Mijn eerste weken op het Gym

advertisement
Mijn eerste weken op het Gym
Na het spannende van de proefklas, het nieuwe bijzondere systeem
dat het Arnhemse Gymnasium had ingevoerd ter vervanging van een
toelatingsexamen, werd ik dan eind augustus 1944 toch eindelijk een
echte middelbare scholier.
Op de fiets ging ik met een paar vriendinnen vanuit de Gulden Bodem
(Heemstralaan en omliggende straten) via Zijpseweg, Willems- en
Velperplein, Steenstraat en Parkstraat naar mijn nieuwe school. Heel
spannend allemaal. Niet tussen de middag naar huis, boterhamtrommeltje
mee, elk uur een andere leraar, nieuwe vakken als Latijn en wiskunde...
Het was 1944, en de oorlog leek op zijn einde te lopen. De geallieerde
legers kwamen dichterbij. Als we naar school fietsten hoorden we de
kanonnen uit de buurt van Nijmegen. Soms fietsten we via de
Eusebiussingel naar de Joh. De Wittlaan en zo naar school. We meenden
dan dat we ze bevrijdende legers dichterbij hoorden komen. En we zagen
de Duitsers wegtrekken. Met karren vol gestolen spullen, vrouwen en
kinderen er bovenop, met fietsen (voor zover ze er nog waren ook gejat
van Nederlanders). Het waren letterlijk de ratten die het zinkende schip
verlieten.
En toen, na een veelbelovend begin, kwam er ook al weer een eind aan
mijn eerste jaar gymnasium. Het werd zondag 17 september. En op
maandag kon ik niet meer naar school. De luchtlandingstroepen vochten
in Oosterbeek en Doorwerth, het afweergeschut op Alteveer daverde over
ons huis. En na enkele dagen bleek die oorlog toch nog niet afgelopen te
zijn. In tegendeel, we moesten ons huis en onze stad verlaten. Wat neem
je mee op de fiets? Geen schoolboeken in eerste instantie. Fijn nog een
poosje vakantie? Nou, ik geloof niet dat we zo dachten, maar het was
gewoon geen prioriteit. We zouden immers over enkele weken wel weer
terug zijn?
Dat viel dus wat tegen. Mijn vader kreeg twee keer de kans om zijn eigen
spullen uit zijn eigen huis te halen en omdat het er toen naar uitzag dat we
die winter niet zouden terugkeren, nam hij ook enkele schoolboeken mee:
ja, juist latijn en wiskunde. In die vakken kreeg ik die winter bijles, opdat
ik later ‘gewoon’ met de klas mee zou kunnen. In eerste instantie lukte
me dat, maar het is me later in 5 alpha toch opgebroken, dat ik de goede
basis niet had. Toch zag ik kans in 1951 het eindexamen te halen met een
groot aantal van de klasgenoten waarmee ik in 1944 begonnen was.
Jantine J. de Boer-van der Wal
Schoolreis naar Engeland
Hoewel Engeland natuurlijk ook te lijden had gehad van de oorlog,
en er ook daar voedseltekorten waren vond men blijkbaar dat de
mensen in Arnhem het nog beroerder hadden gehad. Daarom werd
het Arnhems Gymnasium uitgenodigd door de Highschool van
Northallerton in Yorkshire. Nou, daar was belangstelling genoeg
voor!
Met een grote groep van zo’n 45 leerlingen en drie docenten vertrokken
we in juli 1947 per boot naar de overkant, ik geloof Harwich. Vandaar
per trein, een eindeloos lijkend eind, naar het noorden. We werden bij de
scholieren ingekwartierd. Mijn Engels was bepaald nog niet om naar huis
te schrijven. Mijn eerste Engelse leraar was een alleraardigste man, die
als vrijwilliger was meegetrokken met het geallieerde leger. Vandaar dat
hij ons woorden leerde als “flamethrower” en andere militaire termen.
Daar had je in het dagelijks leven niet zoveel aan.
Niet lang?
Ik begon dan ook goed. Toen ik het huis van mijn gastouders binnen
kwam waren mijn eerste woorden: “goodbye’. “Nou”, had mijn gastheer
later tegen zijn vrouw en dochter gezegd, “die is dus niet van plan om
lang te blijven!”. Me van niets bewust probeerde ik me aan te passen aan
het voor mij zo andere leven. Ik was nooit eerder over de grens geweest.
’s Avonds in bed leerde ik van mijn nieuwe vriendin, Jean, de gewone
dagelijkse woorden: handdoek, deken, laken, lamp, stoel. Wist ik veel, op
een gymnasium leerde je, ook later, meer literaire dan bruikbare
dagelijkse woorden. Ze hadden een moestuin en ze leerde me de namen
van dingen als aardappels, sla, rode en zwarte bessen, frambozen en
aardbeien. Toen ik de laatste dag mocht kiezen wat ik wilde eten koos ik
voor de Yorkshire pudding!
We hadden er een geweldige tijd. Het meest genoten we geloof ik nog
van de Engelse tea, met al die cake en koekjes, lang niet gezien en
geproefd. Maar er was meer natuurlijk.
We volgden enkele lessen en verbaasden ons over de slechte uitspraak
van het Frans, ook door de docent! We gingen naar cricket games op de
school sportvelden en snapten daar niks van, we maakten trips met de
hele groep in een bus naar o.a. York en bezochten de mooie kathedraal.
Er was een “social evening” met muziek. Ook het gastgezin nam ons
vaak mee. Met mijn familie gingen we naar Scarborough, aan zee. En
koud dat het was! Ik ging mee naar de kerk en genoot van het mooie
gezang, van de preek heb ik niet veel begrepen. Ik bezocht vrienden en
familie van Jean en werd een beetje verliefd op een neef van haar. En
ook een beetje op oud-leerling Albert Nijenhuis, één van de drie lange
jongens op de achterste rij van de groepsfoto (zie map foto’s), die mij als
jonkie een beetje onder zijn hoede nam.
Later kwamen de Engelsen in Arnhem op bezoek en we gingen met hen
ook allerlei bezienswaardigheden af, waaronder het Openlucht museum.
Contact
Ik heb nog jaren contact gehouden met mijn Engelse vriendin, tot het
door huwelijk en kinderen verwaterde. En toen, opeens, kwam er weer
een brief van haar. Ze woonde met haar gezin in de buurt van Canterbury
waar mijn man en ik haar een keer bezochten. Enkele jaren later was zij
met haar man in Nederland en we lieten hen Amsterdam en de
Nederlandse polders zien. Helaas was er geen tijd om naar Arnhem te
gaan, ze waren met een groepsreis, die weinig vrije tijd overliet.
De namenlijst van mijn mede-reizigers heb ik uiteindelijk vrijwel
compleet gekregen door bij deelnemers van eerdere jaren informatie in te
winnen op de jaarlijkse bijeenkomsten van de jaren 1940-1947 in
Bronbeek.
Jantine J. de Boer-van der Wal
Download