Psychische problemen verdienen meer aandacht Nederlandse bedrijven moeten meer aandacht besteden aan werknemers met psychische problemen. De overheid moet controleren dat werknemers voldoende worden ondersteund. Dat schrijft de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OECD) in het rapport Mental Health and Work Netherlands. Werkgevers kunnen volgens de OECD veel meer doen om mensen met psychische problemen te ondersteunen. Dat dat nog onvoldoende gebeurt, ligt volgens de organisatie aan een gebrek aan kennis bij werkgevers, het taboe dat nog altijd rust op psychische aandoeningen en het feit dat bedrijfsartsen te weinig gebruik maken van beschikbare richtlijnen. De OECD noemt het zorgwekkend dat werkgevers steeds meer vrijheid krijgen om zelf te besluiten hoe zieke werknemers worden gere-integreerd. “Waar in het verleden bedrijfsartsen de aangewezen persoon waren om zieke werknemers weer terug op de werkvloer te krijgen, kan een werkgever nu een willekeurige casemanager aanwijzen. Dat kan ook een leidinggevende of een HR-manager zijn. Dit heeft geleid tot een kleinere rol voor de bedrijfsarts en een teloorgang aan gespecialiseerde kennis binnen bedrijven van arbeidsgezondheid en zaken betreffende re-integratie.” Volgens de OECD kosten psychische aandoeningen de Nederlandse economie elk jaar 3,3 procent van het bruto binnenlands product. Dit prijskaartje wordt vooral veroorzaakt door het verlies aan prestaties en productiviteit op het werk of zelfs het verlies van werk en in mindere mate door directe zorgkosten. Het percentage werknemers dat verzuimt vanwege matige of ernstige psychische problemen ligt in Nederland 30 tot 50 procent hoger dan in de andere bij het OECD aangesloten landen. Er zijn verschillende redenen waarom psychische problemen zo zwaar op de Nederlandse economie drukken, schrijft de OECD. Ten eerste hebben de financiële prikkels om werknemers gezond te houden nog onvoldoende geleid tot preventieve maatregelen om het ziekteverzuim bij mentale aandoeningen terug te dringen. Ten tweede is er te weinig aandacht voor ZZP’ers en werklozen met psychische problemen, waardoor zij sneller in een uitkeringssituatie belanden. Daarnaast ligt de focus te veel op mensen met zware psychische aandoeningen, waardoor de werkenden met lichte of matige mentale problemen – en dat is een veel grotere groep – aan de aandacht ontsnappen. De OECD adviseert om problemen al op een jonge leeftijd te signaleren en aan te pakken. De organisatie prijst het feit dat er op de meeste Nederlandse scholen ondersteuning wordt geboden aan leerlingen met sociaal-emotionele problemen en gedrags- of leermoeilijkheden. Maar, zo voegt zij eraan toe, deze teams hebben een veel te hoge werkbelasting en te weinig middelen om hun werk te doen. Bovendien werken zij onvoldoende samen met andere instanties.