Tijd en waanzin De mens, als homo sapiens, wordt beschouwd als zo’n 200.000 jaar al te bestaan. Men zou verwachten dat met de enorme wetenschappelijke ontwikkelingen en technologische ontwikkelingen en met de mens als nooit tevoren in zo’n grote getale aanwezig, dat onze overlevingskansen voor de komende 200.000 jaar vele malen groter zijn dan dat 200.000 jaar geleden het geval was. Mij lijkt het echter duidelijk dat de mens net in deze tijd veel nieuwe, nooit eerder voorgekomen, gevaren zal moeten vermijden teneinde het voortbestaan van de mensheid in een redelijke mate te kunnen verzekeren. Het is niet zo zeer dat de natuur zelf gevaarlijker is geworden. Tenminste, wat gevaarlijker is geworden aan de natuur, is dat de mens op allerlei manieren met de natuur begint te spelen en dat dit het voortbestaan van de mens zou kunnen bedreigen. En dan heb ik het (en zal ik het hebben) over dreigingen veel ruimer dan de dreiging van atoomwapens. Maar het is trouwens opmerkelijk hoe ‘vlot’ die ontwikkeling van atoomwapens is gegaan. Het lijkt er op dat een atoomwapen haast niet kon niet ontwikkeld worden. Laat ons de tijd even 500 jaar terug draaien. Toen, in de wetenschappelijke revolutie, was er een bloei in de wetenschappelijke ontwikkeling, waaronder de fysica. Er leek toen weinig reden te zijn om te veronderstellen dat die ontwikkeling zou kunnen leiden tot iets erg gevaarlijks. Zo kwam men vrij nietsvermoedend bij de ontdekking van het atoom, van straling, van neutronen tot uiteindelijk, in 1933, bij Leó Szilárd het vermoeden ontstond van de nucleaire kettingreactie. En waarschijnlijk, toen ook al, het vermoeden van een mogelijkheid van een atoombom. En dit vermoeden werd sterk bevestigd toen in 1939, door Leó Szilárd en Enrico Fermi, de mogelijkheid van een nucleaire kettingreactie in uranium experimenteel werd aangetoond. Zo vlot ging het. Niemand had op voorhand gekozen voor atoomwapens, atoomwapens lagen ergens op dit pad in onze wetenschappelijke en technologische ontwikkeling. En men moest slechts dit pad afwandelen om bij het idee van het atoomwapen uit te komen. Dus vanaf de wetenschappelijke revolutie leek het haast onvermijdelijk dat we gingen geconfronteerd worden met het idee van de atoombom. Maar daarom hoefde men de atoombom nog niet te bouwen. Maar kon het toen anders dan ze te bouwen? Ik bedoel dan, rekening houdend met het feit dat dit idee er kwam in een wereld vol conflicten. Kon men het zich veroorloven om niet te trachten een atoombom te maken, als een ander land dit mogelijk wel zou doen? En het leek nog veel minder te veroorloven toen even later het idee er was voor de nog krachtigere waterstofbom. Als één enkel land in de wereld over atoomwapens zou beschikken, dan zouden al die andere landen, overgeleverd zijn aan de goede wil van die kernmacht om dat wapen niet te misbruiken. Tenzij natuurlijk, als ze zelf over atoomwapens zouden beschikken. Dus dat men dan meent atoomwapens nodig te hebben om zich te kunnen beschermen tegen een ander land dat atoomwapens zou kunnen ontwikkelen of ontwikkeld hebben. Maar niet alleen uit bescherming natuurlijk, ook om als natie een sterkere positie te kunnen afdwingen, leken atoomwapens, voor verscheidene naties, onontbeerlijk. En die technologie heeft natuurlijk onze wereld, mede, geschapen. Nu, omstreden als het moge klinken, mogelijk was de 20e eeuw nog bloediger geweest, als er aan het eind van de tweede wereldoorlog geen kernwapens waren geweest. Het was mogelijk dan waarschijnlijker geweest dat de spanningen tussen een kapitalistisch blok en communistisch blok, zouden geleid hebben tot een derde wereldoorlog. Want kernwapens hebben wel degelijk een afschrikkend effect. Het ontneemt de garantie om een oorlog geleidelijk aan te beginnen en op te bouwen. Want bij het starten van een kernoorlog ontstaat de waanzinnige strategie, dat om de oorlog te winnen, men het kernwapenarsenaal van de vijand moet kunnen vernietigen, alvorens de vijand dit kan aanrichten bij hen. De Sovjet-Unie had zelfs (en is waarschijnlijk nog steeds operationeel) een semi-automatisch systeem, genaamd “Dead Hand”, dat, vermoedelijk, een kernaanval kon detecteren op Moskou. Het systeem zou dan een signaal sturen naar een ondergrondse bunker, waarna, dezen in de ondergrondse bunker, als het contact met hun oversten verbroken was, van daaruit, het systeem konden inschakelen. Dit systeem zou dan een signaal sturen naar verscheidene Russische lange afstandsraketten die dan automatisch zouden gelanceerd worden. En nu is natuurlijk de omstredenheid van mijn uitspraak, meer dan evident; als een kernoorlog uitbreekt, kunnen de gevolgen meer dan catastrofaal zijn. En niet slechts voor de miljoenen die waarschijnlijk zouden omkomen door de straling en de explosies van de kernbommen. Simulaties lijken aan te tonen dat een vrij “bescheiden” kernoorlog die leidt tot het ontploffen van zo’n 100 kleine kernbommen (15 Kiloton) zulke massale branden zou veroorzaken dat er een enorme hoeveelheid fijn stof in de atmosfeer geraakt, die de Aarde zou laten afkoelen, wel een decennia lang. i En dit zou vele oogsten kunnen laten mislukken en er zou een enorme hongersnood kunnen ontstaan, alsook een enorme schade aan vele ecosystemen. Zo gevaarlijk is deze technologie. De Koude Oorlog mag dan wel voorbij zijn, de mensheid is nog steeds afhankelijk en zal, mogelijk, nog lang afhankelijk zijn, van het beloop van de relaties tussen die kernmachten en andere naties en van de beslissingen van hun leiders. En als de technologische ontwikkeling, mede, een oorzaak kan zijn van zulke enorme risico’s, dan brengt dit de vraag op: Zou het kunnen dat er nog nieuwe technologische risico’s op komst zijn? Wat bvb. met het maken van kunstmatige virussen. Dit gebeurt al sinds 2002. Is het mogelijk dat zo’n virus uitbreekt en losgelaten wordt op de mensheid? Waarschijnlijk worden deze virussen nu ‘slechts’ gemaakt in verscheidene laboratoria. Is het mogelijk dat naar de toekomst toe het maken van zulke virussen toegankelijker wordt? Het lijkt erop. Opmerkelijk genoeg, is het nu al mogelijk. Een erg grove beschrijving gaat als volgt: Download een genoom van een virus. (Vele genomen zijn online te vinden) ii Breng er een wijziging in aan. Print dit gewijzigde genoom met DNA-printer. iii Injecteer het in het virus. En voor vele virussen werkt dit, dat als men dit DNA in het virus plaatst, dat het virus dit DNA inderdaad kan gebruiken om het te injecteren en zich te vermenigvuldigen. Vast niet het makkelijkste doe-het-zelf project, maar gezien de enorme schade dat zo’n virus zou kunnen berokkenen, toch erg zorgwekkend. En ook kunstmatige bacteriën zouden een mogelijkheid kunnen zijn. Ook dit bestaat eigenlijk al, reeds in 2010, werd een kunstmatig genoom in een bacterie geïnjecteerd, waarvan het oorspronkelijke genoom verwijderd was. En verwacht wordt dat de biotechnologie nog toegankelijker zou worden. Er wordt gesteld en ik denk terecht, dat als men deze biotechnologie laat verder ontwikkelen, dat er op korte termijn, mogelijk 10 jaar of zelfs minder, bvb. DNA printers te koop zouden zijn die zo prijslijk zouden zijn dat haast iedereen ze zou kunnen veroorloven. iv Waar het op neer komt is, dat men dan zou kunnen beginnen, in zekere zin, met virussen te kunnen sturen via het ‘menselijke internet’, want virussen hebben natuurlijk het potentieel om zich te kunnen verspreiden doorheen de mensheid. Voor mij lijkt het duidelijk dat dit nu al vraagt om een strenge regulering zowel op de verkoop van die technologie als op de verdere ontwikkeling van die technologie. Want het lijkt mij duidelijk dat anders enig therapeutisch potentieel dat zulke kunstmatige virussen zouden hebben (in de naïeve veronderstelling dat deze veilig zouden zijn) al snel overschaduwd zouden worden door de enorme risico’s. Het lijkt zelfs noodzakelijk, nu al, om massaal veel onderzoek te doen naar hoe de mens te kunnen beveiligen tegen zulke virussen en het gebruik van deze virussen. En hoe zouden we ooit kunnen bescherming garanderen tegen de zovele mogelijke virussen en hun gemuteerde varianten? Lijkt me quasi onmogelijk. Maar zelfs als we genetisch terrorisme uitsluiten, dan nog lijkt het onrealistisch om rampscenario’s uit te sluiten. Want waarschijnlijk zullen kunstmatige virussen en kunstmatige bacteriën gebruikt worden, voor medische toepassingen en voor industriële toepassingen, zoals voor de olie-industrie, de landbouw of de farmaceutica. En zullen wetenschappers dan ons een garantie kunnen geven dat er niets ernstig mis kan gaan? Ik betwijfel het ten zeerste. We hoeven slechts de geschiedenis te bekijken om vast te stellen hoe onverantwoordelijk de economie en politiek omgaat en omgegaan heeft met de omgeving en met technologie. Er is het probleem van vuilnis, dat verantwoordelijk is voor vele schade aan ecologische systemen en aan de mens zelf, zoals zichtbaar aan de hormonale afwijkingen en allerlei ziekten door de vervuiling van grondwater met zware metalen en tienduizenden chemicaliën. En dan is er nog de vervuiling van lucht en de opwarming van de Aarde, schade door fijn stof, huidkanker door schade aan de ozonlaag, schade aan de longen door asbest, het softenon drama, het gebruik van DDT, kankerverwekkende plastiek... De lijst is enorm. De toepassing van technologie is zelf vaak de oorzaak van problemen. Soms doordat men de problemen niet voorzien heeft. Soms omdat bedrijven de voor hen meest economische oplossing zoeken. Het is goedkoper om te storten, het is goedkoper om CO2 niet op te slagen. Wat dus wil zeggen dat dit systeem erg hardnekkig moet gecorrigeerd worden. En dit gebeurt duidelijk erg gebrekig. Het is eigenlijk een gebruikelijk en terugkerend fenomeen in onze technologische samenleving; we passen een nieuwe technologie toe, er duikt een, meestal, onvoorzien probleem op. En dan tracht men, eventueel of gedeeltelijk, om dit probleem aan te pakken. Dit is de gebruikelijke procedure. Al honderden jaren wordt het milieu en onze gezondheid aangetast. Tot op de dag van vandaag, het probleem is er nog steeds en in enorme proporties. En dit probleem is natuurlijk deels te omzeilen, door meer onderzoek te doen naar mogelijke gevaren. Maar het is nooit helemaal te omzeilen. Men kan veel onderzoek doen naar welke negatieve impact een bepaalde technologie zou kunnen hebben, maar er is altijd de kans dat er iets onvoorziens opduikt, dat is quasi niet te voorkomen. Bovendien, ik denk niet dat er in de moderne samenleving in de nabije toekomst ineens zoveel voorzichtiger en verantwoordelijker zal omgesprongen worden met technologie. En als men dan een zo imposante technologie als het maken van kunstmatig leven, gaat toepassen, dan vraag ik me af hoe groot die onvoorziene nadelen wel zouden kunnen zijn. Trouwens, wetenschappelijk onderzoek heeft al reeds genetisch materiaal van genetisch gemodificeerde maïs teruggevonden in traditionele maïsrassen in Mexico. v Wat moeilijker aan te tonen is, maar waar wel vermoedens rond zijn, is dat die overdracht van genen zou kunnen gebeurd zijn via horizontale genoverdracht vi. Dat zijn genen die zich verspreiden tussen organismen, zonder dat die organismen aan elkaar verwant hoeven te zijn. Eén manier waarop dit kan, is via virussen die genetisch materiaal overbrengen, tussen organismen. In welke mate die horizontale genoverdracht plaatsgrijpt tussen planten is nog onduidelijk. Maar bij bacteriën is het duidelijk dat dit plaatsgrijpt. En alzo is er niet alleen het gevaar dat genetisch gemodificeerde bacteriën zouden kunnen ontsnappen in het milieu. Er is ook nog het gevaar dat er genen zich zullen verspreiden naar niet-genetisch gemodificeerde bacteriën. Stel je dat is voor, genetische junk, verspreid doorheen de biosfeer. Hoe zou men die opruimen? Wat voor gevolgen zou dit kunnen hebben... Algemener gesproken, met al de doorbraken die worden verwacht in biotechnologie, nanotechnologie, neurologie en informatietechnologie lijkt er de verwachting te zijn bij vele wetenschappers, en ik denk terecht, dat onze technologische ontwikkeling in de komende decennia of zelfs eerder, een enorme impact zal maken op ons leven en de samenleving en de wereld. En met een technologische ontwikkeling die steeds sneller en sneller loopt, zullen ook die impacten ons steeds sneller en sneller op ons afkomen. Maar bij de technologische doorbraken die veel impact zullen maken, is er ook de neiging, dat als er iets, onvoorziens of ‘voorziens’, misloopt, dat de impact daarvan ook erg groot kan zijn. Zodat er de mogelijkheid is dat we niet op weg zijn naar een tijd waarin de mens steeds meer controle heeft op de omgeving, maar mogelijk steeds minder. Onze kennis zal dan wel toenemen, ook tot het omgaan met toekomstige problemen, er is geen zekerheid of die kennis voldoende groot zal zijn. En er is geen zekerheid dat overheden en andere organisaties en bedrijven zich degelijk kunnen en zullen organiseren om zo’n probleem aan te pakken. De wetenschappelijke ontwikkeling is vrij onvoorspelbaar. De impact die ze zal hebben op de samenleving, is nog onvoorspelbaarder. En als inderdaad de wetenschappelijke ontwikkeling meer impact zal maken en steeds sneller die impact zal maken, dan neigt de onvoorspelbaarheid toe te nemen. En mogelijk aan een versnellend tempo. Wat zijn de grootste gevaren voor het voortbestaan van de mensheid? Een uitbarsting van een supervulkaan? Een meteorietinslag? Wel, misschien is het grootste gevaar voor de mensheid, onze eigen ‘beschaving’. De dreiging is nu wat afgenomen, doordat de koude oorlog verdwenen is. Maar in de jaren ’50 en ‘60 was de dreiging voor de mensheid waarschijnlijk groter, dan er ooit een dreiging is geweest voor de mensheid sinds, waarschijnlijk, vele, vele millennia. En met nieuwe technologie en een steeds versnellende technologische ontwikkeling en weinig voorbereidheid op die technologie, gaan we mogelijk een nieuwe hevige en mogelijk erg gevaarlijke periode tegemoet. Met nieuwe vrij onvoorziene dreigingen. Natuurlijk is het zo, dat als er een dreiging komt vanuit de technologische ontwikkeling, dan komt die dreiging vanuit hoe er met die technologie omgegaan wordt. Maar het is al zo vaak gebleken dat men, helemaal, geen garantie heeft dat er zorgvuldig zal omgegaan worden met technologie. Uiteindelijk zal die krachtige en steeds krachtigere technologie toegepast worden in de niet zo ideale maatschappij en wereld, met haar onvoorspelbaarheid, haar onvoorzichtigheid, haar politieke en economische belangen en haar te bevragen intenties. Zodat het meer lijkt alsof er met de mensheid gegokt wordt. En dat dit gokken, de grootste dreiging is voor de mensheid. Met al die veranderingen en al die dreigingen is de tijd zo onvoorspelbaar geworden. Dit fenomeen van dreiging en verandering is natuurlijk niet nieuw. De 20e eeuw, is zo’n eeuw gebleken. En die onvoorspelbaarheid in haar verloop is niet moeilijk aan te tonen. Als men aan het begin van de 20e eeuw, allerlei intellectuelen en leiders had bijeengebracht om de 20e eeuw te voorspellen, dan zou men waarschijnlijk falen om dit nauwkeurig te doen omdat waarschijnlijk kernwapens al niet zouden voorspeld zijn, immers, men wist nog nauwelijks iets over het atoom. En zou er kunnen voorspeld zijn dat er wereldoorlogen gingen plaatsvinden? Of dat de wereld zich ging opdelen in communisme en kapitalisme? Meer dan waarschijnlijk niet. En ik denk dat het voor de 21e eeuw ook zo is. Wie had enkele jaren op voorhand de opkomst van sociale netwerken kunnen voorspellen? Of de oorlog in Irak? Het is erg moeilijk. Zelfs de financiële crisis van 2007-2008, die te voorspellen was, werd slechts door weinigen voorspeld. En in die weinige controle die we kunnen garanderen, zullen er mogelijk grote beslissingen moeten genomen worden om catastrofes te vermijden. En het zal zeer zorgvuldig moeten gebeuren. En we hebben gewoonweg weinig garantie op zulke zorgvuldigheid. Dit is ook al veelvuldig gebleken. Volgens Robert McNamara vii, voormalig Amerikaans minister van defensie, kwam men, tijdens zijn ambtstermijn (1961-1968), 3 maal erg dicht bij een kernoorlog. Op 27 oktober 1962, tijdens de Cubacrisis, werd een B-59 Sovjet duikboot, die een nucleaire torpedo aan boord had, door de VS bestookt met dieptebommen. Mogelijk opdat de duikboot dichter bij het wateroppervlak zou komen, zodat men deze kon identificeren. De duikboot bevond zich toen te diep in het water om radiosignalen op te vangen, zowel van de VS als van de USSR, en de kapitein, onzeker of een nucleaire oorlog al begonnen was, wou een nucleaire torpedo lanceren. Hiervoor diende er echter een unaniem akkoord te zijn van de kapitein en 2 andere officieren. Uiteindelijk was slechts 1 man, Vasili Arkhipov, tegen de lancering. En het was mogelijk die ene man, die toen een kernoorlog had voorkomen. Het is een geluk dat wij die koude oorlog ‘zo goed’ zijn doorgekomen. Hoe goed zullen wij de 21e eeuw doorkomen? De 21e eeuw zal ons waarschijnlijk een stortvloed geven van allerlei nieuwe risico’s, komende vanuit de technologische ontwikkeling en vanuit de regeringen en economie die de bestaande en toekomstige technologie zullen toepassen. En ik acht het waarschijnlijk dat die technologie in de nabije toekomst zal toegepast worden in een niet zo stabiele omgeving. Eerst en vooral is het al duidelijk hoe instabiel dit financieel systeem wel is. Het lijkt haast op een economisch strijdveld. Landen die failliet gaan, mede door een corrupt beleid maar ook mede door een financiële crisis, die eigenlijk quasi met voorbedachte rade is bewerkstelligd, door de bevolking van de V.S. een niet afbetaalbare schuldenlast aan te smeren. En met globale gevolgen. En een financieel systeem dat zo instabiel kan zijn, is niet de meest beloftevolle omgeving voor gezonde politiek. Want over de politiek gesproken, vele naties willen natuurlijk niet speculeren op hun economie. Wel… soms is er corruptie en halen politici hun eigen economie onderuit. Maar ook is er vaak een politiek streven naar een sterke economie. Want een sterke economie is de basis van hun slagkracht in de wereld. En dit veronderstelt, o.a., voor vele naties, het blijven nastreven van een sterke positie in hun technologische ontwikkeling, want innovatie is een centrale component in het kunnen behouden van een sterke economie. Maar het veronderstelt ook, voor sommige naties, zoals de VS, China en Rusland, dat een sterke economie ook de garantie is, tot het kunnen uitvoeren van hun geopolitieke belangen of hun wens of mogelijkheid daarnaartoe. Want een sterke economie is de basis tot het kunnen uitbouwen van een daadkrachtig gemoderniseerd leger. Zo is er bij Rusland en China een aanzienlijke stijging van het militaire budget. Rusland wil het militaire budget verhogen met 59% in 2015, vergeleken met 2012. viii China maakt al een decennia een enorme militaire opmars van jaarlijkse stijgingen van wel zo’n 10% en maakt een inhaalbeweging naar de V.S. toe. Anno 2012 heeft China een budget van zo’n 143 miljard dollar. Wat nog steeds slechts een fractie is van het 711 miljard dollar ix tellende budget van de VS. Maar aangezien China meer koopkracht heeft (voor hetzelfde geld) is dit verschil in werkelijkheid een stuk kleiner. Enige onrust in hoe technologie ook politiek zal toegepast worden, naar de toekomst toe, lijkt zeker gerechtvaardigd. Want niet alleen lijken supermachten zoals Rusland en de China zich te bewapenen. En lijken ook India en Japan te trachten hierin mee te gaan, mogelijk als reactie op China. Ondertussen ontwikkelt zich ook de militaire technologie verder en verder. De kracht van de toekomstige wapens worden nu ontwikkeld. De V.S. heeft bvb. een organisatie als DARPA, die elke technologie waarvan er, ook al is het vergezocht, een mogelijk krachtige militaire toepassing zou kunnen uit ontstaan, onderzoekt of laat onderzoeken. En Rusland is nu begonnen met het financieren van een gelijkaardige organisatie. Ondertussen beschikken reeds zo’n 50 landen over onbemande luchtvaartuigen. x Dit zijn, meestal, vliegtuigen die van op afstand worden bestuurd. Zo waren er in de oorlog in Afghanistan, in 2012, 333 Amerikaanse en 106 Britse aanvallen met zulke onbemande luchtvaartuigen of UAV’s. xi Zo heeft men dus soldaten, die ’s ochtends van thuis uit naar de militaire basis rijden, zich achter een computerscherm plaatsen en hun missie starten. Gaan we dan naar een meer virtuele of meer geautomatiseerde oorlog? Misschien. Misschien niet. Zulke UAV’s gebruiken GPS-signalen en naties zoals China en VS hebben reeds gedemonstreerd dat ze in staat zijn satellieten neer te schieten. En mogelijk heeft Iran reeds een Amerikaanse UAV laten landen in Iran door de UAV valse GPS-data door te sturen. xii Anders gezegd, het wordt allemaal erg complex. En het verandert allemaal erg snel. En niet alleen de oorlogsvoering. Ook op de vrije markt komen er steeds sneller allerlei nieuwe producten uit, die een overvloed geven van verschillende toepassingen. Nieuwe technologie wordt steeds sneller toegepast in allerlei vernieuwende industriële processen. En het wordt steeds moeilijker om er een heldere overzichtelijke blik in te behouden. Men moet steeds meer moeite doen om te kunnen volgen met wat er gaande is. Niet alleen voor de bevolking, ook voor de zogenaamde experts. Wetenschappers doen onderzoek op een klein subdomein in hun discipline. Politici krijgen een overvloed aan nieuwe technologie die ze op een degelijke manier moeten reguleren en begrijpen hoe het best (en veiligst) toe te passen. Het kan zijn dat sommigen nog een vrij heldere blik kunnen behouden op hun discipline. Maar ook dit zal moeilijker worden als de complexiteit en de mate van verandering blijft toenemen. En nog veel moeilijker is het om een heldere blik te verkrijgen op het geheel van wendingen die zich afspeelt tussen technologie en de samenleving en de vrije markt en het beleid. En het is logisch dat dit plaatsgrijpt. Steeds meer technologie geeft steeds meer toepassingen en geeft een steeds veeltalliger gebruik van al die toepassingen en steeds sneller nieuwe wendingen tussen al die toepassingen. De wereld wordt complexer. Maar ondertussen wordt technologische ‘vooruitgang’ steeds meer een drijvende kracht, in de industrie, voor de vrije markt, voor overheden. En alzo, hieraan verwant, wordt onvoorspelbaarheid een steeds grotere drijvende kracht. De tijd lijkt steeds onvoorspelbaarder te worden. Bovendien raakt de tijd zelfs steeds meer geautomatiseerd in de richting van het verder toepassen van technologie voor economische of politieke doeleinden. Zodat dus de mens steeds meer de controle begint te verliezen, over de tijd. En men heeft dan wel een reden om te hopen dat een oorlog uitblijft tussen de naties met hun hoogtechnologische militaire slagkracht. Men heeft een reden om dat te hopen omdat naties mogelijk een steeds onduidelijker beeld krijgen over welke technologische mogelijkheden de vijand beschikt en over welke strategieën toe te passen. De oorlogsvoering zou zelf complexer en onoverzichtelijker kunnen worden. Net zoals dat het geval was tijdens de Koude Oorlog. En als een oorlog uitbreekt, dan zal één strategie zijn om de technologie van de vijand uit te schakelen alvorens de vijand dat bij hen kan doen. Maar als een oorlog zou aangegaan worden en één natie zou de technologie van de andere naties kunnen onderuit halen, dan zou het kunnen dat deze natie een alleenheerschappij kan garanderen. Er zijn nog wel de kernwapens. Maar men is nu bezig om de technologie om kernwapens af te weren, een raketschild, verder te ontwikkelen. Zo kan een natie enige garantie hebben dat kernwapens het land niet zullen raken. Ik heb er geen idee van of dit zal gebeuren. Het zal afhangen van welke technologie allemaal ontwikkeld wordt. En het zal afhangen van de beslissingen van de leiders die ze kunnen toepassen. En het zal afhangen van allerlei onfortuinlijke of fortuinlijke omstandigheden. Maar ik sluit niet uit dat de wereld een globale politieke transformatie zou kunnen doormaken op korte tijd, door het uitbreken van een oorlog. En als dit nog niet overtuigend genoeg is. Als zo’n oorlog niet uitbreekt, dan is het mogelijk dat de wereld steeds chaotischer wordt, steeds meer uit de hand loopt, door haar onvoorspelbaarheid en door de onvoorzichtigheid in het toepassen van die steeds krachtigere technologie. En geen van beide risico’s horen eigenlijk genomen te worden. ‘De mensheid’ is aan het gokken met de toekomst. Technologie heeft een enorm potentieel voor de mens. Maar ze wordt niet toegepast in de ‘ideale’ wereld, ze wordt toegepast in deze wereld, met deze mensen en met haar economisch en politiek imperialisme. En in deze wereld lijkt mij eenzelfde verder onvoorzichtigheid omtrent technologie erg ongepast. Het is veel te risicovol. Het is als de deur naar mogelijke catastrofes open zetten. Men zou kunnen politieke akkoorden bereiken tot welke technologie te onderzoeken en toe te passen. Theoretisch gezien dan toch. In de praktijk is het denk ik zo dat de VS, die marktleider is militaire en andere technologische ontwikkeling, die koppositie verder wilt uitbouwen. En wie zal hen zeggen om da niet te doen? Het is prima begrepen dat de VS zich de vele oorlogen en de vele acties van de CIA zich kan veroorloven omwille van de Amerikaanse overmacht op economisch en militair vlak. En de gevolgen van haar beleid zijn desastreus. John Stockwell, ex-CIA, gaf reeds eind jaren ’80 het cijfer van 6 miljoen doden, in wat hij noemde de oorlog tegenover de derde wereld die gevoerd werd met betrokkenheid van de CIA. xiii En niet elke natie lijkt zich bij dit Amerikaanse model neer te willen leggen, zoals zichtbaar in hun militaire uitbestedingen. Zodat het mij lijkt dat achter het handgeschud en het geglimlach er een heel andere wereld plaatsgrijpt. Een wereld van imperialisme. Er lijkt nog steeds geen andere manier te zijn, voor die andere supermachten, dan om mee te gaan in die militaire en economische wedloop als ze ook iets willen te zeggen hebben. Zoals bvb. China doet. En naties rondom China, zoals India en Japan, die merken dat China zich militair wil laten horen, wel, zij trachten zich ook te bewapenen. En niet zo onbegrijpbaar natuurlijk, want die wens tot imperialisme zou wel is uitgevoerd kunnen worden. Zoals dat al zo vaak gebeurd is in deze wereld. En ik meen te snappen dat die richting van bewapening inderdaad vrij aanlokkelijk is, omwille van dit wantrouwen. En gekoppeld aan de wens van dit imperialisme. En gekoppeld natuurlijk aan het feit dat er zeer krachtige wapens en technologie bestaan die zouden kunnen gebruikt worden, wat het wantrouwen of argwaan tussen elkaar veel groter maakt. Dus het wantrouwen zou wel is terecht kunnen zijn. En de bewapening, die velen nastreven of proberen na te streven, is hier, denk ik, het resultaat van. En dit maakt het wantrouwen van de tegenpartij dan weer groter. Dat is het probleem met macht. Het is moeilijk om garantie te krijgen dat die macht goed gebruikt zal worden. En één oorzaak van macht, is natuurlijk, technologie. En enigszins kan een politiek systeem dit misbruik van macht afremmen. Maar naarmate de technologie krachtiger en krachtiger wordt, zal de potentiële schade die technologie kan aanrichten door misbruik of onvoorzichtigheid toenemen. In die zin is het zo dat een verdere technologische ‘vooruitgang’, eigenlijk gelijk staat aan het afstaan van macht aan deze instanties die de macht zullen hebben over deze technologie. Technologie kan het potentieel geven om steeds meer controle te krijgen over de natuur, maar wie gaat die technologie gebruiken? Het zijn vooral de industrie, het is de bedrijfswereld of corpocratie en het zijn overheden. En zij zijn vaak niet de meest morele, voorzichtige gebruikers. Zij zijn gedreven door economische en/of politieke belangen. En in hun handen zal een steeds krachtigere technologie een steeds groter risico worden en mogelijk, een steeds grotere vergissing. Maar zullen ze zich ‘bekeren’? Het lijkt van niet. De technologische ontwikkeling functioneert als een grote internationale business die, op elk niveau, zo snel mogelijk haar doelen zal nastreven. Dus het is moeilijk om de technologische vooruitgang te stoppen. En er blijft weinig tijd over. Als we de biotechnologie als voorbeeld nemen, dan staan de risico’s al aan de deur. En als de wereld inderdaad niet uit elkaar begint te vallen onder de exponentiële versnellende technologische vooruitgang met haar exponentieel groeiend aantal toepassingen in haar exponentieel groeiende complexiteit waar dan exponentieel meer beslissingen zullen moeten in genomen worden met steeds minder vooruitziendheid, wel dan zou men volgens sommigen uitkomen bij een technologische singulariteit. Dit is mogelijk de meest populaire prognose van onze toekomst. Ze gaat ongeveer als volgt: De technologie zal blijven exponentieel versnellen tot er een moment komt waarop er een explosie van intelligentie komt. En dit kan zowel een explosie zijn in artificiële intelligentie, met artificiële intelligentie die steeds intelligentere artificiële intelligentie creëert. Of die explosie kan er komen doordat met technologie gekoppeld aan onze hersens, zodat onze eigen intelligentie verhoogd wordt en dat deze technologie om onze intelligentie te verhogen steeds beter wordt, zodat wij steeds intelligenter worden. En dat vanaf het moment dat die intelligentie de hoogte begint in te gaan, de wereld hierdoor, op korte tijd, een krachtige metamorfose zou doormaken. Aldus die singulariteit. Hoe zal de wereld hierdoor veranderen? Wel, het lijkt dat dit buiten ons vermogen is om nu te vatten, omwille van onze beperkte kennis, informatie en intelligentie. Het lijkt mij allemaal erg speculatief, maar even aangenomen dat het zo zou zijn, hoef ik nog te zeggen dat intelligentie een zeer krachtig wapen kan zijn dat kan misbruikt worden? Als kunstmatige intelligentie mogelijk is, wie zal ze gaan gebruiken? En voor welke doeleinden? En met welke mogelijkheden? Het grootste experiment ter wereld, is de wereld zelf. En hoe verder men erin gaat, hoe experimenteler het wordt. Maar hoe het zal belopen, ik heb geen idee. Ik heb in deze tekst ingezoomd op de risico’s die de mensheid zouden kunnen te wachten staan. En waarom dat zo zou kunnen zijn. In dit te doen, heb ik zelf, een onvolledige blik geschetst, op de wereld. Hoe groot de risico’s zullen blijken te zijn, zal afhangen van vele beslissingen. Het is niet in te schatten. Toch geeft het ook wel een déjà vu gevoel als men ziet hoe naïef men wetenschappelijk onderzoek nu toepast. Alweer, geen idee hebbend, tot wat de impact zal zijn. En zo racen we voort. Zonder anticipatie. Blind voor de waanzin. Het is alsof de mensheid op een trein zit (de trein als cultuur) die steeds sneller en sneller rijdt. Een trein waarvan het niet geweten waar die naartoe gaat. Waarvan het niet geweten is of er een bom aan boord is. En waarbij de meeste mensen relatief rustig aan boord zitten. En het is niet zo zeer dat ze rustig zijn omdat er lekkere koffie aan boord is. De meesten zijn rustig omdat ze weinig besef hebben van hoe de situatie van de trein is. i http://www.atmos-chem-phys.org/7/2003/2007/acp-7-2003-2007.pdf http://www.ncbi.nlm.nih.gov/genomes/GenomesHome.cgi?taxid=1023 iii https://www.dna20.com iv http://articles.washingtonpost.com/2011-12-07/national/35286045_1_synthetic-biology-mycoplasmamycoides-craig-venter v http://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3001031/ vi http://www.i-sis.org.uk/TransgenicPollution.php vii Morris, Errol, dir. The Fog of War: Eleven Lessons from the Life of Robert S. McNamara. 2003. Film. viii http://en.rian.ru/military_news/20121017/176690593.html ix http://en.wikipedia.org/wiki/List_of_countries_by_military_expenditures x http://ngm.nationalgeographic.com/2013/03/unmanned-flight/horgan-text xi http://www.globalresearch.ca/new-figures-almost-1500-usuk-drone-strikes-in-afghanistan-since-2009/5311217 xii http://en.wikipedia.org/wiki/Iran-US_RQ-170_incident xiii http://www.informationclearinghouse.info/article4068.htm ii