Vierde nieuwsbrief ‘Tango met God?’, december 2015 Aan alle mensen die ‘Tango met God?’ onder steunen, In september hebben mijn begeleiders het groene licht gegeven om de definitieve versie van mijn proefschrift te gaan schrijven. In een zekere naïviteit dacht ik dat het een kwestie zou zijn van het doorkijken van en schaven aan het materiaal dat ik al had liggen. Niets in minder waar. Het is als het monteren van een voorstelling: het materiaal zo ordenen en afwerken dat het publiek op overtuigende wijze wordt meegenomen in het verhaal. Ik verplaats stukken, schrijf nieuw materiaal om logische overgangen te maken en verfijn formuleringen om de lezers de weg van vraagstelling naar conclusies te laten meemaken. De uitdaging is om als wetenschapper ‘tevoorschijn te komen, om op basis van de onderzoeksresultaten een standpunt in te nemen en met andere onderzoekers in gesprek te gaan. In het ‘Handboek voor buitenpromoveren’ schilderen de auteurs het promotietraject als ‘de reis van de held’, met bijbehorende valkuilen, afleidingen en hulptroepen. Ze schetsen het ook als een inwijding: aan het eind van de reis wordt de held in de kring van wetenschappers opgenomen. Dergelijke beelden helpen me het soms eenzame gepeuter dat het werk met zich meebrengt, in een breder perspectief te zien. Stimulerend is ook de ontdekking dat er sinds kort een wetenschappelijk tijdschrift wordt uitgegeven onder de titel: Journal of Dance, Movement and Spirituality. Ik ben niet de enige die een professionele praktijk op het gebied van dans en spirituele vorming combineert met wetenschappelijke interesse! In het zesde hoofdstuk breng ik de resultaten van de theoretische verheldering vanuit verschillende disciplines in gesprek met het verhaal van de ontmoeting tussen Gabriel en Maria. In deze dagen voor kerst geef ik een inkijkje in wat het resultaat daarvan zou kunnen zijn. Ik wens jullie goede feestdagen toe en een gezegend 2015! Riëtte Beurmanjer Hoofdstuk 6.2 © Riëtte Beurmanjer In het hoofdstuk met een verheldering vanuit de spiritualiteitstudies kwam het paradoxale karakter van dans als geestelijke oefening aan het licht: het is een actief oefenen in ontvankelijk zijn voor de werking van God. In het danswetenschappelijk hoofdstuk gebruikte ik het begrip mediale ervaring om de danservaring van een samengaan van bewegen en bewogen worden, te benoemen. Deze begrippen en de achterliggende ervaringen werpen licht op het verhaal van de Annunciatie. In wat zich tussen Gabriel, Maria en God afspeelt zien we hoe het woord van God niet krachteloos blijft. Het is een proces waarin elk van de spelers een bijdrage levert. Het woord van God krijgt een werking door hoe Gabriel Maria aanspreekt, serieus neemt en naar Gods kracht verwijst. Het krijgt een werking doordat Maria zich laat kennen met haar vrees en haar vragen en zich openstelt voor de geest en de kracht van God. Het blijft niet krachteloos doordat Gabriel en Maria in hun ontmoeting ruimte maken voor de kracht en de Geest van de Allerhoogste. Tegelijkertijd is het verloop van de ontmoeting zelf een teken van de werkzaamheid van de Geest en de kracht van de Allerhoogste: er ontstaat een beweging tussen de engel, God en Maria. Er is sprake van wederkerige verhoudingen: alle drie de spelers zijn actief en ontvankelijk, zij benaderen de anderen actief en laten hen ontvankelijk op zich toekomen. Gabriel door woorden van God door te geven aan Maria, haar lichaamstaal waar te nemen en naar haar woorden te luisteren. Maria door te zich met haar lichaamstaal en woorden te kennen te geven en de woorden van Gabriel en de geestkracht van God te ontvangen. De Allerhoogste door in de woorden van Gabriel naar Maria uit te gaan en door haar fiat te ontvangen… … Het hele gebeuren staat in het teken van het woord ‘genade’. ‘Charis’ dat in de vertaling van het NBG wordt vertaald als ‘begenadigde’ en dat meestal geïnterpreteerd wordt als ‘begunstigde’, heeft in het Grieks ook de connotatie van ‘aantrekkelijk’.1 Er lijkt niet alleen sprake te zijn van de gunst van God, maar ook van Maria’s aantrekkingskracht. Beweging van God uit en beweging van Maria lijken met elkaar verweven te zijn. Ook op andere plaatsen in het Nieuwe Testament duidt het woord ‘charis’ een verweven zijn van de werkzaamheid van God en die van een mens aan. Paulus zegt bijvoorbeeld: ‘Maar door de genade Gods ben ik, wat ik ben, en zijn genade aan mij is niet vergeefs geweest, want ik heb meer gearbeid dan zij allen, doch niet ik, maar de genade Gods, die met mij is’.2 De spanning tussen de arbeid van Paulus en het werk van God wordt niet opgelost: het is Paulus die werkt en in zijn werken werkt God. Er is geen tegenstelling, maar een spanningsvolle verhouding waarin de een werkt in en door de ander en omgekeerd. Een dergelijke verwevenheid wordt gesuggereerd door het ‘mij geschiede naar uw woord’, dat in het midden of het gaat om Gabriel’s of Gods woorden. Ook de namen die de toekomstige boreling toegedeeld krijgt spreken van dergelijke dubbelzinnigheid: de Zoon van de Allerhoogste, Zoon van God is tegelijkertijd zoon van David en doordat Maria hem draagt: zoon van Maria. …… Het verhaal van de Annunciatie werpt op zijn beurt weer licht op de begrippen ‘geestelijke oefening’ en ‘mediale ervaring’:. Zij kunnen begrepen worden als momenten van genade: er is geen eenzijdige beweging van oefenaar naar het verlangde, of van de begunstiger naar gunsteling, maar een dans waarin de een werkt in en door de ander en omgekeerd en waarin beiden elkaar ontvangen. 1 2 Bauer, Arndt en Gingrich, 885 1 Corinthiërs 15: 10