vreemd, bizar, achterdochtig
(paranoïde, schizoïde, schizotypisch)
• Cluster B: impulsief, overdreven,
emotioneel (theatraal, narcistisch, antisociaal, borderline)
• Cluster C: angstig, vermijdend, afhankelijk
(vermijdende, afhankelijke, obsessiefcompulsief, passief agressief)
De intake 12
•
•
•
•
Indien er voldoende tijd is:
gezin van herkomst,
beknopte levensgeschiedenis,
ziekten en problemen van ouders en
familieleden.
De intake 13
• Verwachting van psychologische hulp?
• Bereidheid om erin te investeren in
psychologische zin, in de zin van tijd, in
financiële zin.
• Mogelijkheden voor heteroanamnese.
• Uitleg van werkwijze in het vervolg
Doe een intake
• Let op de problemen, hiervoor genoemd
• Breng deze volgende week mee
• We leren van feedback aan elkaar
Download