University of Groningen CNS cell groups that regulate the cardiosympathetic system Jansen, Arthur Sebastiaan Paulus IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version below. Document Version Publisher's PDF, also known as Version of record Publication date: 1996 Link to publication in University of Groningen/UMCG research database Citation for published version (APA): Jansen, A. S. P. (1996). CNS cell groups that regulate the cardiosympathetic system s.n. Copyright Other than for strictly personal use, it is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), unless the work is under an open content license (like Creative Commons). Take-down policy If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim. Downloaded from the University of Groningen/UMCG research database (Pure): http://www.rug.nl/research/portal. For technical reasons the number of authors shown on this cover page is limited to 10 maximum. Download date: 18-07-2017 113 lostral ventrolateral ne reglon containing :rnandez-pardal,J., :ntrolateralmedulla: l neuronson arterial . , 4 ( 1 9 8 4 )4 7 4 _ 4 9 4 . eus in the rat, Brain n oI neurons in the he spinalcord in the 'eleasing factor and c-relaredprojections Ind cenfral pathwavs )93) 2s1-262. ucedby L-glutamate 540-H552. A generalpattern of rl pseudorabiesviral roups regulating the body labeling with m a n ,G . E . , P N M T baroreceptorinput, rf centraladrenergic tus and spinal cord, n d S h i p l e y ,M . T . , ntral rnedullain the rervoussystem and f hypertension,vol. J o n g ,W . ( E d s . ) . )y arginine- and ton. Nerv. .lysr., 6 ronsesand efferent 5-374. Samenvatting Het autonomezenuwstelselspeelteen essentielerol in het optimaalfunctionerenvan het lichaamin het dagelijksleven. Het is betrokkenbij de regulatie van die organen in het lichaam, die niet onder bewustecontrolestaan,zoalsde darmen,alvleesklier,en hart en bloedvaten. Het hart wordt vanuit de hersenengestuurddoor twee verschillendeneuronalesystemen die onderdeel zijn van het autonomezenuwstelsel:het sympathischezenuwstelselen het parasympathische zenuwstelsel.Onder norrnale omstandighedenhouden beide systemenelkaar in een dynamischevenwicht:is er sprakevan een verlagingin de bloeddruk,dan leidt dit tot een verhoogdesympathischeactiviteithetgeeneen verhogingvan de bloeddruk tot gevolg heeft. Omgekeerd, is de bloeddruk te hoog, dan leidt dit tot een verhoogdeparasympathische activiteit, wat resulteertin een verlagingvan de bloeddruk. situatievindt er een verhoogdeactivatievan het Echter. tijdens een levensbedreigende sympathischezenuwstelselplaats,welke leidt tot redistributievan bloed van de ingewandennaar activiteit tot een verhoogdevan de actievespieren.Daarnaastleidt de verhoogdesympathische hartslag en bloeddruk, wat een verhoogdecirculatie van het bloed tot gevolg heeft. Deze (kortstondige)veranderingenmaken het makkelijker voor het lichaam om te vluchten of te echterchronischgeactiveerd,dan veroorzaakt vechten.Wordt het sympathischezenuwstelsel aandoeningen. dit in proefdierencardiovasculaire Hart- en vaatzieklenzijn in de westersemaatschappijde voornaamstedoodsoorzaak;een stressvolbestaanwordt in de regel hiervoor mede verantwoordelijkgeacht.E6n van de meest voorkomendehartziektenis acutehartstilstand.De preciezemechanismendie teidentot acute hartstilstandzijn ruet bekend,maar er zijn aanwijzingendat hartritme stoornissenen fibrillaties in de hartventrikeleenbelangrijkerol spelen.Vaak hebbenpatientendie aan een ritmestoornis hebben geleden,enkele uren voor de aanvanghiervan, een ernstigeemotionelegebeurtenis en fibrillaties voorafgaandaan ondergaan.Dit zou erop kunnen wijzen dat ritmestoornissen acute hartstilstandmogelijk worden opgewekt in de hersenen,en dan, via (sympathische) zenuwbanen,overgebrachtworden op het hart. Al gemene vraagstellin g Het is essentieelom een goed inzicht te verkrijgen in de structuurvan het sympathisch gedeelte van het centrale zenuwstelseldat functies van hart en bloedvaten controleert. Vastgelegdin een accuratekaart kunnende locatiesen de nanier waaropdeze neuronen(of zenuwcellen) met elkaar verbonden zrjn, leiden tot nieuwe hypothesesbetreffende het die functionerenvan dit systeemin het centralezenuwstelsel.Bepalingvan neurotransmitters dezeneuronenbevattenkan bijdragenaan de ontwikkeling van medicijnen voor de behandeling van bijvoorbeeldhartziekten.Om de preciezelocatie van bovengenoemdeneuronen te bepalen, methode,die levend virus als tracer gebruikt. is gebruik gemaaktvan een neuroanatomische Omdat de specificiteitvan dezetechnieknog niet bekendis voor het centralezenuwstelsel,is het noodzakelijkom dezeeerstte onderzoeken. In dit proefschriftworden de volgendespecifiekevragengesteld:(1) is de virale tracing techniek geschiktom verbindingenaan te tonen in het centralezenuwstelsel,(2) waar in het funktiescontroleren,(3) bevindenzich de neuronendie cardiovasculaire centralezenuwstelsel gebruiken. en tot slot (4) zijn er gebieden die dezeneuronen welke zijn de neurotransmitters tt4 in het centrale zenuwstelselwaar het cardiovasculairesysteem en het biinier svsteem convergeren'? Experimenteletechnieken De informatie gepresenteerd in dit proefschrift is verkregen met behulp van verschillende technieken. Voor het i.dentificerenvsn neuronen in de hersenendie betrokken zijn bij de sturing van hart- en bloedvaatfunktiesis gebruik maakt van actiefPseudorabiesvirus (PRV). Dit virus heeft de eigenschap dat het zich kan verplaatsenen vermenigvuldigenin zenuwcellen.Als het virus word geinjecteerdin een orgaan,zoalsbijvoorbeeldhet hart, zal het virus de zenuwuiteinden binnendringenvan de neuronendie het hart innerveren.Nadathet virus de zenuwuiteindenis binnengedrongen begeefthet zich naar de celkern van de zenuwcellen(: retrograad transport, d.w.z. van zenuwuiteindenaar cellichaam),alwaar het zich vermenigvuldigt.Het virus is dan in staatom anderezenuwcellen, die contactmakenmet de geinf'ecteerde cel, binnen te dringen. Op dezemanier wordt een ketting van neuronengeinfecteerd.die tot ver in de hersenengevolgd kan worden. Geinfecteerdeneuronenkunnen vervolgenszichtbaar gemaaktworden met behulp van een specifiekekleuringstechniek. Voor het aantonen van neurotrensmitter(s)in een geinfecteerdezenuwcel, is gebruik gemaaktvan eendubbel-fluorescentie techniek.Hierbij wordt een geinfecteerdezenuwcel(die onderdeel uitmaakt van het cardiovasculairesysteemen zichtbaaris gemaaktmet een rood fluorescerendantilichaam)behandeldmet een groen fluorescerendantilichaam dat een bepaalde neurotransmitterzichtbaarmaakt. Met behulpvan een filter is het mogelijk om gescheidennaar zenuwcellente kijken. Bhjkt een zenuwcelzowel rood fluorescerende en groen fluorescerende rood als groen fluorescerendte ztjn, dan bevat de geinfecteerdecel de desbetreffende neurotransmitter. Voor het aantonen van verbindingenis gebruik gemaaktvan de anterogrademarker (d.w.z. een tracer die van cellichaamnaar zenuwuiteindewordt getransporteerd) Phaseolus (PHA-L). Nadat PHA-L is geinjecteerdin een bepaaldhersengebied, vulgais leuco-agglutinin en dan getransporteerd naar wordt het opgenomendoor de daar aanwezigezenuwcellichamen de zenuwuiteinden.Met behulp van een eenvoudigkleuringstechniekis het mogelijk om de PHA-L bevattendezenuwuiteindenaan te kleuren. Het is dus mogelijk om met dezemarker verbindingen,die bepaaldezenuwcellenmakenmet anderedelen van het zenuwstelsel,aan te tonen. Specificiteit van PRV De eerste vraag die in dit proefschrift wordt gesteldis: hoe betrouwbaaris de virale tracing techniek?Omdat met deze techniekspecifiekde neuronenvan 66n systeemkunnen worden bestudeerdis het niet gewenstdat het virus a-specifiekneuronenvan een ander, belendend,systeeminfecteert(dat mogelijknietste makenheeft met het systeemonder studie). of PRV in staatis om a-specifieknabijgelegen Om die reden is in hoofdstuk 2 geanalyseerd neuronen in het centralezenuwstelselte infecteren.De resultatensuggererendat het virus, onder bepaaldegecontroleerdecondities,specifiekde volgendeset van neuroneninf'ecteert. Echter,het is mogelijkdat in sommigesituatiesPRV a-specifiekniet gerelateerdeneuronenkan infecteren. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen als PRV nabijgelegen,niet tunctioneel gerelateerdevezelsinfecteert(Appendix). In dit proefschrift is ook een dubbel-viraletracing methodeontwikkeld. Hiervoor zijn 4 verschillendevirus muta methodehoudt in dat eel in hezelfde dier eenand alles goed gaat, wordt v en virus B naar die : zenuwstelseldan celler hand dat deze zenuwce gebleken dat van de I bezitten eigenschappen Localisatie en chemi zenuwstelsel In zoogdierenwc (Fig. 1). SymPathisc deel gelegenin het ga genoemd.Deze neuron ruggemerg,sympathisc projecteerteen SPN sPe gelocaliseerdzijn in zc In dit Proefschrif neuronen (die naar die neurotransmitters, Hersenen l, i:!!:il:, I Thoracale Ruggemerg Ruggem Figuur 1. Sclrernatisc is bekendover de loca stellatumSPNn,en wa infonnatiehieromtren ll5 her bijnier systeem rulpvan verschillende :ijn brl de sturing van PRV).Dit virus heeft vcellen.Als het virus us de zenuwuiteinden de zenuwuiteindenis retrograadtransport, jigt. Het virus is dan :1,binnente clringen. de hersenengevolgd I wordenmet behulp zenuwcel,is gebruik :teerdezenuwcel(<tie rmaakfmet een rood Lamdat een bepaalde om gescheidennaar eenzenuwcelzowel I de desbetretl'ende anterogrademarker porteerd) Phaseolus paaldhersengebied, letransporteerd naar het mogelijk om de m met dezemarker zenuwstelsel, aan te verschillendevirus mutantengetestop hun specificiteit (hoofdstuk 5). De dubbel-virale tracing methodehoudt in dat een virus mutant (A) wordt geinjecteerdin bijvoorbeeld het hart, terwijl in hetzelfdedier een anderevirus mutant (B) wordt geinjecteerdin bijvoorbeeld de bijnier. Als allesgoed gaat, wordt virus A getransporteerd naar neuronendie specifiek het hart controleren, en virus B naar die zenuwcellendie de bijnier controleren. Worden er hogerop in het zenuwstelseldan cellen gevondendie beide virussenbevatten,dan ligt de conclusievoor de hand dat deze zenuwcellenmogelijk beide organenbesturen. Uit onderzoek in hoofdstuk 5 is gebleken dat van de 4 getestemutanten,er 3 zijn die min of meer gelijke en bruikbare eigenschappen bezitten. Localisatie en chemische identificatie van cardiovasculaire neuronen in het centrale zenuwstelsel In zoogdierenworden organengeinnerveerddoor neuronendie gelegenzijn in ganglia (Fig. 1). Sympathischeneuronendie het hart innerverenbijvoorbeeld,zijn voor het grootste deel gelegenin het ganglion steliatum,en worden sympathischepostganglionaireneuronen genoemd.Deze neuronenworden op hun beurt geinnerveerddoor neuronendie, gelegen in het ruggemerg,sympathischpreganglionaireneuronen(SPNn)worden genoemd.In het algemeen projecteerteen SPN specifieknaar 66n ganglion.SPNn worden geinnerveerddoor neuronen die gelocaliseerdzijn in zowel het ruggemergals de hersenen. In dit proef'schriftis met behulpvan de virale tracing techniekde precieze locatie van deze neuronen (die naar ganglion stellatum SPNn projecteren) bepaald. Daarnaast zijn de neurotransmitters, die dezeneuronenbevatten,geidentificeerd. Hersenen Ir II Cervicarle Ruscenrers I "l L rwhaaris de virale in systeemkunnen Jn van een ander, eemonderstudie). ciliek nabijgelegen :ren dat het virus, )uroneninfecteert. erdeneuronenkan , niet functioneel i. Hier:voorzijn 4 Thoracale Ruggenrerg Sympathisch Preganglionair Neuron \ .Syrnpathisch P o s t g a n gr ol n a i r Neuron Ruggemerg Weinig overzichtvan de algemeneorganisatie van het autollome zenuwstelsel. Figuur l. Schernatisch naar ganglion is bekend over de localisatievan neurouenin de hersenenen ruggernergdie pro.iecteren dezeneuronengebruiken.In dit proefschriftis nieurve stellaturnSPNn, en wat voor neurotransmitters inforrnatiehieronrtrentverkregerr. t16 SPN innervatie vanuit het ruggemerg Weinig is bekend over de neuronenin het ruggemergdie projecterennaar ganglion stellatum SPNn. De resultatenin dit proefschrifthebbenechteraangetoonddat het grootste gedeeltevan dezeneuronenis gelegenin verschillendelagenvan het centralegrijs (laminaeI, II, IV, V, VII en X). Enkelevan dezeneuronenbevatte66n van de volgendeneurotransmitters: (hoofdstuk 3). substanceP, enkephalineof somatostatine Een interessante vinding in dit proefschriftwas de ontdekking van twee groepenneuronen in het voorstecervicaleruggemerg(deel van het ruggemergter hoogte van de schoudergordel) (hoofdstuk3). Beidecelgroepen, gelegenin de lateralespinalenucleusen de lateralefuniculus, waren voorheen niet geidentificeerdals onderdeelvan het cardiovasculairesysteem.Beide gebiedenzijn waarschijnlijkbetrokkenbij de controlevan meerdereautonomefuncties.Dit, omdat (l) PRV injecties in verschillendesympathischeganglia en de bijnier leidde tot geinfecteerdeneuronenin beide groepen,en (2) beidegebiedendirecte verbindingen hebben met SPN neuronen(hoofdstuk 4). Dit laatsteis met behulpvan PHA-L aangetoond. Samengevattonen bovengenoemde bevindingenaan dat er op zijn minst drie groepen neuronen in het ruggemergzijn die ganglion stellatum SPNn innerveren:(l) in de opper cervicale lateralenucleus,(2) in de opper cervicalelateralefuniculus,en (3) in verschillende laminaedoor het geheleruggemerg. SPN innervatie vanuit de hersenen gebiedengevondendie directeverbindingenhebbenmet In de hersenenzijn verschillende ganglion stellatumSPNn.Deze zijn gelegenin de hersenstam (de rostraal ventrolateralemedulla, de rostraalventromedialemedulla, de caudaleraphe kernen, het .A5 gebied en de Kcilliker-Fuse nucleus), de middenhersenen(periaqueductalegrijs en precommissuralenucleus), en de hypothalamus(de lateralehypothalamische nucleusen de paraventriculairehypothalamische nucleus)(hoofdstuk 3). De grootste groep van neuronen die naar ganglion stellatum SPNn projecterenis gelocaliseerd (meerspecifiek,de rostraalventromedialemedullagevolgd door in de hersenstam de caudale raphe kernen en het A.5 gebied)(hoofdstuk 3). Van de neuronendie naar SPNn projecterenbevattede grootstegroep de neurotransmitter adrenaline,gevolgddoor serotonine en noradrenaline(hoofdstuk 3). Tot slot werd de vraaggesteldof eendeelvalt dezeneuronenook in staatis om de bijnier te controleren(hoofdstuk 6). Dit, omdat gedurendeextremesituatieszowel de bijnier als het cardiovasculaire systeemwordt geactiveerd.Activatie van de bijnier leidt tot adrenalineafgifte in de bloedstroom,welk onder anderebijdraagtaan de redistributievan bloed van ingeu'anden systeemheeft een verhoogdehartslag naar actieve spieren.Activatie van het cardiovasculaire frequentieen bloeddruktot gevolg. Met behulp van een dubbel virale tracing techniekzljn deze neuronengeidentificeerd. Hiervoor werdentwee gemuteerdevirussen,die op specificiteitgetestwerdenin hoofdstuk 5, gebruikt. Edn virus mutant werd geinjecteerdin de bijnier, terwijl in hetzelfdedier de andere virus mutant werd geinjecteerdin het ganglionstellatum.Dubbel geinfecteerdeneuronenwerden geidentificeerdin de hersenstam,.A5 gebied en hypothalamus.Het grootste aantal dubbel geinfecteerdeneuronenwerd gevondenin de hersenstam. voor de simultaneactivatieresponsdie Dezetype neuronenzijn mogelijkverantwoordelijk opgewektwordt gedurendeextremesituatieszoalsstress.