Vlugschrift Vluchtelingen Jrg. 15 nr. 3 – maart 2017 Geesje Werkman, Kerk in Actie, Postbus 456, 3500 AL Utrecht Telefoon (030) 880 17 56 Email: [email protected] _________________________________________________________________________________ Het vlugschrift verschijnt maandelijks en wordt samengesteld uit tal van berichten die binnenkomen bij Kerk in Actie, wij nemen o.a. diverse berichten over uit de Nieuwsbrief van het LOS, Informatie van VluchtelingenWerk Nederland, en de wekelijkse up date WOK van het UAF. Bijeenkomsten Ontheemd, Een beeldende en muzikale locatievoorstelling, 24 februari –14 mei Rotterdam Meer dan zestig acteurs met en zonder beperking spelen een beeldende en muzikale voorstelling in een grote fabriekshal in Rotterdam. Hoe overleef je als je niets meer hebt. Ontworteld en vervreemd. Verzuipend in de massa. In een omgeving die je niet kent. Op zoek naar ruimte. Muziek, zang, geuren, dromen. Het zijn lichtpuntjes. Kunst troost. http://www.rcth.nl/theater/ont-heemd/ Movies that Matter Festival, 24 maart-1 april, Den Haag Dit internationale film- en debatfestival over mensenrechten, vrede en vrijheid presenteert naast zeventig spraakmakende films, een verdiepingsprogramma met Q&A´s, debatten met internationale gasten en muziekoptredens. The Other Side of Hope - auteursfilmer Aki Kaurismäki toont de kruisende paden van een Finse handelsvertegenwoordiger en een Syrische vluchteling. Lees hier meer! A157 - In een Turks vluchtelingenkamp vertellen pubermeisjes hun schokkende verhaal over hoe zij slachtoffer werden van de gruweldaden van IS-strijders. Lees hier meer! The Wait - Rokhsar is 14 jaar oud en woont met haar familie in Denemarken. Ze spreekt vloeiend Deens en voetbalt bij een lokale club, maar ze geen verblijfsvergunning. Het wachten duurt eindeloos en trekt een zware wissel op de jonge tiener. Lees hier meer! http://www.moviesthatmatter.nl/festival. Stuck in Greece, 31 maart 19.00 uur Pakhuis de Zwijger Amsterdam The refugee crisis is not over. Greece is no longer a temporary place to rest as part of a journey to Europe. It has rather become a prison, a wall guarding the EU. Refugees arrive much faster than they are being processed, leading to long and uncertain waiting times. Methkal, Omar, and Abdulazez are three Syrian refugees currently stuck in Greece. They tell their stories through poetry and photography, shedding light on the personal side of the situation. We will hold interviews over sky pe. Separated over distance and circumstance, we hope to bring us closer to each other. The evening will also include a lecture by an academic in the field of migration, to give a deeper understanding of the situation. Furthermore, stories will be told by both refugees and volunteers, whose experiences give more insight into the situation of refugees at the edges of Europe today. https://dezwijger.nl/programma/stuck-in-greece. Artikel 1-lezing 2017 door prof. mr. Job Cohen, 7 april 15.00-17.00 uur Op 1 januari 2015 werden drie grote taken op het sociale domein gedecentraliseerd en toebedeeld aan de gemeenten. Dat betekent dat iedere gemeente haar taken op het terrein van zorg, maatschappelijke ondersteuning en arbeidsparticipatie op zijn eigen manier aanpakt. Dat leidt er onherroepelijk toe dat de ene gemeente zijn burgers meer zal bieden dan een andere. Hoe verhouden deze ontwikkelingen zich tot het gelijkheidsbeginsel? Daarover zal prof. mr. Job Cohen (Thorbeckehoogleraar Gemeenterecht / Gemeentekunde, Universiteit Leiden) spreken tijdens de jaarlijkse Artikel 1-lezing. Locatie: Raadzaal, Achter Sint Pieter 200 te Utrecht De toegang is vrij. Aanmelden kan per mail naar: [email protected] vóór 1 april 2017. Netwerkbijeenkomst Bed, Bad en Brood en de 4eB, 12 april 13.30-17.30 uur, Rotterdam Op 12 oktober vond in Rotterdam de eerste conferentie plaats rondom het thema de Bed, Bad en Brood-regeling (BBB). Er werden verschillende kanten belicht van de regeling en de situatie van de betrokkenen die er gebruik van maken. Met name de politieke impasse waarmee eind vorig jaar de regeling op losse schroeven kwam te staan, heeft het discours erover nog urgenter gemaakt. Net voor de kerst werd er dan ook een netwerkbijeenkomst georganiseerd door de gemeente Rotterdam waarbij de noodzaak erkend werd tot het starten met de vierde B van begeleiding. De NAS heeft de toezegging gedaan de mogelijkheden en onmogelijkheden van de vierde B te onderzoeken. Op 12 april worden de voorlopige onderzoeksresultaten gepresenteerd en gebruikt als uitgangspunten voor de ontwikkeling van de vierde B. Aanmelden: [email protected] (uiterlijk 15 maart). Tentoonstelling: OPLOSSING OF UTOPIE? Ontwe rpen voor vluchtelingen, 20 mei-3 september Amsterdam Er zijn momenteel 60 miljoen mensen op de vlucht of om andere redenen ontheemd. Ontwerpers en architecten kunnen bijdragen door goedkope en/of slimme oplossingen te ontwikkelen. In de tentoonstelling Oplossing of Utopie? Ontwerpen voor vluchtelingen presenteert het Stedelijk projecten van de afgelopen jaren dit met dit doel zijn ontwikkeld, en biedt daarbij een platform voor discussie over de rol die ontwerpers, architecten en bedrijven kunnen spelen in deze maatschappelijke kwestie. Meer info: hier. Kerk in Actie De rol van de kerk op terrein vluchtelingen/asiel in Nederland /Europa Op 19 mei 2017 zal in het Dienstencentrum van de PKN een conferentie worden gehouden met als titel ‘De rol van de kerk op terrein vluchtelingen/asiel in Nederland/Europa’. Het programma is bijna vastgesteld nu. We beginnen om 9.30 uur en het programma duurt tot 16.00 uur. Sprekers o.a. Dr. René de Reuver, Ds. Ineke Bakker, Mr. Pim Fischer, Dhr. John van Tilborg, Dr. Tineke Strik en Mw. Doris Peschke. Dit is tevens de laatste werkdag van Geesje Werkman. Voor aanmeldingen: [email protected]. Organisaties Het MOO (Medische Opvang Ongedocumenteerden) is verhuisd Postadres: Postbus 8888; 1006 JB Amsterdam Bezoekadres: Dr.H.Colijnstraat 31; 1067 CA Amsterdam Telefoonnummer: 020-7753478; 06-40308918 Faxnummer: 020-8454191 Email: [email protected]. Turkse asielzoekers: standpunt VluchtelingenWerk en oproep VluchtelingenWerk vindt dat er vanwege de verslechterde situatie in Turkije dringend een nieuw ambtsbericht nodig is, en dat er hangende dit onderzoek een besluit- en vertrekmoratorium ingesteld moet worden voor Turkse asielzoekers. Dit staat in een notitie die vandaag op VluchtWeb is gepubliceerd. Volgens VluchtelingenWerk zou het besluitmoratorium niet moeten gelden voor asielzoekers met geloofwaardige (vermeende) oppositie-activiteiten, zoals Gülen-aanhangers, politiek actieve Koerden, kritische journalisten en medewerkers van als ‘kritisch’ bestempelde ngo’s. Zij zouden in de algem ene asielprocedure een vluchtelingenstatus moeten krijgen. In de notitie wordt kort ingegaan op belangrijke landeninformatie over de situatie na de mislukte coup. De positie van Gülen-aanhangers en politiek actieve Koerden krijgt specifieke aandacht. Voor uitgebreidere landeninformatie over deze en andere onderwerpen kunt u contact opnemen met de Helpdesk. Oproep VluchtelingenWerk komt graag in contact met rechtshulpverleners van Turkse asielzoekers die uitgezet dreigen te worden. U kunt hiervoor contact opnemen met de Helpdesk (020-3467250 of [email protected]). Publicaties ‘Volg je dromen tot je niet langer kunt leven’, retrospectief onderzoek onder ama’s (jan17) De onderzoekers zijn op zoek gegaan naar alleenstaande jonge vluchtelingen die ze zelf jarenlang hebben begeleid om te zien hoe het met hen gaat. Is het hen gelukt een toekomst op te bouwen? Maken zij hun dromen waar? Voelen zij zich thuis in Nederland? De verhalen gaan over blijdschap, dankbaarheid en ambities. Maar ook over stress, eenzaamheid en onrecht. Het zijn verhalen die nog onvoldoende worden gehoord, aldus de jongeren zelf. Verhalen die verteld moeten worden zodat zij meer zichtbaar worden in de maatschappij: op school, op het werk, op de voetbalclub en in de buurt. Want zichtbaar zijn en gehoord worden is de eerste stap om als volwaardig burger mee te kunnen doen. http://vriendenvansamah.nl/ wp-c ontent/uploads/2017/01/Volg-je-dromen-tot-je-niet-langer-kuntleven.pdf. Pharos: Bewogen Terugkeer, tweede druk Dit boek beschrijft de methodische aanpak van psychosociale begeleiding van potentiele terugkeerders en richt zich op het proces van het maken van keuzes ten aanzien van de persoonlijke toekomst. Het is vooral bedoeld voor begeleiders van (afgewezen) asielzoekers en ongedocumenteerden. De methodiek geeft inzicht in het complexe bes luitvormings- en voorbereidingsproces waarin (ex)asielzoekers en ongedocumenteerden zich bevinden. Daarnaast geeft de auteur praktische aanwijzingen aan begeleiders hoe ze het onderwerp ‘terugkeer’ bespreekbaar kunnen maken en hoe ze aandacht kunnen geven aan de psychosociale aspecten tijdens de voorbereiding van het vertrek. Praktijkervaringen en beschikbare literatuur over terugkeermigratie zijn vertaald in een aantal werkdocumenten en instrumenten die door organisaties en begeleiders direct toegepast kunnen worden in de dagelijkse praktijk. In de tweede druk heeft Evert Bloemen, arts bij Pharos, de tekst op een aantal plaatsen aangepast en geactualiseerd. Voor vragen over deze methodiek, de implementatie of trainingen kunt u terecht bij Evert Bloemen, [email protected]. AIDA: statistical update Dublin This publication shows figures for 12 European countries from 2016 that reveal persisting fundamental dysfunctions in the Dublin system. The inefficiency is illustrated by extremely low transfers compared to procedures. Although Sweden had a 43.2% transfer rate, Germany (by far the main operator of the system) had a rate of 7.1% and Italy only 0.4%. http://s3.amazonaws.com/ecre/wpcontent/uploads/2017/03/16143127/AIDA_2016Update_Dublin.pdf. IND film over de asielprocedure De VR-film op de website van de IND vertelt het verhaal van de Iraakse asielzoeker Tariq die op gesprek komt bij IND-medewerkster Bo. We zien hoe Tariq en Bo zich voorbereiden op het gesprek, we luisteren met hen mee in de spreekkamer en volgen hen in de spannende periode van de beslissing die daarna volgt. “Met deze film willen we laten zien hoe dat nu eigenlijk in zijn werk gaat, de asielprocedure”, vertelt Anne-Marieke Samson, initiatiefnemer van de film. “De laatste jaren zijn we naar buiten toe getreden over ons werk en de dilemma’s die daar soms bij komen kijken. Dat willen we voortzetten en na twee boeken over dit thema, doen we dat nu met een film in 360 graden VR. Zo kun je meemaken wat het inhoudt om een asielzoeker te zijn, maar ook om een medewerker te zijn bij de IND.” Nieuwsgierig geworden? Neem dan nu een kijkje achter de schermen. Wilt u een IND VR-bril ontvangen? Stuur dan een mail naar VreemdelingenVisie (zolang de voorraad strekt). Nieuwe cijfers en getallen http://ec.europa.eu/eurostat/documents/2995521/7921609/3-16032017-BP-EN.pdf/e5fa98bb-5d9d-42979168-d07c67d1c9e1. Hoeveel vluchtelingen kwamen er dit jaar aan in Europa en hoeveel stierven onderweg http://missingmigrants.iom.int/mediterranean-migrant-arrivals-reach-19653-deaths-525. Lezenswaardig artikel van Prof. Hein de Haas http://www.spiegel.de/international/world/eight-myths-about-migration-and-refugees-explained-a1138053.html. Wakes Wakes in de lijdenstijd, 1 maart-16 april, 14.00-15.30 uur, Detentiecentrum Schiphol 2apr Kerken uit Amsterdam Oost 9apr Ekklesia Amsterdam 14 apr Franciscaanse Vredeswacht+ 16 apr Oecumenisch vuur Locatie JC Schiphol, Duizendbladweg 100, Badhoevedorp. Het gevang is per openbaar vervoer bereikbaar. Er wordt ook gezamenlijk naar toe gereden met auto’s. Vertrek om 13.30u vanaf NS Station Amsterdam Zuid (naast restaurant Wagamama, Zuidplein 12), Kijk voor u komt eerst op Schipholwakes.nl of bel 06 30295461. Wake detentiecentrum Zeist, 2 april 16.30 uur Plaats: detentiecentrum kamp van Zeist, Richelleweg 13, Soesterberg Auto: afslag Soesterberg. Ov: bus 56, halte Kampweg Soesterberg, 10 min. lopen via Kampweg RvK Zeist en Soest/Soesterberg, info: 06 29025008 / 06-38795678 / www.wakezeist.nl. Wake detentiecentrum Rotterdam, 2 april 16.00-17.00 uur De wakes vinden plaats elke eerste zondag van de maand, van 16-17u. Adres: Portelabaan 7, 3045 AT Rotterdam. Contact: [email protected]. Uitspraken Rb: mogelijk risico afvallige Afghaan bij terugkeer Afghaanse vreemdelingen die een andere religie dan de islam aanhangen, zijn door de staatssecretaris aangewezen als kwetsbare minderheidsgroep. Naar het oordeel van de rechtbank heeft de staatssecretaris zijn besluit niet voldoende gemotiveerd voor zover dit ziet op de afvalligheid van de islam en het gevaar dat de vreemdeling daarom bij terugkeer loopt. Uit zijn gehoren komt het beeld naar voren dat hij zich al lange tijd niet meer aan islamitische verplichtingen houdt en zich kritisch opstelt ten opzichte van de islam zoals die in Afghanistan beleden wordt. Ook in de zienswijze en de aanvullingen en correcties heeft hij naar voren gebracht dat het nadenken over en het in vrijheid kunnen discussiëren over religie een deel is van zijn geloofsopvatting. Uit het feit dat hij heeft verklaard destijds geen problemen te hebben ondervonden in het kader van zijn religie volgt evenmin dat hij bij terugkeer geen problemen zal ondervinden die verband houden met vervolging of een reëel risico op ernstige schade. Derhalve is er een motiveringsgebrek dat de vreemdeling niet te vrezen heeft voor vervolging of een reëel risico loopt op ernstige schade o.g.v. zijn geloofs/levensovertuiging. Beroep gegrond. Rb Middelburg, 16/20946, 17.2.17. SvV&J: nieuw beleid Afghanistan Groepen die als risicogroep beschouwd worden: Vreemdelingen die afkomstig zijn uit een leefgebied waar zij tot een (gemarginaliseerde) etnische minderheid behoren, die aldaar ernstige problemen ondervindt. Hierbij is bijzondere aandacht voor de positie van Hazara’s. Vreemdelingen die afkomstig zijn uit een leefgebied waar zij tot een (gemarginaliseerde) religieuze minderheid behoren, die aldaar ernstige problemen ondervindt. Niet-moslims, vooral bekeerlingen (tot het Christendom bekeerden), afvalligen, Christenen, Bahai en Sikhs/Hindoes. LHBT’s Vrouwen werkzaam in de publieke arena (met name bij ngo’s, als journalist, bij ministeries, in het onderwijs, de gezondheidszorg en de rechterlijke macht) Personen die actief zijn in de politiek, journalistiek of op het gebied van de mensenrechten. En personen die werkzaam zijn voor ngo’s of het justitieel apparaat. Verdere wijzigingen: De IND merkt een Afghaanse vrouw alleen aan als alleenstaand als zij voldoet aan alle volgende voorwaarden: 1. zij heeft in Afghanistan geen echtgenoot (meer) met wie zij kan gaan samenleven; en 2. de gezinsband met haar ouderlijk gezin is verbroken en het is aannemelijk gemaakt dat deze niet kan worden hersteld. Als zij eerder bescherming vond in een ander huishouden, wordt bekeken of zij hier veilig naar terug kan keren. In Kaboel, Herat en Mazar-i-Sharaf wordt er niet meer van uitgegaan dat de autoriteiten bescherming kunnen bieden tegen geloofwaardig geachte bedreiging. kamerstuk 19637-2304, 23.2.17 https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-19637-2304.html. SvV&J: nieuw Irak-beleid De mate van willekeurig geweld in de provincies Anbar, Ninewa, en delen van de zogenoemde «Baghdad-belts» is nog steeds dermate hoog dat Iraakse burgers louter door hun aanwezigheid in die gebieden een reëel risico lopen op een schending van 3EVRM. Een Iraakse asielzoeker afkomstig uit één van deze provincies komt in beginsel in aanmerking voor bescherming tenzij hij/zij een binnenlands vestigingsalternatief heeft binnen Irak, bijvoorbeeld in de stad Bagdad. Voor de provincie Salaheddin wordt het gebied waar sprake is van een uitzonderlijke geweldsituatie beperkt tot de districten Baiji, Tikrit, Shirqat en Dwar. Voor de provincie Ta’mim wordt het gebied waar sprake is van een uitzonderlijke geweldsituatie beperkt tot het district Hawija. Verder wordt aangenomen dat in de provincie Diyala geen sprake meer is van een uitzonderlijke geweldssituatie. Aan Iraakse asielzoekers die minderjarig zijn en geen familie hebben in het vestigingsalternatief of behoren tot een kwetsbare minderheidsgroep (o.a. religieuze minderheden en alleenstaande vrouwen) zal in beginsel geen vestigingsalternatief worden tegengeworpen. Nieuw is dat ook de Bahai als kwetsbare minderheidsgroep worden beschouwd. kamerstuk 19637-2305, 22.2.17. https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-19637-2305.html. SvV&J: aanpassing inkomensvereiste bij flexwerk en individuele toets bij terugkeer NLse expats De Afdeling heeft geoordeeld (201504802/1/V3, 21.9.16) dat de drie-jaar termijn voor het inkomensvereiste bij flexwerk in strijd is met de doelstelling van de Gezinsherenigingsrichtlijn, namelijk het bevorderen van de integratie door een gezinsleven mogelijk te maken. Het beleid zal worden aangepast. De terugkijktermijn wordt één jaar en er wordt bovendien een half jaar vooruitgekeken. Dat wil zeggen dat de inkomsten uit arbeid van de referent in ieder geval op het moment van de aanvraag nog ten minste zes maanden beschikbaar moeten zijn. Daarnaast heeft de Afdeling kritiek geuit op het feit dat het normbedrag dat geldt op het moment van aanvraag gehanteerd wordt, omdat de referent daardoor van te voren niet weet aan welk normbedrag hij heeft te voldoen. Het beleid zal worden aangepast, de aanvraag zal worden getoetst aan het normbedrag dat gold in het jaar waarop wordt teruggekeken. Vanwege de verkorting van de terugkijktermijn naar één jaar worden de werkloosheidsuitkering (WW) en de ziektewet (ZW), in tegenstelling tot het huidige beleid, niet meer meegeteld bij het inkomen. Wel bestaat bij een kortstondig beroep op de WW of de ZW ruimte om deze aanscherping in individuele gevallen achterwege te laten indien een onredelijke uitkomst dreigt. Bij de terugkeer van Nederlandse expats met een buitenlandse partner is het middelenvereiste vaak een struikelblok. De positie van een Nederlandse expat die er niet in is geslaagd een arbeidsovereenkomst te verwerven van ten minste een jaar, zal aan de hand van individuele omstandigheden moeten worden beoordeeld. Het is mogelijk maatwerk te leveren en rekening te houden met de situatie waarin een Nederlandse expat zich bevindt. Hierover zal gerichte voorlichting worden gegeven. kamerstuk 32175-63, 23.2.17 https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-3217563.html. Rb: bij inkomensvereiste persoonlijke omstandigheden (zwakbegaafd) meewegen Volgens het beleid wordt een referent vrijgesteld van het middelenvereiste als hij blijvend en volledig arbeidsongeschikt is of blijvend niet in staat is aan de plicht tot arbeidsinschakeling te voldoen. In het geval van referente zou daarvan niet zijn gebleken. Daarmee verwijst verweerder enkel naar z ijn eigen beleid. Dat is volgens de uitspraak van de ABRvS van 26 oktober 2016 niet langer voldoende. Verweerder had de door eiser overgelegde informatie en stellingen van referente op dit punt kenbaar in zijn motivering moeten betrekken. Immers, betaald werk in een reguliere omgeving zal voor referente nooit een realistische optie zijn, ook niet onder loonkostensubsidies, vanwege de aard en omvang van de begeleiding die referente behoeft. Verder wordt niet verwacht dat de medische situatie en functionele mogelijkheden wezenlijk zullen veranderen, hetgeen de begeleidster van referente ter zitting heeft bevestigd. Niet is gebleken dat verweerder deze informatie heeft betrokken bij zijn besluitvorming. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de door eiser gestelde omstandigheden niet onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te dienen doelen. De beroepsgrond slaagt. Rb Utrecht AWB 16/14179, 11.1.17 http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL: RBDHA:2017:1831. Rb: rechtmatig verblijf als partner van EU-burger start met duurzame relatie, niet 6mnd later Verweerder heeft zich onverminderd op het standpunt gesteld dat als startdatum van een vergunning als partner van een EU-burger het moment van vaststelling door de IND dat sprake is van een duurzame relatie, telt. De IND hanteert hiervoor als criterium dat minstens zes maanden zijn verstreken na, in dit geval, inschrijving in de BRP van eiser en referente op hetzelfde adres. De rechtbank wijst deze uitleg af. De duurzame relatie begint op het moment van daadwerkelijk samenwonen. De drie-jaren termijn voor het verkrijgen van zelfstandig verblijfsrecht gaat ook op dat moment in. Het beroep zal gegrond worden verklaard. Rb Haarlem AWB 16/7039, 30.12.16. http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL: RBDHA:2016:16814. eerdere uitspraak Rb Haarlem AWB 16/7039 en 16/7040, 6.10.16. http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL: RBDHA:2016:16812. RvS: partner vluchteling moet kunnen nareizen, ook als het paar niet eerder heeft samengewoond Het standpunt van de staatssecretaris dat de vreemdeling, als echtgenoot van een in Nederland erkende vluchteling, geen rechten kan ontlenen aan de Gezinsherenigingsrichtlijn wegens de enkele omstandigheid dat zij voor binnenkomst nimmer hebben samengewoond, doet afbreuk aan het doel en het nuttig effect van de richtlijn en kan geen standhouden. Uit vaste rechtspraak van het Hof volgt immers dat de uitvoering van een richtlijn de volledige toepassing ervan moet verzekeren. De rechtbank heeft niet onderkend dat de staatssecretaris niet deugdelijk heeft gemotiveerd waarom de vreemdeling niet voor verlening van een verblijfsvergunning asiel als nareizend familielid, en derhalve voor de gevraagde mvv in aanmerking komt. Reeds hierom slaagt de grief. Het hoger beroep is kennelijk gegrond. RvS 201601089/1/V1, 20.2.17. http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL: RVS:2017:455. RvS: vovo om uitzetting op te schorten levert geen rechtmatig verblijf op De vreemdeling heeft de voorzieningenrechter verzocht bij wijze van voorlopige voorziening te bepalen dat zijn voorgenomen uitzetting op 25 februari 2017 om 14:05 uur achterwege blijft. Gelet op de korte termijn en de bij deze zaak betrokken belangen, ziet de voorzieningenrechter aanleiding om bij wijze van ordemaatregel de hierna te melden voorlopige voorziening te treffen. Dit betekent niet dat de vreemdeling rechtmatig verblijf krijgt krachtens artikel 8, aanhef en onder h, van de Vreemdelingenwet 2000. RvS 201701476/2/V2, 22.2.17. http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL: RVS:2017:509. NB: de RvS heeft recent in meerdere zaken vovo’s toegewezen om uitzettingen te voorkomen. RvS: vragen over meewerkcriterium bij toelating tot de VBL De Afdeling wenst door de staatssecretaris te worden voorgelicht over de feitelijke gang van zaken bij onderdak in de vrijheidsbeperkende locatie (hierna: de VBL). Hoe geeft de staatssecretaris toepassing aan de meewerkvoorwaarde ? Gelden er naast het oprecht en geloofwaardig verklaren van de bereidheid om mee te werken aan vertrek bij voorbaat andere eisen aan de medewerking aan vertrek, zoals de eis van zicht op dat vertrek binnen 12 weken, verwoord in de Leidraad Terugkeer en Vertrek? Hoe gaat de staatssecretaris te werk bij de beoordeling van de oprechtheid en de geloofwaardigheid van de bereidheid mee te werken aan terugkeer? Hoe gaat de staatssecretaris te werk bij de inschatting van het zicht op vertrek? Kan de staatssecretaris voorbeelden geven van die ervaringen bij herkomstlanden als Burundi, Rwanda, Tanzania, Somalië, Eritrea, Egypte en Ghana? ln welk stadium vindt bij verblijf in de VBL de beoordeling plaats van de vraag of de vreemdeling voor een buiten-schuld-vergunning in aanmerking komt? Hoe gaat de staatssecretaris om met de vraag of de vreemdeling psychische klachten heeft die interfereren met zijn vermogen om zich bij voorbaat bereid te verklaren aan zijn vertrek uit Nederland mee te werken? De Afdeling verzoekt u voormelde vragen schriftelijk te beantwoorden en uw antwoord zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk dinsdag 28 maart 2017, aan haar toe te zenden. Rb: wel onderdak ondanks niet-meewerken, psychische problematiek De rechtbank verwijst naar Afdelingsuitspraak van 26 nov. 2015 (nr. 201500577/1), waarin is overwogen dat de staatssecretaris kan volstaan met een aanbod van onderdak in een VBL onder de voorwaarde dat hij meewerkt aan zijn vertrek. Daarbij benadrukte de Afdeling dat de staatssecretaris uit het oogpunt van zorgvuldigheid rekening moet houden met het feit dat zich bijzondere omstandigheden kunnen voordoen. Zodanige bijzondere omstandigheden doen zich voor, indien uit hetgeen de vreemdeling aan zijn verzoek ten grondslag heeft gelegd, blijkt dat hij vanwege zijn psychische gesteldheid, niet in staat kan worden geacht de gevolgen van zijn handelen te overzien. De vreemdeling heeft ter onderbouwing van zijn betoog dat hij zijn eigen handelen niet kan overzien, een lijvig patiëntendossier van GGD Amsterdam overgelegd waarin de medische geschiedenis van 18 feb. 2013 t/m 14 juni 2016 wordt beschreven. Uit dit dossier blijkt o.a. dat hij op en af dak loos is, dat hij aan meerdere ernstige psychische stoornissen lijdt, dat hij ernstig zelfbeschadigend gedrag vertoont, dat hij waarschijnlijk zwak begaafd is, dat er sprake is van verslavingsproblematiek en dat een steunnetwerk ontbreekt. Zonder nadere motivering rechtvaardigt deze medische problematiek niet de conclusie dat geen sprake is van dusdanige bijzondere omstandigheden. Beroep gegrond. Rb Haarlem, 16/22607, 7.3.17. RvS: China – wel risico lidmaatschap Eastern Lightning Group, geldt als evil cult De Afdeling heeft in haar uitspraak van 4 maart 2016 (nr. 201507661/1) overwogen dat eenieder die zich heeft aangesloten bij een huiskerk reeds wegens het lidmaatschap in de negatieve belangstelling van de autoriteiten staat. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen huiskerken, en de door de Chinese autoriteiten als 'evil cults' aangemerkte religieuze groeperingen. De vreemdeling heeft terecht aangevoerd dat er een onderscheid tussen het bovengenoemde bestaat. De staatssecretaris heeft dan ook ten onrechte aangevoerd dat evil cults nietgeregistreerde huiskerken zijn. Daarnaast heeft hij ten onrechte niet beoordeeld of de vreemdeling wegens het behoren tot de Eastern Lightning Group een gegronde vrees heeft voor vervolging of een reëel risico loopt op een behandeling in strijd met artikel 3EVRM. Anders dan de rechtbank heeft overwogen, heeft de staatssecretaris het besluit onzorgvuldig voorbereid en ondeugdelijk gemotiveerd. De grieven slagen reeds hierom. Doende hetgeen de rechtbank zou behoren te doen, wordt het beroep gegrond verklaard en het besluit vernietigd. ABRvS, 201602148/1, 14.3.17. Rb: medisch oordeel nodig bij Afghaanse HIV-patiënt met zwaar inreisverbod De staatssecretaris heeft de asielaanvraag van vreemdeling afgewezen en tegen hem een zwaar inreisverbod uitgevaardigd voor de duur van tien jaar. Vreemdeling voert aan dat staatssecretaris onzorgvuldig heeft gehandeld door in zijn geval geen advies te vragen bij het BMA. Hij is met HIV besmet en gebruikt medicatie. Niet is bekend of die medicatie ook in Afghanistan voorhanden is en of het niet voorhanden zijn daarvan het ontstaan van een medische noodsituatie tot gevolg zal hebben dan wel een schending oplevert van art. 3 EVRM. Rechtbank oordeelt als volgt. Het ligt op de weg van staatssecretaris om het BMA de vraag voor te leggen of de vreemdeling direct na terugkeer komt te verkeren in een onmenselijke situatie van ondraaglijk lijden zoals bedoel in art. 3 EVRM. Ook de vraag of vreemdeling in staat is om te reizen vergt onder de gegeven omstandigheden een medische beoordeling die staatssecretaris niet zelfstandig kan maken. Het beroep van vreemdeling is gegrond. Rb Rotterdam, Awb 17/2639, 3.3.17. Rb: oordeel behandelmogelijkheid anders voor kinderen Uit de brief van Centrum' 45 van 24 juli 2014 blijkt dat stress bij jonge kinderen een ernstig risico vormt voor de directe ontwikkeling van kinderen, waardoor de door het BMA gehanteerde criteria voor een medische- psychiatrische noodsituatie die worden toegepast bij volwassen, niet zonder meer toepasbaar zijn op kinderen. Derhalve mocht de staatssecretaris niet van de BMAadviezen uitgaan. Voorts heeft de staatssecretaris niet gereageerd op de bezwaargrond dat in het BMA -advies van 4 april onbelicht blijft dat het samenstel van individuele en psychisc he problemen bij de andere gezinsleden een ernstig risico voor de psychische ontwikkeling vormt. Rb Haarlem, 16/5691, 16/5692 en 16/5693, 24.2.17. Rb: adoptie alleenstaande libische minderjarige door vrijwilligster vluchtgarage goedgekeurd Het te adopteren kind heeft op 31 mei 2014 in Nederland asiel aangevraagd. Sinds 23 september 2014 verblijft het kind illegaal in Nederland. De (alleenstaande) vrouw is in 2009 toestemming verleend voor het opnemen van een eerste buitenlands kind. De toestemming is verlengd tot 24 augustus 2017. Tot een interlandelijke adoptie is het nooit gekomen. De Rb stelt op basis van de verklaring van de ouders vast dat zij toestemming geven voor de verzochte adoptie. De Rb heeft de overtuiging dat de adoptie in het belang van het kind is. Hij is opgegroeid in het gezin van zijn oom en tante, waar het hem ontbrak aan liefde en aandacht. Rond zijn veertiende is hem verteld dat de man die hij als zijn oom beschouwde zijn vader was. Zijn ouders wilden niets met hem te maken hebben. Hij is als minderjarige in Nederland aangekomen, belandde op enig moment op straat en verbleef enige tijd in de vluchtgarage. De vrouw heeft hem via vrijwilligerswerk leren kennen en heeft hem vanaf december 2014 verzorgd en opgevoed. Zij beschouwt hem inmiddels als haar zoon en hij beschouwt haar als zijn moeder. Tevens is komen vast te staan dat hij, nu en naar redelijkheid is te voorzien, niets meer van zijn ouders te verwachten heeft. Nu ook overigens aan de wettelijke voorwaarden is voldaan, is het verzoek voor toewijzing vatbaar. Stelt vast de voor het opmaken van een geboorteakte noodzakelijke gegevens; spreekt de adoptie uit; beveelt de inschrijving van de vastgestelde geboortegegevens in de BRP; stelt vast dat het kind geslachtsnaam X heeft gekozen. Rb Noord-Holland (mk, civiel), C/15/243244 / FA RK 16-2916, 1.2.17. http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL: RBNHO:2017:785. Europese Commissie: aanbevelingen verbe tering terugkeerproces This Recommendation provides guidance on how the provisions of ReturnDirective 2008/115/EC should be used for achieving more effective return procedures, and call on the Member States to take the necessary measures to remove legal and practical obstacles to return. For instance : (10) For the purpose of effectively ensuring removals of illegally staying third-country nationals, Member States should: a) use detention as needed and appropriate in the cases provided for in Article 15(1) of Directive 2008/115/EC, and in particular where there is a risk of absconding as provided for in points 15 and 16 of this Recommendation; b) provide in national legislation for a maximum initial period of detention of six months that can be adapted by the judicial authorities in the light of the circumstances of the case, and for the possibility to further prolong the detention until 18 months in the cases provided for in Article 15(6) of Directive 2008/115/EC; c) bring detention capacity in line with actual needs, including by using where necessary the derogation for emergency situations as provided for in Article 18 of Directive 2008/115/EC. (11) In relation to illegally staying third-country nationals who intentionally obstruct the return processes, Member States should consider using sanctions in accordance with national law. These sanctions should be effective, proportionate and dissuasive and should not impair the achievement of the objective of Directive 2008/115/EC. Commission Recommendation (EU) 2017/432 (352.96 ko), 7.3.17. Making return procedures more effective. Inzichtelijk maken (proces) intensivering van de gestelde bekering Rechtbank Haarlem, 2 maart 2017, AWB 17/2577 De vreemdeling is in september 2003 Nederland binnen gekomen; dit is zijn vijfde asielaanvraag. De rechtbank overweegt dat bij een gestelde bekering en, in verband daarmee, de stelling dat sindsdien een ontwikkeling heeft plaatsgevonden die heeft geleid tot een geloofsgroei, sprake is van een (doorlopend) proces waarbij bepaalde activiteiten – zoals kerkgang, bidden en het lezen van de bijbel – een constante factor blijven. De voortzetting van de activiteiten is niet aan te merken als een nieuw element. In het kader van artikel 30a Vw had echter beoordeeld moeten worden of de vreemdeling met zijn verklaringen over, onder andere, de door hem voortgezette activiteiten in het kader van de gestelde christelijke geloofsovertuiging, thans alsnog inzichtelijk heeft gemaakt waarom hij tot de gestelde intensivering van de bekering is gekomen en hoe dit proces is verlopen. Ook had getoetst moeten worden of de vreemdeling tot uiting heeft gebracht dat de gestelde keuze voor het christelijk geloof weloverwogen en welbewust is en of hij duidelijk heeft kunnen maken wat de betekenis van de gestelde geloofsovertuiging voor hem persoonlijk is. Volgens de rechtbank blijkt onvoldoende uit de motivering van het bestreden besluit dat de beoordeling vanuit deze invalshoek heeft plaatsgevonden. Het lijkt er veeleer op dat gekeken is of de vreemdeling iets “nieuws” naar voren heeft gebracht, in de zin van zaken die niet tijdens de eerdere procedures zijn aangevoerd. De rechtbank is verder van oordeel dat de vreemdeling met zijn verklaringen tijdens het gehoor alsnog inzichtelijk heeft gemaakt waarom hij tot de gestelde intensivering van de bekering is gekomen en hoe dit proces is verlopen. Ook de werkzaamheden voor de kerk vormen nieuwe elementen of bevindingen. De verklaringen van de vreemdeling over zijn geloofsontwikkeling worden ondersteund door een aantal rapporten en verklaringen (onder meer van de dominee en een medewerker van Stichting Gave). De rechtbank oordeelt dat deze rapporten en verklaringen, evenals de belijdenis van de vreemdeling, de verklaringen van de vreemdeling ondersteunen. De aanvraag is ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Beroep gegrond. Humantiar Visum Een aanvraag voor een humanitair visum met beperkte territoriale geldigheid op grond van artikel 25 van de Visumcode valt louter onder nationaal recht en niet binnen de werkingssfeer van de Visumcode. Op grond van het recht van de Europese Unie bestaat er geen verplichting voor lidstaten om een humanitair visum af te geven wegens de rechten die door het Handvest worden gewaarborgd. Dat besliste het Europese Hof van Justitie op een verzoek om uitleg van de rechter in een Belgische zaak. Rb. Groningen (mr. Wijtsma) 27 februari 2017, Awb 17/2240 en 17/2242 [Dublinverordening; opvang; interstatelijk vertrouwensbeginsel; overdracht] Op grond van het DRC en SRC-rapport van 9 februari 2017 acht de rechtbank de mogelijkheid dat gezinnen met minderjarige kinderen worden overgedragen aan Italië zonder dat zij adequate opvangfaciliteiten krijgen, reëel. Dat de Italiaanse autoriteiten op grond van artikel 31 Dublinverordening geïnformeerd worden, doet daar niet aan af. De staatssecretaris heeft zich er in onderhavige zaak niet afdoende van vergewist dat aan het gezin opvang zal worden geboden conform het Tarakhel-arrest, temeer nu er geen individuele garanties zijn verkregen. Casus De asielaanvragen van de vreemdelingen zijn niet in behandeling genomen omdat de staatssecretaris Italië verantwoordelijk acht voor de inhoudelijke behandeling daarvan. Het betreft de asielaanvragen van twee ouders en hun minderjarige kind, allen van Egyptische nationaliteit. In geschil is of de staatssecretaris heeft mogen besluiten om met toepassing van de Dublinverordening de asielaanvragen niet in behandeling te nemen, terwijl de vreemdelingen betogen dat de situatie in Italië dusdanig ernstig is dat er bij overdracht aan Italië een risico op schending van artikel 3 EVRM zal ontstaan. Zij beroepen zich daarvoor op rapporten van de Scheizerische Fluchtlingshilfe van augustus 2016. Belangrijkste overwegingen * Het betoog van de staatssecretaris, dat de genoemde gevallen in het DRC en SRC-rapport te beperkt in aantal zijn om een algemene conclusie te kunnen trekken over de opvangsituatie in Italië, volgt de rechtbank niet. De Afdeling heeft eerder geoordeeld dat het SFH-rapport niet leidt tot deze conclusie, nu er geen concrete gevallen of aantallen in zijn genoemd (ABRvS 16 januari 2017, nr. 201607228/1). In deze uitspraak heeft de Afdeling het DRC en SRC-rapport van 9 februari 2017 nog niet kunnen beoordelen. Dat rapport noemt juist wel concrete gevallen en aantallen, zodat de rechtbank de mogelijkheid dat gezinnen worden overgedragen aan Italië zonder dat zij adequate opvangfaciliteiten krijgen, reëel acht. * Het gebrek aan adequate opvang is volgens de rechtbank kennelijk niet slechts incidenteel, nu blijkens het DRC en SRC-rapport geen van de gevolgde gezinnen direct na de overdracht in een voor hen geschikte locatie terecht is gekomen. * De staatssecretaris betoogt dat uit het DRC en SRC-rapport niet blijkt of Zwitserland en Denemarken de Italiaanse autoriteiten vooraf hebben geïnformeerd. Dit leidt niet tot een ander oordeel. De rechtbank stelt dat niet aannemelijk is gemaakt dat Zwitserland en Denemarken zich niet houden aan de informatieplicht die voortvloeit uit artikel 31 van de Dublinverordening. * De rechtbank betrekt tot slot in haar overwegingen dat niet is gebleken dat de Italiaanse autoriteiten in het geval van de vreemdelingen individuele toezeggingen hebben gedaan. De staatssecretaris heeft zich niet er niet afdoende van vergewist dat aan het gezin opvang zal worden geboden conform de eisen die uit het Tarakhel-arrest voortvloeien. Beroepen gegrond. Landeninformatie 2017/02/27, UK Home Office, Iran: Christenen en bekeerlingen In de Country Policy and Information Note, Iran: Christians and Christian Converts worden landeninformatie en richtlijnen aan asielambtenaren gegeven wat betreft christenen en bekeerlingen tot het christendom uit Iran. Er wordt gesteld dat Iran een theocratie is, waar burgers in het algemeen geen religieuze vrijheid genieten. Geboren christenen kunnen te maken krijgen met discriminatie door de staat. Als iemand, naast zijn religie, ook nog om andere redenen in de negatieve belangstelling van de autoriteiten is komen te staan, bestaat er een groter risico op vervolging. Leden van evangelische en huiskerken en christenen die actief proberen anderen te bekeren, lopen een reëel risico op vervolging. In dat geval acht de UK Home Office een verblijfsvergunning op zijn plaats. Dit geldt ook voor mensen die zich van de islam tot het christendom hebben bekeerd. Zij lopen een reëel risico op vervolging, aangezien het in Iran voor moslims verboden is om zich te bekeren tot een andere godsdienst. 2017/01/05, UNHCR, Somalië: Cultuur, context en geestelijke gezondheid Het rapport Culture, context and mental health of Somali refugees gaat onder andere in op het belang van clanafkomst en familie, op levenscyclus en religie en op de geestelijke gezondheid en psychosociaal welzijn van de Somalische bevolking. Ook wordt ingegaan op de beschikbaarheid van formele en informele psychische zorg. Culturele en religieuze waarden en opvattingen spelen een belangrijke rol in de perceptie en uitleg van psychische en sociale problemen, en de wijze van behandeling. Het is van belang dat medewerkers van steunprogramma voor bij geestelijke gezondheid begrijpen hoe hun Somalische patiënten stress uitdrukken binnen een gemeenschap, en de symptomen van een ziekte verklaren, die de verwachtingen van een behandeling en ‘coping’ mechanismen beïnvloeden.