De griep van 1918 noorderlicht.vpro.nl, 29 september 2006 De Spaanse griep, die aan het begin van de vorige eeuw zo'n 50 miljoen mensen het leven kostte, was vermoedelijk zo bijzonder venijnig omdat het virus het immuunsysteem op hol deed slaan. Tot die conclusie komen Amerikaanse onderzoekers deze week in het tijdschrift Nature. Met een nagemaakt 1918-virus besmetten ze een groep muizen in het laboratorium. Die werden behoorlijk ziek. Hun longcellen gingen kapot, ze kregen vocht in hun longen, bloedingen en na een dag of vijf overleden ze. Vooral opvallend was de reactie van het immuunsysteem van de muizen op het virus. Dat sloeg letterlijk op hol, en de onderzoekers vermoeden dan ook dat dåt de reden was waarom het virus zoveel mensen het leven heeft gekost. Noodhospitaal in Camp Funston, Kansas, tijdens de grieppandemie van 1918. Het kunstmatige griepvirus was vorig jaar al uit de dood herrezen. Onderzoekers slaagden er toen in de boosdoener na te maken. Dat deden ze aan de hand van onder meer stukjes virus die ze isoleerden uit een uit Alaska afkomstig ingevroren slachtoffer van de Spaanse griep. Het nagemaakte virus bevat alle acht genen van het oorspronkelijke influenzavirus. Eerdere experimenten met stukjes virus die niet alle acht genen bevatten, verliepen een stuk minder desastreus. De onderzoekers stellen dan ook dat alleen experimenten met het volledige griepvirus nuttig zijn om inzicht te krijgen in het venijnige karakter van het virus uit 1918.