Muziek zonder Noten

advertisement
Muziek zonder Noten
Over Muziek Maken en Communiceren
Ria Frowijn, Hanno Tomassen
Utrechts Conservatorium
Hogeschool voor de Kunsten Utrecht
fascinatie, improviserend ontwerpen, muziek, kern, proces, interactie, groep, muzikaal
leider, authentiek leren, reflecteren, herhaling, reflectie, toeval, attitude, structuur,
warming-up, startformule, spelvormen, context, leren, geen bladmuziek, idioom,
verbinding, competentie, communicatie, intercultureel, bodypercussie, auditief
interdisciplinair, experimenteren, flow, Muziek Maken en Communiceren, performance,
invloed, collectief, individu, rolwisseling, context, culturele
omgeving, groeps-
Muziek zonder Noten
dynamiek, wisselwerking, veilig pedagogisch klimaat, dynamisch leerproces, rijke
leeromgeving, inspireren, (her)structureren, kwaliteit, muzikale verdieping, fascinatie,
improviserend ontwerpen, muziek, kern, proces, interactie, groep, muzikaal leider,
authentiek leren, reflecteren, flow, herhaling, reflectie, toeval, attitude, structuur,
warming-up, startformule, spelvormen, geen bladmuziek, auditief, idioom, verbinding,
competentie, communicatie, intercultureel, bodypercussie, interdisciplinair, experimenteren, performance, invloed, collectief, individu, rolwisseling, context, culturele
omgeving, groepsdynamiek, reflecteren, competentie, auditief, intercultureel, context,
startformule, bodypercussie, flow, individu, inspireren, geen bladmuziek, attitude, kern,
structuur, communicatie, competentie, experimenteren, rolwisseling, verbinding, toeval,
culturele omgeving, interdisciplinair, startformule, veilig pedagogisch klimaat, kwaliteit,
(her)structureren, verbinding, idioom, spelvormen, warming-up, verbinding, fascinatie.
© 2007 Utrechts Conservatorium
Hogeschool voor de Kunsten Utrecht Alle rechten voorbehouden. Mits de bron wordt vermeld is het toegestaan om zonder voorafgaande
toestemming van de uitgever deze uitgave geheel
of gedeeltelijk te kopiëren dan wel op andere wijze
te verveelvoudigen. De publicatie is ook te downloaden via www.hku.nl.
Deze uitgave kwam tot stand in het kader van de
Projecten Primair Onderwijs en Speciaal Onderwijs
(ProPoSo) van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap (2005).
Muziek zonder Noten Inhoud
Inhoud
Voorwoord
07
01 Muziek zonder Noten 11
02 De kern
15
De interactie
De muziek
De groep
De leider
Focus op kwaliteit
03 Didactiek
27
Voorwaarden en praktische tips
04 Praktijk
Warming-up
Startformules
Spelvormen
35
05 Procesdoelen 53
06 Tips
57
07 De DVD
61
08 Terugblik
69
Evaluatie door de deelnemers
Evaluatie door de muzikaal leider
09 Checklist
75
10 Toekomstblik
79
11 Verantwoording
83
Ontstaansgeschiedenis
Een theoretisch kader
Nawoord
Woordenlijst
Bronnen
Adressen
Colofon
Auteurs
93
05
05
05
03 - Inhoud
Muziek zonder Noten Voorwoord
Voorwoord
Muziek zonder Noten: kan dat? Een muziekboek zonder één geschreven noot?
Ja, dat kan met improviserend en musicerend ontwerpen. Samen muziek zoeken en samen nooit eerder gespeelde muziek ten gehore brengen. In één
spanningsboog en in één gedeelde concentratie. Iedereen oefent invloed uit
op het muzikale resultaat waarop je als groep trots bent. De luisteraar wordt
meegenomen in de zinderende intensiteit van het moment. De leider leidt
en begeleidt. Er komen geen geschreven muzieknoten aan te pas. En toch:
samen muziekfragmenten ontdekken, verklanken en daarover communiceren.
‘
Is dat mooi? - Past dat wel? - Wat zou ook kunnen?
Prachtig! - Wie durft iets nieuws?
’
Telkens weer. Passen en meten, schaven en polijsten. Zo gaat dat met muziek. Zo ervaart
een groep spelers muzikale leerprocessen van binnenuit, met elkaar, met het grootste
plezier. Onder leerproces wordt hier verstaan: het leren en beleven van muziek in meest
ruime zin. Dat kan letterlijk overal.
Bijvoorbeeld in de basisschool, het voortgezet onderwijs, op het VMBO en de Pabo.
Maar ook in buitenschoolse settings zoals op muziekscholen, in de buitenschoolse
opvang en in de muziekvakopleidingen (de conservatoria die opleiden tot musicus,
docerend musicus en docent muziek). Zelfs voor bandjes, koren en orkesten biedt deze
manier van musiceren interessante mogelijkheden tot verdieping van ervaringen vanuit
het muziek maken zélf. Muziek zonder Noten gaat over Muziek Maken en Communiceren
en heeft als meerwaarde:
> de groep en de leider bepalen samen alle muzikale input en -output
> de inzet van alle verschillen in culturele context, ervaring en niveau
> de mogelijkheden voor drama, dans, literatuur, beeldende kunsten en media om
hierbij aan te sluiten zoals bijvoorbeeld ook gebeurt in ‘community arts*’.
Het je veilig voelen, vertrouwen in elkaar hebben en samen actief muziekplezier beleven
zijn de belangrijkste componenten. Hoe je dat doet, lees je in deze publicatie. Hierin
worden de ervaringen samengevat die opgedaan zijn in het Utrechts Conservatorium
van de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht, het Conservatorium van Amsterdam en
het Utrechts Centrum voor de Kunsten. Deze publicatie kan het zelf ervaren niet vervangen maar geeft achtergrondinformatie, beschrijvingen en suggesties om het zelf doén
te inspireren.
Alle groepen waarbij wij deze vorm hebben toegepast, reageerden enthousiast en wisten tot eigen producties te komen. Iedere groep op haar eigen niveau en binnen haar
eigen (inter)culturele omgeving.
07 - Voorwoord
Deze publicatie is een handreiking om het improviseren* en ontwerpen van muziek in
een breed perspectief te plaatsen namelijk in het perspectief van de ontwikkeling in
de kunstvakken en kunstzinnige vaardigheden, het perspectief van interculturaliteit en
interdisciplinariteit en tot slot het perspectief van persoonlijke groei en groepsdynamiek.
We meanderen als avonturiers op zoek naar actieve ervaringen met kunst want onze
maatschappelijke context geeft daarvoor genoeg aanleiding. Gewoon beginnen en
elkaar inspireren. Gewoon doen!
‘
Ik denk dat als je goed kunt improviseren, dan kun je in je
muziek dingen laten horen die jij zélf wilt laten horen.
Willeke (student klarinet) >> DVD Dag 7
Auteurs > Ria Frowijn, Hanno Tomassen
Projectleider > Jos Schillings
*) zie de verklarende woordenlijst (pagina 94-95)
08 - Voorwoord ’
Muziek zonder Noten
Muziek zonder Noten
01
‘De eerste klap op een grote trom, spanning, iedereen houdt zijn adem in,
daar volgen er meer, roffels, de klanken vormen zich tot een cadans waarin
24 stemmen zich voegen: ‘Met kleuren, kan alles gebeuren’, - het ritme houdt
aan, de instrumentale improvisaties voegen zich bij - ‘Het spectrum is een
lange lijn, met alle kleuren die er zijn,’ - nu in een spreekkoor - ‘Rood, groen en
blauw… Het spectrum is van jou!’
Een lange aanhoudende roffel als coda eindigt in een luid applaus!!!
Het verhaal moet worden verteld. Het verhaal van het musicerend ontwerpen. Het
proces van muziek maken en improviserend ontwerpen krijgt betekenis en diepgang
door daarover te communiceren. De kern hiervan ligt in het actief onderzoeken van
klanken, geluiden, formules, opvattingen, ideeën en argumenten door de deelnemers
zelf. Het ontwerpproces van muziek wordt uitvergroot en zelf ervaren. Dit kan binnen
muziekeducatieve settings plaatsvinden maar ook daarbuiten. Een belangrijk kenmerk
is dat iedereen ervan leert: de deelnemers én de muzikaal leider(s). De groep, de leider
en de muziek communiceren en staan doorlopend met elkaar in verbinding. Het is een
interessant interactieproces rond het improviserend ontwerpen.
Muziek zonder Noten past in de traditie van het improviseren en ‘instant composing*’.
Murray Shafer en John Paynter introduceerden het begrip ‘kant-en-klaar componeren’
in de jaren ‘60.
Ad Heerkens, Ger Storms, Bernard van Beurden en Daan Manneke hebben in Nederland het improviseren verder uitgewerkt en als werkvorm binnen de muziekeducatie
geïntroduceerd.
Deze componisten hadden met elkaar de overtuiging gemeen dat muzikale ontwikkeling alleen op basis van de muzikale ervaring mogelijk is. John Paynter beschrijft in
zijn laatste boek Sound and Structure in 1967: ‘De creatieve uitdaging geeft dat heel
speciale gevoel van overwinning, en doet dat duurzamer dan wat dan ook. Iets
gemaakt hebben wat van jou is en van jou alleen, is een echte prestatie’. Vrijblijvend
‘spelen’ en serieus componeren wisselden zich bij bovengenoemde componisten af
en vormen volgens hen het fundament voor een continue muzikale ontwikkeling.
Zelf doen en ervaren, zelf muziek maken, beleven en ontwerpen legt de basis voor
muzikale groei en ontwikkeling. Vanuit deze gedeelde overtuiging is Muziek zonder
Noten tot stand gekomen. Daar liggen ook de volgende beweegredenen aan ten
grondslag.
De laatste 50 jaar is het aantal verschijningsvormen van muziek in onze samenleving
enorm toegenomen. Werd in de jaren 60 uitsluitend het klassieke erfgoed onderwezen,
het ‘nieuwe leren’ daagt ons nu uit mee te gaan in de ervaringswereld van de deelnemers zelf. Meestal hebben we het dan over kinderen en jongvolwassenen.
11 - Muziek zonder Noten
Wil je aan zo’n proces leiding geven dan dienen zich veel vragen aan:
> Kan ik nog wel een verbinding leggen met hun belevingswereld?
> Wat moet ik kunnen om dat te doen?
> Hoe leid ik een creatief proces?
Met het spelen van voorgeschreven noten breng je de muzikale fantasie van een
componist tot klinken. In deze publicatie beschrijven we hoe je kunt omgaan met de
muzikale fantasie van elkaar, van de groep waarvan je deel uitmaakt. Muziek zonder
Noten vertelt iets over het leren balanceren op de grenzen van eigen en andermans
muzikale creativiteit. Voor de muzikaal leider gaat het over het managen van creatieve
processen. Hij of zij zet het proces aan gang en brengt de structuur aan. Creativiteit
is daarbij een breekbare kwaliteit die het muzikale spel en het muzikale resultaat
bijzonder maakt. Uiteindelijk geldt dit voor alle vormen van muziek, gecomponeerd of
geïmproviseerd. En ook voor alle soorten en maten van musici: van basisschoolleerling
tot professioneel orkestmusicus.
Iedereen beschikt al zeer jong over een aanzienlijk ‘geluidsarchief’. Een muzikaal leider
kan een groep door improvisatie en muzikale spelletjes stimuleren om deze ervaringen
en kennis in te zetten. Spontane en vrije muziekspelletjes met ritme, klank, melodie en
harmonie, die je vocaal, met bodypercussie en/of instrumentaal uitvoert, stimuleren
het persoonlijke en collectieve ontwerpproces. Iedereen experimenteert zo voortdurend
met de muzikale realiteit en herschept deze keer op keer. Door de onverwachte bijdrage
van je buurvrouw word je op nieuwe ideeën gebracht. Ideeën die op hun beurt de
volgende weer aanzetten tot iets nieuws. Het gaat dus om samen maken, fantaseren,
onderzoeken en experimenteren. Lang geleden heette dit gewoon: ‘samen spelen’…
Muziek is een taal die slechts gaandeweg kan worden beheerst. Door de communicatie
die hiervoor nodig is, door deze dialoog, is musicerend ontwerpen een doeltreffend en
belangrijk hulpmiddel. De muzikale ontwikkeling krijgt op deze manier een zo natuurlijk
en open mogelijk karakter.
Musicerend ontwerpen is het organiseren van het samen actief uitproberen en experimenteren. Zo werken improviserende professionals ook: iemand draagt een muzikaal
idee aan en men varieert en probeert uit tot iedereen tevreden is over het resultaat. Zo
gaat het al eeuwen en op alle plekken in de wereld. Zo wordt muziek betrokken en met
hart en ziel uitgevoerd. Dat werkt: dat communiceert!
‘
Je leert vrij met muziek om te gaan. Er zijn dingen waar ik
over ben gaan nadenken en verder als bagage meeneem.
Willeke (student klarinet) >> DVD Dag 7
12 - Muziek zonder Noten
’
Muziek zonder Noten De Kern
02
De kern
Muziek zonder Noten is een manier van werken en géén methode. Er worden
geen methodische stappen gegeven om een doel te bereiken. Er wordt ook
geen succes gegarandeerd bij uitvoeren van alle suggesties en didactische
aanwijzingen voor het improviserend ontwerpen.
Wat is Muziek zonder Noten dan wel? Wat kun je ermee? Wat leer je er als
muzikaal leider van? Wat leert de groep? Wat leer jij als deelnemer?
Om het kort te formuleren: je leert je eigen fascinatie voor muziek te (her)ontdekken en
je leert het proces van het improviserend ontwerpen te doorgronden. Het is een actieve
manier van werken met muziek. Een manier van werken die succes garandeert als
het je éigen manier geworden is. Als je het lef hebt je eigen proces van improviserend
ontwerpen te (her)ontdekken. Ook als je het lef hebt dit leerproces met anderen te
delen en steeds opnieuw aan te gaan. Want de focus ligt op het ervaren van muziek
als een proces dat een groep, gecoacht door een (bege)leider, doormaakt. Het proces
waarin je improviserend en experimenterend muziek ontdekt, nieuwe muzikale aspecten
exploreert, nog nooit eerder gehoorde muziek verklankt en door dat hele proces gefascineerd raakt. Daar kun je samen veel van leren, veel genoegen aan beleven en
je over blijven verwonderen. Het gaat om de kunst van het spelen. Het gaat om de
kwaliteit van dát proces.
De kern van dat proces bestaat uit een aantal kenmerken, voorwaarden en kwaliteiten
die allemaal belangrijk zijn. Daarom hebben ze geen hiërarchische ordening nodig
en staan ze hieronder in een willekeurige volgorde op een rij. Eerst wordt het proces
beschreven en daarna de drie hoofdrolspelers: de muziek, groep en de muzikaal leider.
Deze hoofdrolspelers hebben doorlopend met elkaar van doen. Zij zijn actief met elkaar
bezig en beïnvloeden elkaar binnen de context van het proces van improviserend ontwerpen. Schematisch is dat als volgt voor te stellen:
Groep
Muziek
15 - De Kern
Leider
Interactieproces van het improviserend ontwerpen
15 - De Kern
Laat horen wie je bent!
Aan het begin wordt er altijd begonnen met een warming-up*. Dit om de aandacht
en concentratie op elkaar af te stemmen. Daarin krijgt de inbreng van de deelnemers
Iedereen zingt om de beurt zijn naam in de vorm van een kort motiefje. Dit
zelf veel aandacht. Dit geeft veel vrijheid en ruimte die juist nodig is om het gezamenlijk
doe je 2 of 3 keer zodat iedereen een vast motiefje ontwikkelt. Vervolgens
ontwerpproces te durven beginnen. Die open start moet elke keer opnieuw worden
worden in overleg de passende motiefjes bij elkaar gevoegd. Elk groepje gaat
bewerkstelligd. Er moet een bereidheid gecreëerd worden om te luisteren, in te brengen,
een muzikale zin maken met de aanwezige motiefjes door te experimenteren
aan te passen en mee te doen.
met verschillende volgorde van de namen.
Ook het reflecteren, het constant kijken naar je eigen handelingen en gedrag is een
>> DVD Dag 4
belangrijk kenmerk dat motiveert om steeds nieuwe muzikale doelen te stellen. Leren
reflecteren op eigen ervaring, inbreng en vaardigheden heeft als resultaat meer inzicht
verkrijgen in de eigen muzikale taal en leerprocessen en in de muzikale ervaringswereld
De interactie
van een ander. Het muzikale leerproces is gebaseerd op herhaling en reflectie. Dat is
ook het proces dat de muzikaal leider zelf iedere keer doormaakt.
Alle muziek die deze manier van werken voortbrengt is er nog niet eerder geweest, is
‘nieuw’, is vol bezieling en betrokkenheid. Het geeft de deelnemers een ervaring van in
een zgn. ‘flow’* te zijn: je komt in een muzikale stroom, voelt je een prima bij, je wist niet
dat dit allemaal in je zat en dat muzikaal creatief samenwerken zoveel kon opleveren.
‘
Ik ben niet zo goed in transponeren en dat is eigenlijk jammer.
Willeke (student klarinet) >> DVD Dag 2
’
Gehoord worden (in dit geval figuurlijk) werkt heel stimulerend. Door elkaar na te spelen,
leer je de muziek voelen. Als de vonk overspringt zijn de deelnemers vergeten dat ze
De vragen die gesteld worden zijn belangrijker dan de antwoorden. Iemand die con-
een uur geleden nog nooit een instrument hadden aangeraakt. Professionele musici
stant bezig is met vragen stellen, reflecteert en kan afstand nemen. Deze attitude heb
verklaarden door deze manier van werken weer hun motivatie voor muziek te hebben
je nodig om je te ontwikkelen tot een ensemblespeler die flexibel en creatief met de
hervonden.
groep en muziek omgaat, en, die zichzelf steeds wil blijven vernieuwen.
Het proces van het improviserend ontwerpen is gebaseerd op structureren en variëren
Bodysounds*
door middel van herhaling en reflectie. Vanuit een beginpunt werk je samen met de
groep ergens naar toe, daarop reflecteer je, vervolgens herhaal je wat je hebt gedaan
Inventariseer welke geluiden allemaal met het lichaam gemaakt kunnen
en kun je er een nieuw verdiepend element aan toe voegen. Er komen steeds nieuwe
worden; iedereen maakt om de beurt een bodysound.
formules aan de orde die door de spelers zelf zijn ontworpen en formules die gewoon
Bouw het ritme als volgt op; 1 persoon geeft 1 geluid. De volgende herhaalt
door toeval ontstaan zijn. Zo kun je eindeloos doorgaan. Musicerend ontwerpen is een
dit en vult aan met een bijpassend geluid, enzovoort. Hoe lang kan het ritme
‘never ending story’.
worden?
>> DVD Dag 3
De attitude* of houding ten opzichte van muziek en het musiceerproces is van belang. Er wordt een appèl gedaan op creativiteit, durf en ontwikkelingspotentie van alle
deelnemers in een groep. Je wordt als groepslid nadrukkelijk uitgenodigd om te laten
De muziek
horen wat er ín je zit en om te leren denken in mogelijkheden. Muzikale ideeën worden
in stukjes gedeeld en op hun waarde gewogen. Een idee hoeft niet behandeld te wor-
Muziek kent geen grenzen, is van alle tijden en van alle mensen. Overal en altijd
den alsof het een oplossing is maar als een mogelijkheid om weer een nieuwe stap te
hebben mensen hun eigen muziek gemaakt. Muziek functioneert altijd binnen
zetten. Deze manier van werken gaat uit van wat we al kúnnen en niet van wat we nog
een context, een omgeving, en ontleent haar kracht aan de context waarin zij zich
níet kunnen.
manifesteert. Iedere groep vormt weer een nieuwe context waardoor muziek, de
culturele achtergronden en de muziekvoorkeuren enorm kunnen verschillen.
Het improviserend ontwerpen heeft structuur nodig. De muzikaal leider én de groep
Bij musicerend ontwerpen is de context van de deelnemers, hun luisterrepertoire en
brengen die structuur aan. De deelnemers geven vorm aan hun eigen muzikale ontwik-
muzikale ervaringen bepalend voor hun ideeën, de gekozen structuur en individuele
keling door actief aan het improviserend ontwerpproces deel te nemen want binnen dit
inbreng. Deze context en de context waarbinnen er gemusiceerd wordt is bepalend
proces kun je alles, wat je al kent en kunt, toepassen.
voor het uiteindelijk klinkende resultaat.
16 - De Kern
17 - De Kern
De vaardigheid van het onthouden van muziek is belangrijk naast het leren analy-
Laat horen wat je voelt!
tisch luisteren en onthouden wat er is gespeeld en afgesproken. De muzikaal leider
kan dit eventueel ondersteunen met grafische notatie of kleuraanduidingen. Het
Iedereen zingt om de beurt een emotie in de vorm van een kort motiefje.
materiaal dat bedacht is, moet goed worden onthouden en op gehoor worden na-
Dit doe je 2 of 3 keer zodat iedereen een vast motiefje ontwikkelt. Vervolgens
gespeeld. Er komt geen bladmuziek aan te pas. Alles gaat auditief. Dit doet tevens een
worden in overleg de passende motiefjes bij elkaar gevoegd. Elk groepje gaat
groot beroep op de concentratie en de lengte van de gezamenlijke spanningsboog.
een muzikale zin maken met de aanwezige motiefjes door te experimenteren
Het werken op het gehoor en geheugen heeft als voordeel dat deze vaardigheden
met verschillende volgorde van de emoties.
getraind worden, ze zijn steeds weer inzetbaar en niet alleen op muzikaal gebied. Al
>> DVD Dag 1 en 7
luisterend kom je tot iets van jezelf. Door analytisch te luisteren naar wat je doet en
een goede reflectie daarop, komt ieder tot een compositie die ‘eigen’ is, dat wil zeggen
overeenkomt met het eigen referentiekader of dat van de groep.
De kernactiviteiten van Muziek zonder Noten zijn: produceren en reproduceren,
herhalen en variëren, reflecteren en verdiepen. Dit heeft veel te maken met het groei-
De context van de groep, muziek die de groep al kent geeft de basisingrediënten
end vermogen van de deelnemers ruimte te geven en ruimte te nemen. Expressie
van puls*, ritme, melodie, harmonie, dynamiek en kleur. Deze componenten vormen
en ontplooiing vragen veel afstemming en experiment. Kinderen bijvoorbeeld zijn van
het kader waarbinnen gewerkt wordt. Hierbinnen brengt iedereen elkaar op nieuwe
nature graag bezig met bewegen, zingen en geluid, kabaal zelfs. Hiermee hebben ze
muzikale ideeën. Het muzikaal voorstellingsvermogen neemt hierdoor toe. Spelend met
de basis voor muziek al te pakken. Muziek en beweging passen goed bij elkaar, denk
het geluid van ieders eigen stem en de geluiden van voorwerpen of instrumenten
bijvoorbeeld aan dans en drama. Het ervaren en voelen van ritme gebeurt het sterkst
worden de muzikale mogelijkheden en klankstructuren verkend. Muziek zonder Noten
via bewegingen van je lichaam. Al deze activiteiten samen kunnen worden toege-
vertrekt altijd vanuit een bepaald muzikaal idioom. De muzikale woorden en zinnen zijn
past binnen het improviserend ontwerpen. Het is muziek met hart, hoofd en handen.
afgeleid uit de nabije omgeving van de deelnemers.Vandaar dat een ontwerpproces
Daarom kan Muziek zonder Noten beschouwd worden als een vorm van authentiek
door een muzikaal leider geleid moet worden die de beschikking heeft over een aantal
leren*. Leren wordt authentiek genoemd wanneer het een duidelijke betekenis heeft voor
muzikale talen.
degenen die leren: men ziet verband tussen zichzelf, zijn leefwereld en dat wat er
Alle muzikale componenten en middelen staan met elkaar in verbinding. Het muzikaal
geleerd gaat worden want er wordt actief en in samenhang geleerd. De creatieve,
product is nooit af en dient als middel om te reflecteren en de volgende stap te nemen.
cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling wordt gestimuleerd en de betrokkenheid
Dit creëren van ‘nieuwe’ muziek getuigt van een enorme dosis vrijheid en fantasie. En
wordt vergroot als het leren aansluit bij de interesses en leefwereld. Het proces van het
daar heeft iedereen genoeg van als de omgeving maar veilig genoeg voelt om hier
improviserend ontwerpen is interessant omdat het inzicht geeft in hoe je leert en hoe
aan mee te werken.
muziek tot stand komt. Het gaat niet om theoretisch verkennen en om muzikale kennis
Er worden bij Muziek zonder Noten drie soorten muzikale middelen ingezet:
vergaren, het gaat ook niet om het reproduceren van muziek van anderen.
> bodypercussie* en bodysounds*
Het gaat om de muziek van de deelnemers zélf: om de muziek die zij al improviserend
> stem
ontwerpen en samen in een structuur zetten. De muzikaal leider faciliteert dit proces en
> instrumenten.
neemt daar binnen een gelijkwaardige rol aan deel.
Bodypercussie is het gebruiken van de klankmogelijkheden van je eigen lichaam als
Muziek zonder Noten werkt vanuit een houding van verwondering en nieuwsgierigheid.
slagwerk, je gebruikt je eigen lijf voor muzikale geluiden (bodysounds). Het is makkelijk in
Het is een methode van muzikale dialoog en discussie. Het is het domein van de klank
te zetten en je kunt er muzikaal heel ver mee gaan.
en de ervaring. Dat beweegt zich tussen één en duizenden klanken, vooral rond het
De (percussie*)instrumenten zijn ook laagdrempelig en aantrekkelijk evenals je eigen
onverwachte: dat wat er nog niet eerder is geweest. Er wordt gedaan wat op het
stem. Het is afhankelijk van de deelnemers in de groep of er meer instrumenten inge-
moment invalt: er wordt geen vooraf bedachte muziek gereproduceerd binnen de
zet kunnen worden. Bijzondere resultaten geeft het samenspel tussen professionals en
geldende regels, de muziek wordt op het moment zelf gemaakt en gecommuniceerd.
amateurs, hierdoor worden er twee contexten samengevoegd en de mogelijkheden
Improviserend ontwerpen is niet zomaar wat aanrommelen met klanken en muziek
zijn hierdoor onbeperkt.
hoewel het eindresultaat vaak wel lang onduidelijk blijft want het proces van het
experimenteren en communiceren staat centraal. Toewerken naar een eindpresentatie
of performance* geeft een enorme motivatie tot samenwerken. De magie ervaren van
het moment van opvoering heeft een enorme aantrekkingskracht en stimuleert de discipline en concentratie die voor muziek en improviserend ontwerpen nodig zijn.
18 - De Kern
19 - De Kern
De hier beschreven manier van omgaan met muziek kan in breder verband betrekking
hebben op alle kunstvormen, dus ook op drama, beeldende vorming, dans, audio­­­­visuele en literaire vorming. Het is een attitude van waaruit je met mensen kunt musiceren
‘
Als iemand een heel goed idee heeft dan breek je in: dan onderbreek je
iemand. Dat moet je kunnen, dat ligt vooral aan je persoonlijkheid
ongeacht niveau of ervaring. Dit musiceren kan op scholen plaatsvinden, op muziek-
want iedereen werkt op een andere manier samen.
scholen, maar ook bijvoorbeeld op kunstvakopleidingen en in de professionele kunst-
Willeke (student klarinet) >> DVD Dag 4
wereld. Het gaat om hóe je met het muzikaal materiaal omgaat en wát je ermee doet.
Muziek zonder Noten introduceert het structureel werken vanuit deze open houding.
’
De deelnemers brengen hun ervaringen in, vanuit hun persoonlijkheid, persoonlijke
achtergrond en culturele omgeving. De persoonlijke creativiteit en diversiteit
Geef de klap door!
geven inspiratie tot experimenteren. De basis van de ontwerpactiviteiten ligt in wat
de (aspirant)muzikant zelf al kan of weet. De groep bepaalt de criteria. Iedereen levert
De muzikaal leider legt uit dat hij een handklap doorgeeft aan de persoon
een bijdrage en werkt naar een collectieve tevredenheid toe. Iedere deelnemer oefent
die rechts van hem staat. Hij maakt ook oogcontact met deze persoon. De
invloed uit op het muzikaal en groepsdynamisch proces en op het uiteindelijke muzikale
ontvangende persoon doet precies hetzelfde met de persoon die rechts van
creatieve product. Ze observeren hun muzikaal leider en krijgen begrip voor wat deze
hem staat. Zo gaat de handklap de kring door en komt weer terug bij de leider.
aan vaardigheden toont. Zelfontdekkend omgaan met muziek leidt tot een persoonlijke
Het doel is dat hij als een ratel de kring rondgaat. Laat de klap een aantal
voorkeur die overdacht is. De deelnemers leren een eigen mening respectvol formu-
keren rondgaan zonder onderbreking.
leren en stellen persoonlijke keuzes voor. Ze durven een eigen mening naar voren te
>> DVD Dag 5
brengen en deze te verdedigen in een veilig pedagogisch klimaat.
Tijdens het musiceren worden vaardigheden aangescherpt zoals het verwoorden van
ideeën, het verhelderen van bedoelingen, het ‘een stapje opzij doen voor een ander’,
De groep
het aanpassen aan een ander en het grote geheel, het analyseren en abstraheren en
het ontwikkelen van alternatieve mogelijkheden. Soms leidt deze manier van werken
Bij Muziek zonder Noten staat de groep centraal, het improviserend ontwerpen is een
tot de verdere ontwikkeling van persoonlijk talent.
sociale ervaring. De groep als geheel bepaalt de meerwaarde van het ontwerpproces.
Het toewerken naar een presentatie of performance is een dynamisch (leer)proces
Iedereen draagt bij aan het succes van de groep. Als individu sta je in de cirkel en wat
waaraan alle groepsleden bijdragen. In een presentatie komen de proces- en product-
jij inbrengt is even belangrijk als dat van een ander. Je bent een deelnemer, hebt een
doelstellingen samen als een boeiende mix die het publiek zal verrassen en fascineren.
eigen plek in de kring en doet actief mee. Alles is in principe goed wat je doet. Als je
niet kunt zingen dan is dat niet negatief, want het geeft een stimulans om iets anders te
Doorgeefspel met tekst
bedenken, wat ritmes uit te proberen of een muziekinstrument mee te brengen. Het
succes van de groep hangt niet van de muzikaal leider af maar van de muzikale
We staan in de kring. De muzikaal leider spreekt een woord uit het liedje, uit aan
inbreng van alle deelnemers samen. Daarom verkent en bepaalt de groep zelf de
zijn buurman rechts. Hij doet hetzelfde met zijn buurman rechts. Het woord gaat
spelregels van het samen improviserend ontwerpen.
zo de hele kring door. Als dit goed gaat doen we het met een puls. Per tel geef
De groep heeft dus een belangrijke invloed op de individuele ervaringen. Iedereen
je het woord nu door aan je rechterbuurman.
oefent invloed uit op het muzikale proces, maakt keuzes en volgt de keuzes van een
>> DVD Dag 7
ander. Je leert aan anderen en van anderen hoe je muziek kunt beleven en wat
daarvan de betekenis kan zijn. Muziek is op deze manier bij uitstek een vorm van
expressie en kan soms helpen bij het ontwikkelen van je eigen identiteit.
De leider
Door het gebruik van bodypercussie en stemgeluid kan iedereen een bijdrage leveren.
De deelnemers kunnen geweldige ideeën hebben maar ze hebben hulp nodig van
Die bijdrage is persoonlijk maar draagt direct bij aan het collectief want iedereen is
iemand die deze ideeën goed kan laten klinken. Dat is een belangrijke taak van de
als individu en collectief verantwoordelijk voor het hele proces en het product. Hier-
muzikaal leider: niets is fout, ieders bijdrage is van waarde en kan gebruikt worden.
door vermindert het persoonsgebondene en krijgt het musiceren een meer objectief
Ondertussen kiest en structureert de muzikaal leider vanuit zijn eigen vakmanschap en
karakter, het is hierdoor ook minder bedreigend.
professionaliteit en verlegt doorlopend de grenzen van de muzikale creativiteit van de
In de groep wisselen de rollen van muzikant-deelnemer en muzikant-leider zich voort-
groep.
durend: van initiatiefnemer naar luisteraar, van solist naar ensemblespeler, van leider
naar volger. Soms word je aangesproken als expert in je eigen fascinatie, soms gaat het
om het leren experimenteren en nadoen, soms moet je de leiding nemen en soms hoef
je alleen maar te imiteren wat een ander heeft ingebracht.
20 - De Kern
21 - De Kern
De muzikaal leider creëert een ‘veilige’ leeromgeving: de groep moet zich op haar
Een toon invullen op een puls
gemak voelen waardoor er een sfeer van vertrouwen en experiment ontstaat. Dan gaat
vanzelf als de individuele deelnemers zich met respect benaderd voelen. Een goede
De muzikaal leider geeft een rustige puls aan die iedere deelnemer overneemt
sfeer in de groep bevordert het ‘open’ reageren op elkaar en de ruimte voor experiment
in een stappende beweging met zijn benen. De leider telt tot 4 en zingt op de
en fantasie. De groep moet (zich) veilig voelen, veiligheid die de muzikaal leider creëert
eerst volgende beat een toon (bijvoorbeeld ‘naaaa’). De persoon rechts van
en onderhoudt. De startformules en spelvormen zijn een goed middel om te verken-
hem zingt op de daarop volgende beat dezelfde toon. Zo gaat de toon op elke
nen of die veiligheid al aanwezig is. Maar ook tijdens de warming-up stappen de deel-
beat de kring rond. Doe dit een paar keer en let er op dat iedereen dezelfde
nemers vaak al drempels over zonder dit zelf te beseffen. Omdat een warming-up heel
toon houdt en er strak op zit. Hier kun je ook goed inventariseren wie er gevoel
kort en laagdrempelig is, gebruiken ze hun stem of lichaam al voordat ze daar erg in
voor heeft en wie niet. Als het resultaat goed is versnel je het tempo.
hebben.
>> DVD Dag 4
Een rijke leeromgeving komt tot stand door aanbieden van inspirerende startformules. Het overdenken van de mogelijkheden van de groep en het voorbereiden van uitdagende startformules is een belangrijke taak van de muzikaal leider. Er kan bijvoor-
Focus op kwaliteit
beeld gekozen worden voor muziek uit het wereldmuziekrepertoire omdat dit is opgebouwd uit veel verschillende lagen en partijen. Elke partij is afzonderlijk goed te
Het begrip ‘muziek’ heeft in onze tijd een heel algemene betekenis gekregen. Er is zoveel
spelen en goed over te brengen op een groep. Alle componenten samen geven een
muziek om ons heen en iedereen heeft zijn of haar eigen muziek heel dichtbij in zijn
goed klinkend resultaat. Daarbij zijn ze een goede kapstok voor improvisaties, eigen
omgeving.
ideeën en geschikt om aan te passen aan het niveau van de groep.
Bovendien zijn er verschillende spelers in het veld die tevreden gesteld moeten worden:
de instelling of organisatie, de muzikaal leider zelf, maar ook de deelnemers die een
De muzikaal leider is collega-muzikant en muzikaal leider tegelijk. Je leidt, begeleidt,
geldige mening hebben over kwaliteit van het aanbod, net als ouders, schoolleer-
stuurt, volgt, luistert, kijkt en initieert als leider. Je neemt steeds verschillende rollen
krachten, docenten, professionele musici, subsidieverleners en fondsen.
en schakelt tussen die rollen. Dat doen de groepsleden ook want het schakelen is
Hoe kan kwaliteit worden afgemeten of afgelezen bij het musicerend ontwerpen?
karakteristiek voor deze manier van werken. In het ontwerpproces zijn de ideeën die
De kwaliteitscriteria die algemeen worden gehanteerd zijn vaak gebaseerd op de ‘oude’
een muzikaal leider zou willen geven slechts persoonlijke suggesties want de muzikaal
gangbare methodes en aanbiedingsvormen van de klassieke muziek(educatie). Nu de
leider opereert als één van de leden van de groep. Hij of zij zou je de manager van de
maatschappelijke context zo snel verandert, moeten ook de kwaliteitscriteria opnieuw
muzikaal creatieve processen kunnen noemen.
worden beschouwd. Kwaliteit is alleen meetbaar in relatie tot het doel dat wordt nagestreefd. Iedere situatie, iedere keuze, levert daarom nieuwe criteria op om een project,
De handvatten die de muzikaal leider geeft bestaan uit korte opdrachten, muzikale
lessenserie of cursus te beoordelen.
formules en regels, die via het gehoor door de groep worden overgenomen. Dat wat
In de meest ideale vorm worden de doelen van te voren vastgesteld door de instelling
de deelnemers inbrengen gebruikt de muzikaal leider om te (her)structureren en te
en de muzikaal leider, eventueel in samenspraak met andere partijen zoals het onder-
improviseren. De muzikaal leider weet dat er een ontelbaar aantal mogelijkheden zijn
wijs, de deelnemers of subsidieverstrekker. De kwaliteit van het proces krijgt bij Muziek
waaruit steeds opnieuw gekozen wordt door de groep.
zonder Noten alle aandacht waarbij de muziek, de groep en de muzikaal leider de
Door te reflecteren bereikt de muzikaal leider de diepst mogelijke laag in de muziek en
kern vormen. Het begrip kwaliteit vraagt daarom ook om een nieuwe betekenis die door
de samenwerking. De muzikale kwaliteit ligt in zijn of haar handen. Natuurlijk met respect
de participanten samen passend gemaakt moeten worden voor de eigen context.
voor de muzikaliteit van de deelnemers en de tijd die nodig is om het uiterste met een
De communicatie en dialoog daarover is van essentieel belang want alleen binnen
groep te kunnen bereiken.
een specifieke context kunnen de kwaliteitscriteria worden bepaald, geëvalueerd en
Want met een groep improviserend ontwerpen kan ook heel confronterend zijn. De
afgemeten. Het is dus zaak om iedere keer opnieuw samen de ‘kwaliteit op maat’ te
mate waarin de muzikaal leider bewust is van alles wat hij doet, helpt om daar goed
bespreken en te bepalen.
mee om te gaan. Tijdens het musicerend ontwerpen kom je ook veel grenzen en remmingen tegen en het is goed om na te gaan waar die vandaan komen. Dit kun je doen
door veel vragen te stellen bij wat je doet bijvoorbeeld de volgende reflectieve vragen:
> Durf ik iets verder te gaan?
> Durf ik me kwetsbaar op te stellen?
> Zeg ik wat ik wil?
22 - De Kern
23 - De Kern
Muziek zonder Noten Didactiek
03
Didactiek
Achtereenvolgens zullen in dit hoofdstuk de didactiek in hoofdlijnen, voorwaarden en een aantal praktische zaken worden besproken. Het is al eerder
gezegd: het gaat hier niet om de opbouw van een reguliere les in traditionele
zin. De didactische aanpak bestaat uit een eenvoudige structuur van de activiteiten en verder is iedere situatie anders. Het gaat bij het Muziek zonder
Noten om het improviserend ontwerpen, een interactief proces dat zich
afspeelt tussen muziek, de groep en de muzikaal leider. Het resultaat is dus
ook sterk afhankelijk van de combinatie van context, groep en de muzikaal
leider. Altijd zal een inhoudelijke muzikale ontwikkeling en de ontwikkeling
van de groep het gevolg zijn. Op de bijgeleverde DVD vindt u een voorbeeld
als verslag van zo’n werkproces.
‘
Toen ik binnenkwam was ik eigenlijk heel neutraal.
je moet heel scherp blijven, je moet je heel goed concentreren,
en je afvragen: wat horen andere mensen?
’
Vlado (student gitaar lichte muziek) >> DVD Dag 1
In hoofdlijnen opent de muzikaal leider vanuit een warming-up en een startformule het
spel van het improviserend ontwerpen. De leider bedenkt deze startactiviteiten vooraf
en deze moeten aansluiten op iedere specifieke situatie en iedere nieuwe groep. Hierdoor faciliteert de leider als het ware het actief zingen, spelen, bewegen, luisteren, kijken
en experimenteren binnen de groep bij álle deelnemers.
1. Warming-up in kringopstelling
Iedere sessie begint met een simpele korte uitleg over de fysieke warming-up, gevolgd
door een aantal communicatie oefeningen en het trainen van een of meer vaardigheden die de deelnemers in het vervolg van die sessie nodig hebben. Bij al deze voorbereidende oefeningen wordt vrijwel nooit gebruik gemaakt wordt van instrumenten.
De communicatie richt zich hoofdzakelijk op het initiëren van muzikale ideeën en het
reageren op elkaar.
2. Startformule
De startformule kan bestaan uit een muzikale zin, een klankketting, een (niet-westers)
liedje of een metrum; de muzikaal leider wisselt hierbij doorlopend van rol namelijk van
volger naar initiatiefnemer en andersom. Uit de eerste momenten komen meestal de
beste ideeën voort. De onderlinge communicatie bestaat uit het steeds beter afstemmen op elkaar en het maken van afspraken over de volgorde en uitvoeringsmanieren.
Er is een intensief verkeer tussen alle deelnemers.
15 - De Kern
27 - Didactiek
3. Vrije improvisatie in kleine groepjes
Voorwaarden en praktische tips
De grote groep wordt opgesplitst in kleinere groepjes die elk in korte tijd een eigen
compositie maken met het net verklankte materiaal of gebruik makend van de net
Speelruimte
geleerde vaardigheden. Het noteren van de geleerde ritmes of melodieën wordt
Een ruimte zo groot dat de groep zich in een ruime kring kan opstellen en dat er in
ontmoedigd want de deelnemers moeten vaardig worden in het onthouden van
subgroepjes kan worden gewerkt. Met wat schuiven is bijvoorbeeld een schoollokaal
muziek. Zij leren analytisch te luisteren door de afspraken die er gemaakt worden over de
snel aangepast. Een speellokaal of ruim podium voldoet uitstekend.
structuur. Door die afspraken en analyse onthouden de deelnemers wat er is gespeeld
en gemusiceerd. Naast (body)percussie en stem kunnen natuurlijk ook instrumenten
De basisopstellingen en groepsgrootte
worden gebruikt. De muzikaal leider schakelt tussen individuen, duo’s en de groep. De
Zo mogelijk een kringopstelling waarbinnen iedereen elkaar goed moet kunnen zien.
onderlinge communicatie bestaat uit het voortdurend overleggen met elkaar over de
Er is ruimte voor iedereen om te bewegen. De muzikaal leider maakt ook deel uit van de
resultaten en verwachtingen.
kring. Van daaruit geeft hij zijn uitleg en muzikale input aan de groep. De groepsgrootte
kan variëren van klein (3 personen) tot heel groot (zelfs meer dan 30). De ervaringen en
4. Eerste Presentatie
voorkeuren van de muzikaal leider zijn hierbij meestal bepalend.
Elkaar de resultaten laten horen: de groepen laten hun stukjes horen aan elkaar. De
muzikaal leider bepaalt de volgorde en zorgt voor het juiste pedagogische klimaat. Je
Tijdsduur
veilig kunnen voelen is van essentieel belang. De communicatie speelt zich tijdens de
Afhankelijk van de groep en de context is soms 5 minuten voor één opdracht al genoeg.
presentaties voornamelijk non-verbaal af.
En uitgebreide sessie* duurt gemiddeld tussen de 30 en 40 minuten maar kan ook
1,5 uur duren. In een project van een dag bijvoorbeeld worden korte sessies aan elkaar
5. Tweede Presentatie
verbonden met rustpauzes. Er is geen minimum speeltijd aangegeven per opdracht of
De resultaten monteren (aan elkaar ‘plakken’) en uitvoeren: de keuzes hiervoor worden
werkvorm. Dit is afhankelijk van de spanningsboog van de groep en de inschatting van
gemaakt door alle deelnemers. Deze resultaten presenteert men aan elkaar waarbij
de muzikaal leider. Vooraf legt een overdenking van de werkvormen en het te bereiken
het accent ligt op de zeggingskracht. Communicatie is het vertellen van het muzikale
resultaat vanzelf de tijdsspanne vast. Soms is het beter te stoppen als niet de juiste con-
verhaal en vragen daarover stellen:
centratie of sfeer kan worden bereikt.
“Zijn jullie tevreden? Zo ja, waarom, zo nee, wat kunnen we veranderen? Waarom kies
je voor dit fragment? Moet deze plek in de tekst een zwaar of licht accent krijgen? Zou
Leeftijd
je op de plek van de rusten* in de muziek een verrassend effect kunnen toevoegen?”
De werkvormen zijn geschikt voor de leeftijd vanaf 8 jaar. Op die leeftijd zijn kinderen
Enzovoort.
in staat de benodigde spanningsboog op te brengen. Er wordt geen bovengrens genoemd. Alle voorbeelden en werkvormen zijn vertaalbaar naar alle leeftijdscategorieën.
6. Reflectie
Tijdens de reflectie wordt vooral naar de achtergronden en verbanden gezocht. Een
De tekens van de muzikaal leider
kringgesprek gaat bijvoorbeeld over: “Wat hebben we gedaan? Wat was het effect?
Bij veel werkvormen is het nodig dat een muzikaal leider een teken geeft om te starten,
Hoe vond je dit? Kreeg je alle ruimte? Wat was er spannend? Hoe deed de groep het?
maar ook om het spel te kunnen onderbreken en beëindigen. Voor bepaalde momen-
Wat heb je iets geleerd? Wat wil je nog meer leren?” De communicatie staat hierbij in
ten zijn vaste tekens heel krachtig zodat de groep direct kan reageren en zich niet zal
dienst van het herstructureren van de ervaringen. Op deze manier vormt het reflecteren
vergissen.
de basis voor het leren.
De opwarming of warming-up
Dit is een inleidend spel waarmee de juiste sfeer wordt gezet. Deelnemers komen
van een andere activiteit en stappen over naar muziek. Dat betekent dat ze in staat
moeten zijn de vorige activiteit te verlaten en zich volledig op het nieuwe moeten
kunnen concentreren.
28 - Didactiek
29 - Didactiek
Een warming-up is voor iedere deelnemer een ontdekkingsreis. Je leert namelijk jezelf
De manier waarop je met groepen musiceert en reflecteert wordt in sterke mate
beter kennen in relatie tot een ander of iets anders. De werkvormen bevorderen het
bepaald door de opvattingen die je daarover hebt. Het is belangrijk deze opvattin-
leren waarnemen: je leert beter kijken, luisteren, reageren en je muzikaal expressief
gen expliciet te kunnen benoemen. Dit zijn namelijk de punten waar reflectie nodig is.
uitdrukken. Je merkt ook hoe een andere deelnemer reageert, praat, lacht en nog veel
Reflectie helpt ook om te gaan met onzekerheid en problemen te kunnen zien als
meer signalen afgeeft over bijvoorbeeld zijn karaktertrekken. De warming-up brengt de
nieuwe mogelijkheden. Uiteindelijk draagt reflectie bij tot verdere ontwikkeling, open te
deelnemers in de juiste sfeer en je warmt je fysiek en mentaal op. Een muzikaal leider
staan voor verandering en in staat te zijn verbeteringen te introduceren.
introduceert ook zijn manier van omgaan met de groep. Hij maakt zijn regels kenbaar
in de eerste werkvormen die hij gebruikt.
Instrumenten
Je gebruikt je lijf om muziek te maken: met ‘hand- en bodypercussie’, met je stem, mond,
‘
Toen wij begonnen met 5/4 maat was dat hartstikke moeilijk.
Sommigen hebben niet het gevoel voor ritme. Maar de kinderen
’
handen en voeten is veel klank te maken. Maar ook het traditionele schoolinstrumen-
zeiden: “Jij doet het ook fout”. “Ja, daar heb je gelijk in”, zei ik.
tarium (de zogenaamde Orffinstrumenten), niet-westerse instrumenten en ieders eigen
Vlado (student gitaar lichte muziek) >> DVD Dag 7
instrumenten kunnen worden ingezet.
Lengte van de composities
Enkele tips voor reflectie:
Het muziek maken en daarover communiceren leidt tot composities van de groep.
> Bespreek in tweetallen de ervaringen met het improviserend ontwerpen. Focus daarbij
Die kunnen wisselend van lengte zijn. Van een paar minuten tot een kwartier. Dit is
afhankelijk van het doel, de keuzes en ervaringen van de groep.
op wat de deelnemers wilden, voelden, dachten en deden.
> Geef een vraag waarmee de ervaringen kunnen worden besproken. Bijvoorbeeld:
“Wat liep er anders dan je gedacht had?” of “Wanneer was de samenwerking het
Performance of presentatie
sterkst?”
Verschillende werkvormen zijn met elkaar tot een presentatie te combineren. Bij veel
> Zoek discrepanties in de ervaringen en discussieer daarover door.
opdrachten zijn variaties mogelijk. In de ontwikkeling gaat het om het steeds verder
> Probeer met de groep op basis van de ervaringen een nieuw doel te formuleren.
uitbreiden van een verdiepingsmogelijkheid. Dit is weer afhankelijk van de groep, de
> Probeer het improviserend ontwerpen eens te beschrijven in metaforen. Dit helpt om
muzikaal leider en de context (beschikbare tijd, middelen en doelstelling).
Afsluiting
De deelnemers verlaten de bijeenkomst of sessie met een schat aan ervaringen. Ze
hebben samen iets beleefd. Ze hebben samen een muzikaal verhaal geschreven en
vertolkt. Ze zijn misschien ook wel opgewonden over wat er gebeurd is, of iets heeft hen
diep geroerd. Een rustmoment is daarom goed op zijn plaats. Daaruit volgt als vanzelf
vanuit de intuïtie de reflectie aan te vullen.
‘
Ik heb wel een beetje losgelaten dat ik veel wil
toevoegen. Ik ben het anders gaan benaderen.
Willeke (student klarinet) >> DVD Dag 5
’
de nabespreking en reflectie. Ieder beschouwt zijn eigen ervaringen binnen zijn eigen
persoonlijke muzikale ontwikkeling.
Tot slot
Niet elk ontwerpproces kan op dezelfde manier afgerond worden. Soms lukt het
gewoon niet om binnen de tijd tot een presentatie voor elkaar te komen. Om je verder
te ontwikkelen als muzikaal leider ga je op zoek naar antwoorden voor de vraagstukken die je tegenkomt. Je reflecteert als je, terugblikkend op een ervaring, probeert die
ervaring vanuit verschillende invalshoeken te bekijken en te herstructureren. Drie
belangrijke reflectievragen zijn:
> Wat is er gebeurd?
> Wat was daarbij belangrijk?
> Tot welke voornemens leidt dit?
30 - Didactiek
31 - Didactiek
Enkele tips voor reflectieve vragen voor de muzikaal leider:
> Hoe ben je te weten gekomen wat de individuele deelnemers al konden en wisten?
> Hoe heb je de groep geactiveerd?
> Welke werkvorm heb je gekozen?
> Welke startformule had je voorbereid?
> Heb je de startformule veranderd?
> Waarom en hoe heb je dat gedaan?
> Welke beslissingen heeft de groep genomen?
> Welke beslissingen heb jij genomen?
> Waarom nam je die beslissingen?
> Waar kwam je problemen tegen?
> Hoe heb je die opgelost?
> Wat deden de deelnemers?
> Wat deed jij?
Muziek zonder Noten Praktijk
> Wat wilden de deelnemers?
> Wat wilde jij?
> Wat dachten de deelnemers?
> Wat dacht jij?
> Wat voelden de deelnemers?
> Wat voelde jij?
> Hoe heb je meer muzikale diepgang aangebracht?
> Welke alternatieven kun je formuleren?
> Waar wil je op lange termijn mee doorgaan?
> Met welke thema’s worstel je het meest?
‘
Het gaat om een persoonlijke verbreding en
dat is hetzelfde als hun muzikale verbreding.
Hanno (docent vakopleiding muziek)
32 - Didactiek
’
04
Praktijk
In dit hoofdstuk worden de warming-up, startformules en spelvormen beschreven. Een warming-up is bedoeld om op elkaar af te stemmen en de
juiste concentratie te vinden. Luisteren bijvoorbeeld is erg moeilijk. Luisteren
kan wel door een aantal gerichte opdrachten gestimuleerd worden. Op
elkaar kunnen bouwen, op elkaar kunnen steunen, de ander niet belachelijk
maken tijdens het spelen, dit zijn allemaal dingen die geoefend en geleerd
moeten worden. Ook van professionele musici wordt doorlopend gevraagd
energie te steken in hun manier van beleven, in hun manier van uiten en
in hun manier van samenwerken met elkaar.
‘
Ik bereid me voor door te weten waarmee ik wil beginnen:
de introductie en de eerste opdrachten en kringsituaties.
Daarna krijgt het proces een eigen dynamiek en neem ik
gaandeweg de bijeenkomst de beslissingen.
Hanno (docent vakopleiding muziek)
’
Probeer de spelvormen een keer. Varieer ermee, want al te rigide vormen kunnen
de spontaniteit van het musiceren behoorlijk remmen. Kies de ene keer voor het
open experiment en de volgende keer weer strak volgens bepaalde regels. Veel van
deze spelvormen kun je ook met instrumenten doen. Muzikanten leren hierdoor hun
instrument anders in te zetten dan ze gewend zijn. Ook expressieve en communicatieve vaardigheden worden bij deze spelvormen geprikkeld. Een ontspannen houding
voor de groep, je goed verstaanbaar kunnen maken zowel verbaal als non-verbaal, zijn
belangrijke vaardigheden voor een muzikaal leider.
Begin vooral met open improvisaties, zodat eerst een sfeer van samen ontwerpen
gecreëerd wordt. Als de groep wat ervaring heeft, is het heel motiverend om naar een
presentatie of performance toe te werken.
15 - De Kern
35 - Praktijk
Warming-up
Hoe begin ik?
Bij elke sessie moet een aantal duidelijke afspraken gemaakt worden die zorgen voor
Doel > Verkennen van de groep
een goed verloop: Voorstellen: de muzikaal leider stelt zichzelf en eventueel zijn mede-
Als muzikaal leider kom je vaak voor nieuwe groepen te staan die totaal verschillend zijn.
muzikanten voor. Oriëntatie op de taak: de muzikaal leider legt uit wat de bedoeling is.
Je moet dus in staat zijn snel inzicht te krijgen in je groep:
Wat wordt er van de groep verwacht? Hoe lang duren de verschillende delen van de
> Wat is het niveau van de groep?
sessie? In welke ruimtes vindt dit plaats? Ook moet de groep weten welke basistekens
> Waar zitten de talenten?
de muzikaal leider gebruikt om de groep te leiden. Iedereen heeft zijn eigen tekens. Ze
> Kunnen ze samenwerken?
moeten duidelijk zijn en niet te verwarren met andere aanwijzingen. Deze basistekens
> Durven ze hun stem te gebruiken?
maakt de muzikaal leider duidelijk aan de groep tijdens de algemene warming-up. Ook
Tijdens de warming-up inventariseert de muzikaal leider zoveel mogelijk deze gegevens
bij een algemene warming-up kun je al elementen van het vervolg van je workshop
en trekt daaruit een plan hoe hij verder zijn workshop* gaat geven. De muzikaal leider
introduceren.
reageert dus constant op zijn groep en is zeer flexibel met de keuze van zijn opdrachten.
‘
Doel > Veiligheid in de groep
In een groep moet een veilige sfeer zijn om je te kunnen uiten. Een kind moet zich veilig
genoeg voelen om zijn stem en lichaam te gebruiken. Hij moet expressief kunnen zijn.
Ik zie mijn docentschap niet anders dan mijn muzikantschap.
Het begeleiden van jonge mensen spreekt ook mijn muzikantschap aan. En mijn muzikantschap spreekt ook mijn communicatieve Deze veiligheid moet door de muzikaal leider gecreëerd worden. De spelvormen zijn
een goed middel om te verkennen of die veiligheid al aanwezig is. Maar ook stappen
vaardigheden aan. Dat overlapt elkaar.
de deelnemers tijdens de warming-up vaak al drempels over zonder dit zelf te beseffen.
Hanno (docent vakopleiding muziek)
Omdat het heel kort en laagdrempelig is, gebruiken ze hun stem of lichaam al voordat
’
ze daar erg in hebben. Er is veel herhaling, dus genoeg kans om te verbeteren.
Warming-up: klappen
Doel > Basale muzikale vaardigheden leren
De warming-up spelvormen geven de groep de mogelijkheid om het zingen, ritmisch
Opstelling De groep staat in een kring. Ruim genoeg van elkaar zodat
bezig zijn, experimenteren, bewegen en luisteren heel laagdrempelig te verkennen. Hier
ontdekken zij hun eigen mogelijkheden zodat ze deze in het verdere verloop van de
iedereen een eigen plek heeft.
Opdracht
“Ik klap als eerste één keer in mijn handen en kijk mijn
sessie beter kunnen inzetten. Maar ook worden tijdens deze warming-up de basis-
buurvrouw aan. Die doet daarna hetzelfde. En daarna de
voorwaarden van samen musiceren bijgebracht: tellen, puls voelen, inzetten, op elkaar
volgende en de volgende. Tot we allemaal geweest zijn.”
wachten, samen spelen, concentratie, luisteren. Maar ook: respect krijgen voor elkaar
Resultaat door samen te werken en samen te spelen.
Herhaling “We doen dit nog een keer. Ik begin maar nu draait de kring
Doel > Oriëntatie op het muzikaal materiaal
Variatie “We maken het spannender door een klap lang te laten
● ●
●
●
●●
enzovoort.
andersom.”
De warming-up staat niet op zichzelf maar is afgestemd op wat je als muzikaal leider
wachten...of heel snel na de vorige te maken. Je kunt de klap
met de groep wilt bereiken. Is dat een presentatie voor de groep zelf of voor een publiek
ook laten ratelen.”
met belangstellenden?
Resultaat ●
●
●●
● ●●●●●●●●
Bij het aanleren van een lied, gebruik je in ieder geval een stem warming-up waarbij je
eventueel ook gedeeltes van een lied gebruikt. Bij een percussie workshop is een fysieke
warming-up passend waarbij ritmes gebruikt worden die de groep later op de trommels
Fysieke warming-up
zal spelen. Wil je dat je groep zelf gaat componeren dan gebruik je warming-up spelvormen waarbij de deelnemers zelf al muzikale keuzes moeten maken.
De muzikaal leider wrijft en klopt zijn armen en benen warm en vraagt de groep
Voor elke activiteit bedenk je dus weer nieuwe warming-up spelvormen. Door deze
dit na te doen. Hierna worden de ledematen opgerekt op dezelfde manier. Dit
samenhang leert de groep spelenderwijs musiceren, maar ook worden zij goed voor-
moet simpel zijn. Het gaat er hier vooral om dat de groep leert om simpele op-
bereid en getraind op de verdere opdrachten.
drachten uit te voeren. En de muzikaal leider leert de groep kennen.
36 - Praktijk
37 - Praktijk
Warming-up: springen
De basistekens
Opdracht “Doe mij na. Ik spring in een rustig tempo.”
De muzikaal leider klapt een simpel ritme en vraagt de groep dit na te doen. Hij
Resultaat zet de groep nu aan en uit, harder en zachter. Of laat een deel stoppen terwijl
●
●
●
●
●
enzovoort.
Variatie “We doen dit nog een keer. Maar ik ga versnellen, doe dit mee.”
de rest doorgaat. Hierbij gebruikt hij zijn basistekens die hij de hele workshop zal
Resultaat toepassen.
●
●
● ● ●●●●●●●●
Verdieping “Ik klap een fragment met een versnelling of vertraging. Jullie
klappen dat na. Daarna doet mijn rechterbuurvrouw dit en wij
klappen na. Zo weven we een hele lange zin.”
Startformules
Variatie “Dit doen we nog een keer, maar nu de andere kant op. Het
mag véél spannender worden!”
Een startformule is een beginspel met basale muzikale inhoud. De regels, voorwaarden
en de opstelling vormen het spel. Deze voorwaarden, regels en opstelling zijn zeer belangrijk want die zorgen voor spelplezier, veiligheid, samenwerking en wekken creativiteit
Warming-up: lopen
op bij de groep.
In de beschrijving van de spelvormen gaan we uit van een basale muzikale inhoud.
Opdracht “We lopen op de plaats in de puls van de maat.”
Afhankelijk van de ervaring van de groep én van de muzikaal leider verdiept de muzikale
Resultaat inhoud zich.
●
●
●
●
●
enzovoort.
Variatie “We doen dit nog een keer: 1e tel is een stamp, de 2e tel een klap,
de 3e en de 4e zijn rusten.”
Resultaat -
-
-
-
Bij muzikale inhoud kunnen we bijvoorbeeld denken aan:
enzovoort.
Ritme:
ritmische patronen leren zingen of spelen.
Melodie:
melodieën leren zingen of spelen.
met de manier waarop je je naam kunt zeggen binnen de ge-
Improvisatie: zelf nieuwe melodietjes of ritmes maken.
geven tijd.”
Beweging:
op muziek bewegen of zelf een beweging bedenken.
●
❍
●
❍
Verdieping “Tijdens de rusten, noem je je naam, en probeer te experimenteren
Variatie “Neem een fragment uit je naam en kijk of je een spanningsboog
kunt laten horen. Beslis niet van te voren wat je gaat doen, laat je
De spelvormen zijn prima uit te voeren met deze basale muzikale inhoud maar het is
inspireren door wat er vóór je heeft geklonken.”
de bedoeling dat de muzikaal leider zelf de spelvormen van steeds rijker muzikaal
Verdieping “We doen na wat iemand gedaan heeft. De puls van de maat
proberen we in tact te houden.”
materiaal voorziet. In de meest uitgewerkte vorm en als er veel ervaring is opgedaan,
ontstaan er de mooiste groepscomposities.
Acht tellen vullen met ritme
Stem warming-up
Doel De muzikaal leider roept zijn naam en vraagt de groep dit na te roepen. Het
Iets bedenken, tellen, luisteren, ritmes componeren met de groep. Instructie De leider vraagt iedere deelnemer een getal in zijn hoofd te
kind rechts van hem roept zijn naam en de groep roept het na. De leider geeft
nemen van 1 tot en met 8. Vervolgens telt hij met een rustige
duidelijk het tempo aan. We doen een harde knal na en gebruiken onze
puls hardop tot 8 en vraagt de groep dit over te nemen. Als
namen. De vinger van de dirigent is heel hoog in de lucht en maakt een
de groep de gezamenlijke puls goed aanvoelt, vraagt hij om
glijdende beweging naar beneden. De groep volgt deze beweging met de
nu alleen in je hoofd te tellen terwijl de puls doorgaat. Iedere
stem van hoog naar laag.
deelnemer spreekt nu alleen het getal, dat hij in zijn hoofd had,
hardop uit.
Variaties > Klap in je handen op je eigen tel.
Groepswarming-up
> Klap 2 keer in je handen op je eigen tel (2 achtsten).
> Maak een percussie-geluid met de mond op je eigen tel.
De muzikaal leider vraagt aan de groep om, zonder met elkaar te praten, in de
> Maak een beweging op je eigen tel.
vorm van een letter te gaan staan. De leider vraagt aan de groep om, zonder
> Voer het tempo op.
met elkaar te praten, in een rechte lijn te gaan staan van klein naar groot.
>B
ij de derde variatie ontstaat een echt ritme. Leer het totale
ritme aan met de groep.
38 - Praktijk
39 - Praktijk
Geef de klap door!
De puls invullen
Doel Concentratie, samenwerken, timing, reactievermogen, luisteren.
Instructie
reactievermogen, verkennen van de groep.
De muzikaal leider legt uit dat hij een handklap doorgeeft aan de
persoon die rechts van hem staat. Hij maakt ook oogcontact met
Variaties Doel Concentratie, luisteren, samenwerken, ritme en coördinatie, timing,
Instructie De leider geeft een rustige puls aan die iedere deelnemer over-
deze persoon. De ontvangende persoon doet precies hetzelfde
neemt in een stappende beweging met zijn benen. De leider telt
met de persoon die rechts van hem staat. Zo gaat de handklap
tot 4 en klapt de eerste tel. De persoon rechts van hem klapt op de
de kring door en komt weer terug bij de leider. Het doel is dat hij
daarop volgende tel (of beat*). Zo gaat de klap op elke beat de
als een ratel de kring rond gaat. Laat de klap een aantal keren
kring rond. Doe dit een paar keer en let er op dat iedereen er strak
rondgaan zonder onderbreking. Let er op dat iedereen zich
op zit. Hier kun je ook goed inventariseren wie er gevoel voor heeft
concentreert. Spoor aan om het sneller te doen en complimenteer
en wie niet. Als het resultaat goed is, versnel je het tempo.
als het goed gaat.
Variaties > Elke deelnemer klapt 2 keer op zijn beat (2 achtsten).
> Iedere deelnemer mag beslissen of hij de klap door geeft naar
> E
lke deelnemer klapt 3 keer op zijn beat (triool). Elke deel-
rechts of dat hij hem terugkaatst naar links. Hij moet door
nemer klapt 4 keer op zijn beat (zestienden). Doe hetzelfde
oogcontact en houding glashelder maken wat hij doet.
met de mond en gebruik bijvoorbeeld de klank ‘ta ta’.
>De
leider stuurt een klap naar rechts de kring door en een kort
> Laat iedere deelnemer de keuze of hij ‘ta ta’ of ‘boom boom’
stemgeluid “boe” links de kring door. De deelnemers mogen niet
zegt. Nu ontstaat er ritme en kan er ook gecomponeerd worden.
de richting veranderen.
Laat een deelnemer een ritme maken door van tevoren aan
> De persoon die de klap en de “boe” tegelijk ontvangt moet beide
> Speel het basisspel met de ogen dicht. Zorg dat de kring goed
geluiden zo snel mogelijk doorsturen in de goede richting.
te wijzen wie er ‘ta ta’ of ‘boom boom’ zegt.
> Gebruik meerdere klanken. Een deelnemer kan ook een rust
spelen. Maak verschillende secties in de kring die tegen elkaar
staat en vraag de deelnemers de ogen dicht te doen. Iedere
in gaan.
deelnemer luistert goed wanneer de klap bij zijn buurman is
aangekomen. Weet hij dat zeker dan klapt hij ook zo snel
mogelijk in zijn handen. Vraag de deelnemers zacht te klappen
Een toon invullen op een puls
en te luisteren hoe het geluid de kring rondgaat. Doe hetzelfde
als in de vorige variatie maar dan met de stem. Verzin geluiden
DoelConcentratie, luisteren, samenwerken, ritme en coördinatie, timing,
waarbij de klankkleur van de stem niet te horen is (sisklanken).
Of gebruik klanken waarbij je juist wel de stem herkent
reactievermogen, verkennen van de groep.
Instructie De muzikaal leider geeft een rustige puls aan die iedere
(ooooooooo aaa iiiiiii).
benen. De leider telt tot 4 en zingt op de eerst volgende beat
hebt die constant sist. Je geeft hem aan je buurman die het
een toon (bijvoorbeeld ‘naaaa’). De persoon rechts van hem
‘sis’-geluid precies overneemt zonder onderbreking. Als je de
zingt op de daarop volgende beat dezelfde toon. Zo gaat de
slang door-gegeven hebt laat je het ‘sis’-geluid uitsterven.
toon op elke beat de kring rond. Doe dit een paar keer en let
> Vertel nu dat de slang bij elke deelnemer iets beleeft (“kruipt
erop dat iedereen dezelfde toon houdt en er strak op zit. Hier
door je mouw, komt uit je oor, wordt heel groot of heel klein”).
kun je ook goed inventariseren wie er gevoel voor heeft en
Het moet kort zijn en je moet het uitbeelden met beweging
wie niet. Als het resultaat goed is versnel je het tempo.
en bijpassend geluid.
deelnemer overneemt in een stappende beweging met zijn
> De ogen zijn weer open. Vertel dat je een slang in je hand
> We gaan nu een puls toevoegen aan het spel waardoor het
Variaties > Elke deelnemer zingt 2 keer op zijn beat (2 achtsten).
> Elke deelnemer zingt 2 keer op zijn beat (triool). Elke deelnemer
verandert in een invulspel. Elke deelnemer vult zijn eigen ‘tel’ in.
zingt 2 keer op zijn beat (zestienden). Gebruik verschillende
klinkers (nooo niii neeee). Speel met hard en zacht. Geef een
tonaliteit aan en laat elke deelnemer een eigen toon kiezen.
> Wijs intervallen* toe aan iedere deelnemer. Op dit punt kan er
gecomponeerd worden.
40 - Praktijk
> Vraag een deelnemer een patroon te maken met een interval.
> Voeg daarna rusten toe of meerdere intervallen.
41 - Praktijk
Bodypercussie
Acht tellen vullen met melodie
Doel Fysieke warming-up, ritmische training, ontwikkelen van muzikaal
Doel Iets bedenken, tellen, luisteren, melodieën componeren met de
geheugen en coördinatie, samenwerken, luisteren, zelf iets
groep.
Instructie Eerst moet je met je groep een toonladder zingen. Neem gewoon
bedenken.
Instructie De leider vraagt de groep welke geluiden we allemaal op en met
de C-toonladder maar zorg er voor dat iedereen de tonen goed
ons lichaam kunnen maken. Hierna geeft hij een rustig tempo
kan zingen en horen. Vraag de deelnemers om een getal tussen
aan en vertelt dat iedereen stil tot 8 moet tellen. Hij maakt een
de 1 en 8 in het hoofd te nemen. Maar daarbij ook een toon uit
krachtig geluid op de eerste tel en vraagt aan de groep dit over te
de zo juist geleerde toonladder. De muzikaal leider telt rustig af en
nemen op de volgende eerste tel. Dit blijft zich herhalen.
vervolgens zingt ieder zijn eigen toon op zijn eigen tel.
Ondertussen vraagt de leider aan de persoon rechts van hem om
Variaties > Gebruik majeur* en mineur*.
zijn geluid ergens op een van die resterende 7 tellen te plaatsen.
> Zing 2 tonen per tel (achtsten).
Als de groep in staat is deze 2 geluiden te spelen, dan mag de vol-
> Voer het tempo op.
gende persoon zijn geluid ergens op een van de 6 overgebleven
> Als er een goede melodie ontstaat leer je deze met de hele
tellen plaatsen. De groep probeert nu deze 3 geluiden strak op de
groep.
tel te krijgen. We kijken tot hoever we komen. De ervaring leert dat
> Als het te moeilijk is beperk je dan tot 3 tonen bijvoorbeeld de
4 geluiden al best moeilijk is. Begin gewoon opnieuw, maar vraag
grondtoon, terts* en kwint*.
anderen een geluid te verzinnen.
Variaties > Voeg bij het geluid ook een beweging toe. De groep neemt dit
over.
> Doe alleen de beweging maar zorg wel dat dit op de puls blijft.
> Gebruik alleen je mond.
> Gebruik een puls in drieën.
> Voer het tempo op.
> Vertel de groep dat je kunt spelen met hard en zacht.
Spelvormen
Leer van je buurman!
Een kring melodisch lezen
Doel Concentratie, samenwerken, muziek begrijpen, materiaal aanleren,
Doel Melodieën componeren, je stem gebruiken, intoneren, hetzelfde
ritmisch en melodisch trainen, communicatie, luisteren.
spel melodisch spelen, gebruik nu bijvoorbeeld een d-mineur
Instructie De muzikaal leider leert de persoon die rechts van hem staat een
drieklank (d - f - a ) en gebruik woordklanken (doo - baa - di).
Instructie Een zittende persoon is 1 toon (kwarttoon). Een staande persoon
kort ritmisch of melodisch fragment. Die persoon moet dit zo snel
mogelijk leren en het vervolgens de persoon die rechts van hem
is 2 tonen (2 achtsten). De muzikaal leider zet de deelnemers neer
staat weer aanleren. De leider blijft steeds nieuwe fragmentjes be-
in de kring. Zij gaan staan of zitten. Vervolgens zingt hij de
denken die passen bij de vorige en leert die weer aan zijn rechter
kring rond en laat duidelijk zien dat hij de kring ‘leest’. Als de
buurman. Je mag pas mee doen als je het fragment aangeleerd
deelnemers begrijpen wat de bedoeling is dan doen ze mee.
Variaties hebt van je linkerbuurman.
> Zing linksom de kring door.
Variaties > Gebruik zowel ritme als melodie.
> Gebruik een majeur drieklank.
> Voeg een beweging toe die ook aangeleerd moet worden.
> Verhoog het tempo.
> Gebruik een voorwerp bijvoorbeeld een stoel als instrument.
> Een lege stoel is een rust.
> Vraag van de deelnemers om alles zo snel mogelijk te doen.
> L aat de deelnemers zelf een houding bedenken voor hard
en zacht.
> De leider verzint nu niet zelf de fragmenten maar wijst
deelnemers in de kring aan die een fragment bedenken
> Gebruik in plaats van woordklanken tekst voor een lied.
en dat aanleren aan hun rechterbuurman.
42 - Praktijk
43 - Praktijk
Een kring ritmisch lezen
Vul maar in!
Doel Doel Er ontstaat een muziekstuk doordat elk groepslid een klein deel van
Ritmes componeren, tellen, puls voelen, muzikale keuzes maken.
Instructie > Een zittende persoon is 1 klap (kwartnoot). Een staande
persoon is 2 klappen (2 achtsten).
> De muzikaal leider zet eerst een kring neer met alleen
een tijdsspanne (bijvoorbeeld 8 of 16 tellen) invult.
Instructie Speel zelf een puls van 8 tellen met een accent op de 1e tel.
De groep vult deze 8 tellen in doordat elke persoon om de beurt
staande en zittende mensen. Hij klapt daarna zelf het ritme
ergens in die 8 tellen zijn eigen geluid toevoegt. Dit kan een ritme
dat is ontstaan. Laat zien dat je de kring ‘leest’. Er klinkt een
of een melodisch motiefje van een paar tellen zijn, of slechts
ritmische reeks met kwarten en achtsten. Vraag vervolgens
of iemand weet wat je doet. Als de groep begrijpt wat de
1 toon. Zo ontstaat een compositie van een paar maten.
Variaties De compositie kan ter plaatse worden gearrangeerd door
code is, imiteer je het ritme met de groep. Als de groep de
bepaalde geluiden of tonen tijdelijk ‘aan’ of ‘uit’ te zetten. Dit kun
variaties goed beheerst dan kunnen ze op deze manier
je zelf doen, of je kunt een groepslid de gelegenheid geven dit
met elkaar ritmische zinnen componeren.
uit te proberen.
Variaties > Klap het ritme linksom de kring door.
> Laat zien dat het ritme verandert als een persoon gaat staan
of zitten.
Totaal Thema
> Vraag een kind om een ritme te maken door zelf een kring
neer te zetten.
Doel Aan de hand van een thema, bijvoorbeeld een land of een > Een persoon die op een stoel staat is 3 klappen.
cultuur, of een boek of film, wordt een muziek/theaterperformance
> Een lege stoel is een rust.
gemaakt.
> De lichaamshouding van een persoon geeft dus aan wat je
moet doen. Laat de deelnemers zelf een houding bedenken
waarbij een muzikaal gegeven hoort.
> Oefen het nu andersom. De muzikaal leider geeft een ritme op.
Dit wordt aangeleerd. Vraag iemand uit de groep om dit ritme nu
in de kring neer te zetten.
Opstelling Start in een kring, later met verschillende groepen in de ruimte.
Instructie Kies met de groep een thema. Om op ideeën te komen, noemt
iedereen om de beurt een woord dat met dat thema te maken
heeft.
Vervolgens kiest iedereen zijn eigen woord en spreekt dit om de
beurt uit, in een bepaalde sfeer en later met een bijpassende beweging. Vervolgens maakt iedereen een korte zin met dit woord.
In overleg worden deze zinnen (en de bijbehorende personen)
Ritme-reeks
gegroepeerd. Elk groepje maakt nu een kleine performance door
deze zinnen en bijbehorende bewegingen op een bepaalde Doel Er ontstaat een ritme aan de hand van bepaalde posities die
groepsleden aannemen.
manier gezamenlijk uit te voeren.
Variaties Nadat iedereen elkaars performance heeft gezien, kan elke groep
Opstelling Kring of twee rijen tegenover elkaar (frontaal).
een rol voor de overige groepsleden bedenken, bijvoorbeeld een
Instructie Licht de posities toe die deelnemers kunnen innemen,
ostinaat* ritme of beweging langs de zijlijn.
bijvoorbeeld voor een zittend persoon geven we 1 klap, voor een
staand persoon 2. Enkele groepsleden nemen 1 van de mogelijke
posities in. De anderen laten in een afgesproken volgorde (linksom
of rechtsom) steeds het aantal klappen van de bijbehorende
positie per persoon horen, zodat zeer waarschijnlijk een
onregelmatig of syncopisch ritme ontstaat.
Variaties > Meerdere posities, bijvoorbeeld zitten en staan op stoelen en
op de grond, zodat ook 3 of meer klappen mogelijk zijn.
> Verschillende geluiden gebruiken.
> Een lege plaats als rust gebruiken.
> In omgekeerde richting lezen.
> Muzikale gegevens toevoegen door middel van een bepaalde
lichaamshouding (bijvoorbeeld hard/zacht).
44 - Praktijk
45 - Praktijk
U vraagt, wij draaien
Gewoon voorlezen?
Doel Doel Met dezelfde tekst als uitgangspunt ontstaat een gevarieerde Bij het zingen van een lied met vraag – antwoordstructuur heeft
iedereen de mogelijkheid te onderzoeken wat het effect is van
zijn of haar persoonlijke inbreng.
Opstelling Kring
compositie met theatraal effect.
Opstelling Kring
Instructie Geef iedereen hetzelfde, willekeurig gekozen stuk tekst, bijvoorbeeld
Instructie Leer de groep een eenvoudig lied met een vraag- en antwoord-
een pagina uit een boek of een deel uit een script. Ieder groeps-
structuur (Afrikaanse liedjes zijn geschikt omdat ze vaak uit vraag
lid bepaalt een willekeurig beginpunt in de tekst. en antwoord bestaan). Geef elke persoon 1 vraagregel uit het lied.
Tik een rustige puls af. De groep leest hardop de tekst voor waarbij
Iedereen zingt om de beurt zijn eigen regel waarna de rest per tel een lettergreep wordt uitgesproken. Het resultaat zal een
van de groep het antwoord zingt.
Variaties > Iedereen mag zelf weten op welke manier hij zijn eigen regel monotoon ritmisch gebrabbel met theatraal effect zijn.
Variaties > E
lk groepslid kiest een eigen toonhoogte waarop hij de tekst
als vraag zingt.
uitspreekt. Binnen de toonhoogte kan ook worden gevarieerd.
> Ritme en melodie mogen worden veranderd.
Er kan worden afgesproken dat iedereen van hoog naar laag
> De groep antwoordt op een bijpassende manier (dit zal dus
spreekt, of andersom.
meerstemmig zijn!). De manier waarop de vraag wordt gesteld is
> Dezelfde mogelijkheden zijn er voor het gebruik van dynamiek.
van invloed op de manier waarop je het antwoord terugkrijgt.
> Laat iedereen een kort stukje tekst, bijvoorbeeld 1 zin, steeds
herhalen (lopend).
> Spreek enkele tonen af waarop alles wordt gezongen.
Samen sta je sterk
> Een persoon kan solist zijn, die geheel vrij zijn tekst mag
voordragen over het gebrabbel van de rest heen.
Doel Vanuit een goede concentratie wordt een bepaalde beweging
> Maak meerdere groepen met verschillende ritmes en tempi.
door de hele groep tegelijk gestart en tegelijk beëindigd.
> Laat bewegingen toevoegen.
Opstelling Grote kring
> Maak groepjes en geef gerichte opdrachten per groepje op het
Instructie Probeer het initiatief aan de groep als geheel over te laten: zonder
gebied van beweging, muzikale principes, ritmes, enzovoort.
dat iemand aangeeft wanneer je moet beginnen, zet iedereen
een stap naar voren, klapt eenmaal in de handen en zet een stap
terug. Dan 2 stappen naar voren, 1 klap en 2 stappen terug. De
Laat horen wie je bent!
reeks wordt opgebouwd tot 7 stappen, en daarna weer afgebouwd: 6, 5, enzovoort. Laat het in absolute stilte gebeuren. Hoe
lang kan de spanning van het stilstaan worden vastgehouden?
Variaties > Iedereen staat in de vrije ruimte, waardoor het moeilijker is om
elkaars energie te voelen.
> Iedereen loopt vrij door de ruimte. Op een signaal staat iedereen
Doel Met de eigen namen van de groep als uitgangspunt worden
verschillende composities gemaakt.
Opstelling Kring, later diverse groepjes.
Instructie Iedereen zingt om de beurt zijn naam in de vorm van een kort
motiefje. Dit doe je 2 of 3 keer zodat iedereen een vast motiefje
stil. Vervolgens moet iedereen tegelijk weer gaan lopen, maar
ontwikkelt. Vervolgens worden in overleg de passende motiefjes
zonder dat een startsignaal wordt gegeven. Ook zonder signaal
bij elkaar gevoegd. Elk groepje gaat een muzikale zin maken met
staat iedereen tegelijk weer stil.
de aanwezige motiefjes door te experimenteren met een nieuwe
> Vanuit stilstand in de vrije ruimte mag 1 persoon gaan lopen en
volgorde van de namen.
even later weer stil staan, zonder dat is afgesproken wie dat zal
Variaties > B
ij de compositie kan worden gewerkt met bewegingen; per
zijn. Dan mogen er 2 personen gaan lopen, en weer stil staan,
naam een beweging waarbij het een vloeiend geheel moet
nog steeds zonder signaal en tegelijkertijd. Dit kan worden opge-
worden.
bouwd net zolang tot iedereen loopt en weer stil staat.
> Alle losse groepjes kunnen ook weer aan elkaar worden geplakt
zodat een grote groepscompositie ontstaat. Wellicht kan een
bepaald groepje als ostinaat dienen?
> E
ventueel kan tijdens het vormgeven een begeleiding worden
meegespeeld waardoor een muzikaal kader ontstaat.
46 - Praktijk
47 - Praktijk
Intervallen lopen
Zo doe je dat!
Doel Op basis van spontane signalen uit de groep ontstaat een Doel Groepsleden ervaren wat voor invloed ze kunnen uitoefenen op compositie met één interval.
Opstelling Ruime kring
de muziek die klinkt uit een orkest als zij bepaalde gebaren maken.
Opstelling ‘Orkestopstelling’ waarbij alle groepsleden achter een instrument
Instructie Leer de groep een bepaald interval te zingen, bijvoorbeeld een
kwint of terts. Op een teken kan worden gewisseld van de ene zitten.
Instructie Spreek met de groep een aantal gebaren af, bijvoorbeeld: naar de andere noot, of van één- naar tweestemmig. Verdeel bij horizontaal roffelende vingers maakt iedereen zachte sfeer-
hiervoor de groep in tweeën.
geluiden. Bij een sprong geef je een harde klap/toon, als twee
mensen worden aangewezen spelen deze een vraag en ant-
Laat 2 mensen midden in de kring staan en noem ze persoon A
en persoon B. Als persoon A gaat lopen, zingt de groep de grondtoon, als persoon B gaat lopen zingt de groep de andere toon.
woord, bij de handen ineengeslagen stopt iedereen enzovoort.
Verschillende groepsleden kunnen om de beurt voor dit orkest
Daag deze personen uit om te spelen met effect: snel afwisselen,
tegelijk lopen waardoor meerstemmigheid ontstaat, een teken
staan en experimenteren met wat er gebeurt.
Variaties > In plaats van echte instrumenten kan ook worden gewerkt met
met het lichaam bedenken voor lange/korte/harde/zachte tonen.
bodysounds. Daag de groepsleden die ervoor staan uit om
Variaties > Werk met meerdere intervallen en zet derhalve meer personen
nieuwe gebaren uit te proberen waarmee ze aangeven wat voor
in de kring.
dynamiek ze willen, hoe de balans moet zijn, welke klankkleuren
eruit moeten springen, enzovoort.
> In plaats van zingen kan ook met instrumenten worden gewerkt.
> Laat eens 2 personen dirigeren en kijk wat er tussen hen en de
groep gebeurt.
Singing the rain
Doel Door het zingen van klinkers en daarin te variëren met effecten,
Bodysounds*
ontstaat de klank van regenbuien van verschillende intensiteiten.
Opstelling Kring
Doel Instructie Zing een dalende tonenreeks van 6 tonen met de klinkers I - A - O.
Elke klinker heeft een vaste toonhoogte en duurt even lang. Laat
sounds. Dit kan een regelmatig of onregelmatig ritme opleveren.
Instructie > Inventariseer welke geluiden allemaal met het lichaam gemaakt
eventueel een puls horen om dit duidelijk te maken. Leer de groep
deze reeks.
kunnen worden; iedereen maakt om de beurt een bodysound.
> Bouw het ritme als volgt op: 1 persoon geeft 1 geluid. De volgende herhaalt dit en vult aan met een bijpassend geluid, enzo-
Vervolgens mag elke groepslid het tempo van dalen zelf bepalen,
maar in eerste instantie moeten alle klinkers in de reeks even lang
duren. Ook mogen noten worden herhaald waardoor onregel-
M
et inbreng van de groepsleden ontstaat een ritme van body-
voort. Hoe lang kan het ritme worden?
Variaties
Bewegingen toevoegen aan de bodysounds.
matige reeksen ontstaan.
Variaties > Binnen een reeks kan elke klinker korter of langer duren: varieer in
ritme.
> Per reeks kan worden gespeeld met dynamiek: van hard naar
zacht of andersom of met plotselinge accenten.
> Experimenteer ook met stijgende lijnen.
48 - Praktijk
49 - Praktijk
Performance rond het thema ‘dag en nacht’
Met het thema ‘dag en nacht’ maken we een presentatie of performance.
De deelnemers moeten zoveel mogelijk actief meedoen. Zij moeten het gevoel
hebben dat het door hen zelf gemaakt is. Actief meedoen is zingen, spelen
(ritmisch), luisteren, bewegen. Er is ook ruimte voor experimenteren. De muzikaal
leider zorgt ervoor duidelijke opdrachten en kaders te maken waarbinnen de
deelnemers dit kunnen doen.
Organisatie
> De deelnemers worden in een dag- en een nachtgroep ingedeeld.
> Elke groep bedenkt acht woorden en vier poëtische zinnen die passen bij
de dag of de nacht.
> Bij de teksten worden tijdens de sessie zelf melodieën, ritmes en bewegingen
bedacht.
> Van hieruit gaat elke groep materiaal maken voor een compositie. Zoek geschikte warming-up spelen uit en bewerk deze naar aanleiding
van de compositie.
> Deze spelen worden geoefend en getest.
> Er worden rollen verdeeld voor de uitvoeringen.
> Probeer drie of vier muzikanten te vinden die willen assisteren en helpen
uitvoeren wat er bedacht is (bijvoorbeeld ouders in een schoolsituatie?).
50 - Praktijk
Muziek zonder Noten Procesdoelen
Procesdoelen
05
Er is een onderscheid te maken tussen productdoelen en procesdoelen.
Productdoelen zijn gemakkelijk ‘meetbaar’. De presentatie kan bijvoorbeeld
erg geslaagd en goed zijn. De gezamenlijk gerealiseerde presentatie, of het
concert, is dan het doel geweest, een concert is een duidelijk product waarvan het resultaat ‘meetbaar’ is.
Bij procesdoelen ligt dat lastiger. Bij Muziek zonder Noten ligt het accent op de processen die nodig zijn om die activiteiten te realiseren. Voorbeelden van dergelijke processen zijn onder andere:
> Welke houding moet je hierbij als muzikant aannemen? Want ineens lijkt alles wat je
als eerder geleerd hebt niet meer te voldoen.
> Welke vaardigheden verwerf je als je met verschillende niveaus samen muziek ontwerpt? Om samen te spelen worden altijd gelijke speelniveaus verondersteld. Dat is
nu niet meer het geval.
> Welke handelingen zijn vanzelfsprekend in een improviserende groep? De deelnemers
die niet vertrouwd zijn met samen muziek maken, kennen de impliciete regels van het
musiceren niet. Het komt hierbij vooral aan op het steeds beter en geconcentreerd
leren luisteren naar elkaar.
> Hoe stel je je op als je nog nooit eerder in een groep muziek gemaakt hebt? Als je
dingen moet doen die je nog nooit gedaan hebt, kan er ook een soort gène ontstaan en onzekerheid of angst om fouten te maken.
Voor Muziek zonder Noten zijn doelbewust procesdoelen geformuleerd omdat het
proces van het muziek maken en communiceren belangrijker is dan het product
dat uiteindelijk opgeleverd wordt. Dit in tegenstelling tot het klassieke formele muziekonderwijs waarbij het goed klinkende resultaat altijd het doel is waarnaar gestreefd
zal worden.
‘
Mijn grote angst is dat er stilte valt. Ik vertrouw ’
op de improvisatie en de intuïtie.
Vlado (student gitaar lichte muziek) >> DVD Dag 6
15 - De Kern
53 - Procesdoelen
Procesdoelen worden niet autonoom per sessie gerealiseerd, ze kunnen wel per project
of per jaar beoordeeld worden op de mate van aanwezigheid en progressie.
De volgende doelen zijn te beschouwen als procesdoelen voor Muziek zonder Noten:
1. Leren en ervaren om gezamenlijk muzikaal op onderzoek uit te gaan zonder vaststaande resultaten aan het eind te verwachten.
2. Leren inbrengen van muzikale ideeën en het her-’vormen’ van die ideeën als gevolg
van de inbreng en reacties van anderen.
3. Leren reflecteren op eigen ervaring, inbreng en vaardigheden met als resultaat meer
inzicht in de eigen muzikale taal en de muzikale ervaringswereld van een ander.
4. Leren onderzoeken van de eigen innerlijke muziek, zowel de muziekprocessen als de
muziekstructuren.
5. Leren herkennen van de relatie tussen je eigen muziek en de muziek die anderen
maken (de muziek uit de culturele omgeving). Overal om je heen klinkt muziek. Wat
is wel algemeen aanvaard en wat niet? Wat is er voor nodig om iets ‘bekend’ te laten
klinken? Welke vooronderstellingen leven er? Welke aannames heb je zelf?
6. Ontwikkeling van muzikale vaardigheden: puls onderhouden, onthouden van fragmenten en structuur, adequate timing realiseren, aanpassen aan het geheel en de
groep, muzikale ideeën inbrengen, afspraken nakomen en uitvoeren, luisteren, kritiek
kunnen geven en ontvangen, herzien van je eigen mening. Deze vaardigheden zijn
gericht op het vergroten van algemeen muzikaal begrip in een context.
7. Leren herkennen van alternatieven voor algemeen aanvaarde muzikale opvattingen
over ‘wat muziek is, hoe je muziek beleeft en hoe muziek klinkt’. Dit vereist veel moeite en
inspanning, niet alleen voor de deelnemers maar wellicht nog meer voor de muzikaal
leiders omdat zij een andere rol krijgen dan zij gewend zijn.
8. Leren innerlijk voorstellen van een muzikaal idee zonder dit meteen om praktische
redenen af te wijzen (leren gebruiken van gedachte-experimenten). Anders gezegd: de
vraag ‘Hoe zou dat klinken?’ leren uitstellen.
‘
Iedereen heeft zijn grenzen. Je kunt alles muziek
noemen maar je wilt dat het mooi is. In de compositie
of in het teamwerk heeft iedereen zijn rol.
’
Vlado (student gitaar lichte muziek) >> DVD Dag 5
54 - Procesdoelen
Muziek zonder Noten Tips
Tips
06
De muzikaal leider faciliteert het proces van muzikale creativiteit, flexibiliteit,
zelfvertrouwen, inlevingsvermogen en reflectie. Je reikt iets aan in de groep
waarmee iets moet gebeuren. Er moet een vonk overslaan om een creatief
proces aan gang te zetten. Ieders inbreng is gelijkwaardig, ook die van jou
als muzikaal leider. Herken talent binnen de groep en zet dit ten dienste van
de groep in.
> Begin met niet te lange sessies.
> Begin met goed luisteren.
> Zorg ervoor dat iedereen weet wanneer het muziek maken begint en wanneer het
eindigt.
> Als iemand een muzikaal idee heeft, geef het dan de ruimte en het vertrouwen.
Probeer te begrijpen wat er voorgesteld wordt, vraag eventueel het idee te herhalen.
> Herhaal
ieder idee dat van belang lijkt. Laat je eigen opvatting over de inbreng van
de deelnemers achterwege.
> Probeer de inbreng niet te verklaren vanuit iemands achtergrond.
> Wees alert en toon je eigen nieuwsgierigheid.
> Zorg voor afwisseling tussen spanning, inspanning en ontspanning. Stel vragen om
een overvloed van ideeën te beperken.
>Stuur het ontwerp of de compositie. Het gaat er niet om het maar te laten
gebeuren. Structureer zo dat de ideeën van de deelnemers verdiept worden.
> Wacht soms wat langer af. Accepteer dat niet iedereen actief meedoet. In elke groep
kinderen of volwassenen zijn er die liever luisteren en toekijken. Juist bij muziek. Iets dat
vanuit de eigen motivatie wordt ingebracht, is rijker dan gedwongen meedoen.
> Stop als het vastloopt. Soms is even niet duidelijk hoe we verder moeten gaan. Stop
en zeg dat je een andere keer verder gaat. Dat komt voor en stoppen is beter dan
geforceerd doorgaan. Het geeft ruimte om even afstand te nemen en de structuur
te doordenken.
> Gun jezelf ruim de tijd om een goede manager van creatieve processen te worden.
‘
Als je docent bent, moet je weten hoe je overkomt. Of dat naar
één leerling is of naar een hele groep, je moet beseffen hoe je je wilt
uitdrukken en op wat voor manieren je in staat bent mensen te
mobiliseren, te motiveren en in ieder geval te inspireren.
Hanno (docent vakopleiding muziek)
15 - De Kern
’
57 - Tips
Criteria voor een compositie
> Een compositie bevat een melodie, harmonie en een ritme.
> Er moet een ritmische passage in zitten waar de groep ruimte heeft voor
tekst en beweging.
> Het muziek materiaal is flexibel en toegankelijk voor de doelgroep.
> Er is ruimte voor melodische ideeën op de teksten van de deelnemers.
> Het tot stand komen van de performance of uitvoering van een compositie
is een dynamisch proces waar zowel de muzikaal leider, de assistentmuzikanten als de deelnemers invloed op hebben.
Muziek zonder Noten De DVD
58 - Tips
De DVD
07
De DVD illustreert het werkproces van een aantal muziekvakstudenten met
een muzikaal leider. Gedurende 5 dagdelen werkten zij aan hun eigen vaardigheden met het improviserend ontwerpen om dit de 6e dag in de praktijk
van basisschool De Boomgaard in Utrecht toe te passen met kinderen van 10
en 11 jaar (groep 6).
In het navolgende hoofdstuk reflecteert de docent Hanno Tomassen op het
doorlopen werkproces rond de kernbegrippen van Muziek zonder Noten uit
hoofdstuk 2.
Improviserend ontwerpen in een groep
“In het begin moet je proberen iedereen zich zo snel mogelijk op z’n gemak te laten
voelen. Ze kennen elkaar niet, ze weten misschien niet wat ze gaan doen, dus je wilt zo
snel mogelijk dat ze elkaar leren kennen en het gevoel krijgen dat ze serieus genomen
worden. Iedereen moet zich serieus genomen voelen in wat ze zeggen, waar ze mee
aankomen, in wat ze spelen, in wat ze zingen, in hoe ze bewegen en in wat dan ook.
Ik wil hen zo snel mogelijk aan elkaar voorstellen en dingen met ze doen waardoor de
spanningen en gêne wegvallen. Ik bereid me voor door goed de groep in te schatten,
door te weten wie er in een groep zitten. En door te denken dat ik een groep goed kán
inschatten qua leeftijd en achtergrond.
‘
Ik bereid me voor door te weten waarmee ik wil beginnen: de
introductie en de eerste opdrachten en kringsituaties. Daarna
krijgt het proces een eigen dynamiek en neem ik gaandeweg de
’
bijeenkomst de beslissingen.
>> DVD Dag 1
Die beslissingen gaan over het ingebrachte materiaal en welke weg in te slaan. Zo vult
zich de rest van de tijd van een bijeenkomst.
‘
Als de eerste improvisaties klaar zijn, gaan we proberen dat
’
wat we gemaakt hebben te vertalen op de instrumenten.
>> DVD Dag 1
De exacte volgorde van werken heb ik niet in mijn hoofd. Dat hangt van de situatie af.
Bijvoorbeeld als ik iets wil met een 4-, 5- en 6-kwarts maat dan weet ik wel hoe:
in 3 verschillende groepen in de combinatie van licht en klassiek en de zangeressen
niet bij elkaar. Maar ik heb daar geen draaiboek voor en de beslissingen neem ik op
het moment. Ik laat het gebeuren.
15 - De Kern
61 - De DVD
‘
De uitkomst van iedere sessie is verschillend. Ook omdat er iedere keer
Leren de suggesties van anderen te volgen, is een van de doelen. Er is tijd nodig om
een andere bezetting is en omdat er iedere keer ideeën en initiatieven
beslissingen met elkaar te nemen. Het is soms lastig de groep te laten aanmodderen
vanuit de groep komen. Dus ik weet van te voren nooit waar het
attent op iets. Hoe korter de werktijd, hoe meer ik er bovenop zit. Hoe meer tijd, des te
terwijl ze niet weten wat de keuzes en mogelijkheden zijn. Soms maak ik ze even kort
’
eindigt. Dat is improviserend ontwerpen.
Muzikaal leiderschap
meer beslissingen de groep zelf kan nemen. Die balans verandert steeds en dat zal nog
verder teruggaan mits er geen problemen ontstaan.
Als muzikaal leider ben je een coach van de groep. De beslissingen en sturing van de
leider hangen af van wat er op dat moment in de groep gebeurt. Als je merkt dat de
concentratie goed is, dat de mensen gedreven zijn om met elkaar iets te maken dan
probeer ik ze nog meer uit te dagen en voor het blok te zetten. Én hen de verantwoorde-
‘
Je kunt de studenten laten zwemmen maar
je kunt ze niet laten verdrinken.
>> DVD Dag 1
lijkheid te geven voor wat er op dat moment gebeurt. Als mensen moeilijker meegaan
’
en minder eigen initiatief tonen dan moet je als muzikaal leider zelf het initiatief nemen.
Dan val je terug op dingen die niet zo eng voor de groep zijn. De groep maakt muzikale
Af en toe maak ik dan wat opmerkingen om op mogelijkheden of onmogelijkheden te
keuzes in de loop van een bijeenkomst. Als er iets moois uitkomt, ga je daarmee verder.
wijzen. Er zijn momenten dat je voelt dat ze vastzitten, dat ze in kringetjes ronddraaien, of
Je arrangeert dat verder uit en geeft dan deelopdrachten. Muzikaal gaat het van links
teveel praten en te weinig uitproberen. Ook de input kan te eenzijdig zijn. Dan probeer
naar rechts en als de groep niet echt meewerkt dan kader ik het meer in. Hoe meer we
ik een soort breekpunt te zijn door iets in te brengen.
elkaar verrassen, hoe beter het is. Als dingen goed werken, ga ik daarmee verder.
Ik laat ze op een gegeven moment helemaal zelf verzinnen wat ze willen. De studenten
‘
weten op een bepaald moment wat ze willen zeggen met het stuk, anders is het geen
Het stempel dat ik druk op het muzikaal materiaal is gebaseerd op de
goed stuk. En zij kennen ook de openingen binnen de onderdelen waarin ze de kinde-
achtergrond die ik heb. Ik ben een popmuzikant en als basgitarist heel
is en of het past binnen de tijdsspanne. De studenten hebben dit nog nooit eerder
ren van de basisschool gaan betrekken. Het is aan mij te beoordelen of het haalbaar
‘groove*-georiënteerd’. Dat zie ik in alles terug, daar ontkom ik niet aan
gedaan, ik wel. Zij moeten eerst zelf weten wat ze willen en dan kan ik helpen hoe dat
omdat dat mijn sterkste punt is. Dat wil niet zeggen dat het zo moet.
dan weinig input meer. Als de groep zelf alle tijd krijgt, dan leren ze elkaar echt goed
’
>> DVD Dag 3
het beste te bereiken. Ik kijk dan alleen: waar zijn jullie en hoe staat het ervoor? Ik geef
kennen. Dan weten wat ze aan elkaar hebben. Van te voren hebben we gesteld dat
de kinderen ruimte krijgen om nieuwe dingen te verzinnen. De studenten moeten zich
De beslissingen die genomen worden, helpen om de improvisatie een bepaalde kant
realiseren hoe ze dit gaan aanbieden aan de kinderen. We praten er samen over hoe
op te sturen. Vooral op een moment dat er 2 of 3 verschillende materialen klaar zijn,
dat het beste kan. Dan gaat het erom dat de studenten zo flexibel mogelijk kunnen
neem ik de beslissing om te gaan arrangeren.
omgaan met de gevonden en gemaakte stukken. Als ze daarin vastzitten is het niet
Bijvoorbeeld in vorm: eerst unisono, dan de canon, dan de ritmes die zelf gemaakt zijn
goed. Als we op de basisschool bij de kinderen zijn moeten de studenten zo goed in
en dan het ritme van de 5/4 maat. De eerste arrangement beslissingen zijn meestal
hun muziek zitten dat ze er mee kunnen spelen en kunnen herarrangeren.
voor de muzikaal leider. Hoe verder we komen, hoe meer die beslissingen door de groep
genomen gaan worden.
Hoe verder een groep komt, hoe minder je als muzikaal leider stuurt. De eindproductie
moet het stuk van de groep zelf zijn. Het werkt niet bevorderend als ik maar blijf interfereren en de keuzes voor de groep blijf maken.
‘
‘
Ik wil dingen afmaken, dat het heel wordt. En dat het werkt.
Zodat ik het gevoel krijg dat het een echt muziekstuk wordt.
Dat het muzikaal een verantwoord stuk wordt.
Ik weet dat ik vorige week veel gestuurd heb. Ik moet wel steeds duide-
’
>> DVD Dag 2
’
lijk maken wát de keuzes zijn en dat aan de groep voorleggen.
Het mooiste moment is als er dingen af zijn. Bijvoorbeeld net voor de pauze, dan is
>> DVD Dag 4
er meestal een kort arrangement dat duidelijk is voor iedereen. Dat wordt dan strak
62 - De DVD
uitgevoerd.
63 - De DVD
Als de instrumenten worden ingezet dan schept dat weer allerlei onzekerheden. Je
moet de studenten helpen daarin zonder dat het gênant wordt. Iedereen moet elkaar
met gepast respect serieus nemen. Het is ook aftasten wie welke rol op zich neemt.
‘
‘
vaardigheden aan. Dat overlapt. Er kwamen interessante muzikale
dingen uit die ik misschien weer gebruiken kan in een volgend
naar je eigen hand hebt gezet. Als je nog heel technisch
project of misschien wel in een eigen compositie.
bezig bent met het uitvoeren van je muziek, dan ben
>> DVD Dag 5
’
Het begeleiden van jonge mensen spreekt ook mijn muzikantschap
aan. En mijn muzikantschap spreekt ook mijn communicatieve
Je kunt pas herarrangeren als je de muziek helemaal
je nog niet flexibel genoeg om zijpaden in te slaan.
Ik zie mijn docentschap niet anders dan mijn muzikantschap.
>> DVD Dag 7
’
Authentiek leren en muziek
Het is moeilijk een onderscheid te maken tussen mijn muzikantschap en het docent-
Muziek binnen een context
schap. De hobbel die je tegenkomt is in eerste instantie gêne, in tweede instantie ook
Het is aftasten in een groep wie welke rol op zich neemt. Ook qua muzikale capaciteit,
dat studenten op een bepaalde conservatieve manier hebben geleerd met muziek
creatieve impulsen en de persoonlijkheden binnen een groep. De een is dominant, de
om te gaan. Ze hebben les in muziek via het instrument dat ze studeren en dan is het
ander trekt zich terug, de eerste neemt de beslissingen en zegt welke kant het op moet
niet vanzelfsprekend dat je les in groepen krijgt. Ze hebben individuele ‘één op één’
gaan.
lessen gehad in hun hoofdvak en er wordt, buiten een aantal ensemble-, combo- of
Muziek maken is communiceren. Musiceren en communiceren komen op hetzelfde
theorielessen, weinig uitvoerend met een hele groep gedaan. Dat kan een soort terug-
neer. Je maakt muziek omdat je iets te vertellen hebt. Vertellen kun je verbaal of muzi-
houdendheid opleveren. Buiten het feit dat ze een zelfde soort oriëntatie uit het eerste
kaal. Bij beiden moet je open staan voor de dialoog. In principe komen musiceren en
jaar kennen: niet iedereen vond het leuk wat ze daar gedaan hebben. Niet iedereen
communiceren op hetzelfde neer.
die aan een conservatorium studeert, gaat dit ook leuk vinden.
De kinderen in het basisonderwijs vonden het project geweldig en een groot succes. De
groepsdocent vond het bijzonder om een aantal kinderen, die moeilijk bij de reguliere
vakken te betrekken zijn, zo geconcentreerd met teksten en dingen die ze zelf verzonnen hadden, zo betrokken bezig te zien.
Vanuit de studenten gezien ligt het meer in het verlengde van hun eigen ontwikkeling:
de een beseft hoe te communiceren naar een groep toe, de ander hoe zijn ideeën
‘
Het is niet de bedoeling om het iedereen zo leuk mogelijk te
laten vinden. Het is het doel om studenten te laten bedenken:
> Zijn we hier goed in?
in die van de kinderen geïntegreerd kunnen worden. En daarnaast nog dat ze, op
> Kunnen we hier iets mee?
een hele andere manier dan ze gewend zijn, met muziek kunnen omgaan. Dat is voor
> Kunnen we hier goed in geworden?
iedereen een heel nuttige ervaring geweest. Het is ook vermoeiend als je nog nooit voor
een groep hebt gestaan. Het is inspannend om een groep daar te krijgen waar jij ze
> Zitten we misschien toch wat te vast in ons
verwachtingspatroon over hoe je muziek maakt?
als muzikaal leider wilt hebben. Je moet weten hoe je kunt reageren en hoe je ze kunt
stimuleren. Als je dat vaker gedaan hebt krijg je daar gaandeweg meer zicht op en kun
je meer uitstralen waardoor je rustiger blijft.
>> DVD Dag 2
’
Dit hoorde ook bij de doelstelling van dit project: kijk hoe je reageert, hoe je je staande
houdt in een context die je niet kent. En dat is voor iedereen een leerzame ervaring
De kinderen komen met ideeën waar ze nog helemaal niet aan gedacht hebben. Dan
geweest. Ook voor mij: ik vind dat we alles eruit hebben gehaald wat erin zat. Ik wist
moet daar flexibel een plek voor in het muziekstuk gezocht worden, wat daarna weer
ook van te voren niet waar dit project zou eindigen en hoe de studenten onderling op
nieuwe associaties van de kinderen oproept.
elkaar zouden reageren. Ik heb niet rondgelopen als een gestresste docent en heb
Iemand die een andere achtergrond heeft, zal afhankelijk van zijn specialisatie, een
niets geforceerd. Alle balletjes rolden en het was een groot succes.
andere kant op sturen. Je probeert als muzikaal leider een heel scala van mogelijkheden onder de knie te krijgen zodat de keuzemogelijkheden van de studenten zo groot
mogelijk zijn. Het is een wisselwerking.
64 - De DVD
65 - De DVD
‘
Het gaat om een persoonlijke verbreding en dat is hetzelfde als hun muzikale verbreding.
>> DVD Dag 2
’
De studenten inspireren mij en ik probeer de studenten te inspireren op een manier
zoals ze niet eerder op de opleiding voorgekomen is. Dus met een andere manier van
werken: klassieke en lichte musici spelen nooit samen in projecten, hier wel. Ik kom af en
toe combinaties tegen die mij weer inspireren in allerlei ander werk. Deze manier van
werken geeft over en weer veel muzikale uitwisseling en persoonlijke feedback.
‘
Eigenlijk stel ik hun hele persoonlijkheid op de proef.
De studenten moeten samenwerken binnen een geheel
Muziek zonder Noten Terugblik
nieuwe aanpak van musiceren, ze moeten daarbinnen
kunnen communiceren naar elkaar toe namelijk precies
duidelijk maken wat ze bedoelen. Ze komen vanuit
verschillende muzikale achtergronden en dat vraagt
om uitleg naar elkaar. Daarna moeten ze naar de groep
’
kinderen formuleren wat de mogelijkheden zijn.
>> DVD Dag 5
Reflecteren en leren
Het is goed dat docenten en studenten zichzelf analyseren en kijken naar hun rol in
een groep. Dit houdt niet op na de opleiding. Als je je dit regelmatig afvraagt dan ben
je ook beter in staat om te communiceren. Ik wil daar in de bijeenkomsten ook bij stil
staan en daarop evalueren. Evalueren is een van de belangrijkste processen binnen
het samenwerken. Dit moet geen therapeutisch effect bewerkstelligen dan wordt het te
zwaar. Meer als een soort vanzelfsprekende zelfevaluatie: ik wil van iedereen horen wat
ie binnen verschillende contexten van zichzelf heeft gevonden. Dat vind ik belangrijk.
‘
Als je docent bent, moet je weten hoe je overkomt. Of dat naar
één leerling is of naar een hele groep, je moet beseffen hoe je je
wilt uitdrukken en op wat voor manieren je in staat bent mensen
’
te mobiliseren, te motiveren en in ieder geval te inspireren.
>> DVD Dag 6
Als je jezelf beter kent, kun je beter communiceren en beter inspelen op situaties waarin
je kennis wilt overdragen en wilt bijdragen aan het groepsresultaat. Dat geldt ook voor
je eigen leren: muziek maken ís communiceren.”
66 - De DVD
Terugblik
08
In dit hoofdstuk zal worden ingegaan op het evalueren door de muzikaal
leider en door de deelnemers.
De evaluatielijst voor de muzikaal leider omvat een aantal kenmerken die
kunnen worden waargenomen in een groep die regelmatig musicerend
ontwerpt. Deze kenmerken kunnen worden gebruikt om te evalueren. De lijst
is min of meer gerangschikt in de volgorde waarin zich de progressie zich kan
voordoen.
‘
Ik heb eens een artikel moeten lezen, dat ging over
‘Muziek is geordend geluid’, daar was ik het toen niet
mee eens. Maar als je op deze manier muziek aan het
’
maken bent, denk ik, dat ik daar nu wél iets mee kan.
Willeke (student klarinet) >> DVD Dag 3
Bijgaande evaluatiethema’s betreffen de kenmerken voor vooruitgang die bij deelnemers waar te nemen zijn. Met vooruitgang wordt bedoeld: de capaciteit om in een
muzikale dialoog te participeren. De leer-, en musiceervaardigheden die bij Muziek
zonder Noten aan de orde komen zijn van belang voor het kennisgebied muziek en
de sociaal-emotionele vaardigheden van alle deelnemers. Deze vaardigheden zijn
vanzelfsprekend ingebed in de cultureel-morele ontwikkeling en persoonlijke groei van
ieder individu afzonderlijk.
De lijst die hier is opgenomen is niet uitputtend, er zijn nog tal van andere kenmerken
op te sommen. De lijst is door bijvoorbeeld muziekschooldocenten, Pabo- en conservatoriumstudenten te gebruiken om hun eigen resultaten te kunnen beoordelen. In die zin
is de eerste lijst goed te gebruiken als zelfevaluatie-instrument.
In een groep die het hele jaar door musiceert, zullen de meeste kenmerken veel vaker
worden aangetroffen. Binnen een project is er altijd sprake van een afgebakende tijd of
een momentopname.
Evaluatie door de deelnemers
Bij samenwerken hoort het reageren op elkaar, het kritiek geven en kritiek ontvangen. In
feite wordt er constant een dialoog gevoerd over muziek en deze manier van muzikaal
samenwerken. Hierdoor ontdekken de deelnemers hun ontwikkelingsmogelijkheden en
ondersteunen ze elkaar in het leren en het bereiken van nieuwe niveaus van presteren.
‘
Ik wil dingen afmaken, dat het heel wordt. En dat het werkt.
Zodat ik het gevoel krijg dat het een echt muziekstuk wordt.
Dat het muzikaal een verantwoord stuk wordt.
Hanno (docent vakopleiding muziek) >> DVD Dag 7
’
69 - Terugblik
Andere kenmerken waaraan gedacht kan worden, zijn o.a. respect tonen voor de
spelenderwijs toe. De opgedane ervaringen zorgen voor het leren kennen en begrijpen
bijdragen van andere deelnemers, vragen stellen aan anderen, het aantal vragen
van de muzikale begrippen omdat deze concreet worden toegepast.
dat gesteld wordt, enzovoort. Het accepteren van kritiek op een ingebracht idee en dit
in de groep naar voren brengen is een kenmerkend element van een groep waarin
5. Individuele bijdragen leveren
een vertrouwelijke sfeer bestaat. Die vertrouwelijke sfeer is eerder het resultaat van het
Vaak reageren deelnemers in het begin met een gezamenlijk ‘ja’ of ‘nee’. Maar na
samen muziek maken en communiceren dan dat dit als voorwaarde vooraf kan worden
geregeld met muziekontwerpen geconfronteerd te zijn, verdwijnt dit ‘koorgedrag’.
geformuleerd.
Reacties vallen uiteen in ideetjes die wel of niet goed in het grote ontwerp passen.
De deelnemers nemen individueel verantwoordelijkheid voor hun eigen suggesties,
Evaluatie door de muzikaal leider
zij herhalen ze of nemen ze terug. Individuele bijdragen kunnen soms dezelfde intentie
uitdrukken als die van een ander. Daardoor zijn ze acceptabel en laat men de eigen
1. Erbij blijven
suggesties voor wat ze waren. De groep leert al snel een goed oor te ontwikkelen voor
De eerste keer is iedereen altijd heel betrokken. Daarna zijn de deelnemers dikwijls
originele vondsten.
onrustig en snel afgeleid tijdens het musiceren. Een warming-up die vloeiend overgaat
in het improviserend ontwerpen helpt om de juiste concentratie en sfeer te leren begrijpen. Na enige sessies stijgt de periode van oplettendheid van de meeste deelnemers.
Na enkele projecten is het gewoon om deel te nemen aan ontwerpprocessen die 30
tot 40 minuten duren zonder de interesse te verliezen.
‘
Het leuke is dat ik nu een eye-opener heb. Het zijn dingen
waar ik over ga nadenken en als bagage meeneem.
Willeke (student klarinet) >> DVD Dag 6
’
2. Respect tonen voor het proces
Naarmate de concentratie toeneemt, groeit ook de waardering voor de bijeenkomsten.
6. Passen in een groter geheel
Aan het begin wordt er soms gegiecheld en schaamt men zich voor de eigen presta-
Aan het begin komen er muzikale suggesties zonder enige bruikbaarheid voor het doel.
ties. Maar zulk gedrag verdwijnt snel waarna de deelnemers zich serieus en coöperatief
Sommige ideeën zijn onuitvoerbaar maar dat ontdekt de groep pas als het samen is
opstellen. Ieder zoekt zijn eigen rol en experimenteert met een rol van een ander. Daarin
uitgeprobeerd. Naarmate de deelnemers meer ervaring hebben, zijn de suggesties
werkt meegaan als muzikaal leider heel goed. Het zal aantonen dat minder serieuze
bij voorbaat al meer afgepast op het grote geheel en de tijd die er beschikbaar is.
bijdragen leiden tot saaie en vervelende muziek.
Van de muzikaal leider wordt verwacht hierin een sturende rol te vervullen onder
vermelding van de redenen waarom sommige bijdragen nu niet bruikbaar zijn. Het
3. Deelnemen aan het muziek maken
‘collectief geheugen’ als groep zal steeds groter worden.
In bijna iedere groep is wel een kern van meest muzikale deelnemers, maar allengs
doen er steeds meer participanten actief mee. In de meeste groepen doet aan het
7. Elkaars ideeën en formuleringen gebruiken
eind van een project een grote meerderheid op een of andere manier mee. De meest
Gedurende de sessies worden de deelnemers steeds behendiger in het gebruiken van
passieve muzikanten zijn erg receptief ingesteld en doen vanuit die persoonlijke leerstijl
ideeën van anderen als bouwstenen voor het construeren van eigen nieuwe ideeën.
voorzichtiger mee dan de actievelingen. Geduld is hier belangrijk, niet meteen gefocust
Ze springen over de ideeën van iemand heen om zelf verder te komen.
zijn op de vraag of iedereen wel meedoet: eerst vooral aandacht op de inhoud van
het werkproces. In twee- of drietallen fragmenten uitdenken helpt om iedereen actief te
8. Antwoorden op een algemeen muzikaal niveau
laten participeren.
Het leerproces kenmerkt zich door het volgende. De meeste deelnemers willen de
muziek begrijpen en zijn op zoek naar algemene verklaringen, naar wetmatigheden
4. Muzikale begrippen kennen en begrijpen
om de muzikale processen die we waarnemen te kunnen duiden. Na het specifieke
Het verschil in het kennen en begrijpen van muzikale begrippen en het toepassen
van het ontwerpproces gaan de meeste deelnemers ook op zoek naar algemene
van de muzikale vaktaal is heel uiteenlopend. Sommige deelnemers zullen geen enkel
begrippen die daardoor het eigendom van de groep worden.
begrip als maat, metrum of melodie kennen. Anderen hebben al een aantal jaren
muzikale scholing achter de rug en kunnen feilloos noten lezen.
9. Bij de keuzes in het muzikaal materiaal blijven
Het samen improviserend ontwerpen zorgt voor een gemeenschappelijke taal en
Naarmate de sensibiliteit van de deelnemers voor muziek groeit, groeit ook de relevantie
begrippenkader. De ervaringen krijgen door de reflecties de juiste woorden waarin
van hun bijdragen aan het ontwerpproces. Er is steeds minder terugval, er zijn minder
de groep zichzelf herkent, en, het gezamenlijk doorlopen leerproces.
‘slag-in-de-lucht’-opmerkingen. Doordat de groepsleden actiever deelnemen aan het
In het begin volgen de deelnemers hoofdzakelijk de eenduidige opdrachten uit.
ontwerpproces, kunnen ze ook beter bij het muzikaal materiaal blijven en hebben min-
Naarmate de groep meer ervaring krijgt in de omgang met muziek en de muzikale
der geheugensteuntjes nodig om de afspraken vast te houden. Als geheugensteuntjes
begrippen, ontstaat er meer gevoel voor de nuances en leert men zorgvuldiger te
kunnen bijvoorbeeld dienen: symbolen, kleuren, vormen en namen.
luisteren. Vanzelfsprekend neemt het gevoel voor maat en specifiek het ritmisch gevoel
70 - Terugblik
71 - Terugblik
‘
Ik heb eigenlijk een nieuwe vraag ontdekt: hoe
onthoud ik muziek? En: Wat wil ik onthouden?
Vlado (student gitaar lichte muziek) >> DVD Dag 4
’
10. Ontdekkingen doen
De deelnemers doen veel muzikale ontdekkingen zoals het verschil tussen maat
en ritme, spanning en ontspanning, stilte en geluid. Dit zijn stimulerende ervaringen
die smaken naar meer. Met het groeien van de muzikale gevoeligheid en ontwerpvaardigheden neemt het aantal ontdekkingen en het herkennen van de eigen
ontdekkingen toe.
11. Afspraken nakomen
Omdat de activiteiten via het gehoor worden overgenomen, wordt er een sterk beroep
op het geheugen gedaan. Dit vraagt oefening en de resultaten hiervan zijn te horen in
het nakomen van de afspraken die er tijdens het muziek maken zijn gemaakt.
12. Kritiek accepteren
Naarmate de deelnemers meer ervaren raken in het geven van kritiek en het bekritiseerd worden in vriendschappelijke atmosfeer, beginnen ze ook geldende kritiek
te accepteren als die naar voren wordt gebracht.
Worden ze in het begin met kritiek geconfronteerd waar ze geen verweer tegen hebben, dan houden ze dogmatisch vast aan hun standpunt of verlaten dit in stilte. Later
zeggen ze: “Je hebt gelijk”, in reactie op kritiek die ze niet kunnen bestrijden en verlaten
hun standpunt publiekelijk, soms tijdens een volgende sessie (“Het klopte niet wat ik
voorstelde”).
13. In de flow raken
Als het muziek maken lukt, komt de groep in een plezierige stroomversnelling terecht.
Zonder haperingen en met weinig vergissingen wordt een presentatie neergezet. Er is
een toename in de tijdsduur van de sessies en presentaties waar te nemen.
14. Beoordelen en reflecteren
Niet elk ontwerpproces kan op dezelfde manier afgerond worden. Soms lukt het
gewoon niet om binnen de tijd tot een presentatie te komen. Dit is nogal afhankelijk van het karakter van het proces. Naarmate de groep meer ervaring heeft met het
improviserend ontwerpen zal deze als groep zelf een beoordeling kunnen maken
en niet enkel van de eigen individuele inbreng. Dit betekent dat de deelnemers zelf
opmerkingen kunnen maken over de uitkomsten van het muzikaal ontwerpproces en
conclusies zullen trekken over het samenwerken. Als een beoordeling van het resultaat mogelijk is, betekent dit dat het improviserend ontwerpen op een hoger muzikaal
niveau is aangekomen. Het samen musiceren illustreert het muzikaal begrip dat samen
verworven is. Het betekent een bewustzijn van het karakter van het musiceren en de
structuur van de muziek als een gezamenlijke activiteit met een gemeenschappelijke
verantwoordelijkheid. Dit wordt ook wel autonome authenticiteit genoemd, de muzikaal
leider is minder nodig om in te grijpen (let op: minder is niet afwezig). Soms kan hij even
achteruit leunen en het muzikaal ontwerpproces optimaal volgen zonder in te grijpen.
72 - Terugblik
Muziek zonder Noten Checklist
09 Checklist: ‘Ben ik hiervoor geschikt?’
‘Iedereen heeft zijn grenzen. Je kunt alles muziek noemen! maar je wilt
dat het mooi is.’
> Vlado (student gitaar lichte muziek) - DVD Dag 3
‘Ben ik wel geschikt om op deze wijze te werken met een groep? Durf ik
Muziek zonder Noten aan?’ Vul de volgende vragenlijst in en tel uw score op.
Onderaan staat wat uw score betekent.
Ik kan niet zingen
1 2 3 4 5 Ik zing al jaren met veel plezier
Ik bespeel geen instrument
1 2 3 4 5
Ik heb ooit les gehad
Ik wil altijd de leiding
1 2 3 4 5 Ik reken op de inbreng van de deelnemers
Ik ben niet creatief
1 2 3 4 5Ik gebruik de persoonlijke creativiteit
van de deelnemers
Ik houd niet van stiltes
1 2 3 4 5
Ik mag graag een stilte laten vallen
1 2 3 4 5
Ik wil mezelf graag verder scholen
voor iedereen
1 2 3 4 5 Muziek heeft geen meerwaarde
Muziek maken is moeilijk
1 2 3 4 5 Muziek is spannend
Muziek maken is aan musici
1 2 3 4 5 Iedereen kan muziek maken
Vernieuwing is niets voor mij
1 2 3 4 5
Vernieuwing past mij
Het gaat mij om de groep
1 2 3 4 5
Het gaat mij om muziek
Ik houd niet van muziek
1 2 3 4 5Ik vind dat iedereen recht heeft op
Ik geef liever les dan dat
ik zelf moet leren
Muziek zonder Noten is goed
muziekonderwijs
Ik heb affiniteit met cultuur
1 2 3 4 5 Ik heb geen affiniteit met cultuur
Muziek is leuk voor iedereen
1 2 3 4 5
Muziek is niet leuker dan computeren
Ik ben niet flexibel
1 2 3 4 5 Ik ben heel flexibel
Ik heb geen brede interesse
1 2 3 4 5
Ik ben praktisch en creatief ingesteld
Nieuwe dingen maken angstig 1 2 3 4 5 Avontuur daagt mij uit
75 - Checklist
Antwoord:
.po serocs wu leT
teh roov erocs elaidi eD
.04 si nerecisum
nad erocs nee u tfeeH
:edneglov teh tid tneketeb
.epytlaaedi neeg si snem thce nee
Muziek zonder Noten Toekomstblik
76 - Checklist
Toekomstblik
10
Iedere docent of iedere muzikaal leider, die muziek leert ontwerpen, zal een
eigen stijl en aanpak met zijn groep(en) ontwikkelen. Sommigen zullen zich
vooral richten op het muziekplezier in de groep of de gevoeligheid voor muziek; anderen gebruiken Muziek zonder Noten als middel om de ontwikkeling
van muzikale vermogens te ondersteunen. Sommigen zullen zich van improviserend ontwerpen bedienen om buitenmuzikale elementen te integreren in de
muziek; weer anderen leggen het zwaartepunt op luisteren en analyseren.
Sommigen zullen de individuele expressie van de deelnemers stimuleren; anderen
zullen hen willen leren zich flexibel aan eerder vastgestelde normen aan te passen en
het ontwerpen in te zetten voor de instrumentale techniek. Het persoonlijke ontwikkelingsproces van de muzikaal leider zelf kan tot een verbreding of verdieping van zijn of haar
intrinsieke motivatie leiden. Maar het eerste doel binnen een educatieve context bestaat
er uit zich als muzikaal leider door middel van de muziek te verdiepen in de ontplooiingsmogelijkheden van de deelnemers. In een onderwijsomgeving gaat het dan dus om
de docent die zich verdiept in de mogelijkheden van de leerlingen.
‘
Ik heb ervan geleerd dat ik veel toegankelijker muziek moet maken voor het publiek.
’
Vlado (student gitaar lichte muziek) >> DVD Dag 7
De kwaliteiten van de muzikaal leiders zullen zich ontwikkelen door het ‘doen’. Als doorgroei-competenties* kunnen genoemd worden:
> Alert kunnen reageren op wat er in het hier en nu gebeurt;
> Effectief met een improviserende groep kunnen omgaan;
> Kunnen reflecteren als bewustwording van keuzes;
> Vaardig zijn om met de structuur van muzikale formules steeds een ander vertrekpunt
te kiezen;
> Zelf formules maken door net zolang de structuur van een formule te oefenen tot je
weet hoe dit werkt;
>Om kunnen gaan met de kwetsbaarheid van alle muzikanten en met de kwetsbaarheid van jezelf als leider.
‘
’
Ik heb nog geen plafond ontdekt.
Willeke (student klarinet) >> DVD Inleiding
79 - Toekomstblik
Omgaan met de muzikale creativiteit van anderen vraagt als het ware om een attitude,
een houding waarin de volgende 5 componenten een rol spelen. Het zijn de componenten of criteria die een rol spelen bij jouw manier van musiceren namelijk:
1. Bewegend musiceren
2. Improviserend musiceren
3. Luisterend musiceren
4. Uitvoerend produceren
5. Musicerend communiceren ofwel een ander deelgenoot willen maken van jouw eigen muzikale verhaal.
Hiermee is een ideaal geschetst waarbinnen ook de verschillende kunstvormen kunnen integreren. Toekomstmuziek? Zoals reeds eerder is gesteld: het eindresultaat staat
van te voren niet vast, dus is het spannend waar deze manier van muziek maken en
communiceren uiteindelijk uit zal komen.
In Londen vormden docenten en studenten een twintigkoppig ensemble dat eigen
composities instudeerde en uitvoerde. Het was een rijke samenstelling van instrumenten,
muzikale stijlen, verschillende componisten. De componisten kwamen met een thema
en/of harmonisch schema. Dit werd bekeken en gespeeld. Onderwijl werd er geëxperimenteerd met ritme, vorm, klankkleur en harmonie. Alle ensembleleden droegen
bij aan het eindresultaat van de compositie, niet alleen door uitvoering, maar ook en
vooral door het meedenken. De improvisatorische werkwijze had tot gevolg dat elke
uitvoering van hetzelfde stuk anders was. Factoren die hierbij van invloed zijn, zijn onder
andere het publiek, de ruimte, de stemming en sfeer.
In essentie is dit proces te vergelijken met iedere keer weer een nieuwe interpretatie bij
de reproductie van een repertoirestuk. Daar waar een echt musicus zich in profileert
binnen de bandbreedte van de stijl, ervaring, talent en appreciatie. Toekomstmuziek?
Misschien. Maar het hoeft niet. Niet als we beseffen dat ook het muzikaal leren ‘een
leven lang leren’ betekent.
80 - Toekomstblik
Muziek zonder Noten Verantwoording
Verantwoording
10
Muziek zonder Noten en bijbehorende DVD zijn voortgekomen uit het bestuderen van de werkwijze aan de Guildhall School of Music and Drama in
Londen (vanaf 1999) en de overeenkomst met de Nederlandse ‘schoolmuziekpraktijken’ en theateronderwijs. Ook de maatschappelijke veranderingen
zoals interculturaliteit, de toename van het mediagebruik en de groei van
de informatietechnologische toepassingen vragen aanpassingen van de
professionele opleidingen tot docerend musicus en docent muziek.
Deze veranderingen worden serieus genomen en vertaald in leerplanaanpassingen
door te zoeken naar alternatieve werkvormen die toch de kern van het muziekvak
blijven raken. Zo’n manier van werken is treffend gevonden in het ‘samen musiceren
en improviserend ontwerpen’ kortom: samen communiceren over welke muziek je
samen maakt en hoe die muziek moet klinken. De deelnemers maken zelf de muziek, de
muzikaal leider ‘stuurt en gluurt’, leidt en begeleidt. Van docentgestuurd onderwijs
wordt het muziek maken leerlinggestuurd ingevuld. En tot slot: het proces is belangrijker
dan het product als resultaat van het gezamenlijk leren. De context waarin dit gebeurt
heeft een bepalende invloed.
‘
’
In de compositie of in het teamwerk heeft iedereen zijn eigen rol. Vlado (student gitaar lichte muziek) >> DVD Dag 5
Ontstaansgeschiedenis
Er zijn de afgelopen jaren op verschillende plaatsen in ons land ervaringen opgedaan
met de beschreven manier van werken. De Utrechtse variant kwam in aanmerking voor
een zogenaamd Proposoproject* waardoor er financiële ruimte ontstond voor het
volgen van het werkproces bij muziekvakstudenten. Dit resulteerde in de productie
van een DVD met de titel ‘Over Muziek Maken en Communiceren, verslag van een
werkproces’. Pilot-projecten* met pabostudenten en muziekschooldocenten gingen uit
van dezelfde uitgangspunten en doelstellingen. De ervaringen die binnen deze vier
werkvelden zijn opgedaan, zijn in elkaar geschoven en hebben tot deze publicatie
geleid.
De projectresultaten* zijn tevens vastgelegd in een aantal schriftelijke rapportages die
basismateriaal leverden. De uitgave ‘Kinderen Filosoferen’ (B.Heesen, uitgegeven bij
Damon 1998) gaf de inspiratie voor de uiteindelijk gekozen aanpak en structuur.
De reden dat deze manier van werken onze aandacht heeft gekregen, is uiteindelijk
het meest direct te vinden binnen de essentie van het muzikaal proces. Dit vraagt om
een nadere toelichting.
83 - Verantwoording
De (semi)professionele muzikant werkt met de doelen en vaardigheden van de profes-
De gemeenschappelijke uitgangspunten voor de toepassing in de verschillende werk-
sionele muziekbeoefenaar. Een musicus streeft naar muzikale expressie van ideeën
velden of contexten zijn:
en gevoelens. Tegelijkertijd werken daar de normen en waarden van de regels van
muzikale correctheid op in. Een musicus neemt gewoontegetrouw zijn verantwoor-
> Muziek zonder Noten is een goede invulling (of aanvulling) van het vak muziek in
delijkheid voor kritiek en verfijnt, hernieuwt en doordenkt opnieuw zijn of haar visie op
het basisonderwijs, muziekschoolonderwijs, de pabo en de muziekvakopleiding. Met
het uit te voeren werk en praat daarover met andere professionals of raadpleegt
toepassingen in het voortgezet onderwijs wordt volop geëxperimenteerd. Ook buiten-
bronnen. Deze authentieke werkwijze staat model voor de overdracht van muziek en
schools kan het bij allerlei groepen en gelegenheden worden ingezet. Daarom verdient
nogal specifiek ook voor muzikale ontwerpprocessen met groepen.
het op alle conservatoria een structurele plaats binnen alle opleidingscurricula:
Het muzikaal ontwerpproces is een goed voorbeeld van wat er met het ‘nieuwe
een muzikant moet kunnen improviseren binnen zijn of haar eigen muzikaal idioom.
leren’ bedoeld wordt. In plaats van eenzijdige muzikale overdracht, het zogenaamde
Verschillende culturele afkomst of genre voorkeuren verrijken het idioom, samen-
voordoen en nadoen, komt het accent te liggen op het muzikaal interactief leren. Dat
werking tussen professionals en amateurs idem dito. Binnen de pabo’s en nascholing
vraagt actieve deelnemers die allen van elkaar verschillen. Deze verschillen worden als
past het in de opleiding tot vakspecialist muziek.
uitgangspunt genomen en de verschillende individuele bijdragen krijgen betekenis. De
> Muziek zonder Noten met kinderen vanaf 8 jaar is gericht op het uitbreiden van
verschillen worden gehonoreerd in plaats van genegeerd.
de muzikale ervaring en het verwerven van een eigen muzikaal idioom, niet op
Het nieuw geleerde wordt direct toegepast in een muzikaal ontwerp of productie.
kennisoverdracht.
Op dezelfde manier zoals professionele bands werken; zoals tekstschrijvers en arran-
> Het muzikaal leren vindt het meest optimaal plaats als de activiteiten produce-
geurs hun creatief proces doorlopen en professionele muzikanten hun optredens voor-
ren, reproduceren, perceptie en reflectie doorlopend aanwezig zijn en met elkaar
bereiden.
interacteren.
Wanneer je dit proces naar het onderwijs wilt vertalen kom je bij de kernvraag uit: hoe
> Muziek zonder Noten is een actieve manier van werken: het zoeken naar structuur en
help je als docent een lerende zijn of haar doelen te bereiken?
verbanden, vooronderstellingen in het eigen denken en dat van anderen ontdekken,
Welke competenties heb je als docent nodig om de ontwikkeling van competenties bij
goed luisteren en je inleven in elkaar ideeën en veronderstellingen.
de lerenden te stimuleren? We maken even een uitstapje naar een onderwijskundige
> Het is niet nodig om vooraf een muzikaal begrippenapparaat aan te leren; dat
discussie.
ontwikkelt zich vanuit de ontwerpprocessen zelf en is dus zeer groepsgebonden; het
In het zogenaamde ‘nieuwe leren’ maakt een technisch-rationele benadering, waarin
zit vooral in het kunnen nemen van rollen en je daarbinnen flexibel bewegen. Dit
theorie met een hoofdletter geschreven wordt, plaats voor een realistische benadering
gedrag, en de progressie in het verwerven van dat gedrag, is goed observeerbaar.
waarbij het vertrekpunt ligt in concrete problemen en situaties.
> De muzikale begrippen die het muzikale ontwerpproces kunnen ondersteunen
Peter Renshaw citeert in ‘Connecting Conversations’ de socioloog Tomas Ziehe (1986):
zijn begrippen waarvan iedereen wel enige notie heeft. Het gaat hier om de basisbe-
‘Leren situeert zich tussen tradities en het ongeprobeerde. Dit houdt samenwerking
grippen als: maat, ritme, hard, zacht, vlug, langzaam, melodie, ‘groove’, enzovoort.
tussen leerling en docent in, wat betekent dat de kennis en ervaring van twee kanten
> De na te streven doelen van Muziek zonder Noten geven een meerwaarde aan het
bij elkaar opgeteld wordt, wat op zijn beurt weer betekent dat de primaire focus in
samen muziek maken. Het effect zal waarschijnlijk teruggevonden kunnen worden
muziekonderwijs niet op muziek is gericht als een onafhankelijke artefact maar dat
in de concentratie, het luisteren, het samenwerken en het creatieve proces. In ieder
de primaire focus ligt op de relatie die mensen onderhouden met muziek.
geval is dit de uitkomst van recent empirisch onderzoek in Berlijn (oa. Hans Günther
Om dit mogelijk te maken moet de docent zo goed mogelijk gebruik maken van
Bastian, 2002).
de ervaringen die de leerlingen meebrengen. De docent wordt meer een gids en
> Muziek leren en leren musiceren wordt door meer kinderen en volwassenen gewaar-
supervisor dan een leraar. Door het besef van waarde, rol en ruimte van muziek - van-
deerd dan alleen door de getalenteerden. Bovendien ligt de gevoelige periode om
uit zowel het perspectief van de docent als de lerende - kan er een experimenteel en
muziek te leren tussen de 8 en 12 jaar. Een reden te meer om muziek vooral bij deze
creatief proces bewerkstelligd worden op basis van de ervaringswereld van zowel
leeftijd aan te bieden.
leerlingen als docent. De consequentie hiervan is dat het doceren meer experimenteel
> Muziek zonder Noten start vanuit stimulerende opdrachten en uitdagend materiaal.
is in plaats van gefocused op instructie en de leerlingen activeren, terwijl de rol van de
Het musiceren is gericht op het onderzoeken van onze eigen muzikale taal en erva-
docent die van gids/supervisor is in plaats van docent/leider, en de rol van de leerling
ringswereld én die van anderen, sámen met anderen.
is die van co-creator in plaats van recipiënt/deelnemer’.
Dit citaat legt een fundament onder het avontuur van Muziek zonder Noten.
‘
Ik vond het moeilijk iets eigens te verzinnen in 5/4 maat. Ik was er
Vlado (student gitaar lichte muziek) >> DVD Dag 2
84 - Verantwoording
’
bang van. Ik wist niet wat er ging gebeuren met mij en de 5/4 maat.
85 - Verantwoording
Een theoretisch kader
Nadere bestudering van de dimensies van overdracht van Huib Schippers als theoretisch kader toont een aantal interessante indicatoren die het begrip van het bestaan
De context waarin Muziek zonder Noten wordt toegepast is vooral de context waarin
van een muziek(educatieve) context of cultuur vergroten. Deze indicatoren worden
overdracht van muziek een rol speelt. We leren muziek altijd van een ander en daarna
hieronder opgesomd en toegelicht en kunnen gebruikt worden om de communicatie
pas kunnen we onze eigen muziek gaan bedenken en ontwerpen. Tijdens het ontwerp-
over aanpak en didactiek te vergemakkelijken. Aan het eind van dit hoofdstuk wordt het
proces is de invloed van de medespelers groot en ook daarin speelt de overdracht van
concept van werken volgens Muziek zonder Noten, ter illustratie in dit model geplaatst.
ideeën en suggesties een cruciale rol. Op basis van die overdracht vindt de interactie
plaats en volgen inspiratie en creativiteit als vanzelf.
Dimensies van overdracht
In de in 2004 verschenen publicatie ‘Harde Noten’ vraagt Huib Schippers aandacht
Analytisch
Holistisch
voor het analyseren van de keuzes die ten grondslag liggen aan overdracht van
muziek. Hij heeft daarvoor een model ontwikkeld het zogenaamde ‘overdrachtsmodel
Analytisch
in zeven continua’.
> Gebruik van didactische muziekstukken, zoals getrapte oefeningen en etudes.
OVERDRACHTSMODEL IN ZEVEN CONTINUA
> Expliciete muziektheorie.
> Aanzienlijke hoeveelheid spreken en uitleg tijdens muziekoverdracht.
> Van eenvoudig naar complex.
Dimensies van overdracht
Analystisch
Holistisch
> Docent leidt en beheerst het leerproces in de didactische verhouding.
D.m.v. notatie
Oraal
> Vaak wereldlijke achtergrond.
Grijpbaar
Ongrijpbaar
> Gebaseerd op curriculum, vaak met formele structuren en examens.
Holistisch
Contextuele aspecten
Statische traditie
Constante beweging
> Impliciete muziektheorie.
Oorspronkelijke context
Volledig gerecontextualiseerd
> Relatief weinig spreken en uitleg tijdens muziekoverdracht.
Authenticiteit
Nieuwe identiteit
> Van bekend naar onbekend.
> ‘Echt’ repertoire dient als basis voor daadwerkelijke overdracht.
> Individueel pad; verwarring als bewust of onbewust instrument.
Benadering van culturele diversiteit
Monocultuur
> Docent demonstreert, coacht of is zelfs niet fysiek aanwezig (radio, tv, opnames).
Transcultureel
> Soms spirituele/religieuze achtergrond.
Met toestemming overgenomen uit ‘Schippers, H., Harde Noten’, 2004, uitgave Cultuurnetwerk.
Door middel van notatie
Dit model geeft een aantal assen weer waarop aangegeven kan worden waar de
Genoteerd
impliciete keuzes aangaande de stijl en cultuur van muzikale overdracht zich kunnen
> Kernrepertoire bestaat in notatie die door uitvoerders kan worden gebruikt.
bevinden. Impliciete keuzes kunnen met dit model expliciet gemaakt worden.
> Studenten kunnen studiemateriaal krijgen in notatie zonder eerdere blootstelling aan
Ook aan het improviserend ontwerpen, in deze publicatie nader uitgewerkt als Muziek
Overdracht
geluid.
zonder Noten, liggen een aantal impliciete keuzes ten grondslag. Voorbeelden van
deze keuzes zijn:
Oraal
> Gebruik ik wel of geen notatie?
> Geen of weinig gebruik van notatiesysteem.
> Maak ik gebruik van analyse of bied ik de muziek holistisch aan?
> Tonaal materiaal geïmproviseerd of opnieuw gestructureerd voor iedere uitvoering.
> Refereer ik direct aan de oorspronkelijke context of ga ik ervan uit dat de muziek een
> Alle muziek en oefeningen worden eerst in daadwerkelijk geluid gepresenteerd.
plek heeft in een nieuwe situatie?
86 - Verantwoording
87 - Verantwoording
Grijpbaar
Ongrijpbaar
Authenticiteit
Nieuwe identiteit
Grijpbaar
(Geconstructureerde) authenticiteit
> Nadruk op instrumenttechniek.
> Muziek wordt beoefend op een manier die bewust een autoritaire visie volgt van
> Nadruk op duidelijk gedefinieerd repertoire.
het herscheppen van intrinsieke en extrinsieke kenmerken van de historische, geogra-
> Nadruk op theorie.
fische en/of sociale omstandigheden van de oorsprong van muziek.
Ongrijpbaar
Nieuwe identiteit
> Nadruk op expressie.
> Focus ligt op ‘trouw aan zelf’ – authenticiteit in de zin van individuele expressie en
> Nadruk op creativiteit en improvisatie.
eigenheid; in de lessituatie wordt als vanzelfsprekend aangenomen dat de muziek-
> Nadruk op het bovennatuurlijke.
praktijk niet dezelfde is als toen deze ontstond.
Contextuele aspecten
Statische traditie
Benadering van culturele diversiteit
Constante beweging
Monocultureel
Transcultureel
Statische traditie
Monocultureel
> Repertoire of canon bestaat al aanzienlijk lange tijd in huidige vorm.
> Muziek wordt doorgegeven in de context van een enkele, dominante muziekcultuur.
> Weinig nieuwe aanvullingen, gesloten systeem.
> Vaak gevoel van superioriteit of geloof in evolutionair model.
> Traditie is een teken van distinctie voor een (sociaal of religieus) gevestigde klasse.
> Enkelvoudig referentiekader voor kwaliteit.
> Soms weinig nadruk op artistieke waarde (zoals bij rituele muziek).
> Typische terminologie om wereldmuziek aan te duiden: primitief, vreemd, exotisch,
niet-westers.
Constante beweging
> Muziekstijl is gebaseerd op continu proces van verandering en vernieuwing.
Multicultureel
> Nieuwe bijdragen zijn centraal kenmerk.
> Muziek wordt doorgegeven zonder expliciete referentie aan andere muzieksoorten,
> Muziek is jong en/of staat constant bloot aan nieuwe invloeden; vaak subcultuurstatus.
culturen binnen een enkele culturele ruimte.
> Dynamisch referentiekader voor kwaliteit, dat zich ontwikkelt met nieuwe toevoegingen aan de stijl.
Oorspronkelijke context
maar binnen een bewustzijn van het bestaan van verscheidene andere muziek> Meervoudige referentiekaders voor kwaliteit.
> Etnisch, roots, gericht op specifieke oorsprong, bijvoorbeeld Indiaas.
Volledig gerecontextualiseerd
Intercultureel
> Muziek wordt beschouwd in relatie tot andere muzieksoorten, crosscultureel Originele context
> Muziek wordt beoefend in de plaats of cultuur van oorsprong of in een herschepping
daarvan.
> Muziek wordt beoefend op het moment van haar schepping.
vergeleken.
> Kan leiden tot vermenging of versmelting.
> Gemengde culturele referentiekaders voor kwaliteit.
> Fusion*, cross-over, world beat.
> Muziek wordt beoefend in een nieuw tijdvak.
> Muziek heeft zich geworteld in een nieuwe culturele context of sociale setting.
Transcultureel
> Muziek heeft zich diepgaande karakteristieken van meer dan één cultuur eigen
Gerecontextualiseerd
> Muziek heeft zich verplaatst naar een andere plaats of cultuur en zich daar geworteld.
> Muziek wordt beoefend in een nieuw tijdvak.
gemaakt.
> Wordt waarschijnlijk een op zichzelf staand genre.
> Nieuwe,versmolten referenties voor kwaliteit.
> One world music, Weltmusik.
> Muziek heeft zich geworteld in een nieuwe culturele context of sociale setting.
88 - Verantwoording
89 - Verantwoording
Passen we het analysemodel van Huib Schippers toe bij Muziek zonder Noten, dan zien
we het improviserend ontwerpen als volgt op de assen van de continua gesitueerd:
OVERDRACHTSMODEL ‘MUZIEK ZONDER NOTEN’ IN ZEVEN CONTINUA
Dimensies van overdracht
Analystisch
X
Holistisch
D.m.v. notatie
X
Oraal
Grijpbaar
X
Ongrijpbaar
Contextuele aspecten
Statische traditie
X
Constante beweging
Oorspronkelijke context
X
Volledig gerecontextualiseerd
Authenticiteit
X
Nieuwe identiteit
Benadering van culturele diversiteit
Monocultuur
X
Transcultureel
90 - Verantwoording
Muziek zonder Noten Nawoord
Woordenlijst
Bronnen
Adressen
Colofon
Auteurs
Nawoord
Recept voor 10 of meer personen
Ingrediënten
1 kilo structuur als basis van de lessen
5 eetlepels improvisatievermogen
300 gram flexibiliteit
een dosis enthousiasme
een klontje beslissing
1 cocktailshaker snelle muziek
2 dl communicatievaardigheden
1 blik visie
1 schep flexibel repertoire
1 stel goede oren
1 liter aanpassingsvermogen
4 verschillende instrumenten
1 grote zak leiding geven
Klop de 5 eetlepels improvisatievermogen los in een kom. Houd er rekening mee dat
het alle kanten op kan gaan. Voeg daarbij een korte warming-up. Voor een goed
muziekbeslag moeten de ritmes goed gevoeld worden. Daarbij zijn fysieke oefeningen
belangrijk. Bedek de bodem van de kom door middel van auditieve overdracht en
niet op basis van notatie. Zet de kom 20 minuten in een voorverwarmde oven op 200
graden, maar laat ruimte over om tussendoor ingrediënten toe te voegen! Het muziekbeslag is nu bruin gebakken en opgebouwd uit verschillende partijen. Afzonderlijk zijn
deze partijen eenvoudig aan te leren en samen geven ze een mooi en soms complex
resultaat. Breng het gerecht op smaak door structuur en presentatie. Serveer met een
glimlach en een beetje evaluatie.
Met toestemming overgenomen uit: À la Guildhall - Uitgave van de Projectgroep Guildhall
van het Utrechts Centrum voor de Kunsten (UCK), Utrecht, 2002
93 - Nawoord
Woordenlijst
Attitude > een houding, een instelling;
Ostinaat > repeterend metrum of ritmepatroon, met soms de harmonie volgende
Authentiek > letterlijk: ‘rechtsgeldig’, ‘waarvan de betrouwbaarheid is gewaarborgd’; in
wisselende bastonen, welke onder een melodie wordt uitgevoerd; dit begrip wordt
het onderwijs wordt de term gebruikt om aan te geven dat het om écht en krachtig
meestal in de klassieke muziek en schoolmuziek gebruikt; zie ook ‘groove’;
leren gaat in een betekenisvolle context;
Percussie > slagwerk;
Beat > de maat of puls van de muziek;
Performance > uitvoering, optreden, presentatie;
Bodypercussie of ‘bodypercussion’ (eng.) > letterlijk ‘lichaamsslagwerk’, geluiden die
Pilot > letterlijk ‘proef’; een pilot-project is een proefproject;
je maakt met gebruikmaking van je lijf in een ritmisch metrum zetten, alsof er een
Project > een aantal activiteiten of bijeenkomsten met een duidelijk doel dat gereali-
begeleiding op een drumstel gespeeld wordt;
seerd moet worden; als het doel bereikt is, is het project ten einde;
Bodysounds > geluiden die je met je lichaam kunt maken: klappen, vingerknippen, dij-
Proposo > Projecten Primair en Speciaal Onderwijs, van 2002 t/m 2005 gefinancierd
enkletsen en stampen. Maar ook tongklakken en tikken op andere lichaamsdelen zoals
door het Ministerie van OC en W;
met een platte hand op je borst slaan, tegen je benen slaan, stampvoeten, enzovoort;
Puls > maataccenten binnen een vastgesteld metrum;
Competentie > letterlijk: ‘bevoegdheid’; in het onderwijs wordt het begrip gebruikt om
Rust > in muzikale betekenis: een tel of meerdere tellen in de maat waar geen muziek
aan te geven dat het om een samenhangend leren gaat van te verwerven inzicht,
klinkt;
kennis, vaardigheden en attituden;
Sessie > letterlijk ‘een zitting’, meestal: een bijeenkomst van pop & jazz muzikanten waar
Community arts > geen eenduidig en scherp gedefinieerd begrip: gaat het om een
geïmproviseerd wordt;
kunstwerk of gaat het om het effect van het proces van kunstbeoefening op de deel-
Terts > afstand tussen 3 tonen;
nemers? De belangstelling voor community arts sluit aan bij de al enige jaren groei-
VMBO > Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs (invoering 2001)
ende politieke aandacht voor de samenhang in de samenleving.
Warming-up > Letterlijk: opwarming; beginactiviteiten om fysiek en mentaal op elkaar
Flow > letterlijk: stromen;
en de situatie af te stemmen;
Fusion > letterlijk: versmelting, samenvoeging; in de muziek het versmelten van genres;
Workshop > letterlijk: ‘werkplaats’, ‘atelier’; in het onderwijs wordt hiermee een actieve
Grondtoon > de onderste toon van een niet-omgekeerde drieklank; vaak als referentie-
leersituatie bedoeld waarvoor meestal een expert als docent wordt uitgenodigd.
punt voor een harmonische begeleiding gebruikt;
Groove > letterlijke vertaling: ‘routine’; in de muziek betekent het een doorgaande lijn,
meestal een repeterend ritme in de baslijn dat een ‘bodem’ onder een stuk muziek legt;
dit begrip wordt meestal gebruikt in de pop en jazzmuziek; zie ook ‘ostinaat’;
Improviseren > muziek maken die op het moment van het musiceren zelf ontstaat en
zich vormt;
Instant composing > letterlijk ‘kant-en-klaar’ componeren; hiermee wordt het componeerproces bedoeld door John Paynter in de jaren 60 geïntroduceerd, waarbij
‘ter plekke’ composities werden bedacht en direct uitgevoerd; in de muziekpedagogie
is daar het improviseren voor in de plaats gekomen; sommige jazz- en popgroepen
maken nu ook nog gebruik van deze componeertechniek;
Interval > afstand tussen 2 tonen bijvoorbeeld een terts (3 tonen) of kwint (5 tonen);
Kwint > 5e toon van de grondtoon* in een diatonische reeks (interval of toonafstand
van 5 trappen);
Majeur > een toonladder waarvan de eerste drie tonen een grote terts vormen;
Mineur > een toonladder waarvan de eerste drie tonen een kleine terts vormen;
94 - Woordenlijst
95 - Woordenlijst
Bronnen
Herfs, Jos, (red.) e.a., Muziek Leren, Handboek voor het basis- en speciaal onderwijs,
Van Gorcum Assen, 2005
Hoorik, I, van, e.a., Kunsteducatie in beweging, De Kunstconnectie/VKV Utrecht, 2006
Bastian, H., Musik(erziehung) und ihre Wirkung, Eine Langzeitstudie an Berliner
Grundschulen, Schott Mainz, 2002
Jonker, Thera, Maakstrategieën binnen multidisciplinair theater, DVD Making of…,
Hogeschool voor de Kunsten, Utrecht, 2006
Beurden, Bernard, van, Werkboek voor de muziek van nu, De Toorts Haarlem, 1974
Juslin, P.N. & Persson, R.S., Emotional communication. In: R.Parncutt: The science and
Davies, M. e.a., Curriculum Resource Book, Communicating Music, The Erasmus
psychology of musical performance, Creative strategies for teaching and learning,
Network Polyphonia for Music Performance and Music Education, Ripon, 1995
University Press Oxford, 2002
Frowijn, Ria en Fred Houtzager, Drama Componeren Meester, SLO Enschede, 1999
Kolk, René, van der, Projectgroep Guildhall, Utrechts Centrum voor de Kunsten,
à La Guildhall, UCK Utrecht, 2002
Frowijn, Ria, De vakleraar in het speciaal onderwijs. In: Muziek Leren, Herfs, J. (red.),
Van Gorcum Assen, 2005
Kors, Ninja en Hans van de Veerdonk, Componeren in de basisschool,
Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, Amsterdam, 2006
Frowijn, Ria, Muziekeducatie en Improviseren. In: De Pyramide, Muziekwijzer voor
www.ahk.nl/ahk_upload/ahk_documenten
Primair Onderwijs, 60-05, (33-36), 2006
Korthagen, F.A.J. e.a., Docenten leren reflecteren, Systematische reflectie in de
Frowijn, Ria, Muziekeducatie en Improviseren. In: Diekstra, R. en M.Hogenes,
opleiding en de begeleiding van leraren, Nelissen Soest, 2002
Harmonie in gedrag, de maatschappelijke en pedagogische betekenis van muziek,
in druk, Haagse Hogeschool, Den Haag, 2007
Manneke, Daan, Werkboek voor improvisatie en groepscompositie, Annie Bank
Amsterdam, 1978
Geest, Nelly van der, ea., Buitenbeeld: kunsteducatie en culturele diversiteit,
Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, 1999
Paynter, John, Sound and Structure, Oxford University Press, 1987
Haaster, Kees, J.M.,van, Het Samenspeelconcept, Muziekactiviteiten ontwikkelen
Renshaw, Peter, Connecting conversations: the changing voice of an artist, 2003,
voor de sociaal-agogische beroepspraktijk, Coutinho Bussum, 2000
ELIA, Barcelona
Hargreaves, D.J., De muzikale ontwikkeling van kinderen. In: Evers, F., (red.), e.a.,
Rosmalen, Bart, van, N.Kors e.a., Muziekeducatie in Beweging, Walter Maashuis -
Muziekpsychologie, muzikale ontwikkeling, schepping, beleving, waarneming,
De Kunstconnectie, Utrecht, 2004
Van Gorcum Assen, 1995
Neuhuys, Cheryl, Scriptie Opleiding Docent Muziek, Er ligt een appel op de schaal,
Heesen, Berrie, Kinderen Filosoferen, Docentenhandboek, Damon Budel, 1998
Hogeschool voor de Kunsten, 2003
Heijdanus-de Boer, Etje en Ria Frowijn, De Dans Meester, Curriculum dans voor
Schippers, Huib, Harde noten, Muziekeducatie in wereldperspectief, Cultuurnetwerk,
de Pabo, SLO Enschede, 1997
Utrecht, 2004
Heijerman, Erik en Albert van der Schoot (red.), Welke taal spreekt de muziek?
Vooys, Dirk, Scriptie Opleiding Docent Muziek, Stile antico of Stile moderno,
Muziekfilosofische beschouwingen, Damon Budel, 2005
Omdat vernieuwing ook mooie dingen oplevert, Hogeschool voor de Kunsten, 2004
Hemsy de Gainsa, Violeta, Improvisatie in de lespraktijk. In: Evers, F., (red.)
Vrolijk, Roeland, Scriptie Voorgezette Kunstopleiding Muziek, Een nieuw geluid,
Muziekpsychologie, muzikale ontwikkeling, schepping, beleving, waarneming,
Hogeschool voor de Kunsten, 2005
Van Gorcum Assen, 1996
Ziehe, T., Hoe het lichaam ‘moderner’ is geworden. In: Jeugd en Samenleving
12, (p.754-763), 1990
96 - Bronnen
97 - Bronnen
Colofon
Adressen
Uitgave > Hogeschool voor de Kunsten Utrecht
Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU)
(HKU), Utrechts Conservatorium, Mariaplaats 28,
Utrechts Conservatorium
3511 LL, Utrecht, tel. 030 2314044, www.hku.nl
Mariaplaats 28
3511 LL Utrecht
Projectleider > Jos Schillings
Tel: 030 2314044
www.hku.nl
Projectgroep > Gerrit de Boer, James Dunker, Erzsi
Ladage, Cheryl Neuhuys, Linda Scheeres, Hanno
Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK)
Tomassen, Hans van de Veerdonk
Conservatorium van Amsterdam
Van Baerlestraat 27
Tekst > Ria Frowijn, lector muziekeducatie
1071AN Amsterdam
www.hku.nl/riafrowijn
Tel: 020 5277550
www.conservatoriumvanamsterdam.nl
Samenstelling DVD > Ellen Blom, regie en Marcel
Prins, camera
Utrechts Centrum voor de Kunsten (UCK)
Domplein 4
Met dank aan > Leerlingen van Basisschool De
3512 JC Utrecht
Boomgaard Utrecht, pabo-studenten Hogeschool
Tel: 030 2339966
Utrecht, Hogeschool Domstad en de Marnix Aca-
www.uck.nl
demie Utrecht, muziekschooldocenten Zuid-Oost
Brabant, Allard Hartkamp, Irene Hartkamp, Daan
Jan Kortie, Muziekprodukties
Koch, René van der Kolk, Jan Kortie, Willeke de
Keizersgracht 317
Laak, Suzan Lutke, Dieuwertje Luppers, Jessica
1016 EE Amsterdam
Manuputty, Zhaklina Nenaj, Huib Schippers, Jurrien
www.jankortie.nl
Sligter, Vlado Spisiak, Jaap-Jan Steensma, Bianca
Stokman, Gerdien Tanja, Guido Topper, Rob Veuge-
De Kunstconnectie
laers, Roeland Vrolijk
Postbus 365
3500 AJ Utrecht
Concept, beeld en vormgeving > Tamara Reesink,
Tel. 030 2303740
grafisch ontwerp - www.tamarareesink.nl
www.dekunstconnectie.nl
Drukwerk > Labor Grafimedia BV
Cultuurnetwerk
Ganzenmarkt 6
Papiersoorten > Majestic, Alchemy, Balans
3512 GD Utrecht
Tel.030 2361200
Lettertypes > ITC Avant Garde, Chaparall Pro
98 - Colofon
www.cultuurnetwerk.nl
99 - Adressen
Auteurs
Ria Frowijn (drs.) studeerde na de Pabo Schoolmuziek B, Onderwijskunde en Solozang. Zij werkte als vakleerkracht en consulent muziek en publiceerde vanaf 1990 bij
de Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) te Enschede over dans, drama, intercultureel
onderwijs, taalonderwijs in de vroeg- en voorschoolse educatie en kwaliteitszorg in het
reken- en wiskundeonderwijs. Vanaf 1984 zingt zij als vaste alt/solist in de serie Zaterdagmiddagmuziek Domkerk, vanaf 2005 is zij (eind)redacteur van De Pyramide, Muziekwijzer voor het Primair Onderwijs. Sinds 1999 is zij als docent werkzaam aan het Utrechts
Conservatorium van de Hogeschool voor de Kunsten te Utrecht. In 2003 is zij benoemd
tot Lector Muziekeducatie.
E-mail: [email protected]
Hanno Tomassen studeerde basgitaar aan het Utrechts Conservatorium (Bachelor of
Music) en behaalde in 2001 het 2e Fase diploma met een studie naar de veranderende rol van de musicus en muziekeducatie in de samenleving. Naast componeren
en arrangeren geeft hij vanaf 2000 muziekworkshops aan ongeschoolde, muzikaal
getalenteerde jongeren. Hij ontwikkelde een muziekeducatief programma voor conservatoriumstudenten en docenten van het Utrechts Centrum voor de Kunsten (UCK)
dat gebaseerd is op de projecten van de Guildhall School of Music and Drama in
Londen. Deze ervaringen maakten hem tot een veelgevraagd docent voor trainingen
aan orkestmusici van gerenommeerde Nederlandse en buitenlandse orkesten.
E-mail: [email protected]
101 - Auteurs
Download