Maart 2006 En wie zal u kwaad doen, wanneer gij ijverig zijt in het goede? Maar al zoudt gij ook lijden om de gerechtigheid, zalig zijt gij! Vreest niet voor hen, en laat u niet verontrusten. (Jes. 8,12)! Heiligt Christus, de Heer, in uw harten; weest altijd tot verantwoording bereid aan iedereen, die u rekenschap vraagt van de hoop, die in u leeft. Doet het echter met zachtheid en schroom en met een goed geweten, opdat zij, die op uw goede wandel in Christus smalen, over hun lastertaal beschaamd mogen staan. Want het is beter te lijden, zo God het wil, wanneer men goed doet, dan wanneer men kwaad bedrijft. (1 Petr. 3,8.-17) Navolging van JEZUS Doe je best JEZUS in alles na te volgen! Dit is mijn grootste wens en mijn vreugde! Weest gezegend door de Drievuldige GOD, van de 9 VADER en de 9 ZOON en de 9 HEILIGE GEEST. Amen! Druk 2006: Neuchristen Bergstrasse 52 CH-9038 Rehetobel e-mail [email protected] internet www.schwert-bischof.com / www.neuchristen.com Onchristelijk handelen Na tientallen jaren ervaring moet ik constateren, dat bijna ieder mens, om het even wie het is en hoe vroom hij is, er steeds problemen mee heeft om van anderen zijn fouten te ervaren. Dit vooral, omdat men zich al te vaak van zijn eigen fouten niet bewust is. En al te vaak gelooft men ten opzichte van de naaste juist en christelijk te hebben gehandeld. Jammer genoeg vergeet men daarbij alles ook vanuit het standpunt van de ander te bekijken. zich in hem te verplaatsen. Zolang je je niet hebt afgevraagd of je mogelijk de ander onschuldig aanklaagt, zolang ben je niet bereid christelijk te vergeven. In dit geval ben je vooringenomen. Hoe zou je zon rechter bij de rechtbank beoordelen? Frans van Sales: Hoezeer mishaagt God het vermetel oordelen! En vermetel is wanneer een mens zich tot rechter van de medemens maakt, want dat recht heeft God alleen. Het is vermetel omdat de slechtheid afhangt van de gezindheid van het hart en dit voor ons in de duisternis verborgen blijft. Het is ook vermetel omdat iedereen het er druk genoeg mee heeft zichzelf te oordelen ... Is een handelwijze als zodanig niet slecht, zo is het kwade achterdocht er een slechte conclusie uit te trekken als niet verscheidene omstandigheden de bewering ondersteunen. Het is ook vermetel oordelen als men uit één enkele handeling de persoon meent te kennen. Hoe is de naaste? Je mag de ander niet volgens jouw goeddunken beoordelen en oordelen. Hou eerst rekening met zijn aard en karakter. Zelfs GOD doet het zo die eerst hart en nieren toetst! Wil de mens strenger zijn dan GOD boven HEM staan? Bedenk zoals jij meet, zo zul je door HEM worden gemeten! Het ware uitspreken Komt het dus tot een uitspreken, dan is het alleen fair en aan GOD welgevallig, als je niet van het begin af aan op je recht staat. Het uitspreken is er niet om gelijk te krijgen, maar om te ervaren of men het recht aan zijn kant heeft of niet! Het belangrijk Waarom Hoe vaak zeg ik het: Oordeel nooit voordat je hebt gevraagd: Waarom? Zo sprak ook de Moeder van GOD toen zij en de H. Jozef, na drie dagen zoeken, JEZUS in de tempel aantroffen: Mijn Kind, waarom heb Je ons dit aangedaan? Kwaadspreken De medemens oordelen heeft zoveel kwaad tot gevolg. Kwaadspreken staat hier bovenaan. Wie de kwaadsprekerij uit de wereld zou kunnen helpen die zou een groot deel van de zonde en onrechtvaardigheid uit de wereld helpen. Apostelen leren erover Allen toch struikelen we op vele punten. Zo iemand in het spreken niet struikelt, dan is hij een volmaakt man; want dan kan hij ook heel het lichaam beteugelen. Wanneer we de paarden het gebit in de bek steken, om ze ons te doen gehoorzamen, dan mennen we ook heel hun lijf. Ziet ook eens naar de schepen: hoe groot ze ook zijn, en door wat ontstuimige winden ze worden gedreven, door een heel klein roer worden ze gewend, waarheen de stuurman het wil. Zo ook is de tong slechts een klein lid, maar ze bezit een grote invloed. Ziet, hoe een klein vuurtje een heel bos in brand steekt! Ook de tong is een vuur: een wereld van ongerechtigheid. Onder onze leden is het de tong, die heel het lichaam bezoedelt, en ons levensrad in brand steekt, zelf in vlam gezet door de hel. Inderdaad, alle soorten van beesten en vogels, kruipende dieren en beesten der zee, worden getemd en zijn getemd door het menselijk geslacht; maar de tong: geen mens kan haar temmen; rusteloos kwaad, vol dodelijk venijn. Met haar loven we de Heer en Vader, met haar vervloeken we de mensen, naar Gods beeld geschapen (Gen. 1,27); uit dezelfde mond komt zegen en vloek. Neen mijn broeders, dit moet zó niet zijn! Of laat soms een bron uit dezelfde ader zoet en bitter water opborrelen? Of is het mogelijk, mijn broeders, dat een vijg olijven draagt, en een wijnstok vijgen? Ook kan een zoute bron geen zoet water geven. (Jac. 3,2-12) Broeders, spreekt geen kwaad van elkaar! Wie kwaad spreekt van zijn broeder, of de broeder beoordeelt, spreekt kwaad van de wet en oordeelt de wet; maar zo ge haar oordeelt, zijt ge geen werker der wet, maar haar rechter. Wetgever en Rechter is Eén: Hij die redden kan en verderven. Maar wie zijt gij, dat ge de naaste beoordeelt? (Jac. 4,11-12) Ten slotte, weest allen eensgezind, deelnemend voor elkaar, vol broederliefde, barmhartig, bescheiden; vergeldt geen kwaad met kwaad, of schelden met schelden, maar zegent elkaar veeleer; gij zijt toch geroepen, om zegen te erven. Immers: Wie het leven wil liefhebben, en goede dagen wil zien: Beware zijn tong voor het kwaad, en zijn lippen voor leugen. Hij vluchte het kwaad, doe enkel wat goed is, zoeke de vrede en jage hem na. Want de ogen des Heren zijn op de vromen gericht, Zijn oren naar hun smeken gekeerd; Maar s Heren aanschijn blikt grimmig tegen de bozen (Ps. 34,13 e.v.).